Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Roosendaal

Subsidieregeling Educatieprogramma milieu en duurzaamheid 2024 tot en met 2027

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRoosendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling Educatieprogramma milieu en duurzaamheid 2024 tot en met 2027
CiteertitelSubsidieregeling Educatieprogramma milieu en duurzaamheid 2024 tot en met 2027
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp
Externe bijlage Toekomstvisie Educatie , Milieu en Duurzaamheid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene subsidieverordening Roosendaal

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-06-2023Nieuwe regeling

20-06-2023

gmb-2023-275299

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling Educatieprogramma milieu en duurzaamheid 2024 tot en met 2027

burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal;

 

gelet op artikel 2, eerste lid, onder e, en tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Roosendaal;

 

BESLUITEN

 

vast te stellen de Subsidieregeling Educatieprogramma milieu en duurzaamheid 2024 tot en met 2027

 

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    cultuursensitief werken: een werkwijze waarbij rekening wordt gehouden met de etnische, culturele en sociale achtergrond en/of context van de doelgroep en/of betrokkenen;

  • b.

    doelgroep: alle inwoners en ondernemers van de gemeente Roosendaal;

  • c.

    inclusie: inwoners in staat stellen mee te doen op alle onderdelen van het leven, ongeacht hun achtergrond, kenmerken, voorkeuren en vaardigheden. Zie ook het Routeplan inclusieve samenleving, te downloaden op www.roosendaal.nl/belangrijke-documenten-subsidies;

  • d.

    jaarlijkse subsidie: subsidie die per (boek)jaar of voor een bepaald aantal boekjaren aan een organisatie voor een periode van maximaal vier jaar wordt verstrekt;

  • e.

    penvoerder: de door het samenwerkingsverband aangewezen organisatie of persoon, die optreedt als aanvrager en na verlening als ontvanger en verantwoorder van de subsidie;

  • f.

    samenwerkingsverband: een verband zonder rechtspersoonlijkheid dat is opgericht ten behoeve van de uitvoering van activiteiten, blijkend uit een daartoe vastgestelde overeenkomst;

  • g.

    Roosendaal verbonden stad; de omgevingsvisie van de gemeente, waarin is beschreven op welke wijze gestreefd wordt naar een balans tussen mens en natuur, waarbij inwoners zich verbonden voelen met elkaar en hun leefomgeving;

  • h.

    toekomstvisie: de Toekomstvisie Educatie, Milieu & Duurzaamheid 2024-2027, welke als bijlage 2 is opgenomen en onderdeel uitmaakt van deze subsidieregeling;

  • i.

    VOG: Verklaring Omtrent het Gedrag.

Artikel 2 Doelstelling subsidieregeling

Doelstelling van de regeling is de ontwikkeling van Roosendaal om zich voor de komende 10 tot 15 jaar verder te ontwikkelen als een ‘verbonden stad’ te bevorderen.

 

Hierbij is het hoofddoel: de balans tussen mens en natuur te bevorderen door het verbeteren van de balans tussen het bebouwde gebied, landbouw, natuur en recreatie.

 

Onderliggend subdoel is om door middel van een ontwikkeld educatieprogramma inwoners bewust te maken van hun leefstijl en de gevolgen daarvan op de leefomgeving, binnen de drie pijlers van natuur, milieu en duurzaamheid. Het streven hierbij is meervoudig:

  • -

    op een positieve manier laten veranderen van het gedrag van inwoners en gebruikers van de openbare ruimte ten aanzien van afval;

  • -

    bijdragen aan de bewustwording over de noodzaak van het realiseren van een klimaatbestendig Roosendaal;

  • -

    bijdragen aan het informeren van inwoners voor een betere bewustwording van het welzijn van dieren;

  • -

    bijdragen aan het informeren van inwoners over de energie- en warmtetransitie.

Artikel 3 Activiteiten die voor een jaarlijkse subsidie in aanmerking komen

Activiteiten die voor een jaarlijkse subsidie in aanmerking komen, moeten aantoonbaar bijdragen aan de doelstelling van deze regeling en de hoofd- en subdoel(en) zoals beschreven in artikel 2.

 

Activiteiten die hieraan bijdragen:

  • 1.

    Het organiseren van publiekelijk toegankelijke gebeurtenissen, hetzij door projecten, hetzij door evenementen, met als doel inwoners te voorzien van informatie en/of educatie.

 

  • Aantoonbare/meetbare bijdrage aan de doelstelling: de aanvrager maakt inzichtelijk in welke mate zij in staat is deze activiteiten te organiseren en hoeveel inwoners hierdoor voorzien worden van educatie en/of informatie.

 

  • 2.

    Het benutten van kansen om, mede door middel van samenwerkingsverbanden, gezamenlijke doelen na te streven door middel van onder andere gastlessen op scholen, workshops, bijdragen aan informatieavonden, fungeren als informatiepunt et cetera.

 

  • Aantoonbare/meetbare bijdrage aan de doelstelling: de aanvrager stelt een educatieprogramma op en maakt inzichtelijk in welke mate hun aanbod aansluit bij de ‘Toekomstvisie educatie, milieu en duurzaamheid 2024-2027’. De organisatie toont aan in welke mate zij in staat is de kansen te benutten en hoeveel samenwerkingsverbanden daarmee worden aangegaan.

Artikel 4 Voorwaarden aan de aanvrager

Organisaties die voor subsidie in aanmerking komen voldoen aan de volgende vereisten

  • 1.

    Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door:

    • a.

      non-profit organisaties;

    • b.

      samenwerkingsverbanden.

  • Indien sprake is van een samenwerkingsverband dient de penvoerder de aanvraag in.

  • 2.

    Aanvrager is in staat vanaf de start van het subsidiejaar alle onder artikel 3 genoemde activiteiten uit te voeren.

  • 3.

    Aanvrager is in staat inzicht te geven in de meetbare effecten van de uitgevoerde activiteiten.

  • 4.

    Aanvrager heeft gekwalificeerd personeel met kennis en kunde ten aanzien van de activiteiten en de doelgroep.

  • 5.

    Aanvrager zorgt ervoor in bezit te zijn van VOG-verklaringen van het personeel en/of vrijwilligers voor de uitvoering van de activiteiten.

  • 6.

    Aanvrager draagt aantoonbaar bij aan de inclusieve samenleving:

    • aanvrager stimuleert dat diverse (culturele-) achtergronden, handicap, persoonlijke kenmerken, eigenschappen, (seksuele en/of gender-) identiteiten geen belemmering vormen voor de uitvoering van het milieu- en duurzaamheidseducatieprogramma;

    • aanvrager draagt duurzaam en actief bij aan het vergroten van bewustwording rondom emancipatiethema's bij betaalde medewerkers en vrijwilligers door kennis te delen, bespreekbaarheid te vergroten en daarmee meer insluiting en acceptatie van inwoners;

    • aanvrager draagt zorg voor uitstekende vindbaarheid van zowel de vraag naar als het aanbod van milieu- en duurzaamheidseducatie door in ieder geval informatie op B1 niveau aan te bieden;

    • aanvrager draagt zorg voor uitstekende (fysieke, telefonische en digitale-) bereikbaarheid.

Artikel 5 Voorwaarden aan de aanvraag

De subsidieaanvraag voldoet aan de volgende voorwaarden:

  • 1.

    De subsidieaanvraag gaat vergezeld van een activiteitenplan waarin in ieder geval een omschrijving en/of beschrijving van het volgende is vermeld:

    • a.

      de wijze waarop is voldaan aan de voorwaarden van artikel 3 en 4;

    • b.

      de wijze waarop de activiteiten bijdragen aan het realiseren van de in artikel 2 genoemde doelstelling;

    • c.

      de wijze waarop de aanvrager de doelgroep wil bereiken;

    • d.

      de wijze waarop de effecten van de activiteiten/diensten gemeten en gerapporteerd worden;

    • e.

      de onderlinge samenhang tussen de activiteiten indien sprake is van een samenwerkingsverband;

    • f.

      de mate en variëteit van samenwerking met andere organisaties binnen de gemeente Roosendaal;

    • g.

      de wijze waarop wordt samengewerkt en afgestemd met andere organisaties binnen de gemeente Roosendaal;

    • h.

      de mate waarin de beschikbare middelen effectief en efficiënt worden ingezet, waarbij aandacht wordt besteed aan kosteneffectiviteit;

    • i.

      de mate waarin het aanbod vernieuwend is;

  • 2.

    De aanvraag gaat vergezeld van een sluitende begroting conform verplicht format.

Artikel 6 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Het subsidiebedrag is gebaseerd op de noodzakelijke en werkelijke kosten. Subsidiabele kosten zijn:

    • a.

      kosten voor de organisatie en uitvoering van de activiteiten;

    • b.

      organisatiekosten, waaronder accountantskosten;

    • c.

      huisvesting, noodzakelijke kosten voor het exploiteren en beheren van een ruimte voor het educatiecentrum.

Artikel 7 Maximaal subsidiebedrag per aanvraag/aanvrager

De aan te vragen subsidie bedraagt maximaal € 508.000,- voor de gehele subsidieperiode.

Artikel 8 Subsidieplafond

  • 1.

    Het subsidieplafond bedraagt:

    • a.

      voor het jaar 2024 € 127.000,-

    • b.

      voor het jaar 2025 € 127.000,-

    • c.

      voor het jaar 2026 € 127.000,-

    • d.

      voor het jaar 2027 € 127.000,-

  •  

  • 2.

    Het subsidieplafond kan worden verhoogd met een indexering.

  •  

  • 3.

    Het subsidieplafond wordt vastgesteld onder voorbehoud van goedkeuring van de begroting door de gemeenteraad. Dit kan de consequentie hebben dat, wanneer geen of onvoldoende financiële middelen beschikbaar worden gesteld, het subsidieplafond wordt verlaagd. Het verlaagde subsidieplafond geldt dan ook voor reeds ingediende aanvragen. Indien er door de verlaging van het subsidieplafond geen of onvoldoende financiële middelen zijn om de volledige uitvoering van de activiteit conform onderhavige regeling te subsidiëren, kan de consequentie zijn dat er geen subsidie voor de activiteit wordt verstrekt. Reeds ingediende aanvragen worden buiten behandeling gesteld en de subsidieregeling wordt ingetrokken.

Artikel 9 Beoordeling subsidieaanvraag

  • 1.

    Tijdige en volledige subsidieaanvragen die voldoen aan de voorwaarden van de artikelen 4 en 5 worden inhoudelijk beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

  •  

    • a.

      Kwaliteit van de dienstverlening

      • de mate van samenhang (binnen de visie) van het activiteitenaanbod;

      • de wijze waarop het effect van de activiteiten wordt gemeten.

  •  

    • b.

      Aansluiten bij beoogde doelstellingen

      • de mate waarin de activiteiten bijdragen aan het realiseren van de doelstelling genoemd in artikel 2;

      • de mate waarin de doelgroep bereikt wordt.

  •  

    • c.

      Inzet van vrijwilligers

      • de mate waarin gebruik wordt gemaakt van de inzet van vrijwilligers.

  •  

    • d.

      Samenwerking met andere organisaties

      • de mate en variëteit van samenwerking met andere organisaties binnen de gemeente Roosendaal en hoe deze samenwerking bijdraagt aan de te behalen resultaten.

  •  

    • e.

      Effectiviteit en efficiëntie

      • de mate waarin de beschikbare middelen effectief en efficiënt worden ingezet om bij te dragen aan de te behalen resultaten;

      • de mate waarin planmatig en duurzaam inclusief wordt gewerkt, waarvan cultuursensitief werken doorlopend integraal onderdeel is.

  •  

    • f.

      Vernieuwing

      • de mate waarin er aandacht is voor vernieuwing van de dienstverlening en innovatieve ideeën en initiatieven door de organisatie worden ondersteund;

      • de mate waarop de activiteit(en) (pro)actief worden herzien of aangepast binnen de doelstellingen van deze regeling, als de maatschappelijke ontwikkelingen of de behoefte van de doelgroep(en) hiertoe uitnodigen.

  •  

  • 2.

    Aan de in het eerste lid vermelde criteria wordt een score toegekend met toepassing van een wegingsfactor zoals vermeld op het bijgevoegde vastgestelde beoordelingsformulier. Dit beoordelingsformulier maakt onderdeel uit van deze subsidieregeling.

  •  

  • 3.

    De subsidieaanvragen worden na een onderlinge vergelijking gerangschikt, waarna subsidie wordt verstrekt aan de aanvrager die als eerste in de rangschikking is geplaatst.

  •  

  • 4.

    Indien geen of onvoldoende financiële middelen in de begroting worden vastgesteld, geldt het bepaalde in artikel 8 lid 3 van deze subsidieregeling en kunnen reeds ingediende aanvragen buiten behandeling worden gesteld.

Artikel 10 Besluitvorming

De besluitvorming op de aanvragen op grond van deze subsidieregeling geschiedt volgens de volgende procedure.

  • 1.

    Het college stelt instructies vast voor de samenstelling en werkwijze van een onafhankelijke adviescommissie.

  • 2.

    Het college stelt een onafhankelijk adviescommissie in, bestaande uit drie personen.

  • 3.

    De commissie beoordeelt alle aanvragen die tijdig en volledig zijn en voldoen aan de voorwaarden van de artikelen 4 en 5 op grond van de in artikel 9, eerste lid, vermelde criteria.

  • 4.

    Ieder commissielid vult individueel per aanvraag een beoordelingsformulier in.

  • 5.

    De ingevulde beoordelingsformulieren worden in een commissievergadering besproken.

  • 6.

    De commissie stelt tijdens de vergadering in gezamenlijk overleg de totaalscores per aanvraag vast en rangschikt vervolgens de aanvragen op grond van artikel 9, derde lid.

  • 7.

    De commissie brengt advies uit aan het college over de afhandeling van de ingediende aanvragen.

  • 8.

    Het college besluit tot afwijzing en verlening van de aangevraagde subsidies.

  • 9.

    De subsidie wordt verleend voor de periode van vier jaar.

  • 10.

    Indien sprake is van een samenwerkingsverband verstuurt het college de beschikking aan de penvoerder.

Artikel 11 Samenloop van subsidies

De aanvraag voor subsidie wordt afgewezen indien voor de activiteiten, als bedoeld in artikel 3, op grond van andere nadere regels subsidie is of wordt aangevraagd.

Artikel 12 Verplichtingen

  • 1.

    De subsidieontvanger is verplicht:

    • a.

      de activiteiten uit te voeren overeenkomstig de bij de subsidieaanvraag verstrekte gegevens;

    • b.

      zorg te dragen voor de lokale zichtbaarheid, bekendheid en bereikbaarheid van de organisatie of het samenwerkingsverband en het activiteitenaanbod;

    • c.

      flexibel in te spelen op maatschappelijke ontwikkelingen binnen de gemeente Roosendaal;

    • d.

      de activiteiten kosteloos aan te bieden aan de doelgroep, met uitzondering van kosten voor consumpties;

  • 2.

    Indien sprake is van een samenwerkingsverband is de penvoerder verantwoordelijk voor het afleggen van rekening en verantwoording.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de derde dag na bekendmaking in het Gemeenteblad.

 

 

Aldus besloten door burgemeester en wethouders van Roosendaal op 20 juni 2023,

de secretaris, de burgemeester,

Bijlage 1: Individueel beoordelingsformulier tender Subsidieregeling Educatieprogramma milieu en duurzaamheid 2024 tot en met 2027

 

Beoordeling en afweging van subsidieaanvragen door de adviescommissie vindt per commissielid plaats via onderstaand toetsingsformulier.

 

 

Bijlage 2: Toekomstvisie Educatie, Milieu & Duurzaamheid 2024-2027

 

1 Inleiding

 

1.1 Aanleiding

Roosendaal heeft de ambitie om zich voor de toekomst verder te ontwikkelen als een ‘verbonden stad’. Dit staat in detail omschreven in de Omgevingsvisie van Roosendaal. Bij het realiseren van deze ambitie hanteert de gemeente een aantal leidende principes, waaronder ‘balans tussen mens en natuur’. De woonwijken en dorpen zijn ruim van opzet, gezond, groen, rustig, veilig en hebben ieder een eigen sfeer en identiteit.

 

Natuur, milieu en duurzaamheid; dat zijn de drie pijlers waar ook de educatie binnen de gemeente Roosendaal op gericht is en waar momenteel het milieu educatief centrum (MEC) Roosendaal zich hard voor maakt. Het doel van de educatie, om inwoners bewust te maken van hun leefstijl en de gevolgen daarvan op de leefomgeving, kan goed gecombineerd worden met de ambities van de gemeente Roosendaal voor de toekomst.

 

De ambities en leidende principes (zoals een goede balans tussen mens en natuur) kunnen op het gebied van duurzaamheid thematisch worden vertaald naar een zogeheten ‘duurzame leefstijl’ voor de inwoners van Roosendaal. We willen dat inspirerende educatie de inwoners van Roosendaal stimuleert om te helpen deze ambities te realiseren. Deze toekomstvisie vormt het beginpunt om de verbinding te leggen tussen educatie op het gebied van milieu & duurzaamheid en de ambities van Roosendaal.

 

1.2 Kader van de toekomstvisie

Het thema van de duurzame leefstijl kan onderverdeeld worden in een vijftal deelopgaven: Afval, Klimaatadaptatie, Dierenwelzijn en de Energie- en warmtetransitie. Deze toekomstvisie dient als een kapstok voor de verdere uitwerking van de deelopgaven. In de visie worden per deelopgave de aanknopingspunten weergegeven. Punten om verbinding en samenwerking te zoeken met het educatieprogramma ter versterking van de communicatie met inwoners en bedrijven. De focus ligt derhalve ook op educatie.

 

De toekomstvisie geeft per deelopgave aan op welke wijze de gemeente Roosendaal invulling wilt geven aan haar ambities en maakt daarbij onderscheid tussen:

 

I. Individuele aanknopingspunten

Op zichzelf staande projecten/evenementen;

 

II. Collectieve aanknopingspunten

Mogelijkheden om, mede door middel van samenwerkingsverbanden, gezamenlijke doelen na te streven en het bredere publiek te betrekken.

 

Daarnaast laat de gemeente Roosendaal zien op welke wijze de deelopgaven meer onder de inwoners en bedrijven gebracht kunnen worden; wijzen waarop ook de organisatie die de educatie verzorgt nog zichtbaarder wordt als algemeen aanspreekpunt voor dé duurzame leefstijl. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de verschillende doelgroepen die afhankelijk van de deelopgave bereikt moeten worden. De visie is kaderstellend en heeft als doel om meer vorm en inhoud te geven het educatieprogramma binnen Roosendaal.

 

Per deelopgave is hieronder weergegeven wat de ambities zijn (onderdeel 1) en op basis van welke uitgangspunten er gewerkt gaat worden aan het realiseren daarvan (onderdeel 2). De aanknopingspunten op het gebied van bewustwording worden vervolgens inzichtelijk gemaakt met een onderscheid tussen individuele (onderdeel 3) en collectieve aanknopingspunten (onderdeel 4). Communicatie speelt daarbij een grote rol (onderdeel 5). Per deelopgave wordt geschetst op welke wijze de deelopgave zichtbaar kan worden gemaakt bij het publiek en welke doelgroep onder het publiek kan worden geschaard (onderdeel 6). Tot slot volgt de omgang en samenwerkingsmogelijkheden met organisaties en bedrijven (onderdeel 7). Los van de deelopgaven die zijn uitgewerkt in de bovengenoemde onderdelen is er nog een slotparagraaf toegevoegd met algemene opmerkingen.

 

2 Afval

 

2.1 Ambitie

De gemeente Roosendaal streeft naar 0 kg huishoudelijk restafval in 2030. Daarnaast stuurt de gemeente op het voorkomen van zwerfafval en dumpingen in het openbaar gebied.

 

2.2 Uitgangspunten realiseren ambitie

Het uitgangspunt voor de ambities van de deelopgave afval is het op een positieve manier laten veranderen van het gedrag van inwoners en gebruikers van de openbare ruimte. Dit is de enige mogelijkheid om te sturen op het restafval van de inwoners en op het zwerfafval van de gebruikers van het openbaar gebied.

 

2.3Individuele aanknopingspunten

  • I.

    Het organiseren van evenementen rondom de jaarlijkse Landelijke Opschoon Dag in maart en de World Cleanup Day in september. Hieronder valt ook promotie van de evenementen en uitreiking van keurmerken bij scholen, verenigingen en vrijwilligers.

  • II.

    Het organiseren van de jurering en uitreiking van het Keurmerk Schone School aan alle scholen die hiervoor in aanmerking komen.

 

2.4Collectieve aanknopingspunten

  • I.

    Het ontwikkelen en geven van gastlessen op scholen, zowel basis als voortgezet onderwijs.

  • II.

    Het ontwikkelen en organiseren van workshops op scholen en op een vaste locatie (zoals het T-huis).

  • III.

    Maatwerk leveren voor voortgezet onderwijs bij projecten over afvalscheiding.

  • IV.

    Het promoten van alle mogelijkheden voor lessen e.d. bij basis en voortgezet onderwijs scholen.

  • V.

    Maatwerk leveren voor projecten in het middelbaar onderwijs op verzoek van de scholen zelf.

 

2.5Communicatie

Communicatie over huishoudelijk afval en zwerfafval zal met name plaatsvinden vanuit de Gemeente Roosendaal. De educatieorganisatie richt zich op de communicatie richting scholen, verenigingen en vrijwilligers. De communicatie van evenementen zal worden opgepakt en opgezet door de educatieorganisatie.

 

2.6Zichtbaarheid & doelgroep

Er is geen nader te specificeren doelgroep voor deze deelopgave, omdat ambities op het gebied van afval alle inwoners raken. Wel zien we dat het benaderen van de doelgroep van kinderen op basis- en voortgezet onderwijs een effectievere benadering is en ook effecten heeft op de andere doelgroepen.

 

2.7Samenwerking externe partijen

Samenwerking met Saver voor wat betreft de inzet van de Grondstoffenbus. Samenwerking met overige partijen die projecten op scholen aanbieden die een aanvulling zijn op het scholenprogramma wat vanuit de educatieorganisatie wordt gedaan. Hierbij is te denken aan Zjost of Van Pet naar Pret.

 

 

3 Klimaatadaptatie

 

3.1 Ambitie

Roosendaal benut klimaatadaptatie nadrukkelijk om van Roosendaal een prettigere gemeente te maken om te wonen, werken, verblijven en recreëren. Daarbij willen we de biodiversiteit versterken en de luchtkwaliteit verbeteren. In 2050 is Roosendaal klimaatbestendig in 2030 zijn we daar halverwege mee.

 

3.2 Uitgangspunten realiseren ambitie

De uitgangspunten voor het realiseren van een klimaatbestendig Roosendaal in 2050 zijn: het voorkomen van wateroverlast, het verminderen van hittestress, het verminderen van droogte, het versterken van biodiversiteit, het verbeteren van luchtkwaliteit en de verbetering van het leefklimaat.

 

Deze uitgangspunten worden in 2023 vertaald naar het uitvoeringsplan Klimaatadaptatie. De basis hiervoor is al gelegd in de Top10 met locaties in het openbare gebied die de meeste kans maken op hittestress en wateroverlast.

 

3.3Individuele aanknopingspunten

  • I.

    Meer groen en blauw realiseren

  • De educatieorganisatie kan hier aan bijdragen door het bewustzijn te creëren over de noodzaak van vergroening. De educatieorganisatie kan hierbij de kennis van de gemeente Roosendaal en Klimaatsupport inzetten. Hierbij kan ze zich richten op de Stimuleringsregeling Roosendaal Natuurstad.

 

  • II.

    Kennis vergroten over de kansen van klimaatadaptatie

  • De gemeente Roosendaal gaat een Regenwatercoach werven. Deze zal zich onder andere gaan richten op het ondersteunen bij vragen vanuit bewoners enz. met betrekking tot het klimaatbestendig maken van eigendommen. De educatie-organisatie kan hieraan bijdragen door de beschikbaarheid van de coach te promoten en samen met de regenwatercoach op te trekken.

 

  • III.

    Klimaatadaptatie naar de mensen toe brengen

  • De gemeente Roosendaal wil meer en meer de klimaatadaptatie bij de inwoners brengen en de kansen die dit met zich meebrengt voor bewoners willen benutten. In het recente verleden zijn hier diverse acties voor geweest. Voor het ontwikkelen van nieuwe ideeën om klimaatadaptatie bij de mensen te brengen is de kennis van de educatieorganisatie een welkome aanvulling.

 

3.4Collectieve aanknopingspunten

  • I.

    Ondernemers prikkelen tot het nemen van klimaatmaatregelen

  • Individuele ondernemers zijn nodig om de gemeente Roosendaal groener en blauwer te maken. Dit willen we graag op de bedrijventerreinen, in de stad en in de kerkdorpen. Hiervoor willen we workshops organiseren om ze daarbij te helpen. Denk bijvoorbeeld aan een workshop “Groene gevel” of een workshop “Regenwater infiltreren”. De educatieorganisatie kan hieraan bijdragen door samen met de gemeentelijke Regenwatercoach op te trekken bij het organiseren en uitvoeren van workshops.

 

  • II.

    Bewonersgroepen mobiliseren

  • Tijdens informatieavonden voor projecten in de openbare ruimte willen we ook bewonersgroepen bereiken om maatregelen te treffen. De educatieorganisatie kan hieraan bijdragen door samen met de Regenwatercoach de groepen te informeren.

 

3.5Communicatie

Binnen deze deelopgave gaan activiteiten van de educatieorganisatie overlappen met die van de gemeente Roosendaal. Hierover komen per project duidelijke afspraken, zodat de communicatie hierop afgestemd kan worden. Waar het gaat om overeenkomstige activiteiten wordt de communicatie gezamenlijk opgepakt, waarbij de gemeente Roosendaal het voortouw zal nemen. Mocht er een rol liggen voor de educatieorganisatie, dan wordt dit tijdig gecommuniceerd. Bij een dergelijke rol moet gedacht worden aan de meerwaarde in het educatieprogramma voor de verbinding met de doelgroep.

 

3.6Zichtbaarheid & doelgroep

De focus ligt bij woningeigenaren, huurders, bedrijfseigenaren, huurders van bedrijfspanden en scholen.

 

3.7Samenwerking externe partijen

Partners waarmee samen wordt gewerkt zijn woningbouwverenigingen zoals Alwel, ondernemersverenigingen zoals die Majoppeveld, Borchwerf en Vijfhuizenberg. Daarnaast wordt samengewerkt met Klimaatsupport.

 

4 Dierenwelzijn

 

4.1 Ambitie

De gemeente Roosendaal zet zich in voor het welzijn van de dieren. Samen met verschillende partners binnen de gemeente is speciaal voor de dieren een nieuwe standaard bepaald. Op sommige vlakken van dierenwelzijn voldoet de kwaliteit aan deze standaard, maar op andere vlakken helaas nog niet. Om voor verbetering te zorgen zetten wij ons samen met onze partners in waar dat nodig is.

 

Het neerzetten van een nieuwe standaard vraagt het nodige van alle daarbij betrokken inwoners, organisaties en de gemeente. In 2021 heeft de gemeente Roosendaal dierenwelzijnsbeleid vastgesteld in een nota dierenwelzijn. Hierin staat beschreven wat er nu al wel geregeld is. Ook staat hierin dat we de lat hoger leggen en meer willen bereiken dan waar we nu staan. Daarom staat er de komende tijd veel te gebeuren op het gebied van dierenwelzijn.

 

 

4.2 Uitgangspunten realiseren ambitie

De ambities op het gebied van dierenwelzijn komen voort uit een inventarisatie van het werkveld met alle stakeholders in de gemeente Roosendaal. De ambities zijn onder te verdelen in de volgende drie speerpunten:

 

  • I.

    De opvang van dieren completeren (speerpunt 1);

  • II.

    Preventie, informatie, educatie en communicatie (speerpunt 2);

  • III.

    Het uitwerken van dierenwelzijn en het menselijk aspect (speerpunt 3).

 

De bovengenoemde speerpunten geven de onderdelen aan binnen dierenwelzijn waar nog een verbeteringsslag gemaakt kan worden. De ambitie is om door middel van verschillende acties binnen deze speerpunten de komende jaren het dierenwelzijn binnen de gemeente Roosendaal te laten groeien naar de nieuwe standaard.

 

4.3Individuele aanknopingspunten

Speerpunt 2 gaat om het beter informeren van de inwoners van de gemeente Roosendaal. Wat is dierenwelzijn en wat betekent het voor hen? We zetten in op bewustwording.

 

  • I.

    Dierenwelzijnsmarkt

  • Ieder jaar wordt er vanuit de gemeente Roosendaal een dierenwelzijnsmarkt georganiseerd (de infoboederij). Op deze markt komen diverse stakeholders binnen de regio samen om bezoekers aan de markt te informeren. De educatieorganisatie kan op dit gebied aansluiten en ook een marktkraam krijgen om voor meer bewustwording over dierenwelzijn bij de inwoners van Roosendaal te zorgen.

 

4.4Collectieve aanknopingspunten

 

  • I.

    Kinderboerderij Minnebeek

  • Kinderboerderij Minnebeek is gelegen aan de rand van het Burgemeester Marijnenpark in de wijk Tolberg in Roosendaal. Hier kan iedereen, jong en oud, terecht om kennis te maken met de boerderijdieren. Momenteel wordt er gekeken wat de mogelijkheden zijn om deze plek nieuw leven in te blazen.

 

  • II.

    Op het gebied van dierenwelzijn is educatie en informatie nog maar beperkt. Bij het herontwikkelen van dit gebied door middel van een nieuwe visie, zou een educatie-organisatie een mooie rol en plek kunnen krijgen binnen het gebied. Educatie op het gebied van de kwaliteit van het welzijn van gezelschaps-, wilde en boerderijdieren heeft daarbij de voorkeur. Jong en oud kan zo meer bewust worden van de plek die dieren in de maatschappij innemen en er zijn tal van mogelijkheden om ook te zorgen voor meer verbinding tussen de mens en de natuur. Te denken valt ook aan een combinatie met veehouderijen om zo de inwoners te onderwijzen.

 

  • III.

    Contactpunt Dierenwelzijn

  • Als dierenwelzijn onderdeel uitmaakt van het educatieprogramma voor milieu- en duurzaamheid, dan ligt het in het verlengde dat inwoners met vragen bij de organisatie die het programma uitvoert terecht kunnen. De eerste plaats waar inwoners nu terecht kunnen is de gemeentelijke dierenwelzijnspagina. Maar deze pagina geeft niet altijd antwoord op alle vragen.

 

  • IV.

    Gastlessen

  • Het ontwikkelen en geven van gastlessen op scholen, zowel basis als voortgezet onderwijs.

 

  • V.

    Workshops

  • Het ontwikkelen en organiseren van workshops op scholen en op een vaste locatie (zoals het T-huis).

 

4.5Communicatie

Communicatie over dierenwelzijn zal met name plaatsvinden vanuit de Gemeente Roosendaal. De educatieorganisatie richt zich op de communicatie richting scholen, verenigingen en vrijwilligers. De communicatie van evenementen zal worden opgepakt en opgezet door de educatieorganisatie.

 

4.6Zichtbaarheid & doelgroep

Er is geen nader te specificeren doelgroep voor deze deelopgave, omdat ambities op het gebied van dierenwelzijn alle dieren en ook alle inwoners raken. Wel zien we dat het benaderen van de doelgroep van kinderen op basis- en voortgezet onderwijs een effectievere benadering is en ook effecten heeft op de andere doelgroepen. Educatie middels de kinderboerderij zou het ook mogelijk maken andere doelgroepen te bereiken. In het bijzonder zou wel aandacht besteed moeten worden aan de kwetsbare doelgroepen waarbij aannemelijk is dat dieren door omstandigheden in hun welzijn zouden kunnen worden beperkt (minimadoelgroep en ouderendoelgroep).

 

4.7Samenwerking externe partijen

  • I.

    Alle stakeholders binnen de gemeente Roosendaal zoals verwoord op de pagina dierenwelzijn

 

 

5 Energie- en warmtetransitie

 

5.1 Ambitie

In 2050 zijn we een energie neutrale gemeente. In 2030 hebben we deze doelstelling voor de helft bereikt.

 

5.2 Uitgangspunten realiseren ambitie

Een van de belangrijkste doelen uit het Klimaatakkoord is het verminderen van onze CO2-uitstoot. In 2030 met de helft ten opzichte van 1990. In 2050 moet de uitstoot van broeikasgassen met 95% afgenomen zijn.

 

In 2023 presenteren we onze nieuwe visie op duurzame energie. Die hebben we nodig om buurten en wijken aan te pakken en nieuwe ontwikkelingen mogelijk te maken.

 

5.3Individuele aanknopingspunten

Gemeente Roosendaal werkt met de thema’s uit het Klimaatakkoord. Deze thema’s zijn uitgewerkt in het Collegeprogramma. In deze paragraaf is een selectie gemaakt van de individuele kansen waar een educatieprogramma aan kan bijdragen.

 

  • I.

    Zichtbare koplopers

  • We gebruiken het voormalige EKP-gebouw om duurzaamheid zichtbaar te maken en een community te bouwen. Educatieve activiteiten kunnen hier georganiseerd worden en zo een bijdrage leveren.

 

5.4Collectieve aanknopingspunten

Gemeente Roosendaal werkt met de thema’s uit het Klimaatakkoord. Deze thema’s zijn uitgewerkt in het Collegeprogramma. In deze paragraaf is een selectie gemaakt van kansen waar in een educatieprogramma aan kan worden bijdragen.

 

  • I.

    Inwonersparticipatie

  • We betrekken inwoners bij ons beleid en zorgen voor bewustwording en draagvlak. Dit doen we via een mobiel informatiecentrum en informatieavonden. De educatieorganisatie kan een bijdrage leveren door actief deel uit te maken van de bezetting van het mobiel informatiecentrum, samen met de StER. Met de kennis en een netwerk kan een betere link tussen de gemeente en haar inwoners worden gelegd.

 

  • II.

    Wijkgerichte aanpak

  • De Transitievisie Warmte werken we stap voor stap, jaar na jaar, uit in wijkuitvoeringsplannen. De warmtetransitie hangt sterk samen met duurzame en sociale wijkontwikkeling, en daarmee ook met het punt ‘Leefbare buurten en dorpen’. In 2022 zijn de resultaten van een onderzoek naar de wijk Westrand beschikbaar. We stellen dan een uitvoeringsplan op. Daarmee wordt duidelijk hoe het hart van de Westrand opnieuw ontwikkeld gaat worden. De educatieorganisatie kan hier een bijdrage in leveren door inwoners te informeren over het verduurzamen en vergroenen van hun leefomgeving. Dit kan onderdeel uitmaken van het educatieprogramma.

 

De focus van het educatieprogramma hoeft niet noodzakelijk op de energie- en warmtetransitie te liggen. Echter zijn dit wel onderwerpen die momenteel vragen oproepen bij de inwoners. Het informeren van inwoners is hier dus wel een belangrijke factor. Het is belangrijk dat de educatieorganisatie op de hoogte is van de plannen van de gemeente en de juiste informatie verstrekt. Hiervoor is het op zijn beurt belangrijk om kennis te nemen van vastgestelde beleidsstukken zoals de Transitievisie Warmte, Regionale Energie Strategie en het Roosendaals Isolatieprogramma.

 

5.5Communicatie

De gemeente Roosendaal voorziet weinig individuele aanknopingspunten waar het educatieprogramma voor ingezet kan worden. Daarom zit hier wel veel ruimte voor de educatieorganisatie zelf om activiteiten te organiseren die mogelijk inspelen op de schakelrol tussen de gemeente en haar samenwerkingspartners aan de ene kant en haar inwoners aan de andere kant. De educatieorganisatie kan hierbij aansluiten bij het mobiel informatiecentrum en onderdeel uitmaken van de bezetting. De communicatie wordt opgepakt door de gemeente Roosendaal. Mocht de educatieorganisatie een rol kunnen spelen, dan wordt tijdig contact gelegd. De educatieorganisatie is zelf verantwoordelijk voor de activiteiten die zij organiseren rondom dit onderwerp.

 

5.6Zichtbaarheid & doelgroep

We focussen op woningeigenaren, in het bijzonder voor eigenaren van woningen met energielabels D, E, F, G. Daar ligt extra prioriteit de komende jaren.

 

5.7Samenwerking externe partijen

Belangrijk is dat de gemeente een samenwerking heeft met de Stichting Energietransitie Roosendaal (StER). StER is gespecialiseerd in de energietransitie en heeft opgeleide energiecoaches welke inwoners van specifieke informatie kunnen voorzien middels een energieadvies aan huis. De StER is een belangrijke samenwerkingspartner op het gebied van energietransitie. Op alle bovengenoemde kansen dient dan ook met de StER te worden samengewerkt.

 

6 Algemene opmerkingen

 

Los van de bovengenoemde deelopgaven zijn er een aantal aandachtspunten die ook een plek verdienen in deze toekomstvisie. Deze algemene aandachtspunten hebben namelijk betrekking op alle deelopgaven.

 

De gemeente Roosendaal vindt het belangrijk dat het educatieprogramma voorziet in de menselijke maat. Daarbij is het in het bijzonder belangrijk dat er de juiste aandacht wordt besteed aan de omgang met de taal zodat deze voor alle doelgroepen goed te begrijpen is.

 

Dat betekent inclusief aandacht voor communicatie naar (tijdelijke) inwoners die de Nederlandse taal minder beheersen. Ook de doelgroep minima mag niet ontbreken en verdient met de beperkte middelen die zij ter beschikking hebben in het bijzonder aandacht.

 

De gemeente Roosendaal hecht er veel waarde aan dat de educatieorganisatie haar activiteiten met de juiste kwaliteit uitvoert. Kwaliteit gaat boven kwantiteit. Indien er weinig tot geen activiteiten zijn dient er altijd een goede basis te zijn. Een welkome omgeving met een permanente tentoonstelling die aansluit bij (een van) de deelopgaven is essentieel.

 

Tot slot beoogt de gemeente Roosendaal dat de educatieorganisatie in de toekomst zich naar buiten toe in voldoende mate profileert. Zowel naar de inwoners (zichtbaarheid) als naar andere organisaties (samenwerking). De educatieorganisatie richt zich, naast de focus op scholen, meer op buurthuizen en verenigingen. De insteek is daarbij een bredere doelgroep voor het educatieprogramma dan alleen de jeugd.