Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Rivierenland

Reglement van orde voor de adviescommissies 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWaterschap Rivierenland
OrganisatietypeWaterschap
Officiële naam regelingReglement van orde voor de adviescommissies 2023
CiteertitelReglement van orde voor de adviescommissies 2023
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het Reglement van orde voor adviescommissies 2019.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 56 van de Waterschapswet
  2. artikel 59 van de Waterschapswet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-06-2023nieuwe regeling

30-05-2023

wsb-2023-7227

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement van orde voor de adviescommissies 2023

Overwegende dat het gewenst is om ter advisering aan het Algemeen Bestuur adviescommissies in te stellen en voor de vergaderingen van de adviescommissies een reglement van orde vast te stellen;

 

gelet op artikel 56 en 59 van de Waterschapswet en artikel 1.5 van het Reglement van orde voor het Algemeen Bestuur 2023;

 

BESLUIT:

vast te stellen het volgende reglement tot instelling van adviescommissies van het College van Dijkgraaf en Heemraden, waarbij taken, samenstelling en werkwijze van de commissies nader worden aangegeven.

 

1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1.1 In te stellen adviescommissies

Ter advisering van het College van Dijkgraaf en Heemraden worden de volgende adviescommissies ingesteld:

  • a.

    Commissie Waterveiligheid;

  • b.

    Commissie Watersysteem;

  • c.

    Commissie Waterketen;

  • d.

    Commissie Middelen.

Artikel 1.2 Taken en bevoegdheden commissies

  • 1.

    De commissies kunnen op eigen initiatief, danwel op verzoek van het College van Dijkgraaf en Heemraden, advies uitbrengen over voorstellen die door het College van Dijkgraaf en Heemraden aan het Algemeen Bestuur worden gedaan.

  • 2.

    De commissies kunnen op eigen initiatief, danwel op verzoek van het College van Dijkgraaf en Heemraden of van het Algemeen Bestuur, advies uitbrengen omtrent onderwerpen over het taakonderdeel van de commissie.

  • 3.

    De taakverdeling van de commissies luidt als volgt:

    • a.

      Commissie Waterveiligheid: advisering over het beleid op het gebied van HWBP, zorgplicht, muskus- en beverrattenbeheer en bevers, Integraal Rivier Management en schadebeleid.

    • b.

      Commissie Watersysteem: advisering over beleid op het gebied van peilbesluiten en peilbeheer, watertekort en droogte, baggeren, klimaatadaptatie en wateroverlast, veenweide, grondwater, gebiedsprogramma A5H+regionale keringen, Water en Bodem Sturend + NPLG, waterkwaliteit, KRW, nieuwe stoffen en zwemwater.

    • c.

      Commissie Waterketen: advisering over beleid op het gebied van zuiveren, slibeindverwerking, energietransitie en circulariteit, richtlijn stedelijk afvalwater, stikstof en biodiversiteit.

    • d.

      Commissie Middelen: advisering over beleid op het gebied van financiën, organisatie, innovatie, digitale transformatie, vergunningen en handhaving, participatie en communicatie, wegen en vaarwegen, cultureel erfgoed, internationale zaken en informatiebeveiliging.

Artikel 1.3 Samenstelling van de commissies

  • 1.

    De commissies bestaan minimaal uit hetzelfde aantal leden als het aantal fracties in het Algemeen Bestuur. Iedere fractie is in iedere commissie vertegenwoordigd. De fracties hebben de mogelijkheid met twee leden in een commissie zitting te nemen.

  • 2.

    Op voordracht van de vertegenwoordigers van iedere fractie wordt vanuit elk van de fracties een lid en een plaatsvervangend lid voor de commissies door het fractievoorzittersoverleg benoemd.

  • 3.

    De leden en de plaatsvervangende leden die door de fractie worden voorgedragen hebben zitting in het Algemeen Bestuur.

  • 4.

    In afwijking van het derde lid kan elke fractie van 3 leden of meer (inclusief een heemraad) voor de vier commissies gezamenlijk één lid voordragen die geen deel uitmaakt van het algemeen bestuur en kan elke fractie van 1 of 2 leden (inclusief een heemraad) twee leden voordragen die geen deel uitmaken van het Algemeen Bestuur. In het geval de fractie een voorzitter van een commissie levert mag voor die commissie door een fractie van 3 of meer leden (inclusief de heemraad) een tweede lid worden voorgedragen die geen deel uitmaakt van het Algemeen Bestuur. De commissieleden kunnen in maximaal twee commissies worden benoemd.

  • 5.

    Commissieleden dienen op de kieslijst van de laatste verkiezingen te hebben gestaan van de partij waarvoor zij zitting in de commissie nemen. Indien dit redelijkerwijs, vanwege de beperktheid van de lijst, niet verwacht kan worden vervalt deze bepaling. Ook is deze bepaling niet van toepassing op de fracties met vertegenwoordigers van de specifieke belangencategorieën. De commissieleden moeten voldoen aan de eisen die de wet aan het lidmaatschap van het bestuur stelt.

  • 6.

    De commissieleden worden door de fracties voorgedragen bij het fractievoorzittersoverleg en door het fractievoorzittersoverleg benoemd. Bij de voordracht overlegt de fractie de documenten die aantonen dat de aangemelde persoon voldoet aan de gestelde eisen. Daarnaast leggen de commissieleden de eed of gelofte af in handen van de voorzitter

Artikel 1.3a. Commissieleden

  • 1.

    De zittingsperiode van commissieleden is gelijk aan die van de leden van het Algemeen Bestuur in een commissie en eindigt aan het einde van de zittingsperiode van het bestuur. De benoeming en ontslag van commissieleden ligt bij het Fractievoorzittersoverleg, zoals aangegeven in artikel 1.4 lid 1f van het Reglement van Orde voor het Algemeen Bestuur 2023.

  • 2.

    Het lidmaatschap van commissieleden eindigt van rechtswege bij het niet meer voldoen aan de eisen zoals bedoeld in de wet.

  • 3.

    Wijzigingen in de door een commissielid beklede betrekkingen welke na de aanmelding optreden, deelt het desbetreffende lid via de bestuursadviseurs terstond schriftelijk mee aan het fractievoorzittersoverleg.

  • 4.

    Indien blijkt dat een commissielid zich op enigerlei wijze niet houdt of heeft gehouden aan de plicht tot naleving van dit reglement, kan het fractievoorzittersoverleg besluiten over het al dan niet aanblijven van het commissielid.

  • 5.

    Een fractie kan een commissielid die namens deze fractie in een commissie zit, te allen tijde en zonder opgaaf van redenen terugtrekken uit een commissie. De fractie maakt hiervan melding aan het fractievoorzittersoverleg.

  • 6.

    In geval zowel het lid als het plaatsvervangend lid van een fractie als lid van een commissie verhinderd is, kan deze zich laten vertegenwoordigen door een ander lid van de fractie in het Algemeen Bestuur of door een ander lid dat door de fractie is aangewezen als lid van een andere commissie.

Artikel 1.4 Beëindiging

  • 1.

    De leden van een commissie treden af op de dag waarop de bestuursperiode van het Algemeen Bestuur van het waterschap eindigt.

  • 2.

    De leden van een commissie kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij dienen dit ontslag schriftelijk in bij het Overleg fractievoorzitters/dijkgraaf van het waterschap. Zij blijven hun functie vervullen totdat in hun opvolging is voorzien.

Artikel 1.5 Voorzitter

  • 1.

    De voorzitter van de commissie wordt door het Algemeen Bestuur uit zijn midden aangewezen.

  • 2.

    De voorzitter is geen lid van de commissie.

  • 3.

    Het algemeen bestuur benoemt twee plaatsvervangende voorzitters. Deze worden niet specifiek toegewezen aan een bepaalde commissie.

  • 4.

    De voorzitters van een commissie kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij dienen dit ontslag schriftelijk in bij het Algemeen Bestuur van het waterschap. Zij blijven hun functie vervullen totdat in hun opvolging is voorzien. Op voordracht van het fractievoorzittersoverleg kan het Algemeen Bestuur een voorzitter uit de taak ontheven.

Artikel 1.6. Handhaving van de orde

  • 1.

    De voorzitters is belast met het handhaven van de orde bij de beraadslagingen.

  • 2.

    De voorzitter zorgt voor de handhaving van de orde in de vergadering en is bevoegd, wanneer die orde op enigerlei wijze wordt verstoord, de vergadering voor een door de voorzitter toehoorders wordt verstoord, is de voorzitter bevoegd om deze en zo nodig andere toehoorders te doen vertrekken.

  • 3.

    Indien een spreker beledigende of ongepaste uitdrukkingen gebruikt, afwijkt van de zaak in behandeling of op andere wijze de orde verstoort, wordt de spreker door de voorzitter tot de orde geroepen.

  • 4.

    Als de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter de spreker het woord ontnemen.

  • 5.

    In de vergadering waarin een lid het woord is ontnomen, mag het lid niet meer aan de beraadslagingen over de zaak in behandeling deelnemen

  • 6.

    De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door de voorzitter te bepalen tijd schorsen en, indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord, de vergadering sluiten

Artikel 1.7. Spreektijd

  • 1.

    Op voorstel van de voorzitter of een lid van de adviescommissie kan het Algemeen Bestuur voor daarbij te bepalen onderwerpen de spreektijd per fractie vaststellen.

  • 2.

    De leden van het College van Dijkgraaf en Heemraden die zijn belast met de portefeuille waarover de commissie adviezen uitbrengt wonen de vergadering bij en kunnen door de voorzitter om een toelichting worden gevraagd.

Artikel 1.8 Secretariaat

  • 1.

    De commissie wordt bijgestaan door een secretaris. De secretaris is lid van de directieraad. De secretaris-directeur kan desgewenst ambtenaren van het waterschap aanwijzen als plaatsvervanger.

  • 2.

    De secretaris wordt bij uitoefening van de werkzaamheden bijgestaan door een bestuursadviseur.

Artikel 1.9 Verslaglegging

  • 1.

    Datgene wat tijdens de vergadering wordt besproken, wordt vastgelegd met digitale opnamen. Daarnaast wordt een integraal verslag gemaakt, dat geldt als het verslag van de vergadering.

  • 2.

    Van de vergaderingen wordt tevens een advies- en actielijst gemaakt. Deze advies- en actielijst bevat ten minste:

    • a.

      de namen van de leden die aanwezig, danwel met kennsigeving afwezig waren;

    • b.

      een beknopte vermelding van de mededelingen, voorstellen, overwegingen, toezeggingen, acties en adviezen

    • c.

      de aanduiding hamerstuk of bespreekstuk per voorstel dat doorgeleid wordt naar het Algemeen Bestuur

  • 3.

    Indien de vergadering plaatsvindt op een locatie waar hetzij geen bruikbare hetzij geen digitale opnamen gemaakt kunnen worden, worden uitsluitend het integrale verslag en de advies- en actielijst van de vergadering gemaakt.

  • 4.

    Het verslag en de advies- en actielijst worden in ontwerp aan de leden toegezonden en in de eerstvolgende vergadering vastgesteld.

2. VERGADERINGEN

Artikel 2.1 Vergaderingen

  • 1.

    De voorzitter van een commissie kan om dringende redenen afwijken van de in de agendacommissie bepaalde dag en het aanvangstijdstip van de vergadering van de commissie.

  • 2.

    Een commissie vergadert in afwijking van het vergaderschema zoals vastgesteld in de agendacommissie, indien minimaal drie leden daarom verzoeken. De reden daarvoor wordt vooraf kenbaar gemaakt.

  • 3.

    De voorzitter draagt er zorg voor dat de leden schriftelijk voor de vergadering worden opgeroepen.

  • 4.

    De oproeping geschiedt ten minste zeven dagen voor het houden van de vergadering. De agenda en de bij de agenda behorende vergaderstukken worden tegelijk met de oproeping verzonden. Indien stukken eerder beschikbaar zijn worden zij zo spoedig mogelijk digitaal beschikbaar gesteld.

  • 5.

    Bij de oproeping worden de te behandelen agendapunten vermeld. Tevens wordt de termijn benoemd waarbinnen technische en informatieve vragen gesteld kunnen worden. Het CDH draagt er zorg voor dat uiterlijk op de dag van de vergadering de antwoorden beschikbaar zijn.

  • 6.

    De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in twee termijnen, tenzij de commissie anders beslist.

  • 7.

    Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 8.

    Een lid van de commissie mag in een termijn niet meer dan éénmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 9.

    De voorzitter kan in bijzondere gevallen met opgave van redenen een vergadering laten vervallen. De voorzitter bericht de leden ten minste zeven dagen voor de dag waarop de vergadering zou worden gehouden.

  • 10.

    Ieder lid kan na een uur vergaderen verzoeken om de vergadering gedurende ten minste vijf minuten te schorsen.

Artikel 2.2 Openbaarheid

  • 1.

    De vergaderingen van de commissies zijn openbaar, tenzij het openbaar belang zich daartegen verzet of bij de aangelegenheid betrokken personen of derden onevenredig in hun belangen zouden kunnen worden bevoordeeld of geschaad.

  • 2.

    Wanneer twee leden dat verzoeken, of de voorzitter het nodig oordeelt kan de commissie beslissen om een besloten vergadering te houden.

  • 3.

    Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

  • 4.

    Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de commissie of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde de geheimhouding zal gelden.

  • 5.

    De geheimhouding wordt zowel door hen die bij de behandeling tegenwoordig waren, als door hen die op andere wijze van het behandelde of van de stukken kennisnemen, in acht genomen totdat het de commissie haar opheft.

  • 6.

    Zoals in artikel 37 van de Waterschapswet is bepaald kan op grond van een belang, genoemd in artikel 5.1 van de Wet open overheid, de geheimhouding eveneens worden opgelegd door het Algemeen Bestuur, het CDH en de voorzitter van het waterschap, ieder ten aanzien van stukken die zij aan het Algemeen Bestuur of aan de leden van dit bestuur overleggen. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt.

  • 7.

    De geheimhouding op te heffen wordt als bedoeld in het zesde lid wordt in acht genomen totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd haar opheft.

Artikel 2.3 Spreekrecht toehoorders

  • 1.

    De voorzitter stelt toehoorders bij een openbare vergadering op hun verzoek in de gelegenheid in de vergadering het woord te voeren over één of meer agendapunten.

  • 2.

    Het verzoek dient uiterlijk voor het begin van de vergadering bij de secretaris te worden ingediend.

  • 3.

    De voorzitter stelt degene die daartoe een verzoek heeft ingediend op een door de voorzitter te bepalen moment in de gelegenheid het woord te voeren gedurende maximaal 5 minuten. De totale spreektijd per agendapunt is beperkt tot 15 minuten. De voorzitter kan in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 4.

    De voorzitter geeft de sprekers het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken als dit in het belang is van de orde van de vergadering.

Artikel 2.4 Adviseurs en derden

De secretaris van de commissie bepaalt in overleg met de voorzitter van de commissie of, en zo ja, wie als ambtelijke adviseurs bij de commissies worden uitgenodigd.

3. ADVISERING

Artikel 3.1 Quorum

  • 1.

    Een commissie kan alleen beraadslagen indien meer dan de helft van de leden aanwezig is.

  • 2.

    Indien het vereiste aantal leden niet aanwezig is, bepaalt de voorzitter in overleg met de aanwezige leden het tijdstip van de volgende vergadering. Tussen deze vergadering en de eerste liggen ten minste drie werkdagen.

Artikel 3.2 Deelnamen aan de behandeling

De voorzitter en de leden van een commissie nemen niet deel aan de behandeling van een aangelegenheid die de voorzitter en de leden, rechtstreeks of middellijk, persoonlijk aangaat of waarbij de voorzitter of het lid als gemachtigde op enigerlei wijze, direct of indirect, is betrokken.

Artikel 3.3 Het uitbrengen van adviezen

  • 1.

    Alle adviezen van de commissie worden bij volstrekte meerderheid van stemmen uitgebracht.

  • 2.

    Wanneer over een gevraagd advies de stemmen staken, wordt geen advies uitgebracht, doch worden de verschillende meningen meegedeeld.

  • 3.

    De commissies brengen hun adviezen en opmerkingen schriftelijk in bij het College van Dijkgraaf en Heemraden. Indien een advies niet unaniem tot stand is gekomen, wordt het minderheidsstandpunt vermeld.

  • 4.

    De door de commissies uitgebrachte adviezen worden opgenomen in de definitieve voorstellen van het College van Dijkgraaf en Heemraden aan het Algemeen Bestuur.

  • 5.

    Tevens geeft de commissie aan of het voorstel bij de behandeling het in Algemeen Bestuur een “hamerstuk" of "bespreekstuk" betreft.

Artikel 3.4 Schriftelijke rondgang

  • 1.

    De voorzitter kan, als de voorzitter daartoe in bijzondere of spoedeisende gevallen aanleiding ziet, bij schriftelijke rondgang het oordeel van de leden inwinnen.

  • 2.

    De uitslag van de schriftelijke rondgang wordt in de eerstvolgende vergadering vastgelegd.

  • 3.

    Indien ten minste twee leden, niet zijnde de leden uit het College van Dijkgraaf en Heemraden, echter mondeling overleg wensen, roept de voorzitter de commissie alsnog in vergadering bijeen.

4. Slotbepalingen

Artikel 4.1 Uitleg reglement

Bij twijfel over de uitleg van dit reglement en in de gevallen waarin dit niet voorziet, beslist de vergadering op voorstel van de voorzitter.

Artikel 4.2 Intrekking

Het reglement van orde voor adviescommissies 2019 wordt ingetrokken.

Artikel 4.3 Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking met ingang van de eerste dag na bekendmaking in het Waterschapsblad.

Artikel 4.4 Citeertitel

Dit reglement kan worden aangehaald als "Reglement van orde voor de adviescommissies 2023".

Aldus besloten in de openbare vergadering van het algemeen bestuur, gehouden op 31 mei 2023

de secretaris-directeur,

ir. Z.C. Vonk

de dijkgraaf,

Prof. dr. J.C. Verdaas