Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Dongen

Geheimhoudingsprotocol gemeente Dongen 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDongen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGeheimhoudingsprotocol gemeente Dongen 2023
CiteertitelGeheimhoudingsprotocol gemeente Dongen 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-06-2023Geheimhoudingsprotocol gemeente Dongen 2023

25-05-2023

gmb-2023-274477

Tekst van de regeling

Intitulé

Geheimhoudingsprotocol gemeente Dongen 2023

De raad van de gemeente Dongen

 

Gelezen het voorstel van de griffie d.d. 11 april 2023

 

Gelet op Hoofdstuk Va artikel 87, 88 en 89 Gemeentewet

 

Besluit:

 

Het Geheimhoudingsprotocol gemeente Dongen 2023 vast te stellen

Hoofdstuk 1. Algemeen

Artikel 1 Geheimhouding als uitzondering

  • 1.

    In de informatievoorziening van het college of burgemeester naar de raad en in de beraadslagingen tussen college of burgemeester en de raad is openbaarheid de regel en geheimhouding uitzondering.

  • 2.

    Als uitgangspunt geldt ook het algemeen belang van de openbaarheid van bestuurlijke informatie.

  • 3.

    Geheimhouding kan gelden voor het besprokene in een besloten vergadering en op schriftelijke informatie.

  • 4.

    Als er met gesloten deuren wordt vergaderd, geldt de verplichting tot geheimhouding voor alle informatie de in die vergadering ter kennis van de aanwezigen komt. Ook op verslag dat van deze vergadering wordt gemaakt, rust geheimhouding (artikel 23 Gemeentewet).

  • 5.

    De keuze voor geheimhouding dient altijd te worden verantwoord, zoveel mogelijk in het openbaar.

  • 6.

    Geheimhouding moet zijn genormeerd aan de hand van de weigeringsgronden genoemd in artikel 5.1 van de Wet open overheid (Woo). Bij elk besluit tot het opleggen van geheimhouding geeft het bestuursorgaan dat om geheimhouding vraagt aan welk belang, genoemd in artikel 5.1 van de Woo, prevaleert boven het belang van openbaarheid.

  • 7.

    De griffier houdt een lijst bij van alle stukken ten aanzien waarvan het college en/of de burgemeester geheimhouding heeft opgelegd.

Artikel 2. Wettelijke kaders

  • 1.

    De Wet open overheid geeft in artikel 5.1, eerste en tweede lid de gevallen aan waarbij de openbaarheid van bestuur kan worden beperkt.

  • 2.

    De Gemeentewet (Gmw) bepaalt in hoofdstuk Va, artikel 87 tot en met 89 de regels omtrent de verplichting tot geheimhouding en het opleggen hiervan.

  • 3.

    De Algemene Wet Bestuursrecht (Awb) bepaalt in artikel 2:5 dat een verplichting tot geheimhouding geldt voor alle gegevens waarvan iemand het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs doet vermoeden.

  • 4.

    Het Wetboek van Strafrecht bepaalt in artikel 272 de strafbaarheid van het schenden van geheimen.

  • 5.

    De Gemeentewet bepaalt in artikel 23 en 24 de regels voor besloten raadsvergaderingen.

  • 6.

    De Gemeentewet bepaalt in artikel 81 de regels voor kennisgevingen van beslissingen van de burgemeester aan de raad.

Artikel 3. Gemeentelijke kaders voor geheimhouding

  • 1.

    In het Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad worden in de artikelen 26 en 27 de regels voor besloten vergaderingen en geheimhouding nader uitgewerkt.

  • 2.

    In de Gedragscode Integriteit volksvertegenwoordigers Gemeente Dongen wordt in paragraaf 3 nadere afspraken gemaakt met betrekking tot de openbaarheid van bestuur, geheimhouding en gebruik van informatie.

Hoofdstuk 2 Geheimhouding van stukken en besluiten

Artikel 4. Geheim en vertrouwelijk

  • 1.

    In het verkeer tussen college of burgemeester en raad wordt de term ‘geheim’ wel en ‘vertrouwelijk’ niet gehanteerd.

  • 2.

    Informatie van het college of burgemeester aan de raad is óf openbaar óf geheim.

  • 3.

    Van de geheimhouding op informatie wordt melding gemaakt op de stukken door het plaatsen van de vermelding “geheim” op de voorpagina en de volgende pagina’s.

Artikel 5. Opleggen geheimhouding

  • 1.

    Het college legt enkel geheimhouding op als een belang genoemd in artikel 5.1, eerste en tweede lid Woo in geding is, of als er anderszins een wettelijke grondslag voor is.

  • 2.

    Het college legt geen geheimhouding op over een compleet document (brief, voorstel of bijlage daarbij) als het ook mogelijk is de geheimhouding te beperken tot specifieke delen of aspecten daarvan.

  • 3.

    In geval een gedeeltelijk opgelegde geheimhouding levert het college zo mogelijk twee exemplaren van het document aan de raad aan. Een met en een zonder de geheime delen of aspecten.

  • 4.

    In geval van opgelegde geheimhouding (geheel of gedeeltelijk) vermeldt het college altijd in zwarte kapitalen bovenaan het document dat hiervan sprake is, onder verwijzing naar de relevante bepaling uit de Gemeentewet.

  • 5.

    In het raadsvoorstel wordt gemotiveerd waarom en waarop geheimhouding rust. In de motivatie wordt aangegeven welk belang, genoemd in artikel 5.1 Woo, preveleert boven het belang van openbaarheid. Wanneer dit van toepassing is wordt in het raadsvoorstel ook aangegeven wanneer de geheimhouding door de raad kan worden opgeheven.

  • 6.

    Het college biedt geheime stukken aan de raad, door tussenkomst van de griffier, aan.

  • 7.

    Ten aanzien van informatie waarover geen geheimhouding is opgelegd, geldt dat zij openbaar is, met inachtneming van Awb 2:5 en Wetboek van Strafrecht 272

  • 8.

    Privacygevoelige informatie mag niet op het openbare internet worden gepubliceerd. Deze is alleen voor leden van de raad en steunfractieleden beschikbaar via een persoonlijk account op het Raadsinformatiesysteem (RIS). Indien dat naar oordeel van het college mogelijk is, kan een geanonimiseerde versie van het document dat de informatie bevat op het openbare deel van het RIS worden geplaatst.

Artikel 6. Nadere regels voor kring van ontvangers van geheime informatie

  • 1.

    Informatie waarop geheimhouding rust kan op grond van artikel 88 Gmw. worden vertrekt door

    • a.

      De raad aan het college, de burgemeester, de rekenkamer en een commissie als bedoeld in hoofdstuk V Gmw.

    • b.

      Het college aan de raad, de rekenkamer en een commissie als bedoeld in hoofdstuk V Gmw.

    • c.

      De burgemeester aan de raad, het college, de rekenkamer en een commissie als bedoeld in hoofdstuk V Gmw

    • d.

      Een commissie als bedoeld in hoofdstuk V Gmw aan de raad, het college, de burgemeester en de rekenkamer

  • 2.

    Zolang de burgemeester, het college of een commissie geheime informatie nog niet heeft gedeeld met de raad gaan zij zelf over met wie de geheime informatie kan worden gedeeld.

  • 3.

    Zodra geheime informatie met de raad wordt gedeeld, gaat de raad over die geheime informatie en de verspreiding ervan.

  • 4.

    Informatie is onder geheimhouding met de raad gedeeld, wanneer de raad kennis heeft kunnen nemen van de inhoud van de stukken. In praktische zin is dit wanneer de informatie is gepubliceerd op het RIS.

  • 5.

    Wanneer geheime informatie wordt gedeeld met een enkel raadslid, wordt deze informatie tevens verstrekt aan alle raadsleden. Voor een goede voorbereiding door de fracties wordt geheime informatie ook gedeeld met de steunfractieleden zoals beschreven in artikel 8.

Artikel 7. Publicatie geheime raadsstukken

Geheime raadsstukken worden op het raadsinformatiesysteem geplaatst, maar zijn alleen toegankelijk via een persoonlijk account dat slechts verstrekt wordt aan raadsleden, steunfractieleden, leden van een commissie zoals bedoeld in hoofdstuk V Gmw, griffiemedewerkers, leden van het college en leden van de directie.

Artikel 8. Schending geheimhouding

  • 1.

    Geheimhouding geldt voor iedereen die van de informatie waarop geheimhouding rust kennis dragen.

  • 2.

    Als een raadslid of een lid van een door de raad ingestelde raads-, bestuurs- of andere commissie de geheimhouding schendt, dan kan dat raads- of commissielid bij raadsbesluit voor ten hoogste drie maanden worden uitgesloten van het ontvangen van informatie ten aanzien waarvan een verplichting tot geheimhouding geldt (artikel 89, lid 5 Gmw.)

  • 3.

    Onverkort lid 2 geldt ook artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht.

  • 4.

    Naast raadsleden en leden van een door de raad ingestelde commissie geldt artikel 3 voor iedereen die kennis neemt van de geheime informatie (artikel 89, lid 2, Gmw.).

Hoofstuk 3 Vergaderen in beslotenheid

Artikel 9. Openbare aankondiging en opening

  • 1.

    Raadsvergaderingen zijn in principe openbaar; ze worden in ieder geval in het openbaar aangekondigd en geopend.

  • 2.

    In het Reglement van Orde voor de raad zijn de regels voor een besloten vergadering nader uitgewerkt.

Artikel 10. Het sluiten van de deuren

  • 1.

    Op verzoek van tenminste een vijfde deel van het aantal aanwezige leden dan wel als de voorzitter dit nodig oordeelt worden de deuren gesloten.

  • 2.

    Als de deuren worden gesloten besluit de vergadering of er naast de raads- of commissieleden zelf en de betrokken leden van het college nog anderen aanwezig mogen zijn (bijv. betrokken ambtenaren en de notulist).

  • 3.

    Als de deuren worden gesloten, zorgt de griffie ervoor dat de uitzending via internet wordt stopgezet en dat de vergadering niet langer is te volgen.

  • 4.

    De notulist maakt van het besloten deel een apart, geheim verslag, dat achter inlogcode op het RIS wordt geplaatst; in dit verslag dienen de namen van alle aanwezigen te worden opgenomen. De vaststelling van dit verslag dient eveneens achter gesloten deuren plaats te vinden, tenzij dit zonder open aanmerkingen kan gebeuren.

Artikel 11. Vergaderen achter gesloten deuren

  • 1.

    Nadat de deuren zijn gesloten geeft de voorzitter eerst het voorstel om met gesloten deuren te vergaderen in bespreking; alleen als de raad cq. de commissie in meerderheid hiermee instemt zaI daadwerkelijk met gesloten deuren worden vergaderd; zo niet, dan zullen de deuren weer worden geopend.

  • 2.

    Op het besprokene in een besloten raadsvergadering rust van rechtswege de verplichting tot geheimhouding. Deze geheimhouding duurt voort tot de raad die opheft (artikel 23, lid 5 Gmw.).

  • 3.

    Op het besprokene in een besloten raadsvergadering over de benoeming, herbenoeming of ontslag van een burgemeester (artikel 61c Gmw. rust van rechtswege de verplichting tot geheimhouding. Deze geheimhouding kan niet door de raad worden opgeheven.

Artikel 12. Besloten vergaderingen raads-, bestuurs- en andere commissies

  • 1.

    Op het besprokene in een besloten vergadering van een raadscommissie rust van rechtswege de verplichting tot geheimhouding. De verplichting tot geheimhouding duurt dan voort totdat de raadscommissie die opheft (artikel 82, lid 5 in samenhang met artikel 23, lid 4, Gmw.).

  • 2.

    Op het besprokene in een besloten vergadering van een door de raad ingestelde bestuurscommissie rust van rechtswege de verplichting tot geheimhouding. De verplichting tot geheimhouding duurt dan voort totdat de bestuurscommissie die opheft (artikel 83, lid 4 in samenhang met artikel 23, lid 4, Gmw.).

  • 3.

    Op het besprokene in een besloten vergadering van een door de raad ingestelde “andere commissie” dan een raads- of bestuurscommissie rust van rechtswege de verplichting tot geheimhouding. De verplichting tot geheimhouding duurt dan voort totdat de andere commissie die opheft (artikel 83, lid 4 in samenhang met artikel 23, lid 4, Gmw.).

Hoofdstuk 4 Opheffen geheimhouding over stukken en vergaderingen

Artikel 13. Lijst geheime stukken en vergaderingen

  • 1.

    De griffier houdt een lijst bij van alle stukken ten aanzien waarvan het college cq. de burgemeester geheimhouding heeft opgelegd, voor zover de raad die geheimhouding heeft bekrachtigd, alsmede van alle besloten vergaderingen en van alle stukken die tijdens een besloten vergadering zijn overgelegd en waarover geheimhouding is opgelegd.

  • 2.

    Genoemde lijst bevat in ieder geval voor zover van toepassing de datum van het stuk, de datum van de collegevergadering waarin de geheimhouding is opgelegd en de datum waarop de geheime status wordt beëindigd.

Artikel 14. Jaarlijkse check

  • 1.

    De griffier stuurt de lijst geheime stukken en vergaderingen van de raad een keer per jaar naar het college, met het verzoek na te gaan van weIke stukken de geheimhouding kan worden opgeheven.

  • 2.

    Na ontvangst van de reactie van het college worden de lijst en genoemde reactie geagendeerd voor het presidium; op basis van de bespreking in het presidium bereidt de griffie een raadsvoorstel tot opheffing van geheimhouding voor.

Artikel 15. Opheffing geheimhouding

  • 1.

    Hoofdregel is dat geheimhouding in acht moet worden genomen, totdat het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd deze weer heeft opgeheven.

  • 2.

    Uitzondering op lid 1 doet zich voor als informatie onder geheimhouding met de raad is gedeeld. In dat geval is de raad altijd als enige bevoegd om de geheimhouding op te heffen.

  • 3.

    Wanneer informatie onder geheimhouding met de raad is gedeeld, dient een Woo-verzoek te worden ingediend of doorgeleid naar de raad, omdat de raad beslist op het verzoek om de geheimhouding op te heffen en dus ook of de informatie waarop het Woo-verzoek ziet al dan niet openbaar wordt gemaakt.

  • 4.

    Wanneer een commissie in de zin van artikel 82, 83 of 84 Gmw. geheimhouding heeft opgelegd, kan de geheimhouding niet alleen worden opgeheven door de commissie die de geheimhouding heeft opgelegd, maar ook het orgaan dat die commissie heeft ingesteld conform artikel 89, derde en vierde lid, Gmw.

Artikel 16. Publicatie openbaar geworden stukken

Zodra een voorstel tot opheffing van geheimhouding is aangenomen zet de griffier z.s.m. de desbetreffende stukken op het openbare deel van het RIS, onder vermelding van genoemd besluit.

Hoofdstuk 5 Openbaar en besloten in andere gevallen

Artikel 17. Informele raadsbijeenkomsten

  • 1.

    Informele raadsbijeenkomsten zijn net als formele vergaderingen in principe openbaar en worden als zodanig via het RIS aangekondigd.

  • 2.

    Als college c.q. burgemeester, raad en/of commissie een informele raadsbijeenkomst wensen in beslotenheid dan kan dat alleen als een meerderheid van de fracties hiermee instemt; de bijeenkomst zal openbaar worden aangekondigd op het RIS als zijnde een besloten informeel overleg, met vermelding van het onderwerp.

Artikel 18. Vergaderingen van overige commissies en werkgroepen van de raad

  • 1.

    Vergaderingen van commissies en werkgroepen van de raad, niet zijnde raadscommissies naar artikel 82 GW, zijn in principe niet openbaar.

  • 2.

    Genoemde vergaderingen hebben geen politiek karakter, maar zijn technisch, procedureel en/of huishoudelijk van aard.

  • 3.

    Verslagen van genoemde vergaderingen die naar de raad worden gezonden zijn in principe wel openbaar en worden op het RIS gepubliceerd, tenzij de desbetreffende commissie of werkgroep in meerderheid om gewichtige redenen oordeelt dat dit niet raadzaam is.

Artikel 19. Werkbezoeken, rondetafelgesprekken en expertmeetings

  • 1.

    Een werkbezoek geldt pas als een werkbezoek van de raad c.q. commissie als een meerderheid van de fracties eraan deelneemt; in dat geval wordt het werkbezoek aangekondigd via het RIS; in principe is een werkbezoek niet openbaar toegankelijk.

  • 2.

    Hoorzittingen en expertmeetings van de raad zijn in principe openbaar, tenzij het presidium gewichtige redenen ziet waarom dit niet raadzaam is.

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 25 mei 2023

De griffier,

H.J. Dammingh

De burgemeester,

M.C. Starmans-Gelijns

Bijlage 1 Artikel 5.1 Wet open overheid - uitzonderingen  

Artikel 5.1 Wet open overheid

 

  • 1.

    Het openbaar maken van informatie ingevolge deze wet blijft achterwege voor zover dit:

    • a.

      de eenheid van de Kroon in gevaar zou kunnen brengen;

    • b.

      de veiligheid van de Staat zou kunnen schaden;

    • c.

      bedrijfs- en fabricagegegevens betreft die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld;

    • d.

      persoonsgegevens betreft als bedoeld in paragraaf 3.1 onderscheidenlijk paragraaf 3.2 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming, tenzij de betrokkene uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven voor de openbaarmaking van deze persoonsgegevens of deze persoonsgegevens kennelijk door de betrokkene openbaar zijn gemaakt;

    • e.

      nummers betreft die dienen ter identificatie van personen die bij wet of algemene maatregel van bestuur zijn voorgeschreven als bedoeld in artikel 46 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming, tenzij de verstrekking kennelijk geen inbreuk op de levenssfeer maakt.

  • 2.

    Het openbaar maken van informatie blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen:

    • a.

      de betrekkingen van Nederland met andere landen en staten en met internationale organisaties;

    • b.

      de economische of financiële belangen van de Staat, andere publiekrechtelijke lichamen of bestuursorganen, in geval van milieu-informatie slechts voor zover de informatie betrekking heeft op handelingen met een vertrouwelijk karakter;

    • c.

      de opsporing en vervolging van strafbare feiten;

    • d.

      de inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen;

    • e.

      de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer;

    • f.

      de bescherming van andere dan in het eerste lid, onderdeel c, genoemde concurrentiegevoelige bedrijfs- en fabricagegegevens;

    • g.

      de bescherming van het milieu waarop deze informatie betrekking heeft;

    • h.

      de beveiliging van personen en bedrijven en het voorkomen van sabotage;

    • i.

      het goed functioneren van de Staat, andere publiekrechtelijke lichamen of bestuursorganen.

  • 3.

    Indien een verzoek tot openbaarmaking op een van de in het tweede lid genoemde gronden wordt afgewezen, bevat het besluit hiervoor een uitdrukkelijke motivering.

  • 4.

    Openbaarmaking kan tijdelijk achterwege blijven, indien het belang van de geadresseerde van de informatie om als eerste kennis te nemen van de informatie dit kennelijk vereist. Het bestuursorgaan doet mededeling aan de verzoeker van de termijn waarbinnen de openbaarmaking alsnog zal geschieden.

  • 5.

    In uitzonderlijke gevallen kan openbaarmaking van andere informatie dan milieu-informatie voorts achterwege blijven indien openbaarmaking onevenredige benadeling toebrengt aan een ander belang dan genoemd in het eerste of tweede lid en het algemeen belang van openbaarheid niet tegen deze benadeling opweegt. Het bestuursorgaan baseert een beslissing tot achterwege laten van de openbaarmaking van enige informatie op deze grond ten aanzien van dezelfde informatie niet tevens op een van de in het eerste of tweede lid genoemde gronden.

  • 6.

    Het openbaar maken van informatie blijft in afwijking van het eerste lid, onderdeel c, in geval van milieu-informatie eveneens achterwege voor zover daardoor het in het eerste lid, onderdeel c, genoemde belang ernstig geschaad wordt en het algemeen belang van openbaarheid van informatie niet opweegt tegen deze schade.

  • 7.

    Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op milieu-informatie die betrekking heeft op emissies in het milieu.

  • 8.

    Het openbaar maken van informatie ingevolge deze wet blijft achterwege voor zover dit:

    • a.

      de eenheid van de Kroon in gevaar zou kunnen brengen;

    • b.

      de veiligheid van de Staat zou kunnen schaden;

    • c.

      bedrijfs- en fabricagegegevens betreft die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld;

    • d.

      persoonsgegevens betreft als bedoeld in paragraaf 3.1 onderscheidenlijk paragraaf 3.2 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming, tenzij de betrokkene uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven voor de openbaarmaking van deze persoonsgegevens of deze persoonsgegevens kennelijk door de betrokkene openbaar zijn gemaakt;

    • e.

      nummers betreft die dienen ter identificatie van personen die bij wet of algemene maatregel van bestuur zijn voorgeschreven als bedoeld in artikel 46 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming, tenzij de verstrekking kennelijk geen inbreuk op de levenssfeer maakt.

  • 9.

    Het openbaar maken van informatie blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen:

    • a.

      de betrekkingen van Nederland met andere landen en staten en met internationale organisaties;

    • b.

      de economische of financiële belangen van de Staat, andere publiekrechtelijke lichamen of bestuursorganen, in geval van milieu-informatie slechts voor zover de informatie betrekking heeft op handelingen met een vertrouwelijk karakter;

    • c.

      de opsporing en vervolging van strafbare feiten;

    • d.

      de inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen;

    • e.

      de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer;

    • f.

      de bescherming van andere dan in het eerste lid, onderdeel c, genoemde concurrentiegevoelige bedrijfs- en fabricagegegevens;

    • g.

      de bescherming van het milieu waarop deze informatie betrekking heeft;

    • h.

      de beveiliging van personen en bedrijven en het voorkomen van sabotage;

    • i.

      het goed functioneren van de Staat, andere publiekrechtelijke lichamen of bestuursorganen.

  • 10.

    Indien een verzoek tot openbaarmaking op een van de in het tweede lid genoemde gronden wordt afgewezen, bevat het besluit hiervoor een uitdrukkelijke motivering.

  • 11

    Openbaarmaking kan tijdelijk achterwege blijven, indien het belang van de geadresseerde van de informatie om als eerste kennis te nemen van de informatie dit kennelijk vereist. Het bestuursorgaan doet mededeling aan de verzoeker van de termijn waarbinnen de openbaarmaking alsnog zal geschieden.

  • 12

    In uitzonderlijke gevallen kan openbaarmaking van andere informatie dan milieu-informatie voorts achterwege blijven indien openbaarmaking onevenredige benadeling toebrengt aan een ander belang dan genoemd in het eerste of tweede lid en het algemeen belang van openbaarheid niet tegen deze benadeling opweegt. Het bestuursorgaan baseert een beslissing tot achterwege laten van de openbaarmaking van enige informatie op deze grond ten aanzien van dezelfde informatie niet tevens op een van de in het eerste of tweede lid genoemde gronden.

  • 13

    Het openbaar maken van informatie blijft in afwijking van het eerste lid, onderdeel c, in geval van milieu-informatie eveneens achterwege voor zover daardoor het in het eerste lid, onderdeel c, genoemde belang ernstig geschaad wordt en het algemeen belang van openbaarheid van informatie niet opweegt tegen deze schade.

  • 14

    Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op milieu-informatie die betrekking heeft op emissies in het milieu.

     

    Veelvoorkomende gronden voor geheimhouding Woo-grond

    Toepassing

    Richttijd voor geheimhouding

    Vertrouwelijk meegedeelde bedrijfs- en fabricagegegevens1 (art. 5.1 lid 1 onder c Woo)

    Vertrouwelijke bedrijfsplannen met informatie over tarieven, omzet, potentiële klanten e.d.

    20 jaar

    Bijzondere persoonsgegevens (art. 5.1 lid 1 onder d en e Woo)

    Gegevens over godsdienst of levensovertuiging, ras, politieke gezindheid, gezondheid, seksuele leven, lidmaatschap van een vakvereniging, strafrechtelijke persoonsgegevens.

    20 jaar

    Economische of financiële be-langen publiekrechtelijke lichamen (art. 5.1 lid 2 onder b Woo)

    Overeenkomsten gemeente Dongen met een financieel karakter (koop, huur, grondexploitatie e.d.)

    5 jaar (afronden naar één peildatum van het volgende jaar)

    Inspectie, controle en toezicht (art. 5.1 lid 2 onder d Woo)

    Strategieën om overtredingen te constateren, waarbij het van belang is dat de overtreder niet weet op welke wijze controle plaatsvindt.

    2 jaar (afronden naar een peildatum van het volgende jaar)

    Bescherming van de persoonlijke levenssfeer (art. 5.1 lid 2 onder e Woo)

    Alle gegevens die herleidbaar zijn tot natuurlijke personen.

    20 jaar

    Het belang van de geadresseerde om als eerste kennis te nemen van de informatie (art. 5.1 lid 4 Woo)

    • 1.

      Adviezen en onderzoeken die worden uitgevoerd in opdracht van het gemeentebestuur;

    • 2.

      Verantwoording van college of burgemeester aan de raad;

    • 3.

      Beschikkingen op aanvraag;

    • 4.

      Koninklijke of gemeentelijke onderscheidingen.

    Tot aan kennisname door geadresseerde.

    Het goed functioneren van de gemeente (art. 5.1 lid 2 onder i Woo)

    • 1.

      Intern beraad bij oplossen van problemen;

    • 2.

      Offertes, informatie uit aanbestedingsprocedures.

    5 jaar bij financiële informatie 1 jaar in overige gevallen (afronden naar peildatum van het volgende jaar)

    Het voorkomen van onevenredige bevoor- of benadeling (art. 5.1 lid 5 Woo)

    Kan enkel worden ingeroepen bij uitzonderlijke gevallen en niet in aanvulling op lid 1 en lid 2

    5 jaar

  •