Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Almelo

Delegatieregeling Gemeente Almelo 2007

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlmelo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingDelegatieregeling Gemeente Almelo 2007
CiteertitelDelegatieregeling Gemeente Almelo 2007
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet
  2. Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-06-202302-10-2007Delegatieregeling Gemeente Almelo 2007

02-10-2007

gmb-2023-268300

Tekst van de regeling

Intitulé

Delegatieregeling Gemeente Almelo 2007

 

Toelichting

Onder delegatie wordt begrepen de situatie dat een bestuursorgaan, waaraan op grond van een wettelijke regeling de bevoegdheid is toegekend om bepaalde besluiten te nemen, deze bevoegdheid overdraagt aan een ander. Het bestuursorgaan dat de oorspronkelijke wettelijke bevoegdheid heeft en deze overdraagt aan een ander wordt hieronder de delegatieverlener genoemd en de ander, die de bevoegdheid ontvangt, de delegatieontvanger 1

 

In de Delegatieregeling gemeente Almelo 2007 is de uitvoering vastgelegd van de bevoegdheden die gedelegeerd worden aan het college van burgemeester en wethouders respectievelijk aan bestuurscommissies. De uitgangspunten om delegatie te verlenen, blijven dezelfde als in het Algemeen Delegatiebesluit 2000. Nieuwe elementen komen voornamelijk voort uit de Wet dualisering gemeentebestuur.

 

De delegatieregeling is opgesteld aan de hand van de bepalingen uit hoofdstuk 10 titel 1 afdeling 2 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb). Deze bepalingen zijn in de bijlage opgenomen.

 

De Awb verstaat onder delegatie: het overdragen door een bestuursorgaan van zijn bevoegdheid tot het nemen van besluiten aan een ander die deze onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent (artikel 10:13 Awb). Voor zover die ander geen bestuursorgaan was, wordt deze door de delegatie bestuursorgaan. De ander verkrijgt als gevolg van de delegatie immers een bevoegdheid besluiten te nemen, welke bevoegdheid onder eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid wordt uitgeoefend. Een bevoegdheid kan zodoende alleen aan een ander bestuursorgaan worden gedelegeerd en dus niet aan een ambtenaar (artikel 10:14 Awb). Delegatie is verder slechts toegestaan indien dit bij wettelijk voorschrift mogelijk is gemaakt (artikel 10:15 Awb).

 

Artikel 156 van de Gemeentewet (zie bijlage) biedt een algemene delegatiegrondslag voor de overdracht van bevoegdheden van de raad aan het college of een bestuurscommissie. De gemeenteraad kan bevoegdheden overdragen, met uitzondering van de bevoegdheden vermeld in het tweede en derde lid, zoals het vaststellen van de begroting of jaarrekening en het stellen van straf op overtreding van verordeningen. Omdat delegatiebesluiten veelal niet kunnen worden beschouwd als algemeen verbindende voorschriften, zijn de artikelen 139 tot en met 141 Gemeentewet van toepassing. Deze artikelen (zie bijlage) geven algemene regels voor het bekendmaken en ter inzage leggen van delegatiebesluiten.

 

Het gevolg van delegatie is dat de delegatieverlener zijn bevoegdheid verliest (artikel 10:17 Awb). Het verschil met mandaat is dus hierin gelegen, dat de delegatieontvanger de bevoegdheid na delegatie onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent en niet namens de delegatieverlener.

 

Met betrekking tot de uitoefening van de gedelegeerde bevoegdheid kan de delegatieverlener algemene randvoorwaarden in de vorm van beleidsregels stellen. De delegatieontvanger dient met deze beleidsregels rekening moet houden. De delegatieontvanger is voorts verplicht op verzoek van de delegatieverlener inlichtingen te verstrekken met betrekking tot de gedelegeerde bevoegdheid. De delegatieverlener kan echter geen aanwijzingen meer geven in concrete gevallen. Intrekking van het delegatiebesluit is te allen tijde mogelijk (artikel 10:18 Awb).

 

Uiteraard dient een duidelijke reden om te delegeren voorhanden te zijn voordat tot delegatie wordt overgegaan. In het algemeen is het uit het oogpunt van efficiëntie wenselijk dat bevoegdheden gedelegeerd worden met betrekking tot het nemen van besluiten die met enige regelmaat voorkomen, die niet bijzonder politiek gevoelig zijn en die passen binnen de gebruikelijke huishouding van de gemeente. Een krachtens delegatie genomen besluit vermeldt dat het krachtens delegatie is genomen. Tevens wordt vermeld het bestuursorgaan dat de bevoegdheid heeft gedelegeerd.

 

De delegatieontvanger kan de aan hem gedelegeerde bevoegdheid niet op zijn beurt doordelegeren aan een derde. Anders gezegd: subdelegatie is niet geoorloofd.

 

Schematisch kan delegatie als volgt worden weergegeven:

 

 

Delegatiebesluiten dienen op grond van de Gemeentewet (artikel 139) en de Awb (artikel 3:42) te worden bekendgemaakt. Het delegatieregister wordt jaarlijks bekendgemaakt door kennisgeving van de zakelijke inhoud van het besluit (plus terinzagelegging) in het Almelo’s Weekblad.

 

Wet dualisering gemeentebestuur

Als gevolg van de Wet dualisering gemeentebestuur zijn verschillende bevoegdheden, welke vroeger aan de raad waren voorbehouden, nu toebedeeld aan het college. Zie artikel 160 van de Gemeentewet (bijlage). Hierdoor is het college onder meer het bevoegde orgaan geworden met betrekking tot privaatrechtelijke rechtshandelingen en het voeren van rechtsgedingen. Voorts wordt het college beschouwd als de werkgever (bevoegd gezag) van de gemeenteambtenaren die niet bij de griffie werkzaam zijn.

 

(1)Privaatrechtelijke rechtshandelingen

Het college is bevoegd te besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen van de gemeente en deze te verrichten. Deze bepaling heeft tot gevolg dat de bevoegdheden genoemd in artikel 1 onder A van het Algemeen Delegatiebesluit 2000 zijn vervallen.

 

(2)Voeren van rechtsgedingen

Het college is bevoegd namens de gemeente alle rechtsgedingen te voeren. Artikel 1 sub D van het Algemeen Delegatiebesluit 2000 is daarmee vervallen.

Op grond van het bepaalde in artikel 169 Gemeentewet (zie bijlage), heeft het college overigens met betrekking tot de uitoefening van de hierboven vermelde bevoegdheden wel een voorafgaande informatieverplichting aan de raad. In het informatieprotocol (2004/14151 en 2004/14222) kunt u meer informatie vinden over deze actieve informatieplicht.

 

(3)Vaststelling en uitvoering rechtspositionele regels

Het college is bevoegd tot het vaststellen en uitvoeren van rechtspositionele regels met betrekking tot ambtenaren, die niet op de griffie werkzaam zijn. Daarmee vervalt artikel 1 sub C van het Algemeen Delegatiebesluit 2000. De raad wordt beschouwd als de werkgever van de griffieambtenaren en zal daarom de regels met betrekking tot de griffie vaststellen en uitvoeren.

 

Wet dualisering medebewindsbevoegdheden

Begin maart 2006 zijn de Wet- en het Besluit dualisering medebewindsbevoegdheden in werking getreden. Deze regelgeving vormt het sluitstuk van de gemeentelijke dualiseringsoperatie die in maart 2002 is gestart. In deze regelgeving wordt door de wetgever aangegeven welk gemeentelijk bestuursorgaan de bevoegdheden in medebewind dient uit te oefenen. In de medebewinds-wetgeving worden de gemeenten geroepen uitvoering te geven aan het rijksbeleid (bijv. Kieswet, Wet Milieubeheer, Wet op de Ruimtelijke Ordening, Wegenverkeerswet etc. ). Door de inwerkingtreding van bovenstaande Wet en Besluit zijn diverse bevoegdheden in medebewind die voorheen aan de gemeenteraad waren voorbehouden door de wetgever rechtstreeks toebedeeld (geattribueerd) aan het college van burgemeester en wethouders. Het aantal te delegeren (bestuurs)bevoegheden is daarmee aanmerkelijk teruggebracht. De meeste van de voorheen gedelegeerde bevoegdheden zijn door de nieuwe regelgeving van rechtswege vervallen. De bijzondere wetten regelen nu immers zelf dat het college bevoegd is de bevoegdheid uit te oefenen.

 

Nr.

 

De Raad der Gemeente Almelo;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 juli 2007 gelet op de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

 

besluit :

 

 

 

1. in te trekken het Algemeen Delegatiebesluit 2000 vastgesteld d.d. 25 mei 2000

(regelingnr. 2192);

2. vast te stellen de Delegatieregeling gemeente Almelo 2007.

 

Artikel 1 Bevoegdheid tot delegatie

1. De raad kan, met inachtneming van het bepaalde in de onderhavige regeling en de Gemeentewet, de hem bij of krachtens wettelijk voorschrift toebedeelde bevoegdheden delegeren aan het college van burgemeester en wethouders alsmede aan door hem ingestelde bestuurscommissies.

2. Alle delegaten worden schriftelijk verleend.

 

Artikel 2 Verantwoording

Het college van burgemeester en wethouders doet van de door hem krachtens delegatie genomen besluiten mededeling aan de raad in diens eerste vergadering volgend op de datum waarop het besluit is genomen.

Artikel 3 Beleidsregels

De raad is bevoegd beleidsregels vast te stellen omtrent de door hem gedelegeerde bevoegdheden, welke bevoegdheid niet kan worden ondergedelegeerd.

 

Artikel 4 Mandaat

Het college van burgemeester en wethouders kan de uitoefening van de in dit besluit gedelegeerde bevoegdheden opdragen aan door hem aan te wijzen ambtenaren.

 

Artikel 5 Register

1. Alle verleende delegaten worden in een register opgenomen.

2. Het delegatieregister wordt bij de balie Publiekszaken ter inzage gelegd. Eenmaal per jaar wordt een geactualiseerde versie van de delegatiebesluiten vastgesteld en bekendgemaakt.

 

Artikel 6 Intrekking

Het Algemeen Delegatiebesluit 2000 van 25 mei 2000 wordt hierbij ingetrokken. Bij inwerkingtreding van dit besluit vervallen alle eerder genomen delegatiebesluiten.

 

Artikel 7 Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze regeling treedt in werking acht dagen na de bekendmaking.

2. De regeling kan worden aangehaald als “Delegatieregeling gemeente Almelo 2007”.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Almelo op

2 oktober 2007

De griffier, De voorzitter,

Bijlage: relevante wetsartikelen uit de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet Algemene wet bestuursrecht

 

Hoofdstuk 10. Bepalingen over bestuursorganen

 

Titel 10.1. Mandaat en delegatie en attributie

 

Afdeling 10.1.2. Delegatie

 

Artikel 10:13

Onder delegatie wordt verstaan: het overdragen door een bestuursorgaan van zijn bevoegdheid tot het nemen van besluiten aan een ander die deze onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent.

 

Artikel 10:14

Delegatie geschiedt niet aan ondergeschikten.

 

Artikel 10:15

Delegatie geschiedt slechts indien in de bevoegdheid daartoe bij wettelijk voorschrift is voorzien.

 

Artikel 10:16

1. Het bestuursorgaan kan ter zake van de uitoefening van de gedelegeerde bevoegdheid uitsluitend beleidsregels geven.

2. Degene aan wie de bevoegdheid is gedelegeerd, verschaft het bestuursorgaan op diens verzoek inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheid.

 

Artikel 10:17

Het bestuursorgaan kan de gedelegeerde bevoegdheid niet meer zelf uitoefenen.

 

Artikel 10:18

Het bestuursorgaan kan het delegatiebesluit te allen tijde intrekken.

 

Artikel 10:19

Een besluit dat op grond van een gedelegeerde bevoegdheid wordt genomen, vermeldt het delegatiebesluit en de vindplaats daarvan.

 

Artikel 10:20

1. Op de overdracht door een bestuursorgaan van een bevoegdheid van een ander bestuursorgaan tot het nemen van besluiten aan een derde is deze afdeling, met uitzondering van artikel 10:16, van overeenkomstige toepassing.

2. Bij wettelijk voorschrift of bij het besluit tot overdracht kan worden bepaald dat het bestuursorgaan wiens bevoegdheid is overgedragen beleidsregels over de uitoefening van die bevoegdheid kan geven.

3. Degene aan wie de bevoegdheid is overgedragen, verschaft het overdragende en het oorspronkelijk bevoegde bestuursorgaan op hun verzoek inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheid.

 

Gemeentewet

 

Titel III. De bevoegdheid van het gemeentebestuur

 

Hoofdstuk VIII Algemene bepalingen

 

[Bekendmaking]

Artikel 139

1. Besluiten van het gemeentebestuur die algemeen verbindende voorschriften inhouden, verbinden niet dan wanneer zij zijn bekendgemaakt.

2. De bekendmaking geschiedt door plaatsing in het gemeenteblad, dan wel, bij gebreke daarvan, door opneming in een andere door de gemeente algemeen verkrijgbaar gestelde uitgave.

3. Bij de bekendmaking van een besluit dat aan goedkeuring is onderworpen, wordt de dagtekening vermeld van het besluit waarbij die goedkeuring is verleend of wordt de mededeling gedaan van de omstandigheid dat ingevolge artikel 10:31, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht een besluit tot goedkeuring wordt geacht te zijn genomen.

 

[Terinzagelegging]

Artikel 140

Besluiten van het gemeentebestuur die algemeen verbindende voorschriften inhouden, liggen voor een ieder kosteloos ter inzage op de gemeentesecretarie of op een andere door de raad te bepalen plaats.

 

[Recht op afschrift]

Artikel 141

Een ieder kan op zijn verzoek een afschrift verkrijgen van de besluiten van het gemeentebestuur die ingevolge artikel 140 ter inzage liggen.

 

 

Hoofdstuk IX. De bevoegdheid van de raad

[Delegatie van bevoegdheden van de raad]

 

Artikel 156

1. De raad kan aan het college, een door hem ingestelde bestuurscommissie en een deelraad bevoegdheden overdragen, tenzij de aard van de bevoegdheid zich daartegen verzet.

2. De raad kan in ieder geval niet overdragen de bevoegdheid tot:

a. de instelling van een onderzoek, bedoeld in artikel 155a, eerste lid;

b. de vaststelling of wijziging van de begroting, bedoeld in artikel 189;

c. de vaststelling van de jaarrekening, bedoeld in artikel 198;

d. het stellen van straf op overtreding van de gemeentelijke verordeningen;

e. de vaststelling van de verordening, bedoeld in artikel 212, eerste lid;

f. de vaststelling van de verordening, bedoeld in artikel 213, eerste lid;

g. de aanwijzing van een of meer accountants, bedoeld in artikel 213, tweede lid;

h. de heffing van andere belastingen dan de belastingen, genoemd in artikel 225, de precariobelasting, de rechten, genoemd in artikel 229, de rechten waarvan de heffing geschiedt krachtens andere wetten dan deze wet en de heffing, bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

3. De bevoegdheid tot het vaststellen van verordeningen, door strafbepaling of bestuursdwang te handhaven, kan de raad slechts overdragen voor zover het betreft de vaststelling van nadere regels met betrekking tot bepaalde door hem in zijn verordeningen aangewezen onderwerpen.

4. De artikelen 139, tweede lid, 140 en 141 zijn van overeenkomstige toepassing op een besluit dat wordt genomen op grond van het eerste lid.

5. Het tweede lid, aanhef en onder d, en het derde lid zijn niet van toepassing op een deelraad.

 

 

Hoofdstuk X. De bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders

 

[Bestuur]

Artikel 160

1. Het college is in ieder geval bevoegd:

a. het dagelijks bestuur van de gemeente te voeren, voor zover niet bij of krachtens de wet de raad of de burgemeester hiermee is belast;

b. beslissingen van de raad voor te bereiden en uit te voeren, tenzij bij of krachtens de wet de burgemeester hiermee is belast;

c. regels vast te stellen over de ambtelijke organisatie van de gemeente, met uitzondering van de organisatie van de griffie;

d. ambtenaren, niet zijnde de griffier en de op de griffie werkzame ambtenaren, te benoemen, te schorsen en te ontslaan;

e. tot privaatrechtelijke rechtshandelingen van de gemeente te besluiten en deze te verrichten;

f. rechtsgedingen namens de gemeente of het gemeentebestuur te voeren, handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, alsmede namens de gemeente of het gemeentebestuur bezwaar te maken, tenzij de raad, voor zover het de raad aangaat, in voorkomende gevallen anders beslist;

g. ten aanzien van de voorbereiding van de civiele verdediging;

h. jaarmarkten of gewone marktdagen in te stellen, af te schaffen of te veranderen.

2. Het college besluit slechts tot de oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang. Het besluit wordt niet genomen dan nadat de raad een ontwerpbesluit is toegezonden en hij zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college heeft kunnen brengen.

3. Een besluit als bedoeld in het tweede lid behoeft de goedkeuring van gedeputeerde staten. De goedkeuring kan slechts worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang.

4. Het college neemt, ook alvorens is besloten tot het voeren van een rechtsgeding, alle conservatoire maatregelen en doet wat nodig is ter voorkoming van verjaring of verlies van recht of bezit.

 

 

[Verantwoordings- en inlichtingenplicht]

Artikel 169

1. Het college en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur.

2. Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft.

3. Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang.

4. Zij geven de raad vooraf inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder e, f, g, en h, indien de raad daarom verzoekt of indien de uitoefening ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente. In het laatste geval neemt het college geen besluit dan nadat de raad zijn wensen en bedenkingen terzake ter kennis van het college heeft kunnen brengen.