Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zaanstad

Verordening stadspas Zaanstad 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZaanstad
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening stadspas Zaanstad 2023
CiteertitelVerordening stadspas Zaanstad 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 147 van de Gemeentewet
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
  3. artikel 35 van de Participatiewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-2023Nieuwe regeling

13-10-2022

gmb-2023-248912

2022/17820

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening stadspas Zaanstad 2023

De raad van de gemeente Zaanstad,

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13-09-2022;

 

gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en artikel 35 van de Participatiewet;

 

overwegende dat:

  • het van wezenlijk belang wordt geacht dat eenieder kan participeren in de maatschappij, ongeacht zijn financiële positie;

  • het van wezenlijk belang wordt geacht dat kinderen zich door maatschappelijke participatie kunnen ontplooien en ontwikkelen en daarin niet belemmerd worden door de financiële positie van hun ouders;

  • de gemeente Zaanstad hieraan wenst bij te dragen door het voeren van beleid, gericht op inkomensondersteuning en bevordering van de maatschappelijke participatie en kansengelijkheid;

 

besluit vast te stellen de:

 

Verordening stadspas Zaanstad 2023

 

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad;

    • b.

      inkomen: de inkomsten van de inwoner en zijn eventuele partner uit of in verband met arbeid of sociale zekerheidsuitkeringen, met uitzondering van de inkomsten uit arbeid van het ten laste komende kind of kinderen;

    • c.

      inwoner: de persoon die op het moment van de aanvraag ingeschreven staat in de gemeente Zaanstad in de Basisregistratie Personen (BRP) en voldoet aan artikel 11 van de wet;

    • d.

      jongere: de inwoner van 18 jaar of ouder met een laag inkomen die nog geen startkwalificatie heeft en onderwijs volgt om een startkwalificatie te behalen;

    • e.

      laag inkomen:

      • I.

        een inkomen dat niet hoger is dan 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm als bedoeld in artikel 5, onderdeel c van de wet, waarbij de artikelen 19a, 22a, 34 en 36 van de wet buiten toepassing blijven; of

      • II.

        een inkomen dat hoger is dan 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm waarop beslag is gelegd, dan wel waarop een wettelijk of minnelijk schuldhulpverleningstraject op grond van de Wet schuldsanering natuurlijke personen of de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening loopt, waardoor de inwoner over een laag netto besteedbaar inkomen beschikt, zoals bedoeld onder sub I;

    • f.

      maatschappelijke participatie: het deelnemen aan activiteiten met een sociaal, cultureel dan wel sportief karakter welke bijdragen aan de verbinding met de maatschappij;

    • g.

      stadspas: een kosteloze, persoonsgebonden pas, die in de vorm van een app en/of in de vorm van een fysieke pas beschikbaar wordt gesteld en die recht geeft op een aanbod van kortingen en toegang biedt tot toegekende voorzieningen;

    • h.

      voorziening: een vorm van inkomensondersteuning of ondersteuning in natura, gericht op de bevordering van maatschappelijke participatie van kinderen en/of volwassenen met een laag inkomen;

    • i.

      wet: de Participatiewet.

  • 2.

    Begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de wet, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht.

 

Artikel 2 Doelstelling

  • 1.

    Deze verordening heeft tot doel aan inwoners die een laag inkomen hebben voorzieningen te verstrekken, voor henzelf en hun eventuele kinderen, om zodoende de maatschappelijke participatie en kansengelijkheid te bevorderen.

  • 2.

    Het college realiseert deze doelstelling door het verstrekken van de stadspas aan inwoners en door het voorzien in het bijbehorende aanbod van voorzieningen.

 

Hoofdstuk 2 Stadspas

Artikel 3 Doelgroep

  • 1.

    Recht op een stadspas heeft:

    • a.

      een inwoner met een laag inkomen;

    • b.

      een mantelzorger die mantelzorg verleent aan een persoon die in de gemeente Zaanstad staat ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP).

  • 2.

    Het college kan in nadere regels de doelgroep van de stadspas uitbreiden.

 

Artikel 4 Aanvraag

  • 1.

    De inwoner van 18 jaar en ouder kan de stadspas aanvragen, ten behoeve van zichzelf, en/of zijn partner en/of zijn ten laste komend(e) (pleeg)kind of (pleeg)kinderen.

  • 2.

    De stadspas kan digitaal of schriftelijk worden aangevraagd door middel van een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid kan het college voor bepaalde inwoners, van wie is vastgesteld dat zij tot de kring van rechthebbenden behoren, ambtshalve een stadspas verstrekken.

 

Artikel 5 Besluit

  • 1.

    Om te bepalen of de inwoner een laag inkomen heeft, wordt het inkomen over de maand voorafgaand aan de aanvraagdatum getoetst. Indien sprake is van wisselende inkomsten wordt uitgegaan van het gemiddelde inkomen over de 6 maanden voorafgaande aan de aanvraagdatum.

  • 2.

    Het college beslist op de aanvraag met een schriftelijk besluit. Als bij besluit de stadspas wordt toegekend, wordt de stadspas beschikbaar gesteld door de aanbieder van de stadspas.

  • 3.

    De stadspas loopt van 1 juli tot en met 30 juni. De stadspas is geldig voor de duur van maximaal twaalf maanden.

  • 4.

    Bij verlies of diefstal van de stadspas kan de pashouder tegen betaling van 2,50 euro eenmaal per 12 maanden in aanmerking komen voor een duplicaat.

 

Hoofdstuk 2 Maatschappelijke participatie

 

 

Paragraaf 2.1 Voorzieningen voor maatschappelijke participatie

 

Artikel 6 Maatschappelijke participatie

  • 1.

    Het college kan op grond van artikel 35 van de Participatiewet via de stadspas voorzieningen aanbieden die gericht zijn op maatschappelijke participatie.

  • 2.

    De kosten van deze voorzieningen worden als uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende kosten aangemerkt en daarmee aanwezig geacht als de inwoner een laag inkomen heeft.

  • 3.

    Het college kan in nadere regels vaststellen van welke voorzieningen ter bevordering van de maatschappelijke participatie gebruik kan worden gemaakt met de stadspas.

 

Paragraaf 2.2 Voorzieningen gericht op maatschappelijke participatie voor kinderen en jongeren

 

Artikel 7 Maatschappelijke participatie voor kinderen

  • 1.

    Het college biedt op grond van artikel 35 van de Participatiewet via de stadspas voorzieningen aan, die gericht zijn op maatschappelijke participatie voor kinderen van vier jaar tot 18 jaar.

  • 2.

    De leeftijd van het kind op 1 januari van het jaar waarin de aanvraag is ingediend, is bepalend voor het recht op en de hoogte van de voorziening.

  • 3.

    De kosten van deze voorzieningen worden als uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende kosten aangemerkt en daarmee aanwezig geacht omdat de inwoner gezien het lage inkomen niet in staat is om zijn kind(eren) maatschappelijk mee te laten participeren.

  • 4.

    De in het eerste lid genoemde voorzieningen worden verstrekt in de vorm van een financiële voorziening en/of een regeling in natura die zich richt op deelname aan sport of sociaal-culturele dan wel maatschappelijke activiteiten.

  • 5.

    Het college stelt bij nadere regels vast van welke voorzieningen ter bevordering van de maatschappelijke participatie voor kinderen gebruik kan worden gemaakt met de stadspas.

 

Artikel 8 Maatschappelijke participatie voor jongeren

  • 1.

    Het college biedt de voorzieningen als bedoeld in artikel 7 tevens aan via de stadspas aan jongeren.

  • 2.

    De kosten van deze voorzieningen worden als uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende kosten aangemerkt en daarmee aanwezig geacht als de jongere een laag inkomen heeft.

 

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

 

 

Artikel 9 Hardheidsclausule

In bijzondere gevallen kan door het college worden afgeweken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing daarvan wegens bijzondere omstandigheden onredelijke gevolgen heeft gezien de doelstelling van de verordening.

 

Artikel 10 Intrekking en inwerkingtreding

  • 1.

    De Verordening maatschappelijke participatie kinderen WWB Zaanstad 2015 wordt ingetrokken.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2023.

 

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening stadspas Zaanstad 2023.

 

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 13-10-2022.

 

 

De griffier,

De burgemeester,

Toelichting

 

De gemeente Zaanstad hecht grote waarde aan de participatie van inwoners in de maatschappij, ongeacht hun financiële positie en het bevorderen van kansengelijkheid. Deelname aan sociale, culturele en sportieve activiteiten brengt kosten met zich mee, die door inwoners met een laag inkomen niet of moeizaam zijn op te brengen. Voor kinderen van ouders met een laag inkomen is deze deelname van essentieel belang, omdat het bijdraagt aan een positieve ontwikkeling van het kind. Dit geldt ook voor jongeren van 18 jaar en ouder met een laag inkomen en die nog geen startkwalificatie hebben en onderwijs volgen om een startkwalificatie te behalen. Ook voor hen geldt dat het van belang is dat zij kunnen participeren in de samenleving.

 

De gemeente beschouwt deze omstandigheid als een bijzondere omstandigheid en de kosten die daaruit voortvloeien als noodzakelijk. Om te voorkomen dat inwoners vanwege hun financiële positie niet kunnen participeren in de maatschappij en de activiteiten die daar bij horen en om kansengelijkheid te bevorderen, acht de raad het van belang om een financiële regeling te treffen.

 

Artikelsgewijze toelichting

Alleen de artikelen die een toelichting behoeven worden hier toegelicht.

 

Artikel 3Doelgroep

Dit artikel geeft aan dat de stadspas bedoeld is voor inwoners die door hun financiële positie niet of niet volledig in staat zijn om maatschappelijk te participeren. Het gaat om inwoners van alle leeftijden. Daarnaast is de stadspas als waardering bedoeld voor mantelzorgers die mantelzorg verlenen aan een persoon die woont in de gemeente Zaanstad.

Het college kan de doelgroep uitbreiden als daartoe aanleiding is door dit vast te leggen in nadere regels.

 

Artikel 6Maatschappelijke participatie

Dit artikel maakt het mogelijk dat er in de toekomst meer voorzieningen gericht op maatschappelijke participatie verstrekt kunnen worden aan inwoners met een laag inkomen via de stadspas.

 

Artikel 7Maatschappelijke participatie voor kinderen

De voorziening die aangeboden wordt door het college is Meedoen Zaanstad. Wat onder de voorziening Meedoen Zaanstad valt legt het college vast in nadere regels.

Dit artikel maakt het verder mogelijk dat er in de toekomst meer voorzieningen verstrekt kunnen worden die gericht zijn op maatschappelijke participatie voor kinderen in de leeftijd van 4 tot 18 jaar via de stadspas.

 

Artikel 8Maatschappelijke participatie voor jongeren

Het is wenselijk dat jongeren zonder een startkwalificatie zo lang mogelijk onderwijs volgen op mbo niveau 2, havo of vwo, zodat ze een startkwalificatie behalen, maar ook dat ze participeren in de samenleving. Bij het bereiken van de 18 jarige leeftijd kunnen deze kinderen op grond van de Participatiewet niet meer worden aangemerkt als een ten laste komend kind en kunnen ze zelf een stadspas aanvragen. De voorzieningen als bedoeld in artikel 7 kunnen ook aangeboden worden aan deze jongeren, omdat de financiële positie van deze jongeren en de ouders niet zodanig wijzigt dat dit ondersteuning van de gemeente overbodig zou maken.