Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Berg en Dal 2023

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt onder de volgende begrippen verstaan:

• •

  college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Berg en Dal;

• •

  inwoner: degene die op grond van de Wet basisregistratie personen bij de gemeente is ingeschreven;

• •

  schuldhulpverleningstraject: het totaal van dienstverlening binnen de schuldhulpverlening vanaf de aanmelding tot en met de nazorg;

• •

  verzoeker: persoon die zich tot het college heeft gewend voor schuldhulpverlening;

• •

  wet: de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

• •

  WSNP: Wet schuldsanering natuurlijke personen.

Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

• 1.

  Tot de doelgroep van de gemeentelijke schuldhulpverlening behoren alle inwoners van de gemeente Berg en Dal van 18 jaar en ouder.

• 2.

  Er is geen recht op schuldhulpverlening als een aanvrager niet rechtmatig in Nederland verblijft (artikel 8 Vreemdelingenwet).

Artikel 3. Toelating tot schuldhulpverlening

Het college verleent aan verzoeker schuldhulpverlening als het college dit noodzakelijk acht. Nadere invulling van het hulptraject wordt in overleg met de verzoeker vastgelegd. Als de noodzaak niet aanwezig wordt geacht door het college, kan een aanvraag worden geweigerd.

Artikel 4. Besluit over schuldhulpverlening

• 1.

  Na het eerste gesprek, bedoeld in artikel 4, lid 1 van de wet, neemt het college een besluit over de schuldhulpverlening. Dit besluit houdt in:

  • a.

    toegang tot schuldhulpverlening inclusief een plan van aanpak; of

  • b.

    een weigering tot schuldhulpverlening.

• 2.

  In afwijking van het eerste lid kan een besluit achterwege blijven als in het eerste gesprek door de inwoner wordt aangegeven af te zien van verdere schuldhulpverlening.

• 3.

  Aan een besluit als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, kunnen voorwaarden worden verbonden.

• 4.

  Indien er sprake is van een bedreigende situatie vindt binnen drie werkdagen het eerste gesprek plaats waarin de hulpvraag wordt vastgesteld. Onder bedreigende situatie wordt verstaan gedwongen woningontruiming, beëindiging van de levering van gas, elektriciteit, stadsverwarming of water of opzegging dan wel ontbinding van de zorgverzekering.

Artikel 5. Weigeringsgronden

• 1.

  Het college wijst de aanvraag af indien:

  • a.

    verzoeker niet tot de doelgroep behoort;

  • b.

    verzoeker de verplichtingen zoals gesteld in artikel 6 en 7 van de wet niet of in onvoldoende mate nakomt;

  • c.

    verzoeker zich misdraagt ten opzichte van medewerkers die belast zijn met de uitvoering van de schuldhulpverlening.

• 2.

  Het college kan de aanvraag afwijzen indien:

  • a.

    verzoeker in staat is om zijn schulden zelf te regelen;

  • b.

    er sprake is van één of meerdere schulden, waarvan op voorhand duidelijk is dat zij niet binnen 18 maanden regelbaar zullen zijn;

  • c.

    de inkomens-, woon- of leefsituatie van verzoeker zodanig onzeker is dat schuldhulpverlening nog niet mogelijk is, tenzij bedoelde inkomens-, woon- of leefsituatie zich naar verwachting binnen 18 maanden zal stabiliseren;

  • d.

    verzoeker fraude heeft gepleegd en wegens de fraude onherroepelijk strafrechtelijk is veroordeeld of een onherroepelijk strafrechtelijke sanctie opgelegd heeft gekregen. De fraude betreft hierbij financiële benadeling van een bestuursorgaan. De fraude maakt onderdeel uit van de schulden;

  • e.

    verzoeker eerder gebruik heeft gemaakt van een gestarte minnelijke schuldregeling en deze voortijdig is beëindigd, tenzij er twee jaar zijn verstreken na de beëindiging;

  • f.

    verzoeker eerder gebruik heeft gemaakt van een gestarte minnelijke schuldregeling en deze succesvol is afgerond, mits men vervolgens opnieuw in de schulden is geraakt en er nog geen vijf jaar zijn verstreken na de beëindiging.

  • g.

    verzoeker zich meldt voor schuldhulpverlening binnen twee jaar na afwijzing van de WSNP tenzij de afwijsreden van de WSNP aanvraag ten tijde van een nieuwe aanvraag niet meer van toepassing is.

Artikel 6. Beëindigingsgronden

• 1.

  Het college kan de schuldhulpverlening beëindigen indien:

  • a.

    verzoeker zich niet of in onvoldoende mate heeft gehouden aan de verplichtingen zoals gesteld in artikel 6 en 7 van de wet;

  • b.

    de geboden schuldhulpverlening, gelet op gewijzigde individuele omstandigheden van verzoeker, niet passend kan worden gemaakt;

  • c.

    verzoeker verhuist naar een andere gemeente, mits er geen sprake is van lopende schuldregeling;

  • d.

    het minnelijk traject tot schuldregelen niet is geslaagd, en de WSNP geen mogelijkheid is;

  • e.

    verzoeker een schriftelijk verzoek indient tot beëindiging van de schuldhulpverlening;

  • f.

    het schuldhulpverleningstraject succesvol is afgerond;

  • g.

    verzoeker zich misdraagt ten opzichte medewerkers die belast zijn met de uitvoering van de schuldhulpverlening;

  • h.

    18 maanden na toelating tot schuldhulpverlening wordt vastgesteld dat één of meerdere schulden niet regelbaar zijn;

  • i.

    verzoeker gedurende het schuldhulpverleningstraject fraude heeft gepleegd en wegens de fraude onherroepelijk strafrechtelijk is veroordeeld of een onherroepelijk strafrechtelijke sanctie opgelegd heeft gekregen. De fraude betreft financiële benadeling van een bestuursorgaan.

  • j.

    Op grond van – zo later is gebleken – onjuiste gegevens schuldhulpverlening aan verzoeker is toegekend, terwijl indien dit ten tijde van de besluitvorming bekend was geweest bij het college, een andere beslissing zou zijn genomen;

  • k.

    De inwoner zijn beschikbare aflossingscapaciteit of vermogen niet volledig wil gebruiken voor de aflossing van zijn schulden;

  • l.

    De inwoner failliet is verklaard.

Artikel 7. Hersteltermijn bij niet nakomen verplichtingen

• 1.

  Als verzoeker niet of in onvoldoende mate aan de verplichtingen voldoet zoals gesteld in artikel 6 en 7 van de wet, kan het college besluiten om schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen.

• 2.

  Aan dit besluit gaat eenmalig een redelijke hersteltermijn vooraf, om alsnog binnen de gestelde termijn de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken.

Artikel 8. Onvoorziene omstandigheden

• 1.

  Het college kan in zeer bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels indien onverkorte toepassing daarvan aanleiding geeft of zou leiden tot disproportionele onredelijkheid of onbillijkheid;

• 2.

  In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

Artikel 9. Citeertitel, inwerkingtreding en overgangsrecht

• 1.

  Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Berg en Dal 2023’;

• 2.

  Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking, onder gelijktijdige intrekking van de ‘Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Berg en Dal 2018’;

• 3.

  Een schuldhulpverleningstraject dat is gestart vóór de datum van inwerkingtreding van deze beleidsregels, valt nog onder de werking van de ‘Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Berg en Dal 2018’.