Organisatie | Amersfoort |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling Soesterkwartier |
Citeertitel | Subsidieregeling Soesterkwartier |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervalt op 30 september 2023.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-06-2023 | nieuwe regeling | 20-06-2023 |
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort;
gelezen de nota Wijkperspectief Soesterkwartier van 22 februari 2022;
gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene Subsidieverordening Amersfoort 2019;
overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan de opgaven die beschreven staan in het Wijkperspectief en de Uitvoeringsagenda voor het Soesterkwartier;
In deze regeling wordt verstaan onder:
bouwkosten: alle kosten van de investeringen in materiële en immateriële activa die direct raken aan de bouw van de ontmoetingsruimte en de kosten voor de arbeid voor constructie van de ontmoetingsruimte, met dien verstande dat de arbeid door een derde wordt verricht tegen marktconforme voorwaarden, blijkend uit een aanbestedingsprocedure of een vergelijk van minstens drie onderhandse offertes aan relevante partijen;
de-minimisverklaring: verklaring als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PB EU L 352 van 24.12. 2013), met inbegrip van eventueel in de toekomst vast te stellen wijzigingen;
Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Het college verstrekt uitsluitend subsidie voor activiteiten genoemd in bijlage I, voor zover deze aansluiten bij of overeenstemmen met het Wijkperspectief Soesterkwartier en de Uitvoeringsagenda Soesterkwartier.
Artikel 3 Indieningstermijn aanvraag
In afwijking van artikel 8, eerste lid, van de Asv, dient een aanvrager een subsidieaanvraag in de periode in die in bijlage I bij de betreffende activiteit staat genoemd.
De subsidie van de gemeente Amersfoort bedraagt ten hoogste het bedrag dat in bijlage I in de kolom ‘Maximaal subsidiebedrag’ bij de betreffende activiteit staat genoemd.
Overeenkomstig artikel 12, eerste lid, onderdeel f, van de Asv beslist het college afwijzend op de aanvraag als:
In aanvulling op de verplichtingen op grond van de Asv is de subsidieontvanger verplicht:
In onderstaande tabellen staan de projecten waarvoor subsidie kan worden aangevraagd.
| |
Stichting De Alliantie of de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Bijzondere Plekken B.V. | |
Activiteiten om het gebruik van deelmobiliteit door bewoners van het Soesterkwartier te stimuleren. | |
| |
Het vergroten van de zichtbaarheid en daarmee toegankelijk maken van ontmoetingsvoorzieningen en (laagdrempelig) activiteitenaanbod voor iedere wijkbewoner. | |
Activiteiten om nieuwe inwoners van het Soesterkwartier welkom te heten en te informeren over de wijk. | |
Activiteiten ter bevordering van de omgang met bewoners van het Soesterkwartier met een psychische kwetsbaarheid | |
Activiteiten ter bevordering van de digitale vaardigheden en zelfredzaamheid van bewoners van het Soesterkwartier en in de Puntenburg. | |
Activiteiten die laaggeletterdheid onder personen met Nederlands als eerste taal direct of indirect aanpakken. Aansluitend op de pilot ‘Samen aan de slag’ | |
Activiteiten die voortkomen uit het Jeugdwijkperspectief voor voorzieningen en activiteiten voor kinderen/jongeren. | |
Activiteiten voor een financiële bijdrage aan activiteiten voor gezinnen/inwoners van het Soesterkwartier, zoals Bosbadkaart, betaalbare dierenarts of betaalbare groente. | |
Het oprichten en exploiteren van een energiefonds waarmee bewoners van Soesterkwartier kunnen worden ondersteund in de kosten van energie. | |
| |
Activiteiten om de Soesterkwartierders te betrekken en actief te laten meepraten over de toekomst van hun wijk; bijvoorbeeld bij projecten en ontwikkelingen in en om de wijk. | |
| |
Toelichting op deze subsidieregeling
Om de wijk Soesterkwartier voor de toekomst te versterken is een wijkperspectief gemaakt. Een belangrijke aanleiding behelst de ontwikkelingen in Langs Eem en Spoor rondom de wijk, maar ook in het Soesterkwartier spelen veel ontwikkelingen en vraagstukken. Dankzij het regiodealprogramma Vitale Wijken en de bijbehorende provinciale subsidie is het mogelijk geworden om hier een uitvoeringsagenda aan te koppelen, waarmee de komende jaren kan worden geïnvesteerd in projecten die de wijk gezonder, prettiger, groener en leefbaarder maken.
Net zoals bij de totstandkoming van het Wijkperspectief en de Uitvoeringsagenda, wordt in de uitvoering van projecten ook samengewerkt tussen wijkbewoners, organisaties en gemeente. Dit houdt in dat de uitvoering van projecten door uiteenlopende partijen wordt opgepakt. Hiervoor is het nodig dat externe partijen die de uitvoering op zich nemen, over de middelen uit de Vitale Wijkenaanpak kunnen beschikken. Daarom is deze subsidieregeling opgesteld.
Het geld uit de Vitale Wijkenaanpak van de Provincie Utrecht kan de gemeente Amersfoort alleen verstrekken op grond van een wettelijk voorschrift waarin wordt geregeld voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt. De regels hiervoor zijn in de Algemene Subsidieverordening Amersfoort 2019 (Asv) opgenomen. Artikel 6 van de Asv stelt eisen aan de inhoud van de subsidieregeling en dit model is daar dan ook op afgestemd.
Een van de dingen die we gezamenlijk moeten vermijden is het bieden van staatssteun; want daarmee zouden we een bedrijf financieel/economisch bevoordelen ten opzichte van concurrerende bedrijven.
De bedoeling van alle activiteiten in de Uitvoeringsagenda is om veel positiefs voor inwoners mogelijk te maken. Maar als daarvoor een bedrijf wordt voorgetrokken, is dat niet toegestaan. Daarom moeten we de staatssteuntoets doen. Die staat hieronder uitgelegd.
Er is sprake van staatssteun als aan de vijf cumulatieve criteria van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is voldaan. Voor wat betreft de subsidies op grond van deze regeling kan niet worden uitgesloten dat aan al deze vijf criteria wordt voldaan. Toch is er bij subsidie op grond van deze regeling geen sprake van ongeoorloofde staatssteun, omdat subsidie op grond van deze regeling alleen wordt verleend indien aan de voorwaarden van Verordening (EU) van de Europese Commissie met nr. 1407/2013 van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (de de-minimisverordening) wordt voldaan. De subsidie kan dan het handelsverkeer tussen de lidstaten niet ongunstig beïnvloeden en de mededinging niet vervalsen of dreigen te vervalsen omdat het om een beperkt bedrag gaat (maximaal € 200.000 in een periode van drie jaar).
Bij subsidies op grond van deze regeling die staatssteun kunnen opleveren wordt aan de voorwaarden van de de-minimisverordening voldaan, omdat er geen subsidies worden verstrekt boven de € 200.000 en de aanvrager voor verlening een de-minimisverklaring als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de de-minimisverordening, moet indienen.
Wat betreft de subsidie voor het project “Puntenburg en omgeving: vergroenen en levendig maken” voor het bouwen van een tijdelijke ontmoetingsruimte, geldt dat deze subsidie van aanmelding bij de Europese Commissie is vrijgesteld door toepassing van artikel 56 van de AGVV voor steun voor lokale infrastructuur. Dit naar analogie van de Stimuleringsregeling ontmoetingsruimte bij ouderenhuisvesting. Dit heeft onder meer tot gevolg dat er sprake moet zijn van een aantoonbaar stimulerend effect van de subsidies, waardoor de subsidies alleen voorafgaand aan het verrichten van de activiteiten kunnen worden aangevraagd. Daarnaast zal de aanvrager rekening moeten houden met de maximale steunhoogtes uit artikel 56, wat betekent dat het steunbedrag niet hoger kan zijn dan het verschil tussen de in aanmerking komende kosten en de exploitatiewinst van de investering. De in aanmerking komende kosten zijn de kosten van de investeringen in materiële en immateriële activa, hetgeen in de regeling is gedefinieerd als ‘bouwkosten’.
In de regeling is gewaarborgd dat de steun niet hoger zal uitvallen dan het verschil tussen de in aanmerking komende kosten en de exploitatiewinst van de investering doordat het bedrag dat als steun wordt verstrekt lager ligt dan de feitelijke bouwkosten (zowel materiële als immateriële investeringskosten), en de ontvanger in de eerste vijf jaar na de opleverdatum van de ontmoetingsruimte geen nettowinst mag maken met de exploitatie van de ontmoetingsruimte.
Hieronder geven we uitleg over de artikelen in de subsidieregeling, in minder formele woorden, of we lichten toe waarom een regel geldt.
Deze bepaling behoeft geen toelichting.
Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
De gemeente heeft een financiële bijdrage van de provincie Utrecht ontvangen voor het programma Vitale Wijken. Het Wijkperspectief en de Uitvoeringsagenda bevatten de beschrijving hoe we dat geld in het Soesterkwartier besteden aan de doelen uit het programma Vitale Wijken. De activiteiten die opgenomen zijn in bijlage I, worden betaald uit dit provinciale geld. Deze activiteiten zijn niet uitputtend, maar wel zorgvuldig samengesteld door ook te kijken naar de beschikbare middelen. Alleen de activiteiten die in bijlage I zijn benoemd komen daarom in aanmerking voor subsidiëring. Aanvragen die op andere activiteiten binnenkomen dan in bijlage I zijn genoemd, worden afgewezen.
Artikel 3 Indieningstermijn aanvraag
In bijlage I staat per project genoemd wat de aanvraagperiode is. Na deze periode is het niet meer mogelijk om een aanvraag in te dienen.
Artikel 4 Eisen aan de aanvrager
Als de aanvrager niet aan deze voorwaarden voldoet komt die niet in aanmerking voor subsidie.
Bij een aantal projecten is al bekend wie de aanvrager is, want sommige activiteiten zijn zo specifiek met een bepaalde plek verbonden dat geen andere partij dan de eigenaar of rechthebbende van die plek de activiteiten kan uitvoeren. Deze partij staat daarom ook benoemd in de Uitvoeringsagenda Soesterkwartier. En is om die reden ook aangewezen bij het betreffende project in bijlage I. Toch zijn deze projecten opgenomen in de subsidieregeling, zodat we een eenduidige en transparante werkwijze hebben in het toekennen van middelen. Partijen die niet als aanvrager zijn genoemd bij het betreffende project in bijlage I, kunnen niet in aanmerking komen voor de subsidie..
Artikel 5 Eisen aan de aanvraag
Om alle ontvangen aanvragen op dezelfde manier te kunnen beoordelen, zijn de eisen voor de aanvraag verwerkt in het aanvraagformulier. Voor privépersonen en ondernemingen/organisaties (privaatrechtelijke rechtspersonen) gelden deels verschillende eisen. De eisen onder lid c en d gelden namelijk alleen voor privaatrechtelijke rechtspersonen en/of ondernemingen.
Bij sommige projecten zijn er aanvullende eisen; deze staan in de tabellen in bijlage I per project.
Alleen de ingediende aanvragen die voldoen aan de eisen, worden in behandeling genomen.
In dit artikel staat beschreven welke soorten kosten in aanmerking komen voor subsidie. Voor andere kosten die niet in een van deze categorieën vallen, wordt geen subsidie verstrekt.
Lid 2 is bedoeld als toelichting en bevat voorbeelden van een paar kostenposten waarvoor geen subsidie wordt verstrekt. Dit overzicht is puur als voorbeeld, want sowieso blijft gelden dat als kosten niet onder lid 1 vallen, hiervoor geen subsidie wordt verstrekt.
De maximale hoogte waarvoor je subsidie kunt aanvragen staat vermeld bij ieder project in de tabellen in bijlage I. Deze bedragen zijn gebaseerd op wat in de Uitvoeringsagenda Soesterkwartier is vastgelegd.
Een subsidieplafond is het maximale subsidiebedrag dat voor deze activiteiten beschikbaar is. Per project is een subsidieplafond vastgesteld, dat voortkomt uit de Uitvoeringsagenda Soesterkwartier.
Soms kan een aanvraag worden ingediend voor het hele bedrag (dan is maximale subsidiehoogte gelijk aan subsidieplafond) en soms kunnen meerdere aanvragen worden ingediend (dan zijn kleinere bedragen de maximale subsidiehoogte die samen optellen tot het subsidieplafond).
In de Asv (Algemene subsidieverordening Amersfoort 2019) staat beschreven om welke redenen een subsidieaanvraag mag worden afgewezen; dat heet weigeringsgronden. Daarnaast kunnen subsidieaanvragen ook worden afgewezen om redenen die specifiek voor deze subsidieregeling zijn benoemd. Die staan in dit artikel 9 opgesomd.
Toelichting lid a: de activiteiten die in de tabellen in bijlage I staan, moeten bijdragen aan de doelen en opgaven voor het Soesterkwartier. Deze doelen en opgaven staan beschreven in het Wijkperspectief. In de aanvraag moet helder toegelicht worden hoe de uitvoering van de betreffende activiteit daaraan bijdraagt.
Toelichting lid c: de subsidie voor de activiteiten in bijlage I wordt gedekt uit de Vitale Wijkensubsidie van de provincie Utrecht. De gemeente Amersfoort en de provincie Utrecht hebben met elkaar afgesproken dat dit geld uiterlijk tot en met 2025 besteed moet zijn.
Toelichting lid f: het geld dat de aanvrager ontvangt is bestemd voor de uitvoering van de afgesproken activiteit(en). Als een inwoner de subsidie aanvraagt, maar tegelijk onder bewind staat of in de schuldsanering zit, bestaat het risico dat het geld dat naar de aanvrager wordt overgemaakt niet tot de beschikking van de aanvrager zijn.
Toelichting lid g: indien van toepassing, zijn in bijlage I in iedere tabel per project weigeringsgronden opgenomen die specifiek voor dat project gelden.
Artikel 10 Wijze van verdeling
De verdeling en toekenning van de subsidie gebeurt op volgorde van ontvangst van de aanvragen, “wie het eerst komt, het eerst maalt”. De aanvragen worden in volgorde van ontvangst van de volledige aanvraag behandeld. Als het subsidieplafond is bereikt, worden de volgende aanvragen afgewezen.
Bij goedkeuring van de subsidieaanvraag krijgt de aanvrager 80% van het aangevraagde bedrag. De overige 20% volgt nadat de subsidie is vastgesteld.
De verplichtingen in dit artikel zijn bedoeld om ervoor te zorgen dat het subsidiegeld wordt besteed aan doelen waarvoor het is beschikbaar gemaakt, namelijk om bij te dragen aan de doelen en projecten uit het Wijkperspectief Soesterkwartier en de Uitvoeringsagenda Soesterkwartier. Ook willen we er hiermee voor zorgen dat alleen het bedrag wordt gesubsidieerd dat ook daadwerkelijk wordt besteed. Als een activiteit minder geld blijkt te kosten, dan blijft het resterende bedrag beschikbaar voor de Uitvoeringsagenda. Daarnaast vinden we het belangrijk om erop te wijzen dat andere regels of voorschriften zoals vergunningen en ontheffingen ook altijd blijven gelden. En als je producten of diensten koopt met het subsidiegeld, dan moet daarvoor een normale prijs worden betaald; of een prijs normaal is, kun je onderbouwen door bijvoorbeeld offertes op te vragen of prijzen te vergelijken.
Artikel 13 Ambtshalve vaststelling
De verlening van een subsidie geeft alleen nog maar een voorlopige aanspraak op het geld. Wat de definitieve aanspraak wordt, stelt het college vast nadat de activiteiten zijn uitgevoerd. Dat kan het college naar aanleiding van een aanvraag doen, waarin de subsidieontvanger verantwoording aflegt over de besteding van het subsidiegeld. Maar het college kan dat ook doen zonder een aanvraag (ambtshalve), als dat in de regeling is bepaald.
Een subsidie van maximaal € 5.000 wordt ambtshalve vastgesteld. Dat betekent dat binnen 6 maanden nadat de periode voor het uitvoeren van de activiteiten is afgelopen, het college zonder aanvraag besluit over het vaststellen van de subsidie.
Het is ook mogelijk dat het college steekproefsgewijs vraagt om het aanleveren van informatie waarmee wordt verantwoord waaraan de subsidiegelden zijn uitgegeven. In de brief waarin om deze gegevens wordt gevraagd, staat gespecificeerd welke gegevens aangeleverd moeten worden.
De termijn van 6 maanden kan worden verlengd met maximaal 3 maanden, naar in totaal 9 maanden, als om de verantwoordingsinformatie uit het tweede lid, wordt gevraagd. Het college heeft dan meer tijd nodig om alle gegevens te beoordelen en aan de hand daarvan tot een beslissing te komen.
De vaststelling van subsidies van meer dan € 5.000,- is gebaseerd op artikel 19 en 19a van de Asv. Dat betekent onder meer dat tijdig een aanvraag tot vaststelling moet worden gedaan.
Artikel 14 Vaststelling van subsidies van meer dan € 5.000,-
Bij de vaststelling na afloop van de projectperiode beoordeelt het college aan de hand van de verantwoordingsgegevens van de subsidieontvanger hoeveel kosten er daadwerkelijk zijn gemaakt. Het college stelt de subsidie dan op dat bedrag vast, er van uitgaande dat alle activiteiten geheel zijn uitgevoerd en aan alle verplichtingen is voldaan.