Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Compensatie en herplant van bomen |
Citeertitel | Compensatie en herplant van bomen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-06-2023 | aanhef, paragraaf, bijlage 1, 2, 3, 4 | 09-05-2023 | |||
20-06-2023 | 22-06-2023 | nieuwe regeling | 12-07-2016 |
Een gezond bomenbestand helpt de stad aantrekkelijk te maken voor bewoners, bedrijven en investeerders. Met behulp van de bomenverordening zorgt de gemeente ervoor dat het volume van het bomenbestand in de stad op peil blijft en zorgvuldig wordt omgesprongen met de bomen.
In artikel 7, eerste lid van de Bomenverordening 2014 wordt bepaald dat in beginsel altijd een herplantplicht als voorschrift aan de vergunning wordt verbonden. Alleen als zwaarwegende omstandigheden zich daartegen verzetten kan worden afgezien van de herplantplicht.
Met het tweede lid van artikel 7 wordt beoogd om bij herplant zoveel mogelijk te streven naar herplant met vergelijkbare aantallen bomen van vergelijkbare leeftijd of dikte. De omschrijving geeft ruimte om al naar gelang de omstandigheden het meest haalbare resultaat na te streven.
Ook voorziet de verordening in een gemeentelijk herplantfonds, dat financiële compensatie van bomen mogelijk maakt. Wanneer gekapte bomen niet fysiek gecompenseerd kunnen worden, kan de geldwaarde die deze bomen vertegenwoordigen, in het fonds gestort worden. Deze middelen worden vervolgens benut voor aanplant van bomen elders in de stad.
Een grondslag voor compensatie
Hoeveel bomen hebben we in Amsterdam nodig? De huidige bomenverordening stelt - impliciet - het huidige bomenbestand als norm. Dit bestand is ongeveer wat Amsterdam wil behouden.
Nieuwe bomen kunnen vaak alleen met behulp van technische hulpmiddelen worden ingepast.
Wanneer we niet aantallen, maar de diensten die bomen aan de stad leveren centraal stellen, kan de grondslag voor het bomenbeleid als volgt worden geformuleerd: Amsterdam wil de capaciteit van ecosysteemdiensten door bomen op peil houden, waarbij het huidige aantal bomen in de stad als richtsnoer wordt aangehouden.
Daarmee is niet gezegd dat Amsterdam verzadigd is met groen. Gevels, daken en delen van de openbare ruimte bieden nog veel ruimte die, dankzij nieuwe technieken, benut kan worden voor begroeiing (Singapore bijvoorbeeld excelleert op dit terrein). Maar als we ons beperken tot bomen is Amsterdam min of meer op maximale capaciteit en dat willen we, gelet op de vele baten die bomen opleveren, vooral zo houden. Om die reden wordt in het bomenbeleid het uitgangspunt ‘kap mits herplant’ gehanteerd.
Dit uitgangspunt houdt in dat op microniveau bomen kunnen komen en gaan, mits op de schaal van de stad het volume van het bomenbestand op peil blijft. Dit principe maakt een flexibeler bomenbeheer mogelijk. Dat is belangrijk omdat steden voortdurend evolueren en van tijd tot tijd ruimtelijke aanpassing vragen, waarbij bomen soms in de weg kunnen staan. Dat geldt zeker in de huidige tijd van ‘versnellende versnelling’, waarin het vermogen van een stad om op nieuwe omstandigheden te reageren danig op de proef wordt gesteld. In de praktijk worden bomen door plannenmakers zo veel mogelijk ontzien, maar vaak is kap of verplanten de enige mogelijkheid om ruimte te scheppen voor aanpassing van een stuk stad.
Dat betekent uitdrukkelijk niet dat elke boom die in de weg staat, gekapt kan worden. De compensatieverplichting dwingt de initiatiefnemer tot een zorgvuldige afweging tussen behoud, verplanten of kappen. Kappen kost vanwege de compensatieverplichting immers geld, nog los van de maatschappelijke weerstand die kap oproept. Voor monumentale bomen geldt bovendien een bijzondere bescherming.
Hoe wordt dit principe in de praktijk van de vergunningverlening toegepast? Eenvoudig gesteld doen zich bij het verbinden van een herplantplicht aan kapvergunningen de volgende situaties voor, waarbij in alle situaties wordt gestreefd naar een gelijkwaardige herplant maar daaraan per situatie een verschillende invulling wordt gegeven.
Kap van bomen door particulieren in veelal (binnen)tuinen
Dit betreft veelal kapaanvragen voor beperkte aantallen bomen in situaties waarin de stedelijke omgeving niet wezenlijk verandert. De groenadviseur van de gemeente adviseert over de kapaanvraag. Indien de kapvergunning wordt verleend, is de bedoeling dat een boom die wordt gekapt, door een vergelijkbare boom wordt vervangen. Hierover adviseert de groenadviseur van de gemeente welk advies leidend is. Alleen indien nodig, ten gevolge van omvang en/of ligging van de binnentuin, wordt maatwerk toegepast in het advies van de groenadviseur. Dat maatwerk is ten allen tijden gericht op herstel van het groen, in bomen en/of andere beplanting.
Kap van bomen door (vaak) gemeentelijke beheerorganisaties in het kader van reguliere vervangingsopgave
Dit betreft kapaanvragen voor bomen in de openbare ruimte in situaties waarin de stedelijke omgeving niet wezenlijk verandert. Het volgt meestal uit het onderhoud van de stad. Het kan gaan om inboeten en veiligheid (het vervangen van zieke of onveilige bomen, en bomen die onveilig zijn omdat ze tegen het einde van de levenduur zitten). In deze gevallen kunnen bomen gewoonlijk ter plekke vervangen worden. Boom-door-boom vervanging is ook hier het uitgangspunt. De gemeentelijke groenadviseur gaat bij zijn advies over de herplant uit van de boommaat in het Beleidskader van de Puccinimethode. Als vervanging van de boom ter plekke niet meer mogelijk is, en ook elders in het plangebied of gemeente niet kan worden herplant, kan in de vergunning de mogelijkheid worden geboden tot financiële compensatie door storting van de monetaire waarde van de gevelde boom in het herplantfonds zodat elders een boom kan worden gerealiseerd.
Kap van bomen bij stedelijke herstructureringen, grote groenrenovaties, herprofileringen van straten of pleinen.
Dit betreft meestal (maar niet altijd) kapaanvragen voor grotere aantallen bomen, doorgaans in het kader van een stedelijke of een ‘groene’ herstructurering. De aanvragers zijn vaak bouwondernemers, maar ook gemeentelijke beheerorganisaties. Denk aan een bomenrijk stadsrandgebied dat wordt omgevormd tot een woon- of kantorengebied (Zuidas, Science Park, Amstelkwartier) of de renovatie van een park of een volkstuinpark waarbij het bomenbestand wordt uitgedund, een herprofilering van een straat of plein. Uitgangspunt is om gevelde houtopstanden te vervangen door een gelijkwaardige houtopstand. Dat betekent dat een te kappen boom moet worden vervangen door een gelijkwaardige boom. Dat wil zeggen dat de boom vervangen moet worden door een boom met dezelfde fysieke boomwaarde, uitgedrukt in leeftijd, of stamdikte als maat voor de leeftijd. Het is daarbij mogelijk een boom te vervangen door meerdere bomen, mits die samen gelijkwaardig zijn aan de gevelde boom. De herplant dient in principe plaats te vinden in het plangebied.
ls dat niet mogelijk is, dan kan de herplant nabij het plangebied plaatsvinden. In dit soort projecten is het echter meestal niet mogelijk om een gelijkwaardige houtopstand op of nabij de locatie te realiseren. In veel gevallen gaat het hierbij om een vergunningaanvraag uit hoofde van een grootstedelijk project (herstructurering, renovatie, gebiedsontwikkeling). Zulke kapaanvragen maken veelal deel uit van Fase 4 van het Plaberum (Uitvoeringsfase). Indien gelijkwaardige herplant niet (volledig) tot de mogelijkheden behoort is financiële compensatie mogelijk, voor de hoeveelheid bomen die niet herplant kunnen worden. Storting dient plaats te vinden in het Amsterdamse oftewel gemeentelijk herplantfonds.
Daarnaast zullen er situaties zijn die niet onder de 3 hierboven genoemde situaties vallen. Per situatie wordt bekeken wat wenselijk en redelijk is, uitgaande van de herplantplicht en het streven naar gelijkwaardige herplant.
De Bomenverordening 2014 schrijft voor dat gevelde houtopstanden kúnnen worden vervangen door een gelijkwaardige houtopstand. Het is daarbij mogelijk een boom te vervangen door meerdere bomen, mits die samen gelijkwaardig zijn aan de gevelde boom. Waar in de vergunning besloten wordt tot het opleggen van een herplantplicht waarbij een gelijkwaardige houtopstand teruggeplant moet worden, zal de fysieke boomwaarde van de te vellen houtopstand bepaald moeten worden. De ‘munteenheid’ voor vervanging is de fysieke boomwaarde, uitgedrukt in leeftijd (of stamdikte als maat) voor leeftijd.
De tweede kolom van Tabel 1 vermeldt het aantal zogenaamde standaardbomen dat moet worden herplant voor elke gekapte boom, naar rato van de leeftijd van de gekapte boom (eerste kolom).Om praktische redenen wordt gebruik gemaakt van leeftijdsklassen van 8 jaar (de gemiddelde leeftijd van een nieuwe boom op een kwekerij met een stamomtrek van 18-20 cm).
Tabel 1. Omrekentabel herplant aantal bomen in boomjaren en herplant van één boom met een dikkere stamomtrek
Aantal te herplanten bomen (stamomtrek 18-20 cm op 1 m hoogte) | Herplant van één dikkere boom met stamomtrek van …. cm op 1m hoogte | |
Uiteindelijk adviseert de groenadviseur aan de hand van de bepaalde monetaire waarde en met inachtneming van de feitelijke omstandigheden op welke wijze het streven naar een gelijkwaardige herplantplicht vorm krijgt.
Financiële compensatie middels bepaling economische boomwaarde
Artikel 7, derde lid, van de Bomenverordening 2014 bepaalt: “Als herplant niet tot de mogelijkheden behoort, kan aan de vergunning of de jaarvergunning het voorschrift worden verbonden dat de monetaire boomwaarde van de gevelde houtopstand wordt gestort in het herplantfonds van de gemeente of een vergelijkbare gemeentelijke herplantregeling. De volgende stappen dienen te worden gezet bij het verbinden van een voorschrift tot financiële compensatie aan een vergunning:
2. Kap van bomen bij stedelijke herstructureringen en grote groenrenovaties.
Ook bij grote stedelijke projecten, renovatie en herstructurering was en blijft het uitgangspunt dat herplant in of in de directe nabijheid (indien mogelijk) van het projectgebied plaatsvindt. Indien dit niet mogelijk is, dan bij voorkeur in het stadsdeel waar de werkzaamheden plaatsvinden.
Alleen voor de bomen die niet herplant kunnen worden, kan, indien daartoe een voorschrift aan de vergunning is verbonden, storting van de monetaire waarde in het gemeentelijk herplantfonds plaatsvinden. Van de mogelijkheid tot het instellen van een projectgebonden herplantfonds zal geen gebruik meer worden gemaakt. Projectgebonden herplantfondsen die reeds bestonden ten tijde van het vaststellen van deze notitie blijven bestaan.
Het gemeentelijk herplantfonds maakt het mogelijk bomen tijdelijk als geld ‘op de bank te zetten’, zodat dit geld later weer omgezet kan worden in bomen. Het resultaat dat hiermee wordt beoogd, is het versnellen van de stedelijke planvorming zonder dat dit ten koste gaat van de totale hoeveelheid groen in de stad.
Vergunningaanvragers die niet fysiek kunnen herplanten en daarom financieel moeten compenseren, storten het verschuldigde geldbedrag op het rekeningnummer van Middelen en Control, Gemeente Amsterdam. De financiële boekhouding en rapportage wordt binnen de gemeente uitgevoerd door Ruimte en Duurzaamheid.
Er worden geen nieuwe projectgebonden herplantfondsen meer vastgesteld. Projectgebonden herplantfondsen, fondsen voor afgebakende, projectgebonden gebieden, die reeds bestonden voor het vaststellen van deze beleidsregels, blijven bestaan.
Bijlage 1: Rolverdeling vergunningprocedure
De kapvergunning is onderdeel van de omgevingsvergunning (Wet algemene bepalingenomgevingsrecht, Wabo). De vergunningprocedure vindt plaats op basis van de door de Wabo voorgeschreven werkwijze en aanvullende eisen van de gemeente.
De vergunningverlener/toezichthouder:
Een boomrijk gebied in de stadsrand wordt aangewezen als bouwlocatie. Het is duidelijk dat de gekapte bomen niet volledig in het plan (of de nabijheid) kunnen worden gecompenseerd. Van het aantal bomen dat niet kan worden herplant, wordt de monetaire waarde bepaald. Dit bedrag wordt door het projectmanagement via de compensatieladder besteed aan nieuwe bomen in het plangebied. Het totale bedrag kan niet in zijn geheel worden besteed. Het restant wordt overgeheveld naar het gemeentelijke herplantfonds.
Uit de plannen blijkt dat 100 bomen kunnen blijven staan. Er worden dus in totaal 1150 bomen gekapt. Volgens beleid moet er als eerste fysiek gecompenseerd worden, dat in dit geval kan voor 650 bomen.
Echter, er worden bomen van verschillende waarden gekapt en van verschillende diktes en leeftijden. Men plaatst een standaardmaat terug. Hoe bereken je dan wat die 500 bomen waard zijn? Welke bomen ‘Dan ga je uit van de gemiddelde waarde van de bomen. Dit gemiddelde bereken je door om te rekenen naar standaardbomen.
In dit project is bepaald dat er 650 bomen terug worden geplaatst die één maat groter zijn dan de standaardboom. Omgerekend zijn dat 1300 standaard bomen.
De 1150 bomen die worden gekapt zijn 25 jaar (1000 stuks) en 40 jaar (150 stuks) oud.
Dat zijn omgerekend naar standaardbomen, 1000 stuks x 3 plus 150 stuks x 5 = 3750 standaardbomen.
In dit gebied blijkt dat de totale monetaire waarde, beoordeeld door een bomentaxateur, van de 1150 te kappen bomen € 7.500.000,- is. Hierdoor is één standaardboom = € 7.500.000 / 3750 = € 2.000,- waard. Er worden 650 bomen van een grotere maat teruggeplant, dat zijn omgerekend 1.300 standaardbomen. De waarde hiervan is 1.300 x € 2.000 is € 2.600.000,-.
De waarde van de 500 bomen die niet worden teruggeplant zijn daarom: € 7.500.000 minus 2.600.000 = € 4.900.000,-.
Conclusie: Er worden 650 bomen teruggeplant. Daarnáást moet er € 4.900.000 in het stedelijk herplantfonds, of het projectgebonden herplantfonds gestort worden. Dit wordt geïnvesteerd in bomen in de stad (herplantfonds) of groeiplaatsverbetering of aanvullend groen in het projectgebied (projectgebonden herplantfonds).