Organisatie | Fryslân |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Wadloopverordening 2023 |
Citeertitel | Wadloopverordening 2023 |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2023 | nieuwe regeling | 21-12-2022 | 02034816 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
Begeleider: een meerderjarige die deelnemers van een natuureducatieve wadlooptocht of een tocht op een droogvallende plaat begeleidt of degene die de wadloopgids bij een wadlooptocht met grote groepen ondersteunt. Deze persoon dient te beschikken over een machtiging van een rechtspersoon en over een vergunning als bedoeld in artikel 4, tweede lid, onder f;
Waddenzee: het gebied, zoals aangegeven op bijlage 4 gevoegd bij het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) en de daarvoor in de plaats tredende bijlage horende bij het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). Tevens is de Waddenzee een Natura 2000-gebied, die speciale bescherming geniet op grond van de Wet natuurbescherming, en staat de Waddenzee op de UNESCO Werelderfgoedlijst;
De in artikel 3 omschreven verboden gelden niet voor:
een persoon die, zelfstandig, niet in georganiseerd verband, vanaf de kust van het vasteland of vanaf een eiland, een aan deze kust of dat eiland grenzende plaat of kwelder betreedt, teneinde een recreatieve activiteit te ondernemen met een strikt lokaal karakter, niet zijnde een wadlooptocht, waarbij geen geul wordt overgestoken en tot maximaal 500 meter van de begroeiing op de kwelder gelopen wordt. Het rapen van schaal- en schelpdieren mag wel in kleinschalig georganiseerd verband plaatsvinden onder deze vrijstelling.
Artikel 7 – Weigering van de aanvraag
Gedeputeerde Staten kunnen de aanvraag van een vergunning of erkenning, als bedoeld in artikel 4, eerste en tweede lid, geheel of gedeeltelijk weigeren als:
Artikel 8 – Wijziging, schorsing of intrekking van de vergunning of erkenning
Gedeputeerde Staten gaan, behoudens spoedeisende gevallen, niet over tot intrekking dan nadat zij de vergunning- of erkenninghouder in de gelegenheid hebben gesteld een zienswijze naar voren te brengen en nadat zij advies hebben ingewonnen van de VACW. De door de vergunning- of erkenninghouder ingediende zienswijze zal betrokken worden bij de totstandkoming van het advies van de VACW en het definitieve besluit.
De commissie, als bedoeld in de ‘Procedureverordening bezwaar, beroep en klachten provincie Fryslân 2020’, adviseert over bezwaren tegen besluiten van Gedeputeerde Staten op basis van deze verordening.
De op grond van de Wadloopverordening 2019 afgegeven geldende vergunningen en erkenningen worden gelijkgesteld met de in artikel 4, eerste lid en tweede lid, onder a t/m c, opgenomen vergunningen en de in artikel 4, tweede lid, onder e, opgenomen erkenning, voor zover deze voor dezelfde activiteit afgegeven zijn.
De onder artikel 3, eerste en vierde lid, opgenomen verbodsbepalingen zijn niet van toepassing voor sololopers, indien de sololoper beschikt over een solopas op grond van de Wadloopverordening 2019. De vergunninghouder dient bij het verstrijken van de geldigheidsduur van de solopas een vergunning als bedoeld in artikel 4, tweede lid, sub d, aan te vragen, maar behoeft geen E-learning af te leggen als bedoeld in artikel 6, derde lid, sub d, onder ii.
De onder artikel 3, eerste en zesde lid, opgenomen verbodsbepalingen zijn niet van toepassing voor begeleiders, indien de begeleider beschikt over een begeleiderspas op grond van de Wadloopverordening 2019. De begeleider zal na het verstrijken van de geldigheidsduur van zijn begeleiderspas een vergunning dienen aan te vragen als bedoeld in artikel 4, tweede lid, sub f, maar behoeft geen E-learning af te leggen als bedoeld in artikel 6, derde lid, sub f, onder ii.
Toelichting Wadloopverordening 2023
Om te voorkomen dat begrippen uit de verordening naar believen worden uitgelegd en om discussie te voorkomen over de reikwijdte van de verordening, wordt hierna ingegaan op artikelen die toelichting behoeven.
De provincie Fryslân is penvoerder en kassier voor de provincies Groningen en Noord-Holland. De colleges van Groningen en Noord-Holland hebben het afdelingshoofd en de teamleiders van de afdeling Omgevingszaken van de provincie Fryslân gemandateerd voor het verlenen van vergunningen, voor zover de aanvragen betrekking hebben op het grondgebied van de provincies Groningen en/of Noord-Holland. Het mandaat ziet niet op bevoegdheden tot het nemen van besluiten in het kader van handhaving, behalve als het een besluit tot intrekking, wijziging of schorsing van een wadloopvergunning betreft.
De examencriteria zijn gezamenlijk opgesteld door de provincie(s) en de wadlooporganisaties en worden “Eindtermen Wadloopgids” genoemd. Aan de hand van de eindtermen wordt een eindtermenformulier opgesteld die gebruikt wordt tijdens het afnemen van het wadloopexamen.
Machtiging van een rechtspersoon
Wanneer een persoon als gids of begeleider voor een rechtspersoon wil fungeren, dient die rechtspersoon hiervoor een ondertekende machtiging af te geven. Onder de Wadloopverordening 2019 werd dit veelal gedaan via een door de rechtspersoon toegezonden overzicht van begeleiders en gidsen. Dit is voldoende, indien dit tijdig en ondertekend wordt verzonden naar Gedeputeerde Staten van Fryslân.
Op basis van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) wordt de Waddenzee als volgt omschreven: “Als Waddenzee wordt aangewezen het gebied binnen het waddengebied, waarvan de geometrische plaatsbepaling is vastgelegd in het GML-bestand bij dit besluit en is verbeeld op kaart 4.” Deze kaart is als bijlage 4 gevoegd bij het Barro. Ten tijde van het schrijven van deze Wadloopverordening, is de inwerkingtreding van de Omgevingswet aanstaande. Vanaf dat moment zal het Barro opgaan in het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). Vanaf dat moment zal de vervangende bijlage in het Bkl leidend zijn voor de bepaling van het begrip ‘Waddenzee’.
Onder deze definitie worden recreatieve activiteiten op het wad begrepen, zoals:
Artikel 2 – Doel van deze verordening
De wadloopverordening heeft als doelstelling de veiligheid van de, veelal ongeoefende, deelnemers aan de wadloopsport zoveel mogelijk te waarborgen. Door middel van regulering door vergunningverlening met de daarbij horende (veiligheids-)voorschriften worden risico’s verminderd.
Lid 1. Deze verbodsbepaling betreft een algemene verbodsbepaling die dient als vangnet. In de overige leden worden meer specifieke verbodsbepalingen gegeven.
Lid 3. Personen die zelfstandig, niet in dienst van een rechtspersoon, wadlooptochten met deelnemers willen begeleiden, dienen hiervoor een vergunning aan te vragen. Dit betreft zowel wadlooptochten voor kleine groepen, natuureducatieve tochten en tochten op droogvallende platen. Dit verbod geldt slechts voor gidsen die zelfstandig een wadlooptocht organiseren en/of leiden en heeft derhalve geen betrekking op gidsen die een wadlooptocht leiden voor een rechtspersoon. Op laatstgenoemde gidsen is de verbodsbepaling in artikel 3 lid 5 van toepassing.
Lid 5. Deze verbodsbepaling is van toepassing op gidsen die wadlooptochten willen leiden voor een rechtspersoon. Zij kunnen gebruikmaken van de wadloopvergunning van de rechtspersoon, indien zij beschikken over een erkenning én over een machtiging van de rechtspersoon. Dat zij over een machtiging moeten beschikken wordt opgenomen als vergunning- of erkenningsvoorschrift.
Lid 6. Personen die als begeleider voor een rechtspersoon willen fungeren, dienen een begeleidersvergunning aan te vragen.
Artikel 4 - Vergunning/erkenning
Volgens mandaatregelingen van Gedeputeerde Staten van Groningen en Noord-Holland zijn Gedeputeerde Staten van Fryslân gemandateerd voor het verlenen van vergunningen op grond van artikel 4 van deze verordening.
Lid 2 sub a. Gedeputeerde Staten kunnen aan natuurlijke personen een vergunning verlenen voor het organiseren en leiden van wadlooptochten met maximaal 12 deelnemers. Dit betreft de vergunning voor zelfstandige gidsen, die niet voor een rechtspersoon lopen, om wadlooptochten met maximaal 12 deelnemers over het wad te organiseren en leiden.
Lid 2 sub d Gedeputeerde Staten kunnen aan natuurlijke personen een vergunning verlenen voor het houden van solotochten. Dit betreft de vergunning voor sololopers, waarvoor onder de Wadloopverordening 2019 een solopas werd afgegeven. Als nieuwe voorwaarde voor de solovergunning geldt dat een E-learning afgelegd moet worden. Sololopers die beschikken over een solopas op basis van de Wadloopverordening 2019, hoeven pas een solovergunning aan te vragen wanneer hun solopas verloopt. Bij de aanvraag van een nieuwe solovergunning hoeven zij geen E-learning af te leggen.
Lid 2 sub e. Gedeputeerde Staten kunnen aan een natuurlijk persoon een erkenning verlenen voor het leiden van wadlooptochten met deelnemers voor een organisatie. Met deze erkenning kan men enkel lopen voor de rechtspersoon of rechtspersonen waardoor men gemachtigd is en de routes waarvoor men wadloopexamen heeft afgelegd. Van de machtiging kan slechts gebruikgemaakt worden wanneer de daaraan ten grondslag liggende vergunning geldig is. Deze beperkingen zullen worden opgenomen in de erkenning.
Lid 2 sub f. Gedeputeerde Staten kunnen aan natuurlijke personen een vergunning verlenen voor het begeleiden van wadlooptochten met deelnemers voor een rechtspersoon. Onder de Wadloopverordening 2019 ontvingen begeleiders een begeleiderspas, in plaats van een begeleidersvergunning. Als nieuwe voorwaarde voor de begeleidersvergunning geldt dat een E-learning afgelegd moet worden. Begeleiders die beschikken over een begeleiderspas op basis van de Wadloopverordening 2019, hoeven pas een vergunning voor begeleiders aan te vragen wanneer hun begeleiderspas verloopt. Bij de aanvraag van een nieuwe vergunning voor begeleiders hoeven zij geen E-learning af te leggen.
Lid 3. Een vergunning of erkenning zal naar plaats begrensd worden, indien een gids zijn wadloopexamen slechts voor een gedeelte van het wad, in plaats van het gehele wad, heeft afgelegd. De vergunning of erkenning zal slechts voor dat gedeelte van het wad verleend worden waarvoor de gids is geëxamineerd met positief resultaat.
Lid 1 sub a. Deelnemers van wadlooptochten hebben geen vergunning van Gedeputeerde Staten nodig. Voorwaarde hiervoor is dat de wadlooptocht waaraan wordt deelgenomen georganiseerd is door een natuurlijk persoon die beschikt over een vergunning als bedoeld in artikel 4 lid 2, sub a, b of c of een rechtspersoon die beschikt over een vergunning als bedoeld in artikel 4 lid 1.
Tevens van belang voor deze vrijstelling is dat de deelnemer zich in de onmiddellijke nabijheid van de wadloopgids of begeleider dient te bevinden. Dit is ingegeven doordat in het verleden deelnemers van de gids afdwaalden, zelfstandig naar de kust liepen of zich zonder overleg aansloten bij een andere groep. De onmiddellijke nabijheid van de wadloopgids betreft dan ook een afstand waarop de gids en deelnemer elkaar nog moeiteloos kunnen zien en zich moeiteloos richting de ander hoorbaar kunnen maken.
Lid 1 sub b en c. Groepen mensen die een droogvallende plaat wensen te betreden, hebben geen vergunning nodig indien zij voldoen aan de in deze artikelen genoemde voorwaarden. De vrijstelling voor acht tot vijftig personen is ingesteld vanwege tochten door de kleine beroepsvaart, waaronder de bruine vloot. Daarom is een maximumcapaciteit voor een vaartuig opgenomen van vijftig personen (exclusief schipper).
Lid 1 sub d. Kleinschalig historisch medegebruik vindt op vele plaatsen langs de kust plaats, maar vooral op de eilanden. In het beheerplan Waddenzee is hierover het volgende opgenomen:
“Kleinschalig historisch medegebruik door plaatselijke kustbewoners vindt op vele plaatsen langs de kust plaats, maar vooral op de eilanden, bijvoorbeeld in de vorm van wadpieren steken en schelpdieren rapen voor eigen gebruik, vissen met net en struinen op het wad. Het zijn kleinschalige bezigheden uitgevoerd op een wijze en in een mate zoals van oudsher gebruikelijk, of van vergelijkbare aard en omvang. Een gedetailleerde beschrijving van de recreatie op en vanaf de stranden en strandvlaktes van de Waddeneilanden is te vinden in de beheerplannen van de betreffende eilanden.”
De activiteit vindt vooral plaats aan de zuidzijde van de bewoonde delen van de eilanden. Het kleinschalige medegebruik is in het algemeen extensief, vooral langs de vaste wal. De veiligheid is hier minder in het geding, omdat de mensen op vaste grond staan, die vastzit aan de kust. Bij opkomend water kunnen ze teruglopen naar de kust. Omdat het veiligheidsrisico zeer beperkt is, is dit gebruik niet vergunningplichtig. Daarbij is van belang dat tot 500 meter vanaf de begroeiing op de kwelder gelopen mag worden en geen geul wordt overgestoken. Deze vrijstelling geldt slechts voor personen die zelfstandig deze activiteiten ondernemen, niet in georganiseerd verband (m.u.v. het rapen van schaal- en schelpdieren).
Lid 2. Indien men beschikt over een zelfstandige vergunning voor het houden van wadlooptochten of een erkenning, is men ook bevoegd om solotochten te lopen. De gedachte hierachter is dat natuurlijke personen die beschikken over een dergelijke vergunning of erkenning, het wadloopexamen hebben afgelegd en derhalve over voldoende kennis beschikken om solotochten te lopen. Hierbij dient opgemerkt te worden dat een erkenning slechts geldig is wanneer hieraan een machtiging van een rechtspersoon, voor het gebruikmaken van diens vergunning, ten grondslag ligt.
Lid 3. Indien een wadloopgids, die beschikt over een erkenning voor het leiden van wadlooptochten, tochten voor een rechtspersoon wil begeleiden, hoeft hij geen begeleidersvergunning aan te vragen. Het tonen van een erkenning voor het leiden van wadlooptochten is afdoende hiervoor.
Lid 1. Volgens de verordeningen van Gedeputeerde Staten van de provincies Noord-Holland en Groningen worden alle aanvragen voor een wadloopvergunning ingediend bij Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân. Dit zorgt voor een eenduidige afhandeling en efficiëntie.
Lid 3. Nieuw in deze verordening is dat door begeleiders en sololopers (wadlopers die beschikken over een zelfstandige vergunning voor tochten zonder deelnemers) een E-learning afgelegd moet worden. Deze eis geldt slechts voor nieuwe aanvragen. Begeleiders en sololopers die ten tijde van de inwerkingtreding van deze verordening reeds beschikken over een begeleiders- of solopas, hoeven geen E-learning af te leggen. De E-learning is voor onbeperkte tijd geldig en hoeft niet opnieuw afgelegd te worden bij een nieuwe aanvraag.
Personen die als gids of begeleider willen fungeren voor een rechtspersoon, dienen te beschikken over een machtiging van een rechtspersoon. In deze machtiging wordt de gids of begeleider gemachtigd om te lopen op de vergunning van deze rechtspersoon. De erkenning of begeleidersvergunning kan slechts gebruikt worden wanneer de machtiging is ingediend bij de provincie Fryslân en men hiervan een bevestiging heeft gekregen van de provincie. Het is mogelijk dat de begeleider of gids deze machtiging (inclusief handtekening) zelf vraagt bij de rechtspersoon en indient. Ook kan de rechtspersoon de machtiging per post of per e-mail toezenden aan de provincie. Tenslotte kan een rechtspersoon ervoor kiezen om een lijst met namen van begeleiders en/of gidsen aan te leveren bij de provincie Fryslân, ook dit geldt als machtiging.
Artikel 7 - Weigering van de aanvraag
Onder a. Vergunningen worden afgegeven om de veiligheid op het wad te borgen. Wanneer er vrees bestaat dat de veiligheid niet geborgd kan worden indien een vergunning verleend wordt, kan deze geweigerd worden. De beoordeling hiervan ligt bij Gedeputeerde Staten van Fryslân, op basis van mandaat. Het vergt kennis om te beoordelen of de veiligheid in het geding is, deze kennis ligt bij Gedeputeerde Staten van Fryslân, eventueel na advisering door de VACW.
Onder c. Wanneer een aanvrager zich in het verleden niet aan een eerdere aan een wadloopvergunning verbonden voorschrift heeft gehouden, dient de VACW te adviseren over eventuele toekomstige vergunningverlening aan deze persoon. Hierbij adviseert de VACW tevens, aan de hand van de ernst van de overtreding, over de termijn waarbinnen deze persoon geen wadlooptochten mag (bege)leiden. Gedeputeerde Staten gebruiken dit advies bij eventuele weigering van de aanvraag. Indien Gedeputeerde Staten afwijken van het advies, dient dit gemotiveerd te worden.
Voor gevallen waarin de aanvrager een eerdere aan een wadloopvergunning verbonden voorschrift heeft overtreden vóór inwerkingtreding van deze verordening, geldt dat slechts overtredingen die maximaal twee jaar geleden zijn begaan als weigeringsgrond kunnen gelden.
Een voorbeeld hiervan is dat de aanvrager in het verleden zonder vergunning het wad op is gegaan of in het verleden niet heeft meegewerkt aan toezicht. Overigens kan dit ook een reden zijn voor wijziging, schorsing of intrekking van de vergunning of erkenning op grond van artikel 8, eerste lid, aanhef en onder a.
Onder d. Indien door de aanvrager onjuiste of onvolledige informatie is verstrekt, zal de aanvrager in de gelegenheid worden gesteld om zijn aanvraag aan te vullen dan wel aan te passen. Wanneer de aanvraag ook na dit verzoek onvolledig is of onjuiste informatie bevat, kan de aanvraag geweigerd worden.
Artikel 9 – Veiligheid Adviescommissie Wadlopen
Lid 1. De VACW is reeds ingesteld op grond van de Wadloopverordening 2019. Op grond van het overgangsrecht is geen nieuw instellingsbesluit vereist.
Lid 3. Nadere regels zijn reeds vastgesteld in het Reglement Veiligheid Adviescommissie Wadlopen op grond van de Wadloopverordening 2019. Op grond van het overgangsrecht is geen nieuw reglement vereist.
De commissie, als bedoeld in de Procedureverordening bezwaar, beroep en klachten provincie Fryslân, adviseert over bezwaren tegen besluiten van Gedeputeerde Staten op basis van deze verordening.
Gezien de concentratie van vergunningverlening in Fryslân, is het logisch om de bezwaarcommissie in Fryslân te belasten met de bezwaren tegen besluiten gebaseerd op deze mandatering. Gedeputeerde Staten van Fryslân zijn via mandaatbesluit bevoegd om in naam van de provincie Groningen en Noord-Holland besluiten op bezwaar te nemen.
Ondanks de vele wijzigingen in deze verordening ten opzichte van de Wadloopverordening 2019, trachten Provinciale Staten de situatie voor de huidige vergunninghouders, gidsen en begeleiders zoveel mogelijk hetzelfde te laten. Om die reden is overgangsrecht opgenomen.