Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rucphen

Beleidsregels bekostiging leerlingenvervoer gemeente Rucphen 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRucphen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels bekostiging leerlingenvervoer gemeente Rucphen 2023
CiteertitelBeleidsregel bekostiging leerlingenvervoer Gemeente Rucphen 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerpleerlingenvervoer
Externe bijlageBijlage Vervoersreglement ouders aangepast vervoer

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 4 van de Wet op het primair onderwijs

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-06-202301-06-2023Beleidsregel

09-05-2023

gmb-2023-248540

Beleidsregel bekostiging leerlingenvervoer gemeente Rucphen 2023

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels bekostiging leerlingenvervoer gemeente Rucphen 2023

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rucphen;

gelet op de Verordening Bekostiging Leerlingenvervoer gemeente Rucphen 2022;

besluit vast te stellen de volgende:

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Rucphen 2023

Inleiding

De gemeente heeft vanuit de artikelen 4 lid 4 van de Wet op het primair onderwijs (WPO), de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) en de Wet op de expertisecentra (WEC) de zorgplicht een vergoeding voor ‘passend vervoer’ aan te bieden. De Verordening Bekostiging Leerlingenvervoer gemeente Rucphen 2022 en deze beleidsregels geven een regeling ter uitvoering van deze zorgplicht.

Uitgangspunten van de regeling zijn:

 

  • 1.

    Een zo goedkoop mogelijk passende vergoeding

  • 2.

    Leerlingen reizen zo zelfstandig en veilig mogelijk naar school

  • 3.

    Niet de beperkingen, maar de mogelijkheden van de leerling en de ouder(s)/verzorger(s) staan centraal. Leerlingenvervoer draagt zo mogelijk bij aan de groei naar zelfstandigheid van leerlingen

  • 4.

    Stimuleren gebruik van fiets en openbaar vervoer

Als een kind, eventueel onder begeleiding kan fietsen, wordt een fietsvergoeding verstrekt. Als dat niet kan, wordt bekeken of reizen met het openbaar vervoer kan, eventueel onder begeleiding. In dat geval worden de kosten van openbaar vervoer vergoed.

Als het vervoer per fiets of het openbaar vervoer niet tot de mogelijkheden behoort, wordt het aangepast vervoer (taxibusje) toegekend. De ouders verzorgen ook hierbij eventueel benodigde begeleiding van het kind. Daarnaast is het mogelijk een vergoeding voor het gebruik van de eigen auto (indien ouders hiertoe de mogelijkheid hebben) aan te bieden, indien dit goedkoper is.

Artikel 1 Berekening afstandsgrenzen

Bij de beoordeling van de aanvragen worden een aantal afstanden berekend. De afstand wordt berekend:

  • 1.

    om vast te stellen of aan het afstandscriterium wordt voldaan; In artikel 9 van de verordening wordt uitgegaan van 6 km.

  • 2.

    om te bepalen welke school dichterbij de woning staat;

  • 3.

    om de hoogte van de vergoeding voor de auto/fiets vast te stellen.

Ad 1 en 2. Voor de berekening van de afstand tussen de woning van de leerling en de school en het bepalen of het de dichtstbijzijnde school betreft, wordt google maps gebruikt, instelling kortste route met de auto.

Ad 3. Als uit bovenstaande berekening blijkt, dat er recht is op een vergoeding leerlingenvervoer en dit resulteert in een vergoeding voor het eigen vervoer (fiets of eigen auto) zal het aantal te vergoeden kilometers worden afgestemd op de afstand, die aan de hand van dat vervoermiddel is berekend.

 

Artikel 2 Leidraad vergoedingsmogelijkheden

De wetgeving, jurisprudentie en de Verordening Bekostiging Leerlingenvervoer gemeente Rucphen 2022 beschrijven niet wat passend vervoer precies inhoudt. Daarvoor moet er op individueel niveau een beoordeling plaatsvinden. Op welke vergoeding een leerling recht heeft, wordt bepaald door de mogelijkheden van de leerling en de infrastructurele mogelijkheden (bijvoorbeeld openbaar vervoer verbindingen, fietsinfrastructuur en openbare wegen) op het traject woning-school en vice versa.

Bevorderen zelfstandig reizen

De gemeente Rucphen wil zelfstandig(er) reizen stimuleren en helpen mogelijk te maken. Op ieder moment kunnen ouders en leerlingen met de gemeente in gesprek gaan over de mogelijkheden om (meer) zelfstandig te gaan (leren) reizen. Ook kan de gemeente contact zoeken met ouders en leerlingen.

Als het nodig is om te oefenen met de leerling, zijn ouders en het eigen netwerk in eerste instantie zelf verantwoordelijk om dit te doen. Wanneer er geen ondersteuning is in het eigen netwerk, kan er gekeken worden naar de mogelijkheden van de inzet van een leertraject zelfstandig leren reizen. Een voorbeeld hiervan is de Reiskoffer, waarin verschillende vormen van ondersteuning worden aangeboden om leerlingen zelfstandig te leren reizen.

Vergoedingsmogelijkheden

De onderstaande uitgangspunten hanteert de gemeente als algemene leidraad. Wanneer persoonskenmerken of andere factoren er toe leiden dat nader onderzoek nodig is om vast te stellen of de betreffende leerling al dan niet binnen de hieronder gestelde criteria valt, kan hiervan afgeweken worden. Dergelijke omstandigheden worden meegenomen in de beoordeling.

 

2.1 Fietsvergoeding

Onderwijssoort

Afstand naar school

Zelfstandig

Met begeleiding

Maximale fietsafstand

BO, SBO, SO

>6 km

Niet

Wel

10 km

V(S)O

>6 km

Niet

Indien noodzakelijk

10 km

  • 1.

    Van kinderen in het basisonderwijs wordt in principe verwacht dat ze onder begeleiding tot maximaal 10 km fietsen (eventueel achterop bij de ouder/verzorger). Dit wordt gezien als een voorbereiding op het voortgezet onderwijs, waarin grotere afstanden mogelijk zijn.

  • 2.

    Bij het toekennen van een vervoersvoorziening wordt de noodzaak van een begeleider mede beoordeeld.

  • 3.

    De hoogte van de fietsvergoeding is € 0,09 voor de kilometers die de leerling aflegt.

  • 4.

    Voor het berekenen van de afstand wordt google maps gebruikt (zie artikel 1) met als instelling ‘fiets’ en via de ‘kortste route’. Indien een leerling en evt. diens begeleider in aanmerking komt voor een fietsvergoeding, dan wordt de fietsvergoeding voor zowel de leerling als de begeleider verstrekt voor de kilometers, die de leerling reist (dus één maal per dag heen en terug van school).

  • 5.

    Fietsvergoedingen worden in 2 termijnen uitbetaald. Als blijkt dat de leerling meer dan 50% afwezig is van school, kan de vervoersvoorziening worden ingetrokken. In dat geval wordt de tweede termijn niet uitbetaald.

  • 6.

    Indien de leerling naar de mening van de ouders/verzorgers niet in staat is gebruik te maken van de fiets (eventueel met begeleiding), moeten zij dit aantonen. Dat kan onder meer door een verklaring van een medische deskundige. Aanvullend hierop kan de gemeente advies vragen aan een deskundige.

2.2 Bekostiging van openbaar vervoer

Onderwijs-soort

Reistijd

Zelfstandig

Met begeleiding

Afstand Halte

Overstappen

BO, SBO, SO

<90 minuten

Niet

Wel

<1000 meter

Max. 1

V(S)O

<90 minuten

Wel (max. 3 jaar)

Indien noodzakelijk

<1000 meter

Max. 2

1. Van kinderen in het basisonderwijs wordt in principe verwacht dat ze tot maximaal 1,5 uur met het OV kunnen reizen.

2. Het college houdt bij reizen met openbaar vervoer rekening met maximaal 1 overstap in het basisonderwijs en maximaal 2 overstappen in voortgezet onderwijs. Daarnaast wordt rekening gehouden met minimaal 2 minuten overstaptijd per overstap.

3. De maximaal door de leerling lopend af te leggen afstand van een halte van het OV tot de schoollocatie wordt bepaald op 1 km.

4. Bij het toekennen van een vervoersvoorziening wordt de noodzaak van een begeleider mede beoordeeld.

5. Voor leerlingen vanaf 12 jaar die vanwege een handicap niet zonder een persoonlijk begeleider met het openbaar vervoer kunnen reizen kan bij Argonaut Advies een OV-Begeleiderskaart worden aangevraagd.

6. Vergoeding voor het openbaar vervoer voor leerlingen van voortgezet onderwijs is slechts mogelijk, indien zij slechts onder begeleiding van het OV gebruik kunnen maken. Leerlingen die in staat zijn zelfstandig met het OV te reizen kunnen geen vergoeding krijgen.

Voor de tarieven en de routemogelijkheden hanteren we de goedkoopste tarieven van 9292.nl (incl. eventuele kortingen). Als bekend is, dat er aanvullend openbaar vervoer is, wat niet getoond wordt op de site van www.9292.nl, maar wel op de site van de vervoerder zelf, dan wordt dit meegenomen in de berekening van de vergoeding.

7. Aan leerlingen van het voortgezet speciaal onderwijs wordt bovenwettelijk gedurende 3 jaar een vergoeding voor het openbaar vervoer verstrekt als zij zelfstandig reizen. Het eerste jaar wordt 100% vergoed, het tweede jaar 50% en het derde jaar 25%. Daarna vindt geen vergoeding meer plaats.

8. De vergoeding voor het openbaar vervoer heeft voor een schooljaar betrekking op een periode van tien maanden en wordt uitbetaald in 10 termijnen (sept. tot en met juni).

9. Indien de leerling naar de mening van de ouders/verzorgers niet in staat is gebruik te maken van het OV (eventueel met begeleiding), moet zij dit aantonen. Dat kan onder meer door een verklaring van een medische deskundige. Aanvullend hierop kan de gemeente advies vragen aan een deskundige.

 

2.3 Bekostiging van eigen vervoer per auto

1. Ingeval recht bestaat op een vergoeding van aangepast vervoer, gaat het college voor de berekening van de afstand van huis naar school uit van google maps met als instelling ‘auto’ en via de kortste route berekend. De vergoeding wordt altijd afgestemd op het aantal kilometers dat de leerling reist, de zogenaamde ‘beladen kilometers’.

2. Voor leerlingen die zijn aangewezen op het aangepast vervoer wordt het gebruik van het eigen vervoer gestimuleerd, tenzij aangepast vervoer goedkoper is.

3. De vergoeding voor het eigen vervoer heeft voor een schooljaar betrekking op een periode van tien maanden en wordt uitbetaald in 10 termijnen (sept. tot en met juni).

4. Er wordt zo veel mogelijk ingezet op het creëren van zelfstandigheid en zelfredzaamheid van kinderen. Hoewel er een groep leerlingen is voor wie dit voor altijd of nog lange tijd een droom blijft/is, stimuleren we deze ontwikkeling op verschillende manieren. In deze visie past het niet om leerlingen, die in staat zijn om met het openbaar vervoer naar school te reizen een vergoeding te geven als ze in de auto van bijvoorbeeld hun ouders of van een ander stappen. Dat stimuleert hen immers niet in de ontwikkeling van het zelfstandig reizen. Wanneer ouders in die gevallen hun kind wel met een auto naar school (laten) brengen, dan ontvangen zij een vergoeding van slechts 30 % van de OV-kosten.

Ouders kiezen voor vervoer met eigen auto

Verstrekte vergoeding

Reden

De leerling kan fietsend naar school

Fietskilometervergoeding à € 0,09 per km

Deze vergoeding is voordeliger dan iedere andere vergoeding

De leerling kan met OV naar school

30% van de OV-kosten

We willen het leren reizen met het OV stimuleren

De leerlingen is afhankelijk van aangepast vervoer

Het belastingvrije kilometer-bedrag per kilometer

Dit is voordeliger dan taxivervoer

2.4 Bekostiging van aangepast vervoer

De Verordening Leerlingenvervoer geeft criteria om voor een vergoeding van het aangepast vervoer in aanmerking te komen. Eén van de criteria is, dat een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer wordt verstrekt, als door de ouders ten behoeve van het college wordt aangetoond dat begeleiding van de leerling door henzelf of anderen onmogelijk is dan wel tot ernstige benadeling van het gezin zal leiden en een andere oplossing niet mogelijk is (artikel 19 lid 1 sub c van de verordening).

Bij een eenoudergezin wordt gekeken naar de mogelijkheden van de ene ouder; bij een gezin met twee ouders naar de mogelijkheden van beide ouders. Daarnaast wordt ook gekeken naar de begeleidingsmogelijkheden in het sociale netwerk van de ouders.

Dat feitelijk sprake is van bezwarende gezinsomstandigheden moet door de ouder(s) worden aangetoond. Het feit dat ouders beiden werken vormt nooit een zelfstandige reden om aangepast vervoer per taxi(busje) toe te kennen. De verantwoording voor het schoolbezoek dragen zij zelf. Begeleiding is primair een taak van de ouders. Als dat niet mogelijk is, dienen zij zelf voor een oplossing te zorgen. Die kan gevonden worden door bijvoorbeeld een oppas, buren, familie of anderen in te schakelen.

Of er sprake is van ernstige benadeling van het gezin wordt beoordeeld aan de hand van criteria 1 t/m 5 zoals opgenomen in artikel 3 van de beleidsregels (enkel van toepassing voor die gezinnen van leerlingen die in aanmerking komen voor een vervoersvoorziening).

Naast deze criteria kan per situatie bekeken worden wat in redelijkheid van de ouder(s) kan worden verwacht. In andere situaties waarin ouders aantoonbaar niet voor alle ritten kunnen voorzien in de begeleiding van hun kind, wordt van hen verwacht, dat zij deeltijd begeleiding bieden.

a. Individueel vervoer

Bij de inzet van aangepast vervoer is het uitgangspunt, dat leerlingen gecombineerd met andere leerlingen worden vervoerd in een touringcar, taxibusje of personenauto. Slechts in zeer uitzonderlijke gevallen kan het voorkomen dat een leerling tijdelijk individueel vervoerd moet worden, omdat het niet samen met andere leerlingen kan worden vervoerd. Dit is individueel vervoer.

Als dit type vervoer noodzakelijk is, dienen ouders dit aan te tonen en wordt dit toegestaan op basis van een deskundig onafhankelijk onderzoek. Individueel vervoer wordt in beginsel toegekend voor de duur van maximaal drie maanden. Bij een eventuele verlenging wordt opnieuw een belangenafweging gemaakt.

Voor een vergoeding van de kosten van het individuele vervoer moet voldaan worden aan onderstaande drie situaties.

a. Er is een medische noodzaak,

Om medische redenen is het niet mogelijk om gecombineerd met andere leerlingen vervoerd te

worden, ook niet in kleinschalig gecombineerd vervoer.

b. En het individueel vervoer is niet te voorkomen door begeleiding mee te laten gaan in het gecombineerde vervoer.

In een aantal situaties is het bieden van begeleiding aan de leerling in het gecombineerde vervoer voldoende om het individueel vervoer te voorkomen. Dit moet altijd onderzocht worden, voordat individueel vervoer wordt ingezet.

c. En de leerling wordt de rest van de dag individueel begeleid.

Het vervoer van de leerling naar school is één van de schakels om de hele dag zo goed mogelijk

te laten verlopen. Voor veel leerlingen is rust een belangrijk ingrediënt voor een goed verloop

van de dag. Het vervoer kan daar een rol in spelen. Wanneer dit de aanleiding is om individueel

vervoer te overwegen, kan dat alleen als in andere schakels in een dag ook rust wordt

aangebracht. Voor het vervoer houdt dit in, dat het individueel vervoer alleen wordt vergoed, als de leerling de rest van de dag ook deze individuele rust en begeleiding wordt aangeboden.

b. Doorgeven van wijzigingen

Het aangepaste vervoer gaat uit van een structureel vervoersplan. Wijzigingen hierop zijn niet zomaar mogelijk. Er moet onderzocht worden of deze aan de voorwaarden voldoen, of ze in te passen zijn in het vervoersplan en op welke termijn.

c. Ontzegging vervoersvoorziening

Het college kan een leerling aan wie een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer is verstrekt, tijdelijk of voor de rest van het schooljaar de toegang tot het vervoer ontzeggen, indien bij herhaling is gebleken dat de leerling door agressief gedrag of anderszins de orde in de bus verstoort of de veiligheid van de inzittenden in de bus in gevaar brengt.

In bijlage is het vervoersreglement opgenomen. Hierin staan ook de stappen die gezet worden voordat de toegang tot het vervoer ontzegd wordt.

 

2.5 Andere passende vervoersvoorziening

Artikel 26 van de verordening maakt het mogelijk om maatwerk toe te passen en de vergoeding te laten aansluiten bij de vermogens van de leerling en/of de ouder. Hierbij wordt het zelfstandig reizen gestimuleerd, want als je in staat bent om zelf je weg te vinden en tussen A en B te reizen, heb je meer kansen op volwaardige deelname aan het maatschappelijk leven.

In gesprek met ouders wordt onderzocht in hoeverre een kind in staat is om zelfstandig(er) te reizen.

Tevens wordt onderzocht of er ondersteuning van de gemeente nodig is om zo zelfstandig mogelijk naar school te kunnen reizen. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan een handbike, (elektrische) fiets, bakfiets, een app om te kunnen reizen in het OV, een reismaatje, etc.. Het college kan besluiten ouders hierin tegemoet te komen, mits de kosten van dit vervoermiddel niet uitstijgen boven de kosten van het openbaar vervoer naar de school.

 

Artikel 3. Begeleiding ouders

In de verordening is de mogelijkheid opgenomen om niet alleen de vervoerskosten van de leerling, maar ook die van een begeleider te vergoeden. Hierbij kan het gaan om de kosten van het openbaar vervoer of om het beschikbaar stellen van een zitplaats in een taxi(busje) voor de begeleider. De ouders zijn verantwoordelijk voor het organiseren van de begeleiding. Wanneer zij door ziekte of anderszins tijdelijk de begeleiding niet op zich kunnen nemen, dienen zij zelf alternatieve begeleiding te organiseren.

Dat geldt ook als ouders geheel of gedeeltelijk hun kind zelf naar school brengen met de auto, fiets of bromfiets. Uitgangspunt is dat leerlingen tot en met 11 jaar gebruik maken van het OV met begeleiding en ouder dan 11 jaar met het OV reizen zonder begeleiding.

Het college zal de persoonlijke omstandigheden van gezinnen bij de beoordeling meewegen. Hiervoor zijn een aantal omstandigheden geformuleerd waarin ouders vrijgesteld worden van het begeleiden van hun kind naar school. Door ouders worden vaak omstandigheden aangevoerd die te maken hebben met het niet kunnen begeleiden van een leerling. Het gaat dan meestal om werkzaamheden van de ouders. Deze werkzaamheden van ouders zijn op zichzelf geen reden om tot bekostiging van aangepast vervoer over te gaan (dit is conform de jurisprudentie op het gebied van leerlingenvervoer).

Om te kunnen beoordelen of begeleiden onmogelijk is of dat een gezin ernstig wordt benadeeld als ze moet zorgen voor de begeleiding van een kind naar (speciale scholen voor) basisonderwijs of het speciaal onderwijs, zijn de onderstaande criteria opgesteld. Hierbij wordt er vanuit gegaan dat wordt voldaan aan het voor de onderwijssoort geldende afstandscriterium.

Van ouders wordt geen begeleiding verlangd, indien:

  • 1.

    de ouder van een éénoudergezin kan aantonen dat hij niet langer zijn werk kan uitoefenen als hij zorg moet dragen voor de begeleiding naar school van zijn kind. Hiervoor dient een werkgeversverklaring te worden overlegd waaruit per werkdag blijkt, dat het vanwege de werktijden niet mogelijk is om in de begeleiding te voorzien.

  • 2.

    er sprake is van een éénoudergezin, waar nog een ander kind negen jaar of jonger is. Een kind van negen jaar of jonger wordt nog niet geacht zelfstandig van en naar school te gaan;

  • 3.

    er structurele medische redenen zijn die ouders belemmeren hun kind te begeleiden. Dit moet worden vastgesteld door een medisch deskundige niet zijnde de eigen huisarts;

  • 4.

    de reisduur van de leerling meer dan twee uur per dag in beslag neemt of;

  • 5.

    de leerling in een instelling verblijft.

Verder wordt de ouders gevraagd middels een verklaring aannemelijk te maken wat de ouders hebben ondernomen om de begeleiding van hun kind te organiseren en waarom dit niet lukt. Daarbij wordt ook gekeken naar begeleidingsmogelijkheden van mensen uit het sociale netwerk van de ouders.

OV begeleiderskaart

Is de leerling 12 jaar of ouder en kan deze wegens een beperking niet zelfstandig reizen dan kan bij de Argonaut Advies kosteloos een begeleiderskaart aangevraagd worden. Het college kan de ouders verplichten om deze kaart voor de leerling aan te vragen in plaats van het toekennen van een vergoeding voor begeleiding in het openbaar vervoer van de Gemeente Rucphen. Indien aan de leerling de OV begeleiderkaart niet wordt verstrekt, dient de verklaring van Agonaut Advies waaruit dit blijkt, aan het college te worden verstrekt.

Indien de NS de begeleiderskaart niet verstrekt en de leerling op basis van de verordening aanspraak kan maken op vergoeding van de kosten van een begeleider in het openbaar vervoer, zal het college deze vergoeding toekennen.

Kinderen tot 12 jaar reizen gratis met het OV mee mits er sprake is van begeleiding ouder dan 12 jaar (Kids vrij-abonnement).

 

Artikel 4. Drempelbedrag

Het drempelbedrag is gelijk aan de kosten van het openbaar vervoer tot de afstandsgrens.

Voor schooljaar 2023-2024 gelden de volgende bedragen:

Basistarief

€ 1,08

x

2

heen en terug

€ 2,16

x

200

dgn

€ 432

Km-tarief

€ 0,188

x

6

km

€ 1,13

x

2

heen en terug

€ 2,26

x

200

dgn

€ 451

€ 883

leeftijdskorting

34%

€ 300

€ 583

Het drempelbedrag in schooljaar 2023-2024 is € 583,-. De tarieven worden jaarlijks geïndexeerd naar de OV-tarieven.

De eigen bijdrage wordt gebaseerd op de periode waarop de vergoeding betrekking heeft, ongeacht het daadwerkelijk gebruik van de vergoeding (bijv. als gevolg van ziekte). Het te betalen drempelbedrag mag in ieder geval nooit de feitelijke vervoerskosten overstijgen.

 

Artikel 5. Aanvullend advies van deskundigen

Voor het vragen van advies aan andere deskundigen ter uitvoering van de Verordening Bekostiging Leerlingenvervoer gemeente Rucphen 2022 maakt het college gebruik van de diensten van SAP.

 

Artikel 6. Vervoersvoorziening naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school

Dichtstbijzijnde toegankelijke school

In de artikelen 4 van de WPO, de WEC en de WVO is bepaald dat de gemeenteraad bij het vaststellen van de verordening de “op godsdienst of levensbeschouwing van ouders berustende keuze van een school dient te eerbiedigen”. Voor het bepalen van de richting van de school is de vermelding bij DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs) het uitgangspunt.

Wanneer een leerling een school bezoekt, die op een grotere afstand ligt, dan een school van dezelfde richting, is er geen aanspraak op een vervoersvergoeding.

Wachtlijst dichtstbijzijnde toegankelijke school

Indien de dichtstbijzijnde school niet toegankelijk is voor een leerling, omdat er een wachtlijst bestaat, dient bekostiging plaats te vinden naar de eerstvolgende dichtstbijzijnde toegankelijke school. De aanspraak op vervoer naar deze verder weg gelegen school blijft bestaan, zolang er een wachtlijst is voor de dichtstbijzijnde school.

Bij de nieuwe aanvraag is het aan de ouders om aan te tonen dat de wachtlijst nog bestaat. In de toekenningbeschikking wordt opgenomen dat bekostiging van het leerlingenvervoer naar de verder weggelegen school wordt verstrekt tot het moment dat de wachtlijst is opgelost. Indien de wachtlijst is opgelost wordt de bekostiging beperkt tot aan de dichtstbijzijnde toegankelijke school. Als tussentijdse overplaatsing naar een dichterbij gelegen school aantoonbaar nadelige gevolgen heeft voor de leerling, zal er maatwerk worden toegepast. De doelstelling blijft dat de leerling de dichtstbijzijnde toegankelijke school bezoekt.

Best passende school

Indien een leerling op advies van het samenwerkingsverband de best passende school bezoekt in plaats van de dichtstbijzijnde toegankelijke, is er geen aanspraak op een vervoersvergoeding. In overleg met het samenwerkingsverband wordt onderzocht of er een oplossing mogelijk is en of het samenwerkingsverband kan bijdragen in de vervoerskosten voor deze leerling. Als dat het geval is, kan de gemeente overwegen al dan niet tijdelijk een vergoeding te verstrekken naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school. Met de bijdrage van het samenwerkingsverband kunnen de meerkosten betaald worden naar de best passende school.

 

Artikel 7 Schooltijden

In artikel 13 van de verordening is opgenomen dat het aangepast vervoer op schooldagen en schooltijden die afwijken van de in de schoolgids genoemde dagen en tijden niet wordt bekostigd, tenzij de ouders bewijs overleggen waaruit blijkt dat de structurele handicap van een leerplichtige leerling de aansluiting op de standaard schooltijden onmogelijk maakt.

Aanvullend op de verordening geldt dat het gaat om een structurele handicap van tenminste 6 maanden.

 

Artikel 8. Afwijken van bepalingen en gevallen waarin de regeling niet voorziet

Afwijken van bepalingen en gevallen waarin de regeling niet voorziet wordt altijd voorgelegd aan het college en wordt dus niet gemandateerd.

 

Artikel 9. Overgangsbepaling

1. De Beleidsregel leerlingenvervoer Gemeente Rucphen 2015 blijft van toepassing op besluiten die op grond van deze beleidsregel zijn genomen.

2. Op aanvragen waarop ten tijde van de inwerkingtreding van deze beleidsregel nog niet is beslist, wordt beslist op grond de Beleidsregel leerlingenvervoer 2023.

 

Artikel 10. Slotbepaling

  • 1.

    De Beleidsregel leerlingenvervoer Gemeente Rucphen 2015 wordt ingetrokken.

  • 2.

    Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel bekostiging leerlingenvervoer Gemeente Rucphen 2023

 

 

Besloten in de vergadering van burgemeester en

wethouders d.d. 9 mei 2023

de secretaris,

de burgemeester,

drs. S. Michielse

mr. M. van der Meer Mohr