Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Beesel

Besluit van de raad van de gemeente Beesel tot vaststelling van het Protocol vermoedens integriteitsschendingen raadsleden, fractievertegenwoordigers en collegeleden gemeente Beesel 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBeesel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van de raad van de gemeente Beesel tot vaststelling van het Protocol vermoedens integriteitsschendingen raadsleden, fractievertegenwoordigers en collegeleden gemeente Beesel 2023
CiteertitelProtocol vermoedens integriteitsschendingen raadsleden, fractievertegenwoordigers en collegeleden gemeente Beesel 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-06-2023nieuwe regeling

05-06-2023

gmb-2023-250450

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van de raad van de gemeente Beesel tot vaststelling van het Protocol vermoedens integriteitsschendingen raadsleden, fractievertegenwoordigers en collegeleden gemeente Beesel 2023

De raad van de gemeente Beesel;

 

gelet op het bepaalde in artikel 13 lid 1 lid 2 van de Gedragscode voor raadsleden en fractievertegenwoordigers gemeente Beesel 2023;

gelet op het bepaalde in artikel 12 lid 1 van de Gedragscode voor burgemeester en wethouders gemeente Beesel 2023;

 

b e s l u i t

 

vast te stellen het “Protocol vermoedens integriteitsschendingen raadsleden, fractievertegenwoordigers en collegeleden gemeente Beesel 2023”.

 

 

Algemene bepalingen

 

  • 1.

    Dit Protocol voorziet in afspraken voor de handelswijze van de burgemeester bij vermoedens van integriteitschendingen waarbij een politieke ambtsdrager betrokken is. Het Protocol heeft tevens ten doel het blijvend activeren van de bewustwording van integriteit en het integer handelen van politieke ambtsdragers in de gemeente Beesel.

  • 2.

    Erkend wordt dat elk vermoeden van integriteitsschending een eigen aard en achtergrond heeft en de burgemeester derhalve gemotiveerd en in overleg met het presidium en of het college van burgemeester en wethouders kan besluiten af te wijken van dit Protocol.

  • 3.

    Doordat elk vermoeden van integriteitschending een eigen aard en achtergrond heeft is de doorlooptijd van de verschillende fases afhankelijk van de specifieke omstandigheden. De burgemeester draagt zorg voor een juiste balans tussen zorgvuldigheid enerzijds en een snelle doorlooptijd anderzijds.

  • 4.

    Voor de uitleg van begrippen sluit dit Protocol aan bij de begrippen zoals vermeld in de Gedragscode voor raadsleden en fractievertegenwoordigers gemeente Beesel 2023 en in de Gedragscode voor burgemeester en wethouders gemeente Beesel 2023.

 

Elkaar aanspreken en bewustwording

 

Stap 0: Onderling bespreekbaar maken.

Een politieke ambtsdrager die iets constateert of een vermoeden heeft van een (vermeende) integriteitsschending door een raadslid, fractievertegenwoordiger of collegelid, maakt dit allereerst één op één bespreekbaar met de desbetreffende persoon.

  • Doel van deze bespreking is bewustwording creëren naar elkaar toe. Casus bespreken, nadenken over elkaars rollen en positie.

  • Het is geen doel om elkaar ten aanzien van ieders integriteit en handelen de maat te nemen.

 

De meldingsfase

 

Stap 1: Melding door eenieder

  • 1.

    Een melding van een vermoeden van een geschonden integriteitsnorm door een politieke ambtsdrager kan door een ieder worden ingediend bij de burgemeester. De burgemeester kan in het geval van concrete aanwijzingen van een geschonden integriteitsnorm ook eigenstandig een traject starten.

  • 2.

    Een melding door een politieke ambtsdrager wordt in behandeling genomen op voorwaarde dat stap 0 is doorlopen tenzij dit om zwaarwegende redenen niet mogelijk is. De burgemeester beoordeelt of stap 0 redelijkerwijs overgeslagen kan worden.

  • 3.

    Anonieme meldingen worden in beginsel niet behandeld. De burgemeester wijkt hier alleen bij af bij een vermoeden van een misstand (conform de wet bescherming klokkenluiders) of zwaarwegende omstandigheden, die blijken uit de duiding van de anonieme melding.

  • 4.

    De burgemeester bevestigt schriftelijk de ontvangst van de melding en vraagt de melder om in deze fase discretie ten aanzien van de melding te betrachten.

  • 5.

    De burgemeester maakt een melding die vertrouwelijk aan de burgemeester gedaan is, in de meldingsfase niet actief openbaar. Indien de melder de melding in het openbaar gedaan heeft of openbaarheid aan de melding gegeven heeft, zal de burgemeester in beginsel terughoudend maar naar bevind van zaken met de informatieverstrekking rond de melding handelen.

  • 6.

    De burgemeester stelt gegevens of informatie veilig voor zover dit niet eerder is gebeurd en voor zover dit noodzakelijk is met het oog op een uit te voeren onderzoek..

  • 7.

    De burgemeester informeert de betrokken politieke ambtsdrager over de aanhangige melding, tenzij de omstandigheden van de melding zich hiertegen verzetten.

  • 8.

    Een melding van een vermoeden van een geschonden integriteitsnorm door de burgemeester wordt ingediend bij de griffie. Het presidium wijst in dat geval één van zijn leden aan die in de plaats treedt van de burgemeester bij het behandelen van de melding en stelt de commissaris van de Koning in de provincie Limburg in kennis van de aanhangige melding.

 

Stap 2: Duiding van de melding

  • 1.

    De burgemeester toetst ambtshalve de melding om te beoordelen of het instellen van een onderzoek noodzakelijk is.

  • 2.

    De burgemeester kan zich bij de duiding van de melding laten bijstaan door interne of externe deskundigen, bijvoorbeeld door het door het Ministerie van Binnenlandse Zaken ingestelde Steunpunt Integriteitsonderzoek Politieke Ambtsdragers.

  • 3.

    De duiding van de melding vindt onder andere plaats langs de volgende toetsingscriteria:

    • a.

      de ontvankelijkheid van het bestuursorgaan;

    • b.

      de aard en de concreetheid van de melding (gericht op een expliciete gedraging door een politieke ambtsdrager);

    • c.

      de valideerbaarheid van de feiten en omstandigheden;

    • d.

      de positie van de melder, van de betrokken ambtsdrager en hun onderlinge verstandhouding;

    • e.

      de geloofwaardigheid/waarschijnlijkheid van de melding.

  • 4.

    De burgemeester kan bij de duiding van de melding het voorhanden zijnde feitenmateriaal analyseren en eventueel de melder, de betrokken politieke ambtsdrager of andere betrokkenen bevragen.

  • 5.

    Indien de burgemeester op grond van de toetsing en de duiding als bedoeld in lid 1 tot en met 4 van dit artikel het instellen van een onderzoek niet noodzakelijk acht, bespreekt hij dit met de melder.

  • 6.

    Wanneer de burgemeester op grond van nieuwe feiten of inzichten uit het gesprek met de melder of wanneer de burgemeester op grond van zijn eerste toetsing van mening is dat de melding een onderzoek kan billijken, hoort hij het presidium, en besluit of een onderzoek wordt ingesteld. Indien de melding een lid van het presidium betreft, dan vaardigt hij/zij bij bespreking van de casus zijn plaatsvervanger af.

  • 7.

    Indien de burgemeester besluit dat er geen onderzoek nodig is worden de melder, de betrokken politieke ambtsdrager en het presidium hierover actief geïnformeerd en wordt de melding afgesloten.

  • 8.

    Indien de burgemeester besluit dat er een onderzoek wordt ingesteld, informeert hij de melder en betrokken politieke ambtsdrager. Het informeren van de politieke ambtsdrager gebeurt zowel mondeling als per brief. Hierin staat ten minste:

    • a.

      een omschrijving van het handelen of nalaten dat aanleiding is tot het instellen van het onderzoek;

    • b.

      wie het onderzoek gaat uitvoeren. Indien dit nog niet bekend is, wordt de betrokkene hierover op een later moment maar zo snel mogelijk na het bekend worden geïnformeerd;

    • c.

      dat betrokkenen en getuigen kunnen worden gehoord;

    • d.

      dat als andere feiten en omstandigheden bekend worden die van belang zijn voor het bepalen van de omvang, aard en ernst van de vermeende integriteitsschending, het onderzoek zich kan uitstrekken tot die feiten en omstandigheden;

    • e.

      dat de betrokken politieke ambtsdrager zich intern en/of extern kan laten ondersteunen, mits de onafhankelijkheid van het onderzoek gewaarborgd blijft;

    • f.

      de afspraken over het vertrouwelijk behandelen van het gehele onderzoek;

    • g.

      een verwijzing naar de Gedragscode en dit Protocol.

  • 9.

    Uit een oogpunt van verantwoording en transparantie kan de burgemeester besluiten de melding te publiceren. Dit gebeurt geanonimiseerd waarbij de namen van melders en politieke ambtsdragers niet worden gepubliceerd.

 

De onderzoeksfase

 

Stap 3: Instellen onderzoek

  • 1.

    Het onderzoek vindt plaats op een door de burgemeester te bepalen wijze, waarbij voor de betreffende melding de meest geëigende onderzoeksmethode wordt gekozen. Hierbij worden de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht genomen.

  • 2.

    Het onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van de burgemeester door een onafhankelijk gecertificeerd onderzoeksbureau.

  • 3.

    De burgemeester informeert de Commissaris van de Koning in de provincie Limburg over het instellen van een onderzoek.

 

Stap 4: Formulering, werkwijze en start onderzoeksopdracht

  • 1.

    De burgemeester komt - na overleg met het presidium - een schriftelijke onderzoeksopdracht met de onafhankelijke onderzoeker(s) overeen. Indien het een onderzoek naar een lid van het presidium betreft, dan vaardigt hij/zij bij bespreking van de onderzoeksopdracht zijn plaatsvervanger af.

  • 2.

    In de opdracht is in ieder geval opgenomen:

    • a.

      de aanleiding van het onderzoek;

    • b.

      de onderzoeksopdracht met duidelijk omschreven onderzoeksvragen en -methoden;

    • c.

      afspraken over het onderzoeksrapport en de wijze waarop hoor en wederhoor worden toegepast in het onderzoek;

    • d.

      de verwachte duur van het onderzoek;

    • e.

      de overeengekomen kosten van het onderzoek;

    • f.

      dat de onderzoeker werkt conform de richtlijnen van dit Protocol.

 

Stap 5: Horen in de onderzoeksfase

  • 1.

    De betrokken politieke ambtsdrager en getuigen kunnen in de onderzoeksfase worden gehoord.

  • 2.

    Van alle politieke ambtsdragers wordt verwacht dat zij meewerken aan een onderzoek, zij kunnen hiertoe echter niet worden verplicht.

  • 3.

    Betrokken politieke ambtsdrager en getuigen worden minimaal vijf dagen voor het gesprek uitgenodigd en vooraf op de hoogte gesteld van de aard en de mogelijke duur van het gesprek en hen wordt meegedeeld dat zij zich bij het gesprek kunnen laten bijstaan voor juridische en/of emotionele ondersteuning, niet-zijnde iemand die zelf direct of indirect betrokken is bij het onderzoek.

  • 4.

    Er wordt een gespreksverslag opgemaakt en de gehoorde krijgt de mogelijkheid om binnen een afgesproken redelijke termijn schriftelijk te reageren op het gespreksverslag.

  • 5.

    Het gespreksverslag wordt ondertekend of expliciet akkoord verklaard door de onderzoeker(s) en door de gehoorde.

  • 6.

    Als de gehoorde weigert het gespreksverslag te ondertekenen wordt daarvan melding gemaakt in het gespreksverslag. Als gehoorde dat wenst wordt een schriftelijke weergave van diens afwijkende mening bij het gespreksverslag gevoegd.

 

Stap 6: vormvereisten en oplevering onderzoeksrapport

  • 1.

    De bevindingen van het onderzoek worden vastgelegd in een onderzoeksrapport.

  • 2.

    Het onderzoeksrapport is gericht aan de opdrachtgever en bevat minimaal de geconstateerde feiten, het normatief kader, de analyse en een conclusie.

  • 3.

    Het onderzoeksrapport bevat daarnaast in ieder geval de volgende onderdelen:

    • a.

      de onderzoeksopdracht met eventuele latere uitbreidingen;

    • b.

      een beschrijving van de ingezette onderzoeksmiddelen;

    • c.

      een weergave van de feiten, omstandigheden, verklaringen en beweegredenen die betrekking hebben op de vermoedelijke integriteitsschending;

    • d.

      de bevindingen op grond van het onderzoek;

    • e.

      eventuele reacties op het onderzoek van degenen die bij het onderzoek zijn betrokken.

 

De politiek-bestuurlijke behandelingsfase

 

Stap 7: Politiek-bestuurlijke behandeling

  • 1.

    Na afronding van het onderzoek wordt het onderzoeksrapport door de burgemeester aangeboden aan de betrokken politieke ambtsdrager en de raad. Indien de betrokken politieke ambtsdrager een lid van het college is biedt de burgemeester het onderzoeksrapport tevens aan het college aan.

  • 2.

    Indien het onderzoeksrapport betrekking heeft op één of meerdere leden van het college deelt het college haar (meerderheids-)standpunt ten aanzien van de onderzoekrapportage mede aan de raad.

  • 3.

    Het onderzoeksrapport wordt door de raad in een openbare raadsvergadering behandeld. De burgemeester bespreekt in het presidium de wijze van behandeling van dit onderzoeksrapport. Alvorens dit gebeurt, wordt eventuele geheimhouding opgeheven.

Slotbepalingen

 

Communicatie, vertrouwelijkheid, geheimhouding en transparantie

  • 1.

    De burgemeester zorgt voor de interne en externe communicatie. Voor de interne en externe communicatie worden de verschillende belangen, waaronder het belang van het onderzoek, het belang van het beschermen van de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen en het belang van transparantie, zorgvuldig tegen elkaar afgewogen.

  • 2.

    In de meldings- en onderzoeksfase is vertrouwelijkheid van stukken en informatie inzake de melding en het onderzoek het uitgangspunt.

  • 3.

    De burgemeester kan in de meldings- en onderzoeksfase besluiten om op grond van de Gemeentewet geheimhouding op te leggen op stukken die hij aanbiedt aan het college, het presidium, de raad of interne en externe adviseurs.

  • 4.

    Na afronding van de meldings- en onderzoeksfase is het van belang dat de burgemeester verantwoording aflegt over zijn handelen. Daarbij past transparantie met inachtneming van de belangen onder artikel lid 1 van dit artikel genoemd.

 

Aangifte

  • 1.

    Als er op enig moment een vermoeden is van een strafbaar feit of vermoeden van een opzettelijke valse beschuldiging bespreekt de burgemeester in het presidium de eventuele aangifte bij de politie.

  • 2.

    Uitgangspunt hierbij is dat aangifte wordt gedaan tenzij bijzondere omstandigheden zich voordoen die maken dat hiervan wordt afgezien.

  • 3.

    Indien aangifte wordt gedaan, wordt vanaf dat moment alle beschikbare informatie voorgelegd aan de politie, eventueel na overleg met de officier van justitie.

  • 4.

    Indien sprake is van aangifte doet de burgemeester, na zorgvuldige afweging van belangen, al dan niet melding van het feit dat aangifte is gedaan. Over de inhoud van de aangifte doet de burgemeester geen mededelingen; communicatie over de aangifte en het vervolg verloopt via politie en/of justitie.

 

Rapporteren en actualiseren

Jaarlijks informeert de burgemeester het college en de raad schriftelijk over de bestuurlijke integriteit waaronder de meldingen.

 

Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Dit Protocol wordt aangehaald als: “Protocol vermoedens integriteitsschendingen raadsleden, fractievertegenwoordigers en collegeleden gemeente Beesel 2023”.

  • 2.

    Dit Protocol treedt in werking op de dag na bekendmaking.

 

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Beesel in de openbare vergadering van 5 juni 2023.

griffier,

N.H.P. Vintcent MA

voorzitter,

B.C.M. Vostermans