| Organisatie | Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland |
|---|---|
| Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
| Officiële naam regeling | Regeling niet-repressieve vrijwilliger Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland |
| Citeertitel | |
| Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
| Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
| Eigen onderwerp |
Geen
https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR680511/1
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 01-01-2024 | nieuw besluit | 01-06-2023 |
1. Dit besluit is van toepassing op degene die zich beschikbaar stelt als niet-repressieve vrijwilliger voor de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland en als zodanig door het dagelijks bestuur is aangesteld voor het verrichten van niet-repressieve werkzaamheden.
2. Op de vrijwilliger genoemd in het eerste lid, zijn de arbeidsvoorwaarden van hoofdstuk 19 CAR-UWO van toepassing, met uitzondering van de bepalingen 19:9 (bevordering), 19:16 (vergoeding brandbestrijding en hulpverlening), 19:19 (vergoeding kazernering).
3. De taak van de niet-repressieve vrijwilliger dient een relatie te hebben met de primaire taken van de brandweer.
1. Hoofdwerkgever: de werkgever waarbij de niet-repressieve vrijwilliger in loondienst is.
2. Niet-repressieve vrijwilliger: degene die beheersmatige werkzaamheden verricht.
1. De vrijwilliger wordt aangesteld als niet-repressieve vrijwilliger.
2. De vrijwilliger kan maximaal 2 rollen als niet-repressieve vrijwilliger vervullen.
2. Het dagelijks bestuur kan de niet-repressieve vrijwilliger aanstellen in vaste dienst, of in tijdelijke dienst voor een bepaalde periode.
3. Een aanstelling in tijdelijke dienst wordt alleen verleend bij wijze van proef.
4. Een aanstelling in tijdelijke dienst wordt voor een periode van maximaal twee jaar verleend. In bijzondere gevallen kan de tijdelijke aanstelling verlengd worden met een periode van ten hoogste een jaar.
5. Het dagelijks bestuur verleent de niet-repressieve vrijwilliger een vaste aanstelling zodra de maximale termijn voor een tijdelijke aanstelling verstreken is, tenzij er sprake is van disfunctioneren.
Artikel 4 . Informatievoorziening aan de niet-repressieve vrijwilliger
1. De niet-repressieve vrijwilliger ontvangt op zijn verzoek een exemplaar van deze regeling, van de wijzingen daarvan en van alle andere schriftelijke regels die hij bij de uitvoering van zijn werkzaamheden heeft na te leven.
2. De niet-repressieve vrijwilliger die regels heeft na te leven die niet schriftelijk zijn vastgesteld wordt hierover naar behoren geïnformeerd.
Artikel 5 Voorwaarden voor aanstelling
Degene die in aanmerking wil komen voor een aanstelling als niet-repressieve vrijwilliger voldoet aan de volgende voorwaarden:
a. hij beschikt over de voor de rol noodzakelijk opleiding, alsmede de benodigde competenties;
c. hij is in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag (VOG), opgevraagd voor de VNOG, als bedoeld in de Wet op de justitiële documentatie en op de verklaringen omtrent het gedrag.
d. hij is minimaal 25 uur per jaar beschikbaar en kan maximaal 200 uur per jaar worden ingezet.
e. jaarlijks wordt bekeken of de aanstelling wordt voorgezet en voor welke omvang; dit wordt schriftelijk of per mail bevestigd.
Artikel 6 Bericht van aanstelling
1. De niet-repressieve vrijwilliger ontvangt voor indiensttreding een bericht van aanstelling. Hierin wordt vermeld:
a. de naam, voornamen, geboorteplaats en geboortedatum van de vrijwilliger;
b. de duur van de aanstelling; bij een tijdelijke aanstelling wordt de periode waarvoor de aanstelling is aangegaan zo nauwkeurig mogelijk omschreven;
c. de ingangsdatum van de aanstelling;
d. een aanwijzing voor de opgedragen rollen (maximaal twee ), alsmede de bijbehorende vergoedingen.
2. Het bestuur deelt wijzigingen in de punten b tot en met d zo spoedig mogelijk mee aan de niet-repressieve vrijwilliger.
Artikel 7 Informatie over hoofdwerkgever
1. De niet-repressieve vrijwilliger die in loondienst is, verstrekt het dagelijks bestuur bij indiensttreding de contactgegevens van zijn hoofdwerkgever en informeert het dagelijks bestuur over zijn werktijden aldaar. De niet-repressieve vrijwilliger informeert het dagelijks bestuur zo spoedig mogelijk over wijzigingen.
2. De niet-repressieve vrijwilliger die werkzaam is als zelfstandig ondernemer informeert het dagelijks bestuur bij zijn indiensttreding hierover en verstrekt gegevens over de aard van zijn werkzaamheden en het tijdsbeslag daarvan. De niet-repressieve vrijwilliger informeert het dagelijks bestuur zo spoedig mogelijk over wijzigingen.
Artikel 8 Informatie aan hoofdwerkgever
De niet-repressieve vrijwilliger bericht zijn hoofdwerkgever zo spoedig mogelijk na indiensttreding dat:
a. hij aangesteld is als niet-repressieve vrijwilliger bij de VNOG;
b. de arbeidstijdenwet van toepassing is op zijn werkzaamheden voor de VNOG en dat bij de vaststelling van zijn werktijden hier rekening mee gehouden moet worden;
c. de VNOG hem een vergoeding verstrekt voor zijn werkzaamheden.
Artikel 9. Meerdere aanstellingen binnen de VNOG
De niet-repressieve vrijwilliger die tevens een beroepsaanstelling heeft bij de VNOG bericht zijn leidinggevende over zijn aanstelling als niet-repressieve vrijwilliger.
1. Indien een niet-repressieve vrijwilliger tevens een aanstelling heeft conform artikel 2.1.A van de CAR-UWO, geldt een volgorde van uitoefening van de functie in tijd van schaarste, waarbij de taken die behoren bij de repressieve functie altijd eerst uitgevoerd dienen te worden. Hierna volgende de werkzaamheden voor de beroepsfunctie en tenslotte de taken als niet-repressieve vrijwilliger.
1. De niet-repressieve vrijwilliger ontvangt een vergoeding overeenkomstig de regels van het besluit en de vergoedingstabel niet-repressieve vrijwilliger.
2. De vergoeding wordt vastgesteld overeenkomstig de rol of rollen en aan de hand van het bijbehorende uur bedrag, conform de vergoedingstabel niet-repressieve vrijwilliger.
3. De jaarvergoeding wordt toegekend op grond van categorie 3 van de onder lid 2 genoemde vergoedingstabel.
4. De niet-repressieve vrijwilliger die tevens de functie van repressieve vrijwilliger uitoefent, heeft recht op één jaarvergoeding. Het recht op de jaarvergoeding bestaat voor de rol of repressieve functie waarvoor de hoogste jaarvergoeding geldt.
De niet-repressieve vrijwilliger heeft recht op een vergoeding van de kosten van het volgen van een
opleiding of een cursus, deelname aan examens en het bijwonen van bijeenkomsten, voor zover deze
in opdracht van of met toestemming van het dagelijks bestuur zijn gemaakt. Alsmede de voor de opleiding gemaakte reiskosten, conform de reiskostenregeling van de VNOG.
Artikel 12 Fiscaal aantrekkelijke regelingen
De niet-repressieve vrijwilliger kan gebruik maken van de cafetariaregeling van de VNOG.
Artikel 13 Kledingvoorschriften
1. De niet-repressieve vrijwilliger is verplicht tijdens zijn werkzaamheden de door het bestuur voorgeschreven dienstkleding te dragen, conform het kledingreglement van de VNOG.
2. De dienstkleding wordt door het dagelijks bestuur kosteloos in bruikleen gegeven aan de niet-repressieve vrijwilliger, die bij ontslag verplicht is deze bij het dagelijks bestuur in te leveren.
3. Aan de niet-repressieve vrijwilliger zal geen rang worden toegekend en derhalve zal aan de niet-repressieve vrijwilliger geen rangonderscheidingstekens worden verstrekt.
De algemene salarismutaties voor de sector gemeenten, zoals die in het LOAV worden overeengekomen, zijn wat betreft het percentage en de ingangsdatum van overeenkomstige toepassing op de bedragen genoemd in de vergoedingstabel niet-repressieve vrijwilliger.
Indien toepassing van dit besluit naar oordeel van het dagelijks bestuur niet tot een redelijke uitkomst zou leiden of op ernstige bezwaren zou stuiten, kan het dagelijks bestuur in bijzondere gevallen een afwijkende regeling treffen.
Dit besluit kan worden aangehaald als: besluit rechtspositie niet-repressieve vrijwilliger bij de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland en treedt in werking op 1 januari 2024.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van 1 juni 2023.