Organisatie | Nunspeet |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Aansluitverordening riolering gemeente Nunspeet |
Citeertitel | Aansluitverordening riolering gemeente Nunspeet |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | Aansluitverordening riolering |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-06-2023 | Nieuwe regeling | 01-06-2023 | 819061 |
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
de eigenaar, de vereniging van eigenaren of de zakelijk gerechtigde van het perceel respectievelijk de eigenaren en/of zakelijk gerechtigden of de vereniging van eigenaren van de percelen in het geval van een verzamelrioolleiding ten behoeve waarvan de aansluiting op het openbaar riool wordt gerealiseerd en in stand gehouden;
Aan de regels in deze verordening wordt voldaan door degene die de activiteit verricht en door de eigenaar van de gronden waarop de activiteit wordt verricht, tenzij anders is bepaald. Diegenen dragen zorg voor de naleving van de regels over de activiteit.
Artikel 4 Specifieke zorgplicht
Artikel 5 Totstandbrenging en wijziging perceelaansluiting
Als voor het perceel al een rioolaansluiting aanwezig is voor huishoudelijk afvalwater, hemelwater, grondwater of bedrijfsafvalwater, wordt geen aanvullende rioolaansluiting voor hetzelfde afvalwater gerealiseerd.
Artikel 6 Meldplicht aanleg of wijziging perceelaansluiting
Het is verboden een rioolaansluiting tot stand te brengen of bij de erfgrens de aansluiting op het particuliere terrein te wijzigen zonder dit ten minste 8 weken en ten hoogste een jaar voor het begin ervan te melden en af te stemmen met de rioolbeheerder van de gemeente. De gemeente geeft aan waar de rioolaansluiting komt, zorgt voor de aanleg van het gemeentelijke deel van de leiding (tot aan de erfgrens) en geeft aan welk soort water in ontvangst wordt genomen. Aan het maken van een gemeentelijke rioolaansluiting zijn kosten verbonden. Deze kosten zijn voor rioolaansluiting binnen de bebouwde kom bepaald. Dit is vastgelegd in de Verordening rioolaansluitrecht. Bij een rioolaansluiting aanvraag op het drukriool worden de werkelijke kosten berekend.
Bij een aanvraag van een aansluitvergunning worden de volgende gegevens en bescheiden verstrekt:
Artikel 8 Weigering aansluitvergunning
Artikel 9 Informatieplicht beëindiging perceelaansluiting
Als het gebruik van een rioolaansluiting definitief wordt beëindigd, wordt de gemeente hierover uiterlijk 6 weken na de beëindiging geïnformeerd.
Artikel 11 Eigendom aansluitleiding
Als voor de afvoer van huishoudelijk afvalwater een rioolwaterpomp is vereist, ligt de grens net zoals bij het eerste lid, ter plaatse van de erfgrens. Alleen anders als bij het eerste lid, wordt hier gebruikt gemaakt van een inspectieput. In deze put eindigt de persleiding, en gaat verder in vrijverval-leiding richting gemeentelijk riool.
Artikel 12 Beheer, onderhoud, renovatie en vervanging
Het beheer, onderhoud, renovatie en vervanging wordt betaald vanuit de riool heffing, tenzij het aannemelijk is dat de betreffende werkzaamheden moeten worden uitgevoerd als gevolg van onjuist gebruik van het particuliere riool, in welk geval de kosten voor rekening van de rechthebbende of veroorzaker komen.
De kosten van het beheer en onderhoud, de renovatie dan wel de vervanging van de particuliere afvoerleiding zijn voor rekening van de rechthebbende tenzij onomstotelijk vaststaat dat de noodzaak tot onderhoud is veroorzaakt door inspoeling vanuit het openbaar riool. Het bepaalde in dit lid geldt ook voor verzamelrioolleidingen gelegen in particuliere grond, die aangelegd zijn ten behoeve van de gezamenlijke afvoer van twee of meer woningen.
Met het toezicht op de naleving van de bepalingen bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aan te wijzen personen of groep van personen.
Gemeenten hebben op grond van artikel 10.33 Wet milieubeheer een zorgplicht voor de inzameling van stedelijk afvalwater. Onder stedelijk afvalwater wordt afvalwater verstaan dat bestaat uit huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater. De gemeente draagt zorg voor transport van stedelijk afvalwater naar de rioolwaterzuivering. Bedrijfsafvalwater, dat niet op dezelfde manier kan worden behandeld als huishoudelijk afvalwater, is op zichzelf geen stedelijk afvalwater. Om die reden geldt hier geen zorgplicht voor inzameling en transport door de gemeente. Daarnaast geldt voor de inzameling en afvoer van hemel- en grondwater een afzonderlijke zorgplicht voor gemeenten. Dit is geregeld in artikel 3.5, voor hemelwater, en artikel 3.6, voor grondwater, van de Waterwet. De zorgplicht ziet op het gehele gemeentelijke grondgebied. Aanvullend op de gemeentelijke zorgplichten hebben waterschappen de zorgplicht om het ingezamelde stedelijke afvalwater te zuiveren. Dit is vastgelegd in artikel 3.4 van de Waterwet. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet zullen de zorgplichten overgenomen worden in artikel 2.16 en 2.17 van die wet.
De zorgplicht voor stedelijk afvalwater vult de gemeente in door de aanleg en beheer van openbaar vuilwaterriool. Met een aansluitverordening legt de gemeente het beleidskader ten aanzien van het eigendom en beheer van aansluitleidingen op de openbare riolering vast. Onder het huidige recht geldt de aansluitverordening voor aansluitleidingen vanaf de perceelgrens tot aan het openbare riool. De terreinleidingen op het perceel zijn geregeld in het Bouwbesluit 2012, zodat de gemeente daar geen regels over mag stellen in een verordening. Onder de Omgevingswet gaat dit veranderen. Het Rijk stelt in het Besluit bouwwerken leefomgeving, de opvolger van het Bouwbesluit 2012, niet langer regels over de terreinleidingen. Het toepassingsbereik van de aansluitverordening wordt in het nieuwe stelsel de aansluitleiding vanaf het gebouw tot aan het openbare riool.
Met dit artikel wordt duidelijk gemaakt dat niet alleen de perceeleigenaar, maar ook de aannemer verplicht is zich te houden aan de regels van deze verordening. Daarnaast kunnen ook beperkt zakelijk gerechtigden verantwoordelijk zijn voor de naleving van de regels uit deze verordening. Hiermee wordt de kring van personen voor wie deze verordening geldt vergroot.
De regels over afvoerleidingen van huishoudelijk afvalwater en regenwater op een perceel staan in afdeling 6.4 van het Bouwbesluit 2012. De regels in die afdeling hebben tot doel om de gezondheid van gebruikers van bouwwerken te beschermen. De lozingsregels in het Activiteitenbesluit milieubeheer, Besluit lozing afvalwater huishoudens en Besluit lozen buiten inrichtingen zijn gesteld ter bescherming van het milieu. In aanvulling op de genoemde besluiten, bevat deze verordening ook regels ter bescherming van de gezondheid en ter bescherming van de doelmatige werking van de openbare riolering. Dat heeft ook een positief effect op de bescherming van de gezondheid, doordat contact met afvalwater zo veel mogelijk wordt voorkomen.
Artikel 4 Specifieke zorgplicht
In dit artikel zijn bepalingen opgenomen over de zorg die betracht moet worden bij werkzaamheden die schade kunnen veroorzaken aan de openbare riolering.
Artikel 5 Totstandbrenging en wijziging perceelaansluiting
Met dit artikel wordt duidelijk gemaakt dat er bij een bestaande rioolaansluiting er geen aanvullende rioolaansluiting wordt gerealiseerd.
Artikel 6 Meldplicht aanleg of wijziging perceelaansluiting
De totstandbrenging of de wijziging van de perceelaansluiting kan plaatsvinden zonder voorafgaande toestemming van het college, maar het voornemen dient wel gemeld te worden voor de start van de werkzaamheden. In het tweede lid is vastgelegd waaraan de melding moet voldoen.
In dit artikel zijn de gegevens opgenomen die het college nodig heeft om een aanvraag om een vergunning goed te kunnen beoordelen. Een aanvraag moet daarom voldoen aan de gegevens, die zijn opgenomen in dit artikel.
Artikel 8 Weigering aansluitvergunning
In dit artikel is vastgelegd op welke gronden de aansluitvergunning geweigerd kan worden.
Artikel 9 Informatieplicht beëindiging perceelaansluiting
Als het gebruik van de rioolaansluitleiding wordt beëindigd, wordt het college binnen zes weken hiervan op de hoogte gebracht. Zo nodig kan het college naar aanleiding van die informatie eisen stellen aan bijvoorbeeld de afdichting van de aansluitleiding, met een maatwerkvoorschrift op grond van artikel 8.
Artikel 10 Maatwerkvoorschriften
Dit artikel geeft het college de mogelijkheid om met een maatwerkvoorschrift aanvullende eisen te stellen aan rioolaansluitleidingen. Met die voorschrift is het ook mogelijk (in uitzonderlijke gevallen) om af te wijken van de algemene regels uit artikel 5. Het is niet mogelijk om van de zorgplicht van artikel 4 af te wijken. Die zorgplicht sluit aan op het oogmerk van de verordening, dus afwijken van de zorgplicht zou in strijd zijn met het oogmerk.
Artikel 11 Eigendom aansluitleiding
Er bestond jarenlang onduidelijkheid over de vraag of de eigendom van een leidingnetwerk door verticale of horizontale natrekking werd bepaald. Bij verticale natrekking zou de eigendom van een leiding in de grond aan de eigenaar van de grond toekomen. Bij horizontale natrekking zou de eigendom aan de eigenaar van het grotere geheel van het netwerk toekomen. Aan de onduidelijkheid over de eigendomsvraag is een einde gekomen met de wijziging van het Burgerlijk Wetboek (BW) in 2007. Volgens artikel 5:20 lid 2 BW ligt de eigendom van een net bij de bevoegde aanlegger van dat net of zijn rechtsopvolger. Op grond hiervan is de gemeente, als bevoegd aanlegger van de openbare riolering, eigenaar van het gehele rioolstelsel. Per leidingnetwerk verschilt wat er toe behoort (hoe het net is begrensd). Dit is met name van belang voor de grens tussen het leidingnetwerk en de aansluiting van degene die op dat leidingnetwerk is aangesloten. In de toelichting bij de wijziging van het Burgerlijk Wetboek is aangegeven dat de begrenzing van een leidingnetwerk bij gemeentelijke verordening kan worden bepaald. In dit artikel wordt van die mogelijkheid gebruik gemaakt, door te bepalen wat tot de gemeentelijke riolering behoort en waar de particuliere huisaansluiting, die eigendom is van de huiseigenaar, begint (zie Kamerstukken II 2005- 2006, 29 834, nr. 9, Tweede nota van wijziging, p. 7). Die grens wordt in principe gelegd bij het ontstoppingsstuk in de rioolaansluitleiding. Dit ontstoppingsstuk is vereist op grond van artikel 6.16 en 6.17 van het Bouwbesluit 2012. In die artikelen is bepaald dat de leidingen voor huishoudelijk afvalwater en voor hemelwater moeten voldoen aan NEN 3215. In die NEN-norm staat dat in de aansluitleiding een inspectie- of ontstoppingsmogelijkheid aanwezig moet zijn.
Deze inspectie- of ontstoppingsmogelijkheid moet nabij de perceelgrens zijn gesitueerd. Als er niet via leidingen onder vrij verval wordt aangesloten, maar via een rioolwaterpomp, dan is de uitstroomopening van de rioolwaterpomp de grens tussen de gemeentelijke riolering en de particuliere huisaansluiting. De rioolwaterpomp is dus geheel in particulier eigendom. Rioolwaterpompen zijn nodig als de lozingstoestellen in een gebouw lager zijn gelegen dan 150 mm boven straatpeil. In andere gevallen is de grens tussen het gemeentelijke deel van de aansluiting en het particuliere deel van de aansluiting het punt in de rioolaansluitleiding dat 0,5 m buiten de perceelgrens ligt. Met het vastleggen van de eigendomssituatie is duidelijk wie er verantwoordelijk is voor het verhelpen van verstoppingen en het herstellen van lekkages of andere beschadigingen aan de rioolaansluitleiding. De perceeleigenaar is verantwoordelijk voor het particuliere deel van de aansluitleiding en de gemeente is verantwoordelijk voor het deel dat behoort tot de gemeentelijke riolering.
Artikel 12 Beheer, onderhoud, renovatie en vervanging
Dit artikel geeft regels over het beheer en onderhoud, de renovatie en vervanging van de perceelaansluitleiding en de particuliere afvoerleiding.
In lid 1 is bepaald dat het beheer en onderhoud, de renovatie en vervanging van de perceelaansluitleiding door en voor rekening van de gemeente wordt uitgevoerd tot het aansluitpunt, tenzij het aannemelijk is dat de betreffende onderhouds- of herstelwerkzaamheden moeten worden uitgevoerd ten gevolge van een onjuist gebruik van het particulier riool. In dat geval komen de kosten voor rekening van de rechthebbende of de veroorzaker.
In lid 3 is bepaald dat de rechthebbende verantwoordelijk is voor het beheer en onderhoud van de particuliere afvoerleiding, tenzij onomstotelijk vaststaat dat de noodzaak tot onderhoud is veroorzaakt door inspoeling vanuit het openbaar riool.
Artikel 13 Verstopping of andere storing
Dit artikel spreekt voor zich.
In dit artikel is bepaald hoe toezicht op de naleving van deze verordening wordt geregeld.