Organisatie | Lansingerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels bestemmingsplan Wilderszijde |
Citeertitel | Beleidsregels bestemmingsplan Wilderszijde |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-06-2023 | nieuwe regeling | 23-12-2021 |
Het bestemmingsplan voor het plangebied Wilderszijde betreft een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte ingevolge artikel 7c van de Crisis- en Herstelwet. De regels van dit bestemmingsplan bevatten open normen. Dat wil zeggen dat niet alle eisen direct en concreet in de regels van het bestemmingsplan zijn vastgelegd. Het plan moet zich kunnen aanpassen aan veranderende maatschappelijke en economische omstandigheden gedurende de ontwikkeling van het plangebied nadat het bestemmingsplan is vastgesteld. Invulling van Wilderszijde zal meerdere jaren in beslag nemen en met deze werkwijze kan ingespeeld worden op de actualiteit.
Die open normen worden uitgewerkt door de beleidsregels in dit document, wat het toetsingskader is voor vergunningaanvragen. Dit document bevat alle beleidsregels die dienen ter uitleg van regels die zijn opgenomen in het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte ten aanzien van de onderwerpen parkeren, duurzaamheid en natuurinclusief bouwen. De gemeente Lansingerland mag deze beleidsregels aanpassen gedurende de planperiode van het bestemmingsplan, zonder dat hiervoor het bestemmingsplan zelf hoeft te worden herzien of gewijzigd.
Hoofdstuk 2 in dit document bevat de beleidsregels voor het onderwerp parkeren. Hoofdstuk 3 bevat de beleidsregels voor duurzaamheid. In hoofdstuk 4 zijn de beleidsregels voor natuurinclusief bouwen opgenomen.
De beleidsregels kennen een vergelijkbare opbouw. In de eerste paragraaf van het hoofdstuk wordt een algemene toelichting gegeven (met de titel 'inleiding'). Deze toelichting beschrijft de overwegingen en de noodzaak van het opstellen van de beleidsregel. De tweede paragraaf (met de titel 'inhoud van deze beleidsregel') bevat de regels waarmee uitleg gegeven wordt aan de open normen in het bestemmingsplan. Deze paragraaf bestaat steeds uit subparagrafen die beschrijven wanneer er voldaan is aan de open norm. Waar nodig is in deze subparagrafen ook in meer detail beschreven waarom regels gesteld zijn. De derde paragraaf beschrijft tot slot hoe de beleidsregel vastgesteld wordt en hoe de beleidsregel gewijzigd kan worden.
In principe gelden in Wilderzijde dezelfde parkeernormen als in de rest van Lansingerland. Wel heeft de gemeenteraad specifieke uitgangspunten vastgesteld voor het parkeren bij appartementen die samen met de geldende parkeernormen het parkeerbeleid vormen voor Wilderszijde.
De parkeernorm voor appartementen is naar beneden bijgesteld en is ruimtelijk adaptief door de openbare ruimte zodanig te ontwerpen dat het mogelijk is tussen wijkgroen en additionele bufferparkeerplaatsen (tot maximaal de norm uit de parkeernormennota 2014 van de gemeente Lansingerland) voor appartementen in het sociale segment te wisselen. Dit gaat niet ten koste van het totale oppervlak aan groenvoorzieningen. Voor Wilderszijde gelden normen voor de minimum hoeveelheid groenvoorzieningen die in de wijk gerealiseerd moeten worden. Deze normen moeten behaald worden.
De bewoners van vrijstaande woningen en twee-onder-een-kapwoningen parkeren individueel (dus bijvoorbeeld op de eigen oprit) op eigen terrein. De bewoners van rijwoningen en appartementen parkeren in/op collectieve parkeervoorzieningen. Voorbeelden van dergelijke collectieve parkeervoorzieningen zijn parkeergarages, parkeerkoffers en parkeerpleinen.
Parkeren voor bezoekers vindt plaats op afstand (tot maximaal 250 meter loopafstand van de woningen/appartementen) in geclusterde parkeeroplossingen direct gelegen aan of nabij de ontsluitingsweg of in kleinere parkeerkoffers aan de rand van de buurten. Het gebruik van deelauto's en andere vormen van deelmobiliteit wordt gestimuleerd, met name bij appartementen, maar ook voor de andere woningtypen. Bovendien moet de wijk voorbereid worden op de grootschalige uitrol van elektrische voertuigen. Bij de parkeerplaatsen moeten dus voorbereidingen worden getroffen zodat eenvoudig laadpalen gerealiseerd kunnen worden, zowel in openbaar gebied als in private (gebouwde) parkeervoorzieningen.
2.2 Inhoud van deze beleidsregel
In de regels van het bestemmingsplan "Wilderszijde" is bepaald dat er sprake moet zijn van voldoende parkeergelegenheid. Deze beleidsregel bepaalt wat onder voldoende parkeergelegenheid verstaan wordt. De parkeernomen voor appartementen wijken af van de parkeernormen voor appartementen elders in de gemeente Lansingerland. Om die reden is wat als 'voldoende parkeergelegenheid' geldt bij appartementen specifiek gedefinieerd in deze beleidsregel. Wat als voldoende parkeergelegenheid geldt, wordt in eerste instantie bepaald door de normen voor de kwantitatieve parkeerbehoefte. Echter, een parkeerplaats kan pas meetellen als parkeerplaats die daadwerkelijk in een behoefte voorziet als hij op voldoende korte afstand van de functie ligt waar hij voor bedoeld is. Om die reden zijn in de beleidsregels ook aanvullende eisen geformuleerd (zie 2.2.3). Er is pas sprake van het voorzien in voldoende parkeergelegenheid als er ook aan die aanvullende eisen, voor zover van toepassing, voldaan wordt.
2.2.1 Nota parkeernormen gemeente Lansingerland
Er is in beginsel sprake van voldoende parkeergelegenheid als er voldaan wordt aan de parkeernormen conform de 'Nota parkeernormen Gemeente Lansingerland' uit 2014. De volgende beleidsuitgangspunten ten aanzien van parkeren zijn in aanvulling, en voor zover van toepassing ter vervanging van het gemeentelijk parkeerbeleid. Mocht nieuw gemeentelijk parkeerbeleid worden vastgesteld, dan blijven de beleidsuitgangspunten behorende bij dit bestemmingsplan die afwijken van het nieuwe gemeentelijk parkeerbeleid onverminderd van kracht, tenzij het nieuwe gemeentelijk parkeerbeleid expliciet aangeeft dat het mede ter wijziging of vervanging van de beleidsregels behorend bij dit bestemmingsplan is.
2.2.2 Voldoende parkeergelegenheid bij woningen appartementen
Voor Wilderszijde heeft de gemeenteraad in afwijking van de 'Nota parkeernormen Gemeente Lansingerland' specifieke parkeernormen voor appartementen in Wilderszijde bepaald waaraan voldaan moet worden. Voor de in de navolgende tabel genoemde appartementen geldt dat er sprake is van voldoende parkeergelegenheid in de zin van de regels van het bestemmingsplan Wilderszijde als voldaan wordt aan onderstaande normen.
*Bezoekersparkeren voor alle appartementen: 0,3 parkeerplaats per appartement
Uit tabel 2.1 volgt dat per appartement dat gebouwd wordt als een sociale huurwoning 0,7 parkeerplaats gerealiseerd moet worden om te voldoen aan de eis dat er voldoende parkeergelegenheid moet worden gerealiseerd bij appartementen. In aanvulling op deze parkeernorm is bij raadsbesluit d.d. 25-06-2020 bepaald dat bij realisatie van een sociaal appartement 0,4 parkeerplaats extra gerealiseerd moet worden in de openbare ruimte. Dit zijn de zogenoemde (tijdelijke) bufferplaatsen. Dit houdt in dat bij nieuwbouw van een appartement die als sociale huurwoning gerealiseerd is, er 1,1 parkeerplaats gerealiseerd moet worden.
Aanvullend geldt met betrekking tot deze bufferplaatsen het volgende:
Gedurende 1,5 jaar na oplevering van een bouwveld met sociale huurappartementen, waarbij sprake moet zijn van een periode waarin alle appartementen worden bewoond, wordt het gebruik van de parkeerplaatsen en bufferparkeerplaatsen en de behoefte aan de bufferparkeerplaatsen door het college van B&W gemonitord. Dit gebeurt op basis van parkeeronderzoek, data-analyse en eventueel aanvullende onderzoeksmethoden.
2.2.3 Algemene uitgangspunten t.a.v. parkeren in Wilderszijde
Voor het inrichten van de parkeerplekken wordt een aantal algemene uitgangspunten in Wilderszijde van toepassing verklaard. Er is sprake van voldoende parkeergelegenheid als er in aanvulling op het bepaalde in paragraaf 2.2.1 en/of 2.2.2 ook voldaan wordt aan het volgende:
2.3 Wijziging van deze beleidsregel
Het vaststellen van deze beleidsregel is ten aanzien van de parkeernormen een bevoegdheid van de gemeenteraad en ten aanzien van de uitvoering van de bufferplaatsen een bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lansingerland. In artikel 16 van de regels van het bestemmingsplan "Wilderszijde" zijn de procedurele bepalingen voor het wijzigen van beleidsregels opgenomen.
De gemeente Lansingerland wil van Wilderszijde een duurzame wijk maken. Met betrekking tot duurzaamheid heeft de gemeente Lansingerland een aantal doelstellingen gesteld. Deze worden onder andere benoemd in het kader Duurzame Gebiedsontwikkeling (vastgesteld in 2018) en in de duurzaamheidsvisie 'Lansingerland duurzaam' (vastgesteld in 2019). Ook stelt het Rijk duurzaamheidseisen voor gebiedsontwikkeling.
De ontwikkeling in Wilderszijde zal tot ca. 2032 duren. Het is goed mogelijk dat de door de gemeente en het Rijk gestelde eisen met betrekking tot duurzaamheid voor het einde van de bouw van Wilderszijde al aangescherpt zijn. Als wat nu ambitieus is standaard dreigt te worden, wil de gemeente de lat voor Wilderszijde kunnen verleggen. Met die reden worden voor Wilderszijde beleidsregels op het gebied van, energie vastgesteld. Zo kunnen de eisen meebewegen met de ambitie voor Wilderszijde.
Uitgangspunt voor Wilderszijde is dat de woningen die in Wilderszijde gebouwd worden energieneutraal worden (zogenoemde nul-op-de-meterwoningen en/of woningen met een GPRscore van gemiddeld een 8,0 of hoger).
In de openbare ruimte van de wijk wordt ingezet op ontwerpoplossingen (bijvoorbeeld: centrale oplaadvoorzieningen/energieverdelingspunten voor auto's/motoren/fietsen etc., openbare verlichting) die bijdragen aan de energieneutraliteit in de buurt of voor de wijk als geheel, zonder dat dit negatieve impact heeft op de ruimtelijke kwaliteit. Ook de ontwikkeling van de mobiliteitsknooppunten (mobility hubs) op de kruisingen van fietsroutes met de ontsluitingsweg in Wilderszijde biedt kansen voor dergelijke slimme ontwerpoplossingen.
3.2 Inhoud van deze beleidsregel
In de regels van het bestemmingsplan "Wilderszijde" is bepaald dat er sprake moet zijn van duurzame ontwikkeling. Van een dergelijke ontwikkeling is sprake als voldaan wordt aan het bepaalde in deze beleidsregel, uitsluitend voor zover de inhoud van deze beleidsregel betrekking heeft op de aanvraag van een omgevingsvergunning. Bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de (gedeeltelijke) ontwikkeling van Wilderszijde moet aangetoond worden hoe aan de navolgende eisen voldaan wordt. Hierbij wordt benadrukt dat duurzaamheidsmaatregelen die nu modern zijn over vijf jaar achterhaald kunnen zijn. Waar in deze beleidsregels maatregelen voorgeschreven zijn, is het mogelijk om in afwijking van de voorgeschreven maatregelen gelijkwaardige maatregelen te nemen mits deze maatregelen de duurzaamheid van Wilderszijde gelijkwaardig ontwikkelen of verder verbeteren.
In Wilderszijde moeten de gebouwen energieneutraal zijn. Daarbij kunnen ontwikkelende partijen en de gemeente kiezen voor het bouwen van nul-op-de-meter woningen en/of voor het bouwen met een vastgestelde gemiddelde GPR-score van 8,0 of hoger.
Op het gebied van energie is sprake van duurzame ontwikkeling als voldaan wordt aan de volgende eisen:
Gebouwen/ woningen zijn energieneutraal (nul-op-de-meter) en/of gebouwen/woningen hebben gemiddeld een GPR-score van 8 of hoger op basis van versie 4.3.1 of 4.4, en het geldende bouwbesluit ten tijde van indiening van de omgevingsvergunning. Bij het indienen van een aanvraag omgevingsvergunning moet een door een erkende GPR Gebouw Expert of Assessor gecontroleerde en gevalideerde GPR Gebouw-berekening van het betreffende te realiseren gebouw gevoegd worden.
Voor circulariteit staat een aanpak centraal die uitgaat van de levensduurbenadering. Bekeken over de totale levensduur van bijvoorbeeld een woning is de CO2-footprint laag. Het gaat dan om de mogelijkheden om gebouwen aan te passen aan toekomstige wensen en/of het hergebruik van materialen. Elk type gebouw of object heeft een eigen levensduur en eigenaar. Daarom zijn er verschillende keuzes te maken en accenten te leggen. Er is voldoende ruimte voor nieuwe oplossingsrichtinge, inzichten en innovatie zodat deze ontwikkeling direct door kunnen werken in de ontwikkeling van Wilderszijde.
Op het gebied van circulariteit is sprake van duurzame ontwikkeling als voldaan wordt aan de volgende eisen:
3.3 Wijziging van deze beleidsregel
Het vaststellen van deze beleidsregel is een bevoegdheid van de gemeenteraad van de gemeente Lansingerland. Het wijzigen van de beleidsregel is een bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lansingerland. In artikel 18.2.3 van de regels van het bestemmingsplan 'Wilderszijde' zijn de procedurele bepalingen voor het wijzigen van beleidsregels opgenomen.
4 Beleidsregel Natuurinclusief bouwen in Wilderszijde
De gemeente Lansingerland wil van Wilderszijde een duurzame en groene wijk maken. Met betrekking tot natuurvriendelijk bouwen heeft de gemeente Lansingerland een aantal doelstellingen gesteld. Deze worden onder andere benoemd in de Nota Groenstructuur Lansingerland 2016-2026, de Leidraad 'Duurzame Inrichting Openbare Ruimte' (vastgesteld in 2018) en in de duurzaamheidsvisie 'Lansingerland duurzaam' (vastgesteld in 2019). Ook stelt het convenant Klimaatadaptief Bouwen eisen voor natuurinclusief bouwen bij gebiedsontwikkeling.
De ontwikkeling in Wilderszijde zal tot ca. 2032 duren. Met dezelfde motivatie als bij duurzaamheid is genoemd wil de gemeente de lat voor natuurinclusief bouwen in Wilderszijde kunnen verleggen. Natuurinclusief bouwen heeft als bijkomend voordeel dat minder reflectie van geluid plaatsvindt en ook daardoor een prettiger leefomgeving ontstaat. Met deze redenen worden voor Wilderszijde beleidsregels op het gebied van natuurinclusief bouwen vastgesteld.
Uitgangspunt voor Wilderszijde is dat bij de woningen die in Wilderszijde gebouwd worden maatregelen worden genomen om de natuur te versterken. In de openbare ruimte van de wijk wordt ingezet op ontwerpoplossingen en ecologisch beheer. Deze beleidsregels handelen echter over het privéterrein. Door de maatregelen te richten op dier- en plantensoorten die al in de regio voorkomen, wordt samenhang bereikt tussen de natuurterreinen, het openbaar groen en het privéterrein.
Natuurinclusief bouwen is het oprichten van bouwwerken en inrichten van de omgeving van de gebouwen zodanig dat de natuurwaarden er baat bij hebben bovenop wettelijk vastgestelde mitigatie en/of compensatiemaatregelen. Door natuur te benaderen in natuurlijke symbiose met de gebouwde omgeving ontstaan nieuwe kansen voor een nieuwe inrichting waarin ecologische kringlopen worden gevormd.
4.2 Inhoud van deze beleidsregel
In de regels van het bestemmingsplan "Wilderszijde" is bepaald dat er sprake moet zijn van natuurinclusief bouwen. Daarvan is sprake als voldaan wordt aan het bepaalde in deze beleidsregel, uitsluitend voor zover de inhoud van deze beleidsregel betrekking heeft op de aanvraag van een omgevingsvergunning. Bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de (gedeeltelijke) ontwikkeling van Wilderszijde moet aangetoond worden hoe aan de navolgende eisen voldaan wordt. Hierbij wordt benadrukt dat de natuur zich niet laat dwingen, de maatregelen zijn gericht op het creëren van kansen voor de natuur. Waar in deze beleidsregels maatregelen voorgeschreven zijn, is het mogelijk om in afwijking van de voorgeschreven maatregelen gelijkwaardige maatregelen te nemen mits deze maatregelen de ecologische waarden van Wilderszijde gelijkwaardig ontwikkelen of verder verbeteren.
De maatregelen voor het openbaar terrein zijn vastgelegd in de DIOR en de beleidsregels duurzaamheid. Ontwikkelaars en gemeente zijn gehouden aan uitvoering van de daarin opgenomen maatregelen.
Een substantieel deel van de ruimte in bebouwd gebied wordt ingenomen door privéterrein (gebouw en bijbehorende grond). Met relatief simpele en goedkope ingrepen kunnen gebouwen een functie krijgen in het ecosysteem van de wijk. Hoe eerder voorzieningen bij de bouw geïntegreerd worden hoe efficiënter en goedkoper het is.
Per bouwveld en/of bouwblok, wordt door/in opdracht van de initiatiefnemer een ecologisch plan opgesteld. In dat plan wordt aangegeven welke specifieke kansen op ecologisch terrein aanwezig zijn en welke maatregelen uit het maatregelenpakket worden gerealiseerd. Daarbij wordt uitgegaan van in ieder geval de volgende icoonsoorten:
Voor deze soorten worden maatregelen genomen in het ontwerp van de gebouwen en privéterreinen. Daarbij wordt ook de samenhang tussen soorten meegenomen, waardoor zich volledige voedselketens kunnen vormen. Het plan sluit aan bij het landschappelijk en stedenbouwkundig plan en bij de structuur van het plangebied.
In dat plan worden in ieder geval de volgende uitgangspunten uitgewerkt:
Het plan bevat stimuleringsmaatregelen die gericht zijn op meerdere in deze regeling opgenomen icoonsoorten, waaronder minimaal 2 zoogdieren, 2 vogels en 2 insecten. De maatregelen en icoonsoorten zijn zodanig gekozen dat ook andere soorten beter gedijen. Het plan motiveert waarom voor deze icoonsoorten en maatregelen is gekozen;
Het plan wordt opgesteld door of namens de ontwikkelende partij/aanvrager van de omgevingsvergunning en wordt door de gemeente beoordeeld.
In het ecologisch plan dient te worden aangegeven welke maatregelen uit het maatregelenpakket worden toegepast.
Elke maatregel geldt per samenstel van woningen (aaneengebouwde woningen met bijgebouwen; hierna: "rij woningen") of per appartementengebouw, tenzij anders aangegeven. Een rij woningen kan bestaan uit één of meerdere woningen. Een vrijstaande woning voldoet daarmee aan dezelfde eisen als een "rij woningen";
nvt = kan niet worden gebruikt
De maatregelen zijn soms eenvoudig te combineren. Wanneer bijvoorbeeld 65% van de daken van en behorend bij een woning wordt uitgevoerd als sedumdak, wordt voldaan aan de punten 3, 4 en 5 (3 van de 7 te realiseren maatregelen).
4.3 Wijziging van deze beleidsregel
Het vaststellen van deze beleidsregel is een bevoegdheid van de gemeenteraad van de gemeente Lansingerland. Het wijzigen van de beleidsregel is een bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lansingerland. In artikel 16 van de regels van het bestemmingsplan 'Wilderszijde' zijn de procedurele bepalingen voor het wijzigen van beleidsregels opgenomen.