Artikel 1. Definities
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
organisatorische eenheid:iedere eenheid binnen de gemeentelijke
organisatie die als zodanig een eigen rechtstreekse
verantwoordelijkheid aan het college heeft.
- b.
administratie:het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en
verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het
functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie en
ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.
- c.
financiële administratie:het onderdeel van de administratie dat
omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen
betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de
organisatie van de gemeente Haaren, teneinde te komen tot een goed
inzicht in:1. de financieel-economische positie;2. het financiële
beheer ;3. de uitvoering van de begroting;4. het afwikkelen van
vorderingen en schulden;5. alsmede tot het afleggen van rekening en
verantwoording daarover.
- d.
administratieve organisatie:het stelsel van organisatorische
maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden
van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke
informatieverzorging ten behoeve van de verantwoordelijke leiding.
- e.
financieel beheer :het uitoefenen van bestuur over en toezicht
houden op het beheer van middelen en het uitoefenen van rechten van
de gemeente Haaren.
- f.
rechtmatigheidhet in overeenstemming zijn met geldende wet- en
regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen, raadsbesluiten
en collegebesluiten.
- g.
doelmatigheidhet realiseren van bepaalde prestaties met een zo
beperkt mogelijke inzet van middelen.
- h.
doeltreffendheidde mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten
van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald.
Titeldeel 1 Begroting en verantwoording
Kaderstellen
Artikel 2 Programmabegroting
- 1.
De raad stelt in ieder geval bij aanvang van de nieuwe raadsperiode
een programma-indeling vast.
- 2.
De raad stelt per programma vast:a. de beoogde maatschappelijke
effecten;b. de te leveren goederen en diensten;c. de baten en
lasten.
- 3.
Het college stelt per programma indicatoren voor met betrekking tot
de beoogde maatschappelijke effecten en de te leveren goederen en
diensten.
- 4.
De raad stelt de indicatoren, bedoeld in het derde lid, vast.
- 5.
Het college draagt zorg voor het verzamelen en vastleggen van
gegevens over de geleverde goederen en diensten en de
maatschappelijke effecten, opdat de doelmatigheid en
doeltreffendheid van het beleid zoals vastgesteld door de raad,
kunnen worden getoetst.
Artikel 3 Producten
- 1
Bij iedere begroting en jaarstukken wordt een overzicht gegeven van de
toedeling van de producten uit de productraming aan de programma's.
- 2
De onderverdeling van de programma's in de producten staat voor de
raadsperiode vast, tenzij er dringende redenen zijn tot wijzigen.
Wijzigingen worden bij de begroting expliciet vermeld.
Artikel 4 Kaders begroting
- 1
Het college biedt uiterlijk 15 juni van het begrotingsjaar een nota aan
over de kaders voor hetvolgende begrotingsjaar en de drie opvolgende
jaren. In deze nota worden de bevindingen betrokken uit de rapportage
van de begrotingsuitvoering bedoeld in artikel 7 en de jaarstukken
bedoeld in artikel 8.
- 2
De raad stelt deze nota uiterlijk 31 juli vast.Uitvoering
Artikel 5 Uitvoering begroting
- 1
Het college stelt regels die waarborgen dat de uitvoering van de
begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt.
- 2
Het college draagt ten aanzien van de productenraming er zorg voor
dat:
- a.
de lasten en baten, door middel van kostentoerekening, eenduidig
zijn toegewezen aan de producten van de productraming;
- b.
de budgetten uit de productraming en kredieten voor
investeringen passen binnen de kaders zoals geautoriseerd bij de
programmabegroting.;
- c.
de lasten van de producten niet dusdanig worden overschreden dat
de realisatie van andere producten binnen hetzelfde programma
onder druk komt.
- 3
Het college draagt er zorg voor dat de lasten van de programma's zoals
geautoriseerd in de (gewijzigde) begroting niet worden
overschreden.Beheersing en Interne controle
Artikel 6 Interne controle
- 1
Het college draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de
rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor de jaarlijkse interne
toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de
rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het
college maatregelen tot herstel.
- 2
Het college biedt ten minste elke vier jaar een nota aan inzake de
bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de gemeentelijke
regelingen. De raad stelt deze nota vast binnen maximaal 6 maanden nadat
deze is aangeboden.
- 3
Het college draagt zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van een
aantal bedrijfsonderdelen op juistheid, volledigheid en tijdigheid van
de bestuurlijke informatievoorziening, de rechtmatigheid van
beheershandelingen en op misbruik en oneigenlijk gebruik van de
gemeentelijke regelingen. Ieder bedrijfsonderdeel van de gemeente wordt
minimaal eens in de 8 jaar getoetst.
- 4
Het college zorgt op basis van de resultaten van de toets bedoeld in het
derde lid indien nodig voor een plan van verbetering. Het college neemt
op basis van het plan van verbetering maatregelen voor herstel van de
tekortkomingen.
- 5
De resultaten van de toets en het plan van verbetering worden ter
kennisgeving aan de raad aangeboden.Rapportage en Verantwoording
Artikel 7 Tussentijdse rapportage en informatie
- 1
Het college informeert de raad minimaal twee keer per jaar door middel
van tussentijdse rapportages over de realisatie van de begroting van de
gemeente.
- 2
De tussenrapportages worden uiterlijk aan de raad aangeboden op de
volgende tijdstippen:
- a.
de eerste rapportage vóór 31 juli van het lopende
begrotingsjaar;
- b.
de tweede rapportage vóór 30 november van het lopende
begrotingsjaar;
- 3
De inrichting van de tussentijdse rapportages sluit aan bij de
programma-indeling van de begroting.
- 4
De rapportages gaan in op afwijkingen, zowel wat betreft de lasten, de
geleverde goederen en diensten en indien daar aanleiding voor is de
maatschappelijke effecten. In de rapportages wordt in ieder geval
aandacht besteed aan afwijkingen van:
- a.
inkomsten uit de algemene uitkering;
- b.
resultaten uit grondexploitatie;
- c.
realisatie op begrote subsidieverwachtingen.
- 5
Het college informeert in ieder geval vooraf de raad en neemt pas een
besluit, nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en
bedenkingen ter kennis van het college te brengen voorzover het betreft
niet bij begroting vastgestelde afzonderlijke verplichtingen.
- 6
Het college informeert vooraf de raad en neemt pas een besluit nadat de
raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis
van het college te brengen indien het college nieuwe meerjarige
verplichtingen aangaat.
Artikel 8 Jaarstukken
- 1
Het college draagt zorg voor een adequate vertaling van de
verantwoording van de diensten naar de productenrealisatie en naar de
programma verantwoording.
- 2
Het college legt verantwoording af over de uitvoering van de
programma's. In de verantwoording geeft het college aan:
- a.
- b.
welke goederen en diensten zijn geleverd;
- c.
- d.
hoe de resultaten zich verhouden tot de in de begroting gestelde
doelen.
- 3
De raad bepaalt aan de hand van de uitvoering van de programma's of de
beleidsdoelen van de programma's voor het lopende jaar bijstelling
behoeven.
Titeldeel 2 Financiële positie
Kaderstellen
Artikel 9 Financiële positie
- 1
Het college draagt er zorg voor, dat al het beleid waartoe de raad heeft
besloten, in de uiteenzetting van de financiële positie en de
meerjarenramingen is opgenomen.
- 2
Het totaalbedrag aan verleende garanties en waarborgen worden bij de
uiteenzetting van de financiële positie expliciet vermeld.
- 3
De raad autoriseert met het vaststellen van de financiële positie de
investeringskredieten.
Artikel 10 Waardering
- 1
Het college biedt tenminste eenmaal in de vier jaar een (bijgestelde)
nota waardering activa en afschrijvingen aan. Deze nota behandelt in
ieder geval:
- a.
dat de materiele vaste activa met economisch nut, zoals bedoeld
in artikel 35 van het besluit begroting en verantwoording
provincies en gemeenten, lineair worden afgeschreven.
- b.
hoe wordt omgegaan met materiele activa met alleen meerjarig
maatschappelijk nut.
- 2
De raad stelt de nota waardering activa vast binnen maximaal 6 maanden
nadat de nota is aangeboden
- 3
Onder activa met een meerjarig maatschappelijk nut zoals bedoeld in
artikel 35 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en
gemeenten worden o.a. verstaan, investeringen in aanleg en onderhoud van
(inrichting) wegen, waterwegen, civiele kunstwerken, groen en
kunstwerken.
Artikel 11 Voorziening voor oninbare vorderingen
- 1
Voor openstaande vorderingen betreffende:
- a.
onroerende zaakbelasting gebruikers;
- b.
onroerende zaakbelasting eigenaren;
- c.
- d.
- e.
- f.
- g.
(bouw) leges wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd
op basis van de statische methode.
- 2
Voor de overige vorderingen wordt een voorziening wegens oninbaarheid
gevormd op basis van een beoordeling op inbaarheid van de openstaande
vorderingen ouder dan drie maanden.
Artikel 12 Reserves en voorzieningen
- 1
Het college biedt tenminste eenmaal in de vier jaar op uiterlijk 15 juni
de (bijgestelde) nota reserves en voorzieningen aan.
- 2
De nota behandelt:
- a.
de vorming en besteding van reserves;
- b.
de vorming en besteding voorzieningen;
- c.
de toerekening en verwerking van rente over de reserves en de
voorzieningen,in relatie tot de nota weerstandsvermogen bedoeld
in artikel 16.
- 3
De raad stelt deze nota uiterlijk 31 juli vast
Artikel 13 Kostprijsberekening
- 1
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten
wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de
kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte
kosten betrokken, die samenhangen met de door de gemeente verleende
diensten.
- 2
Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan reserves voor
de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten
van de in gebruik zijnde activa en voor rioolrechten, reinigingsrechten
en afvalstoffenheffing de compensabele BTW.
Artikel 14 Financieringsfunctie
- 1
Het college biedt tenminste eenmaal in de vier jaar een (bijgestelde)
treasurynota aan. De nota behandelt ondermeer:
- a.
het aantrekken van voldoende financiële middelen en het
uitzetten van overtollige gelden om de programma's binnen de
door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te kunnen
voeren;
- b.
het beheersen van de risico's verbonden aan de
financieringsfunctie zoals renterisico's, koersrisico's en
kredietrisico's;
- c.
het zo veel mogelijk beperken van de kosten van de leningen en
het bereiken van een voldoende rendement op de
uitzettingen;
- d.
het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten
bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.
Artikel 15 Registratie bezittingen, activa en vermogen
- 1
Het college draagt zorgt voor een actuele en volledige registratie van
bezittingen. In de registratie worden ook opgenomen niet-geactiveerde
kunstvoorwerpen met cultuurhistorische waarde en de niet- of
netto-geactiveerde investeringen in de openbare ruimte.
- 2
Het college draagt er zorg voor, dat de registratie en de ontwikkeling
van de bezittingen en het vermogen van de gemeente systematisch worden
gecontroleerd, met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden,
de uitstaande leningen, de (debiteuren-)vorderingen, de liquiditeiten,
de opgenomen leningen en de (crediteuren-)schulden jaarlijks worden
gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen tenminste eenmaal
in de 4 jaar.
- 3
Bij afwijkingen in de registratie van bezittingen neemt het college
maatregelen voor herstel van de tekortkomingen. De resultaten van de
controle en eventuele plannen van verbetering worden ter kennisgeving
aan de raad aangeboden.
Artikel 16 Lokale heffingen
- 1
Het college biedt tenminste eenmaal in de vier jaar een (bijgestelde)
nota lokale heffingen aan. Deze nota behandelt in ieder geval:- de
samenstelling van het pakket aan gemeentelijke belastingen en
heffingen;- de verdeling van de druk van de belastingen over de diverse
bevolkingsgroepen en belanghebbenden;- de kostendekkendheid van de
heffingen;- de druk van de lokale belastingen en heffingen;- het
kwijtscheldingsbeleid en het tarievenbeleid.
- 2
De nota bevat voorts een overzicht van de verordeningen met de
bijbehorende vaststellingsdata waarin tarieven, heffingen en prijzen
zijn vastgelegd. Het college draagt er zorg voor dat er een actueel
overzicht is van de tarieven, heffingen, prijzen en kosten per
verstrekte dienst. De raad stelt de nota vast binnen maximaal 6 maanden
nadat de nota is aangeboden.
- 3
Voor het vaststellen van de hoogte van gemeentelijke tarieven, heffingen
en prijzen door de raad verstrekt het college aan de raad per
verordening de actueel geraamde hoeveelheden per door de gemeente
verstrekte dienst, waarover de tarieven, heffingen en prijzen in
rekening worden gebracht en per verordening het totaal van de geraamde
kosten van de erin genoemde door de gemeente verstrekte diensten.
- 4
Bij de begroting en jaarstukken doet het college in de paragraaf lokale
heffingen verslag van: de opbrengsten per lokale heffing; het volume en
bedrag aan kwijtscheldingen; de kostendekkendheid van de rioolrechten en
de afvalstoffenheffing; de (ontwikkeling van de) lokale lastendruk voor
eenpersoonshuishoudingen, meerpersoonshuishoudingen en bedrijven.
Artikel 17 Weerstandsvermogen en risicomanagement
- 1
Het college biedt tenminste eenmaal in de vier jaar een (bijgestelde)
nota weerstandsvermogen en risicomanagement aan. In deze nota wordt
ingegaan op het risicomanagement, het opvangen van risico's door
verzekeringen, voorzieningen, het weerstandsvermogen of anderszins. In
de nota wordt tevens het gewenste weerstandscapaciteit bepaald. De raad
stelt de nota vast binnen maximaal 6 maanden nadat de nota is
aangeboden.
- 2
Het college geeft aan in de paragraaf weerstandsvermogen van de
begroting en van de jaarstukken de risico's van materieel belang en een
inschatting van de kans dat deze risico's zich voordoen. Het college
brengt hierbij in elk geval de risico's in beeld en actualiseert de
risico's genoemd in de nota bedoeld in het eerste lid. Hierbij wordt
speciale aandacht gegeven aan:grondexploitatie en open
einderegelingen.Het college geeft aan in de paragraaf weerstandsvermogen
van de begroting en van de jaarstukken de weerstandscapaciteit en in
hoeverre schade en verliezen als gevolg van de risico's van materieel
belang met de weerstandscapaciteit kunnen worden opgevangen.
Artikel 18 Onderhoud kapitaalgoederen
- 1
Het college biedt tenminste eens in de vier jaar een nota onderhoud
openbare ruimte aan. De nota geeft het kader weer voor de inrichting van
het onderhoud en het beoogde onderhoudsniveau voor het openbaar groen,
water, wegen, kunstwerken en straatmeubilair en eveneens de
normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag. De raad stelt
de nota vast binnen 2 maanden nadat de nota is aangeboden.
- 2
Het college biedt ten minste eens in de vier jaar een nota
rioleringsplan aan. De nota geeft het kader weer voor de inrichting van
het onderhoud, het beoogde onderhoudsniveau en de uitbreiding van de
riolering alsmede de kwaliteit van het milieu en eveneens de
normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag. De raad stelt
de nota vast binnen maximaal 6 maanden nadat de nota is aangeboden.
- 3
Het college biedt jaarlijks voor 15 juni een nota onderhoud gebouwen aan
ter behandeling en vaststelling door de raad. De nota bevat de
voorstellen voor het te plegen onderhoud en de bijbehorende kosten aan
de gemeentelijke gebouwen en eveneens de normkostensystematiek en het
meerjarig budgettair beslag. De raad stelt de nota voor 31 juli
vast.
- 4
Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf
onderhoud kapitaalgoederen verslag over de voortgang van het geplande
onderhoud en het eventuele achterstallig onderhoud aan openbaar groen,
water, wegen, kunstwerken, straatmeubilair, riolering, gebouwen.
Artikel 19 Financiering
Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf
financiering in ieder geval verslag van:
- a.
- b.
- c.
de liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte voor de komende
drie jaar;
- d.
- e.
de rentekosten en rente-opbrengsten verbonden aan de
financieringsfunctie.
Artikel 20 Bedrijfsvoering
- 1
Het college stelt tenminste eenmaal in de vier jaar een nota
bedrijfsvoering vast. De nota wordt ter kennisgeving aan de raad
gezonden. In de nota wordt speciale aandacht geschonken aan de relatie
tussen het gemeentelijk apparaat en de inwoners van de gemeente.
- 2
In de bedrijfsvoeringsparagraaf in de begroting wordt ingegaan op de
tijdelijke en actuele onderwerpen die aandacht behoeven. In de
bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag wordt gerapporteerd over de
bij de begroting bepaalde onderwerpen aangaande de bedrijfsvoering
alsmede over nieuwe ontwikkelingen.
- 3
Het college rapporteert in de bedrijfsvoeringsparagraaf van de begroting
en jaarstukken over de voortgang van de onderzoeken naar de
doelmatigheid en doeltreffendheid, bedoeld in artikel 213a Gemeentewet,
en de uitputting van de bijbehorende budgetten.
Artikel 21 Verbonden partijen
- 1
Het college biedt tenminste eenmaal in de vier jaar een nota verbonden
partijen aan. De raad stelt de nota vast binnen maximaal 6 maanden nadat
de nota is aangeboden.
- 2
Van elk van de verbonden partijen wordt weergegeven het openbaar belang,
het eigen vermogen, de solvabiliteit, het financieel resultaat en het
financieel belang en de zeggenschap van de gemeente.
- 3
De nota bevat voorts de kaders voor het beleid aangaande (het aangaan
van nieuwe) participaties met name de condities waaronder het publiek
belang is gediend met behartiging door verbonden partijen, de taken,
verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de verbonden partijen en de
financiële voorwaarden.
- 4
In de begroting en de jaarstukken wordt in de paragraaf verbonden
partijen in elk geval ingegaan op nieuwe verbonden partijen, het
beëindigen van bestaande verbonden partijen, het wijzigen van bestaande
verbonden partijen en eventuele problemen bij bestaande verbonden
partijen.
Artikel 22 Grondbeleid
- 1
Het college biedt ten minste eens in de vier jaar een (bijgestelde) nota
grondbeleid aan ter behandeling en vaststelling door de raad. In deze
nota wordt aandacht besteed aan:
- a.
de relatie met de programma's van de begroting;
- b.
de strategische visie van het toekomstig grondbeleid van de
gemeente;
- c.
aan te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten;
- d.
de voorraadverwerving en uitgifte van gronden;
- e.
de uitgifte van gronden in erfpacht en de bijstelling van
erfpachtvergoedingen.De raad stelt de nota vast binnen maximaal
6 maanden nadat de nota is ingediend.
- 2
In de paragraaf grondbeleid van de begroting en de jaarstukken wordt
ingegaan op de uitvoering van de nota grondbeleid, met name de
belangrijkste financiële ontwikkelingen zoals
verlies/winstverwachtingen, de verwerving van gronden e.d. en de
relaties van het grondbeleid met de programma's.
Artikel 23 Verstrekking subsidies
- 1
Het college biedt tenminste eens in de vier jaar een (bijgestelde) nota
verstrekking gemeentelijke subsidies aan. De nota bevat het kader voor
de verstrekking van gemeentelijke subsidies en een overzicht van de
toegekende gemeentelijke subsidies.
- 2
De raad stelt de nota vast binnen maximaal 6 maanden na aanbieding van
de nota door het college.
Titeldeel 4 Financiële organisatie en administratie
Artikel 24 Administratie
- 1
De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval
dienstbaar is voor:
- a.
het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de
gemeente als geheel en in de diensten;
- b.
het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang
van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut,
voorraden, vorderingen en schulden, enzovoorts.;
- c.
het verschaffen van informatie aan de budgethouders en voor het
maken van kostencalculaties;
- d.
het bevorderen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de
doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de
gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet-
en regelgeving;
- e.
het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de
doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in
relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake
geldende wet- en regelgeving;
- f.
de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van
de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de
rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het
gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen.
Artikel 25 Financiële administratie
Het college draagt er zorg voor dat:
- a.
de inrichting en de werking van de financiële administratie voldoet
aan het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten
en andere relevante wet- en regelgeving;
- b.
de vereiste informatie verstrekt wordt aan het rijk, de provincie en
de Europese Unie, alsmede aan andere instellingen die specifieke
verantwoordingsverplichtingen opleggen aan gemeenten.
Artikel 26 Financiële organisatie
Het college draagt de zorg voor en legt (in een besluit) vast:
- a.
een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een
eenduidig toewijzing van de gemeentelijke taken aan de diensten
- b.
een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden,
verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt
voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan
beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;
- c.
de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van
verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en
investeringskredieten;
- d.
de regels voor de opdrachtverlening en de verrekening van leveringen
tussen de diensten van de gemeente;
- e.
de te maken afspraken met de diensten over de te leveren prestaties,
de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van
rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van
middelen;
- f.
de regels voor de verlening van décharge over het gevoerde beheer
van de diensten.
Artikel 27 Aanbesteding en inkoop
Het college draagt zorg voor en legt (in een besluit) vast de interne regels
(protocol) voor de inkoop en aanbesteding van werken en diensten. De regels
waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels terzake van
de Europese Unie.
Artikel 28 Subsidieverstrekking en steunverlening
Het college draagt zorg voor en legt (in een besluit) vast de interne regels
(protocol) voor de toekenning van steunverlening aan ondernemingen en
subsidies. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met
de regels terzake van de Europese Unie en de subsidieverordening van de
gemeente Haaren.
Titeldeel 5 Slotbepalingen
Artikel 29 Inwerkingtreding
- 1
Deze verordening vervangt de Verordening van de organisatie van de
administratie en van het beheer van vermogenswaarden van de gemeente
Haaren 2000, vastgesteld door de raad bij besluit van 22 juni 2000
- 2
Deze verordening treedt in werking per 15 november 2003, met dien
verstande dat de begroting, meerjarenraming, de jaarstukken, de
uitvoeringsinformatie en de informatie voor derden en de daarbij
behorende toelichtingen met ingang van de begroting voor het
begrotingsjaar 2004 voldoen aan de bepalingen van deze verordening.
Artikel 30 Citeertitel
- 1
Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam "Financiële
verordening gemeente Haaren".