Organisatie | Flevoland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Nadere regels Subsidie Circulaire Economie |
Citeertitel | Subsidie Circulaire Economie Flevoland 2023-2024 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervalt op 1 januari 2025.
De citeertitel van deze regeling is gewijzigd.
Algemene Subsidieverordening Flevoland 2023
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-12-2023 | 01-01-2025 | artikel 12, 20, 21 | 19-12-2023 | 3197348 | |
01-11-2023 | 29-12-2023 | aanhef/artikel 1, 6, 9, 11, 12, 15, 16 | 10-10-2023 | 3155746 | |
15-06-2023 | 01-11-2023 | nieuwe regeling | 06-06-2023 | 3119320 |
Gedeputeerde Staten van Flevoland,
Provinciale Staten bij besluit van 14 december 2022 budget beschikbaar hebben gesteld voor het stimuleren van de Circulaire Economie in de provincie Flevoland;
Gedeputeerde staten hieraan uitvoering willen geven door het in het leven roepen van een subsidiemogelijkheid;
De Algemene Subsidieverordening Flevoland 2023 een procedureel kader geeft voor subsidiering van activiteiten die passen in het provinciaal beleid;
In deze Algemene Subsidieverordening Flevoland 2023 aan Gedeputeerde Staten de bevoegdheid is toegekend om Nadere regels vast te stellen die onder meer betrekking hebben op subsidiecriteria;
Het wenselijk is om voor het beschikbaar stellen van Subsidie Circulaire Economie 2023 deze Nadere regels vast te stellen.
Getoetst is of bij het in het leven roepen van de in deze nadere regels genoemde subsidiemogelijkheid sprake is van staatssteun;
Uit deze toets is gebleken dat deze subsidiemogelijkheid weliswaar aangemerkt wordt als staatssteun, maar dat deze gerechtvaardigd kan worden verstrekt onder toepassing van:
Verordening (EU) nr. 712/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de visserij- en aquacultuursector, Pb L190/45 van 28 juni 2014;
Verordening (EU) nr. 1408/2013) van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector, Pb L352/9 van 24 december 2013;
Verordening (EG) Nr.1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, Pb L352/1 van 24 december 2013.
Gelet op het bepaalde in artikel 4, eerste lid van de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2023,
In deze regels wordt verstaan onder:
De-minimisverordening: Europese regelgeving op basis waarvan overheden ondernemers mogen ondersteunen tot een bepaald maximumbedrag verspreid over drie belastingjaren. De Europese Commissie heeft bepaald dat steun tot dit maximumbedrag niet leidt tot verstoring van het handelsverkeer tussen de lidstaten. Voor verschillende sectoren gelden aparte regels.
Voor ondernemers, die actief zijn in de visserij- en aquacultuursector is het maximale steunbedrag vastgesteld op maximaal € 30.000 over een periode van drie belastingjaren (Verordening (EU) nr. 712/2014).
Voor ondernemers, die primair landbouwproducten (zover deze vallen onder de categorieën genoemd in bijlage 1 bij het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie) produceren is het maximale steunbedrag vastgesteld op maximaal € 20.000 over een periode van drie belastingjaren (Verordening (EU) nr. 1408/2013).
Voor alle andere ondernemers is het maximale steunbedrag vastgesteld op € 200.000 over een periode van drie belastingjaren (Verordening (EU) nr. 1407/2013).
Externe deskundige: een onafhankelijke deskundige die op grond van opleiding en ervaring gekwalificeerd moet worden geacht om een opdracht uit te voeren in het kader van een op grond van deze regeling gesubsidieerde activiteit; De deskundige is onafhankelijk, zonder schijn van belangenverstrengeling met de subsidieaanvrager of de aangevraagde subsidiabele activiteit en staat ingeschreven in het handelsregister;
Artikel 2. Doel van de subsidie en van de subsidieregeling
Doel van de subsidie is het stimuleren van de circulaire economie in Flevoland.
Doel van de subsidieregeling is duidelijkheid te verschaffen aan de potentiële aanvragers over de voorwaarden.
De subsidieregeling is van toepassing op subsidies die Gedeputeerde Staten kunnen verstrekken voor het stimuleren van de Circulaire Economie in de provincie Flevoland.
Subsidie op grond van deze subsidieregeling kan worden aangevraagd door ondernemers, kennisinstellingen en stichtingen.
Artikel 5. Subsidiabele activiteit
Het uitvoeren van een circulair project dat bijdraagt aan het doel van deze subsidieregeling.
Artikel 7. Maximale aanspraak per aanvrager
Op grond van deze subsidieregeling kan een aanvrager, zoals benoemd in artikel 4, meerdere subsidieaanvragen indienen. Daarbij geldt dat per aanvrager in totaal niet meer subsidie kan worden aangevraagd dan het in artikel 6 genoemde maximale bedrag.
Subsidieaanvragen kunnen gedurende het hele jaar worden ingediend, maar uiterlijk dertien weken voordat de activiteit plaatsvindt.
De subsidie-aanvraag moet voldoen aan de volgende criteria:
is voor Groen in te delen in de volgende 2 categorieën:
Groene grondstofstromen (niet zijnde voedsel – zie volgende categorie) die zoveel als mogelijk hoogwaardig worden ingezet of waaruit de inhoudsstoffen worden gewonnen.
De eventueel overgebleven reststromen worden zoveel als mogelijk ingezet als landbouwbodem-verbeteraar in Flevoland. Onder hoogwaardig wordt een energietoepassing niet toegestaan (tenzij de stroom echt niet anders kan worden gebruikt).
Voedsel-reststromen worden zoveel als mogelijk verwaard volgens de Ladder van Moerman (bijlage II). Hierbij is voor deze Subsidieregeling één afwijking opgenomen: voor composteren geldt dat de waardering hetzelfde is als de trede ‘Voedsel’ als het compost wordt ingezet voor landbouwbodemverbetering in Flevoland en daarmee bijdraagt aan (duurzame) voedselproductie en kringlooplandbouw.
Artikel 10. Subsidiabele kosten
De kosten van de activiteiten van een ondernemer worden berekend door het aantal uren dat de direct bij de subsidiabele activiteiten betrokken personen ten behoeve van deze activiteiten hebben gemaakt te vermenigvuldigen met een vast uurtarief van € 60,- waarin zowel de directe loonkosten als de daaraan toegerekende indirecte kosten zijn begrepen.
Artikel 12. Subsidieverplichtingen
In aanvulling op de verplichtingen als bedoeld in de ASF 2023 geldt voor de subsidieontvanger de volgende aanvullende verplichtingen:
Artikel 16. Subsidievaststelling en betaling
Uiterlijk 13 weken na beëindiging van het project dient de gereedmelding te worden ingediend via het loket van Horizon Flevoland, zie www.horizonflevoland.nl.
Gedeputeerde Staten kunnen, indien hiervoor naar hun oordeel dringende redenen zijn, gemotiveerd afwijken van het in deze regels gestelde.
Omdat dit een eenmalige regeling betreft kan door de provincie tussentijds een evaluatie worden uitgevoerd. De resultaten kunnen aanleiding geven tot wijziging van de subsidieregeling voor nieuwe aanvragen.
Subsidies in het kader van deze nadere regels zijn in beginsel staatssteun. De provincie Flevoland verleent deze steun met toepassing van hetgeen wat bepaald is in Verordening (EU) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU 2013 L352). Hierdoor classificeert verleende subsidie op basis van deze nadere regels als de-minimissteun.
Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Flevoland van 6 juni 2023.
Gedeputeerde Staten van Flevoland,
de secretaris
de voorzitter
Externe deskundige: indien er een deskundige wordt ingeschakeld om de gesubsidieerde activiteit in opdracht van de aanvrager uit te voeren, dient deze deskundige op grond van opleiding en ervaring gekwalificeerd te zijn deze opdracht uit te voeren. Voor de beoordeling kan worden gekeken naar de ondernemingsactiviteiten van het bedrijf dat wordt ingehuurd en/of de aantoonbare kennis en ervaring van de persoon die de opdracht uitvoert.
De externe deskundige moet ingeschreven zijn bij het Handelsregister van de Kamer van Koophandel, of vergelijkbare handelsregisters in andere staten. Particulieren kunnen daarmee niet optreden als externe deskundige. Een kennisinstelling kan wel optreden als externe deskundige.
Een externe deskundige dient tevens onafhankelijk te zijn. Dit houdt in dat de externe deskundige onafhankelijk de gegeven opdracht uitvoert, waarbij er geen sprake is van enige vorm van belangenverstrengeling. Ook de schijn van belangenverstrengeling moet worden vermeden. In dit kader wordt onder andere in de volgende situaties geoordeeld dat er geen sprake is van onafhankelijkheid:
Deze opsomming is niet limitatief.
de-minimis steun: hiermee wordt bekeken of de aanvrager niet al te veel subsidie ontvangen heeft. Een de-minimisverklaring laat zien dat het aangevraagde subsidiebedrag geheel of gedeeltelijk kan worden verleend zonder dat er sprake zal zijn van een overtreding van de geldende voorschriften van de Europese Unie ter zake van de verstrekking van overheidssteun.
Met dit criterium wordt voorgeschreven dat de kosten voor het realiseren van de activiteit waarvoor subsidie is aangevraagd door de rechtsvorm van de aanvrager moeten worden gemaakt en betaald. Dit betekent dat de facturen die verband houden met het realiseren van de voornoemde activiteit in rekening zijn of worden gebracht bij de rechtsvorm van de aanvrager alsmede dat laatstgenoemde deze betaalt.
De aanvraag moet zijn ontvangen vóórdat verplichtingen zijn aangegaan ter zake van de subsidiabele kosten van de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Dit is bepaald om de stimulerende werking van de regeling te waarborgen.
Onder het aangaan van een verplichting wordt bijvoorbeeld verstaan het voor akkoord ondertekenen van een offerte van een externe deskundige of het inschrijven voor een cursus of training (ongeacht of dit schriftelijk, online of mondeling plaatsvindt). Hierbij maakt het geen verschil of de verplichting is aangegaan door de vertegenwoordigingsbevoegde persoon van de rechtsvorm van de aanvrager, door haar medewerker(s) en/of werknemer(s), of door een eigenaar van de rechtsvorm van de aanvrager.
Indien bij de aanvraag een factuur is gevoegd, dan wordt ervan uitgegaan dat er te vroeg een verplichting is aangegaan.
Indien een verplichting is aangegaan vóór ontvangst van de aanvraag wordt géén subsidie verleend.
In het geval dat er voor een deel van de begrote kosten van de te subsidiëren activiteit een verplichting is aangegaan vóór ontvangst van de aanvraag, wordt de gehele aanvraag geweigerd.
Toelichting Subsidieregeling Circulaire Economie - provincie Flevoland
Het kabinet wil in Nederland uiterlijk in 2050 een volledig circulaire economie tot stand brengen. Daarbij heeft het kabinet de ambitie om in 2030 een (tussen)doel te realiseren van een economie met 50% minder gebruik van primaire abiotische grondstoffen (mineraal, fossiel en metalen). Meer informatie van de Rijksoverheid is hier te vinden: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/circulaire-economie
In een circulaire economie worden grondstoffen efficiënt ingezet en hergebruikt, zonder schadelijke emissies naar het milieu. Voor zover er nieuwe grondstoffen nodig zijn, worden deze op duurzame wijze gewonnen en wordt verdere aantasting van de sociale en fysieke leefomgeving en de gezondheid voorkomen. Producten en materialen worden zo ontworpen dat ze kunnen worden hergebruikt met zo min mogelijk waardeverlies en zonder schadelijke emissies naar het milieu.
Met deze subsidieregeling wil de provincie Flevoland een bijdrage leveren aan het versnellen en versterken van de circulaire economie in Flevoland.
2.Hoofdlijnen van de regeling:
Deze subsidieregeling geeft een kader voor het verstrekken van subsidies ter bevordering van de totstandkoming van circulaire oplossingen. Dat zijn oplossingen voor producten, processen, diensten en businessmodellen waarbij er weinig/geen afval (meer) ontstaat en/of grondstoffen langer en steeds opnieuw gebruikt worden. Hiermee wordt op nieuwe grondstoffen bespaard en de CO2-uitstoot verminderd. Ook wordt gestreefd naar het zo hoogwaardig mogelijk inzetten van de stromen en/of het voorkomen van verspilling.
3. Administratieve lasten en risicoanalyse
De administratieve lasten van de aanvragers van subsidie bestaan uit het kennisnemen van de regeling, het doen van de aanvraag en de overige verplichtingen die voortvloeien uit de regeling voor ontvangers van subsidie.
4. Nadere toelichting Groene en Grijze projecten
Provincie Flevoland wil, naast het stimuleren van circulaire economie in de provincie, ook leren van de resultaten van deze regeling:
Het is daarom van belang dat een zo breed mogelijke doelgroep gebruik maakt van deze regeling. Daarom zijn twee subsidieplafonds opgenomen, één voor Groene en één voor Grijze projecten (Artikel 1 Begripsbepalingen). Door tussentijdse evaluatie kan desgewenst worden bijgestuurd in onder andere de verdeling van de plafonds.
BIJLAGE I, R-ladder voor Grijze projecten
In onderstaand schema wordt de mate van circulariteit modelmatig weergegeven. Het is de bedoeling dat de aanvrager de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd zo goed mogelijk positioneert in dit model. De positie in het schema heeft géén invloed op de hoogte van de subsidie; het is wel een voorwaarde dat de activiteiten in het schema te positioneren zijn.
Met de R-ladder wordt in een selectie van woorden die beginnen met de letter R aangeven welke strategie voor het gebruik van grondstoffen als het meest hoogwaardig wordt aangemerkt. Er worden niet altijd precies dezelfde woorden gebruikt. Ten behoeve van deze regeling wordt gebruik gemaakt van de R-ladder in onderstaand schema.
Figuur 1, R-ladder met strategieën van circulariteit (PBL, 2019)
R1 is de hoogste trede op de CE-ladder, R5 de laagste waarvoor subsidie mag worden aangevraagd:
R1 = Refuse en Rethink: in de vroegste fase wordt overwogen of een beoogd product überhaupt wel nodig is dan wel volledig kan worden heroverwogen zodanig dat het leidt tot grondstof- besparende maatregelen. Van-product-naar-dienst valt hieronder, net als van lineair naar circulair product, dienst, proces of model.
Meer gedetailleerde informatie: https://www.pbl.nl/sites/default/files/downloads/pbl-2019-achtergrondrapport-bij-circulaire-economie-in-kaart-3403_1.pdf
BIJLAGE II, Ladder van Moerman
De Ladder van Moerman is een model dat laat zien hoe voedsel/grondstoffen zo hoogwaardig mogelijk gebruikt kunnen worden. Het voorkomen van verspilling is de meest wenselijke situatie, en als dat niet mogelijk is het verwerken tot nieuwe grondstoffen voor veevoer of hoogwaardige materialen. Recycling, composteren of verbranden van voedsel zijn de minst wenselijke opties.
Bron: ladder van moerman Archieven - Samen Tegen Voedselverspillinghttps://foodinnovationacademy.nl/beperk-voedselverspilling-doet-u-mee/ladder-van-moerman-nederlandvoedselland-22jun2018