Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sint Maarten

Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 22ste maart 2023 ter vaststelling van de wijze van het toezicht op de naleving van de Leerplichtlandsverordening (Landsbesluit toezicht leerplicht)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSint Maarten
OrganisatietypeKoninkrijksdeel
Officiële naam regelingLandsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 22ste maart 2023 ter vaststelling van de wijze van het toezicht op de naleving van de Leerplichtlandsverordening (Landsbesluit toezicht leerplicht)
CiteertitelLandsbesluit toezicht leerplicht
Vastgesteld doorMinister van Onderwijs, Cultuur, Jeugd en Sport
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Leerplichtlandsverordening

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-05-2023nieuwe regeling

28-03-2023

AB 2023, no. 18

Tekst van de regeling

Intitulé

Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 22ste maart 2023 ter vaststelling van de wijze van het toezicht op de naleving van de Leerplichtlandsverordening (Landsbesluit toezicht leerplicht)

IN NAAM VAN DE KONING!

 

De Gouverneur van Sint Maarten,

 

 

In overweging genomen hebbende:

 

dat het wenselijk is bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te regelen op welke wijze het toezicht op de naleving van de Leerplichtlandsverordening en de uit kracht daarvan gegeven voorschriften geschiedt, welke instantie is belast met het toezicht op de naleving daarvan en op welke wijze in- en uitschrijving van een jongere en het verzuim van lessen wordt geregistreerd;

 

Gelet op:

 

  • -

    artikel 6, van de Leerplichtlandsverordening;

Heeft, de Raad van Advies gehoord, besloten:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt verstaan onder:

  • a.

    hoofd: hij die met de leiding van de school is belast;

  • b.

    identiteitsnummer: het identiteitsnummer dat op grond van de bepalingen van de Landsverordening basisadministratie persoonsgegevens wordt verstrekt

  • c.

    Inspecteur OCJS/Leerplichtambtenaar: ambtenaar werkzaam bij de Inspectiedienst Onderwijs, Cultuur, Jeugd en Sport;

  • d.

    minister: de Minister van Onderwijs, Cultuur, Jeugd en Sport;

  • e.

    onderwijsinspectie: de Inspectiedienst Onderwijs, Cultuur, Jeugd en Sport.

Artikel 2 Reikwijdte

Dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen, is van toepassing op de scholen, genoemd in artikel 1, onder b, van de Leerplichtlandsverordening.

Artikel 3 Toezichthoudende instantie

  • 1.

    De onderwijsinspectie wordt aangewezen als toezichthoudende instantie, als bedoeld in artikel 6 van de Leerplichtlandsverordening.

  • 2.

    Met het toezicht op de naleving van de Leerplichtlandsverordening en de uit kracht daarvan gegeven voorschriften zijn belast de bij de onderwijsinspectie werkzame Inspecteurs OCJS/Leerplichtambtenaren.

  • 3.

    De Inspecteurs OCJS/Leerplichtambtenaren zijn bevoegd hun taak uit te oefenen ten aanzien van leerplichtige jongeren zoals omschreven in de Leerplichtlandsverordening en die ingezetene zijn van Sint Maarten dan wel Sint Maarten als woon- of verblijfplaats hebben.

Artikel 4 Inlichtingen

  • 1.

    Het hoofd van de school verstrekt de onderwijsinspectie uiterlijk op de vijfde dag na afloop van de voorgaande maand inlichtingen over:

    • a.

      de in- en afschrijving van leerplichtige jongeren ten aanzien van wie de Leerplichtlandsverordening van toepassing is;

    • b.

      het verzuim van lessen met en het verzuim van lessen zonder een ontheffing als bedoeld in artikel 4, eerste of tweede lid van de Leerplichtlandsverordening; en,

    • c.

      het verzuim van lessen met en het verzuim van lessen zonder een vrijstelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Leerplichtlandsverordening.

  • 2.

    De inlichtingen als bedoeld in het eerste lid worden schriftelijk en langs elektronische weg aangeleverd.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in het eerste en tweede lid dient bij de verstrekking van de inlichtingen als bedoeld in het eerste lid gebruik te worden gemaakt van bij of krachtens ministeriële regeling vastgestelde modellen ten aanzien van de wijze waarop het bevoegd gezag opgave doet van de leerlingengegevens.

  • 4.

    Bij ministeriële regeling kunnen, met het oog op de naleving van de Leerplichtlandsverordening, nadere voorschriften worden gegeven omtrent het registreren en verstrekken van leerlingengegevens.

Artikel 5 Controle absoluut schoolverzuim

De Inspecteur OCJS/Leerplichtambtenaar controleert of de jongeren, die als ingezetene zijn ingeschreven en nog leerplichtig zijn, overeenkomstig de bepalingen van de Leerplichtlandsverordening als leerling of deelnemer bij een school als bedoeld in artikel 1, onder b, van de Leerplichtlandsverordening staan ingeschreven.

Artikel 6 Kennisgeving relatief schoolverzuim

  • 1.

    Indien een leerplichtige jongere, die overeenkomstig de bepalingen van de Leerplichtlandsverordening als leerling of deelnemer bij een school als bedoeld in artikel 1, onder b, van de Leerplichtlandsverordening staat ingeschreven, zonder geldige reden lessen heeft verzuimd en dit verzuim gedurende een periode van vier opeenvolgende lesweken meer dan drie dagen bedraagt, deelt het hoofd van de school dit onverwijld mede aan onderwijsinspectie.

  • 2.

    In de kennisgeving, bedoeld in het eerste lid, vermeldt het hoofd zo mogelijk het identiteitsnummer van de jongere dat op grond van de bepalingen van de Landsverordening Basisadministratie persoonsgegevens wordt verstrekt.

Artikel 7 Onderzoek

  • 1.

    Indien blijkt, dat een leerplichtige jongere niet als leerling of deelnemer staat ingeschreven, zonder dat er grond voor vrijstelling aanwezig is, of indien een kennisgeving is ontvangen als bedoeld in artikel 6, eerste lid, stelt de Inspecteur OCJS/Leerplichtambtenaar een onderzoek in. Hij hoort de in artikel 1a en artikel 2, eerste lid, van de Leerplichtlandsverordening bedoelde personen en tracht hen ertoe te bewegen hun verplichtingen na te komen.

  • 2.

    Blijkt aan de Inspecteur OCJS/Leerplichtambtenaar dat de in artikel 1a en artikel 2, eerste lid, van de Leerplichtlandsverordening bedoelde personen weigeren de leerplichtige jongere als leerling of deelnemer van een school te laten inschrijven dan wel de voor die leerplichtige jongere bestemde lessen te laten bijwonen, zonder dat daarvoor een ontheffing als bedoeld in artikel 4, eerste of tweede lid, van de Leerplichtlandsverordening of een vrijstelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Leerplichtlandsverordening is verstrekt, dan kan de minister een administratieve boete opleggen.

  • 3.

    Blijkt aan de Inspecteur OCJS/Leerplichtambtenaar dat de in artikel 2, derde lid, van de Leerplichtlandsverordening bedoelde jongere die de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt, de lessen aan de school niet geregeld volgt, zonder dat de leerplichtige jongere op grond van artikel 5, eerste lid, van de Leerplichtlandsverordening van deze verplichting is vrijgesteld, dan hoort hij de leerplichtige jongere en tracht hem ertoe te bewegen zijn verplichtingen na te komen. Indien blijkt dat de leerplichtige jongere die de leeftijd van 12 jaren heeft bereikt, weigert deze verplichtingen na te komen, dan kan de minister een administratieve boete opleggen.

Artikel 8 Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen, treedt, zodra deze in het Afkondigingsblad is geplaatst, in werking met ingang van de eerste dag van de zevende week na de datum van bekrachtiging.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid, treedt dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen:

    • a.

      in werking met ingang van de eerste dag van de derde week na de beslissing van het Constitutionele Hof indien de Ombudsman een zaak aanhangig heeft gemaakt als bedoeld in artikel 127, derde lid, van de Staatsregeling; of,

    • b.

      niet in werking indien het Constitutioneel Hof oordeelt dat dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen, niet verenigbaar is met de Staatsregeling.

Artikel 9  

Dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt aangehaald als: Landsbesluit toezicht leerplicht.

 

Dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt met de nota van toelichting in het Afkondigingsblad geplaatst.

Gegeven te Philipsburg, de tweeëntwintigste maart 2023

De Gouverneur van Sint Maarten

De achtentwintigste maart 2023

De Minister van Onderwijs, Cultuur, Jeugd en Sport

Uitgegeven de elfde april 2023

De Minister van Algemene Zaken

Namens deze,

Hoofd afdeling Juridische Zaken & Wetgeving

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen deel

 

Aanleiding

 

De aanleiding voor dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen, is gelegen in de belangrijke taak van toezicht op de naleving van de leerplicht. De Leerplichtlandsverordening bepaalt dat hiertoe bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, een toezichthoudende instantie moet worden aangewezen. De toezichthoudende instantie is het centrale informatiepunt voor alle betrokkenen en heeft met name op het gebied van de registratie van leerlingen en (on)gerechtvaardigd schoolverzuim en het voorkomen van het verzuim van lessen een belangrijke taak. Enerzijds voor het adequaat kunnen uitoefenen van het toezicht en anderzijds als relevante beleidsinformatie. Gelet op het belang van een effectief toezicht is in de Leerplichtlandsverordening tevens uitdrukkelijk bepaald dat de wijze waarop en de voorschriften waarmee het toezicht wordt nageleefd bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, dienen te worden geregeld.

 

Dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen, heeft betrekking op die bepalingen. Allereerst wordt de onderwijsinspectie aangewezen als de toezichthoudende instantie. De bij de onderwijsinspectie werkzame Inspecteurs Onderwijs, Cultuur, Jeugd en Sport (verder OCJS) /Leerplichtambtenaren worden belast met het toezicht op de naleving van de Leerplichtlandsverordening en de uit kracht daarvan gegeven voorschriften. Dit is de reeds gangbare praktijk en vastgelegd in artikel 14, tweede lid, onder e, van het Organisatiebesluit Onderwijs, Cultuur, Jeugd en Sport, dat bepaalt dat de onderwijsinspectie verantwoordelijk is voor het zorgdragen voor de uitvoering van de Leerplichtlandsverordening. Onderhavig landsbesluit, houdende algemene bepalingen, heeft een aantal bepalingen die overeenkomen en zijn overgenomen van de Leerplichtwet BES. Met name artikelen 32 tot en met 34 zijn gebruikt en daarnaast hebben de verschillen betrekking op wie de bevoegdheid heeft controle op verzuim uit te voeren, de duur van het verzuim voordat instanties worden geïnformeerd, de bevoegdheid om administratieve boetes op te leggen en hoe te handelen bij frequent verzuim met de betrokkenheid van de kinderbescherming.

 

Voor het uitoefenen van toezicht en het te voeren beleid inzake het beperken van ongerechtvaardigd schoolverzuim is een up-to-date en volledig gegevensbeheer noodzakelijk. Artikel 6 van de Leerplichtlandsverordening verlangt in dat kader dat een sluitende registratie wordt onderhouden. Een dergelijk administratief stelsel dient in elk geval een overzicht te bieden van de op de school ingeschreven leerlingen en van de mutaties daarin en van het schoolverzuim, zowel gerechtvaardigd als ongerechtvaardigd. In dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt geregeld dat scholen de onderwijsinspectie moeten informeren over registratie en het verzuim en op welke wijze dat moet worden geregistreerd.

 

In de Leerplichtlandsverordening is de leerplicht uitgewerkt door middel van de verplichting om de leerplichtige jongere als leerling in te schrijven en de verplichting om zorg te dragen voor het bijwonen van de lessen door die leerplichtige jongere. Op die wijze wordt het absolute schoolverzuim respectievelijk het relatieve schoolverzuim bestreden. In de Leerplichtlandsverordening zijn ook de uitzonderingen op de leerplicht, de ontheffings- en vrijstellingsmogelijkheden, geregeld. Het betreft een limitatieve opsomming.

 

Ontheffing is slechts mogelijk bij langdurige of permanente geestelijke of lichamelijke gebreken, die de deelname aan het onderwijs onmogelijk maken. Vrijstellingen zijn bedoeld voor gevallen waarbij het bijwonen van lessen voor een kortere periode niet mogelijk is. Alleen als er een ontheffing is verleend of vrijstelling geldt, is er sprake van gerechtvaardigd schoolverzuim.

 

In 2013 is bij ministeriële beschikkingen bepaald dat de bevoegde gezagen maandelijks opgave doen van het aantal ingeschreven leerlingen, van de mutaties daarin en van leerlingen met een verzuim van meer dan drie dagen.1 Deze informatie dient uiterlijk op de vijfde dag van de daaropvolgende maand schriftelijk en langs elektronische weg te worden aangeleverd bij zowel de Afdeling Onderwijs van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur, Jeugd en Sport als bij de onderwijsinspectie. Daarmee ontvangt de onderwijsinspectie dus reeds een belangrijk deel van de in artikel 6 van de Leerplichtlandsverordening bedoelde inlichtingen. Voor de registratie van in- en uitschrijving van leerlingen en van verzuim van lessen met en het verzuim van lessen zonder een ontheffing of vrijstelling, wordt in dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen, aangesloten bij de gangbare praktijk zoals die geldt voor bevoegde gezagen op grond van de betreffende ministeriële beschikkingen.

 

Financiële paragraaf

 

Er zijn geen financiële consequenties verbonden aan dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen. Op grond van artikel 14, tweede lid, onder e, van het Organisatiebesluit Onderwijs, Cultuur, Jeugd en Sport is de onderwijsinspectie reeds verantwoordelijk voor het zorgdragen voor de uitvoering van de Leerplichtlandsverordening. De taken voortvloeiend uit dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen, vergen geen additionele personele inzet van de bij de onderwijsinspectie werkzame Inspecteurs OCJS/Leerplichtambtenaren.

 

Administratieve lastendruk

 

De scholen zijn op grond van de onderwijslandsverordeningen verplicht de minister en de door hem aangewezen ambtenaren desgevraagd alle inlichtingen te geven. Zij voeren reeds een leerlingenregistratie en verstrekken het merendeel van de nu gevraagde inlichtingen aan de onderwijsinspectie volgens bij ministeriële beschikkingen vastgestelde modellen.

 

Artikelsgewijs deel

 

Artikel 1

 

Deze bepaling bevat de definities.

 

Artikel 2

 

De Leerplichtlandsverordening onderscheidt scholen voor funderend onderwijs, scholen voor voortgezet onderwijs en instellingen voor secundair beroepsonderwijs. Dit artikel bepaalt dat dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van toepassing is op alle scholen voor funderend en voor voortgezet onderwijs en instellingen voor beroepsonderwijs.

 

 

Artikel 3 Toezichthoudende instantie

 

In artikel 6 van de Leerplichtlandsverordening is bepaald dat bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt bepaald welke instantie met het toezicht is belast op de naleving van de Leerplichtlandsverordening en de uit kracht daarvan gegeven voorschriften. Dit artikel wijst de onderwijsinspectie aan als toezichthoudende instantie en belast de bij de onderwijsinspectie werkzame Inspecteurs OCJS/Leerplichtambtenaren met het toezicht. In overeenstemming met artikel 2 van de Leerplichtlandsverordening zijn de Inspecteurs OCJS/Leerplichtambtenaren bevoegd hun taak uit te oefenen ten aanzien van alle in Sint Maarten woonachtige leerplichtige jongeren.

 

Artikel 4 Inlichtingen

 

Dit artikel bepaalt welke gegevens door de school moeten worden geregistreerd en verstrekt aan de onderwijsinspectie en wanneer. Het betreft de registratie van in- en uitschrijving van leerlingen en van verzuim van lessen met en het verzuim van lessen zonder een ontheffing of vrijstelling. Op dit moment verstrekken bevoegde gezagen op grond van de ministeriële beschikkingen van 2013 relevante gegevens van alle ingeschreven leerlingen, het aantal ingeschreven leerlingen, de in de voorafgaande maand ingeschreven en uitgeschreven leerlingen en leerlingen met een verzuim van meer dan drie dagen. De school zal dit moeten aanvullen met de registratie van het verzuim van lessen met en het verzuim van lessen zonder een ontheffing of vrijstelling.

 

Alle inlichtingen dienen uiterlijk op de vijfde dag na afloop van de maand waarop de registratie betrekking heeft te worden ingediend. Het tweede lid van dit artikel bepaalt dat de inlichtingen zowel langs elektronische weg, door middel van daartoe door de afdeling Onderwijs verstrekte formulieren en email correspondentie, als schriftelijk moeten worden verstrekt. Dit is in lijn met de voorschriften voor het verstrekken van inlichtingen door bevoegde gezagen op grond van de ministeriele regelingen.

 

Het derde lid bepaalt dat er gebruik zal worden gemaakt van de bij ministeriële regeling vastgestelde modellen. Zo wordt verder aangesloten bij de gangbare praktijk van de scholen en de onderwijsinspectie en wordt extra administratieve lastendruk voorkomen. Het vierde lid maakt wijzigingen vanwege nieuwe aan te leveren gegevens bij ministeriële regeling mogelijk. Mogelijke aanpassingen van de modellen kunnen zodoende eenvoudig worden doorgevoerd zonder dat hiervoor het landsbesluit, houdende algemene maatregelen, gewijzigd hoeft te worden.

 

Artikel 5 Controle absoluut schoolverzuim

 

Dit artikel bepaalt dat de onderwijsinspectie controleert of de leerplichtige jongere staat ingeschreven op een school. Als dat niet zo is, is er sprake van absoluut verzuim.

 

Artikel 6 Kennisgeving relatief schoolverzuim

 

Het eerste lid van dit artikel stelt de bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te bepalen periode van de vrijstelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder a, b of c, van de Leerplichtlandsverordening, op drie dagen. Als een leerplichtige jongere langer dan drie dagen ongerechtvaardigd verzuimt, brengt het hoofd van de school de onderwijsinspectie hiervan onverwijld op de hoogte. Er is dan sprake van relatief schoolverzuim. In overeenstemming met de reeds gangbare praktijk bij het aanleveren van leerlingengegevens bepaalt het tweede lid dat het identiteitsnummer van de leerplichtige jongere wordt vermeld. Dit identiteitsnummer wordt verstrekt door de Dienst Burgerzaken conform de bepalingen van de Landsverordening basisadministratie persoonsgegevens.

 

Artikel 7 Onderzoek

 

Als uit de controle door de onderwijsinspecteur/leerplichtambtenaar blijkt dat de leerplichtige jongere ongerechtvaardigd niet staat ingeschreven bij een school, of als de onderwijsinspectie een kennisgeving van de school heeft ontvangen dat er meer dan drie dagen ongerechtvaardigd is verzuimd, stelt hij een onderzoek in. Hij zal contact opnemen met de jongere en met degene die met het gezag over of de feitelijke verzorging van de jongere is belast. De onderwijsinspecteur/leerplichtambtenaar zal hen horen en trachten te bewerkstelligen dat de leerplichtige jongere alsnog wordt ingeschreven bij een school dan wel de voor hem bestemde lessen hervat. Als daar geen gevolg aan wordt gegeven, legt de minister een administratieve boete op. Op grond van het Mandaatbesluit administratieve boetes Leerplichtlandsverordening is de onderwijsinspecteur/leerplichtambtenaar bevoegd om de boete namens de minister op te leggen.2

 

Op grond van artikel 2, derde lid, van de Leerplichtlandsverordening, is de jongere die de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt ook zelf verantwoordelijk voor het volgen van de voor hem bestemde lessen. Als blijkt dat deze leerplichtige jongere de lessen niet geregeld volgt en daarvoor niet is vrijgesteld, hoort de onderwijsinspecteur/leerplichtambtenaar de leerplichtige jongere. Hij zal trachten hem ertoe te bewegen de lessen te hervatten. Als de betreffende leerplichtige jongere daar geen gevolg aan geeft, legt hij, namens de minister op grond van het Mandaatbesluit administratieve boetes Leerplichtlandsverordening, een administratieve boete op.3

 

Artikel 8 Inwerkingtreding

 

Dit artikel bevat de inwerkingtredingsbepaling.

 

Artikel 9

 

Dit artikel bevat de citeertitel.

 

De Minister van Onderwijs, Cultuur, Jeugd en Sport


1

Het betreft de ministeriële beschikkingen OJCS 2013/457, OCJS 2013/458 en OCJS 2013/459.

2

MB No. 2015/2393.

3

MB No. 2105/2393.