Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nunspeet

Aansluitverordening riolering gemeente Nunspeet

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNunspeet
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAansluitverordening riolering gemeente Nunspeet
CiteertitelAansluitverordening riolering gemeente Nunspeet
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpAansluitverordening riolering

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 149 van de Gemeentewet
  2. artikel 10.33 van de Wet milieubeheer
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-06-2023Nieuwe regeling

01-06-2023

gmb-2023-247796

819061

Tekst van de regeling

Intitulé

Aansluitverordening riolering gemeente Nunspeet

De raad van de gemeente Nunspeet

 

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 april 2023.

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

 

gelet op artikel 10.33 van de wet milieubeheer;

 

 

besluit vast te stellen de

Aansluitverordening riolering gemeente Nunspeet

 

 

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    de gemeente: de gemeente Nunspeet;

  • 2.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nunspeet;

  • 3.

    aansluiting: het totaal van leidingen en voorzieningen om een perceel aan te sluiten op het openbaar riool;

  • 4.

    particuliere afvoerleiding: de binnen de kadastrale eigendomsgrenzen van het aan te sluiten perceel gelegen rioolleidingen tot aan het aansluitpunt;

  • 5.

    openbaar riool: het gedeelte van de riolering dat bij de gemeente in eigendom en beheer is voor inzameling en transport van afvalwater, hemelwater en drainagewater;

  • 6.

    gemeentelijke aansluitleiding: deel van de rioolaansluiting dat volgens artikel 11 in eigendom bij de gemeente is;

  • 7.

    perceelaansluitleiding: het openbaar riool en de voorzieningen die deel uitmaken van dit riool tussen het aansluitpunt en de aansluiting op het openbaar riool;

  • 8.

    aansluitpunt: het punt op of direct bij de kadastrale grens waar de perceelaansluitleiding overgaat in de particuliere afvoerleiding of de verzamelrioolleiding;

  • 9.

    aansluitvergunning: een vergunning voor het tot stand brengen of wijzigen van een aansluiting;

  • 10.

    gebruiker: de perceeleigenaar, de zakelijk gerechtigde van het perceel of de huurder die gebruik maakt van de aansluiting;

  • 11.

    rechthebbende:

    • a.

      de eigenaar, de vereniging van eigenaren of de zakelijk gerechtigde van het perceel respectievelijk de eigenaren en/of zakelijk gerechtigden of de vereniging van eigenaren van de percelen in het geval van een verzamelrioolleiding ten behoeve waarvan de aansluiting op het openbaar riool wordt gerealiseerd en in stand gehouden;

    • b.

      de rechtverkrijgende(n) onder algemene of bijzondere titel van de onder 1. bedoelde personen;

  • 12.

    particulier riool: het gedeelte van de riolering, inclusief voorzieningen, dat bij de rechthebbende volgens artikel 11 in eigendom en beheer is;

  • 13.

    rioolaansluiting: rioolleiding tussen een gemeentelijke voorziening voor het beheer van afvalwater en het gebouw waar afvalwater vrijkomt;

  • 14.

    verzamelleiding: de particuliere afvoerleiding die binnen de kadastrale eigendomsgrenzen van de aan te sluiten percelen ligt, waar meerdere gebouwen en/of afvoerende oppervlakken op zijn aangesloten;

  • 15.

    vuilwaterriool: een rioolstelsel dat alleen bestemd is voor de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater;

  • 16.

    hemelwaterriool: een rioolstelsel dat alleen bestemd is voor de inzameling en het transport van hemelwater;

  • 17.

    huishoudelijk afvalwater: afvalwater dat vrijkomt vanuit particuliere huishoudens en bedrijven, afkomstig van keukens, toiletten, badkamers, wasmachines en dergelijke;

  • 18.

    industrieel afvalwater: afvalwater dat vrijkomt vanuit industriële processen

  • 19.

    drukriool: een systeem voor transport van afvalwater waarbij het transport door middel van druk plaatsvindt;

  • 20.

    gescheiden stelsel: een samengesteld vrijverval rioolstelsel waarin het huishoudelijk afvalwater en hemelwater gescheiden van elkaar wordt ingezameld en getransporteerd;

  • 21.

    vrijverval riool(stelsel): een riool(stelsel) waarbij het transport van het huishoudelijk afvalwater en hemelwater onder afstroming, als gevolg van de zwaartekracht, plaatsvindt.

 

Artikel 2 Normadressaat

Aan de regels in deze verordening wordt voldaan door degene die de activiteit verricht en door de eigenaar van de gronden waarop de activiteit wordt verricht, tenzij anders is bepaald. Diegenen dragen zorg voor de naleving van de regels over de activiteit.

 

Artikel 3 Oogmerken

De regels in dit hoofdstuk zijn gesteld met het oog op het beschermen van:

  • 1.

    de gezondheid;

  • 2.

    het milieu;

  • 3.

    de doelmatige werking van de voorzieningen voor het beheer van afvalwater.

 

Artikel 4 Specifieke zorgplicht

  • 1.

    Degene die een particuliere aansluitleiding aanlegt of wijzigt en weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat die activiteit nadelige gevolgen kan hebben voor de belangen, bedoeld in artikel 3, is verplicht:

    • a.

      alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van diegene kunnen worden gevraagd om die gevolgen te voorkomen;

    • b.

      voor zover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen: die gevolgen zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken;

    • c.

      als die gevolgen onvoldoende kunnen worden beperkt: die activiteit achterwege te laten voor zover dat redelijkerwijs van diegene worden gevraagd.

  • 2.

    Deze plicht houdt in ieder geval in dat:

    • a.

      bij sloopwerkzaamheden of andere werkzaamheden op een perceel zodanige voorzieningen aan de particuliere aansluitleiding worden getroffen dat iedere belemmering van het goed functioneren van de voorzieningen voor het beheer van afvalwater en de rioolaansluiting wordt voorkomen;

    • b.

      de doelmatige werking van de rioolaansluiting, naburige aansluitingen en de voorzieningen voor het beheer van afvalwater worden beschermd.

 

Artikel 5 Totstandbrenging en wijziging perceelaansluiting

Als voor het perceel al een rioolaansluiting aanwezig is voor huishoudelijk afvalwater, hemelwater, grondwater of bedrijfsafvalwater, wordt geen aanvullende rioolaansluiting voor hetzelfde afvalwater gerealiseerd.

 

Artikel 6 Meldplicht aanleg of wijziging perceelaansluiting

  • 1.

    Het is verboden een rioolaansluiting tot stand te brengen of bij de erfgrens de aansluiting op het particuliere terrein te wijzigen zonder dit ten minste 8 weken en ten hoogste een jaar voor het begin ervan te melden en af te stemmen met de rioolbeheerder van de gemeente. De gemeente geeft aan waar de rioolaansluiting komt, zorgt voor de aanleg van het gemeentelijke deel van de leiding (tot aan de erfgrens) en geeft aan welk soort water in ontvangst wordt genomen. Aan het maken van een gemeentelijke rioolaansluiting zijn kosten verbonden. Deze kosten zijn voor rioolaansluiting binnen de bebouwde kom bepaald. Dit is vastgelegd in de Verordening rioolaansluitrecht. Bij een rioolaansluiting aanvraag op het drukriool worden de werkelijke kosten berekend.

  • 2.

    Voor het melden van een wens tot wijziging van de rioolaansluiting of een nieuwe aansluiting is een formulier beschikbaar op de gemeentelijke website.

 

Artikel 7 Aanvraagvereisten

Bij een aanvraag van een aansluitvergunning worden de volgende gegevens en bescheiden verstrekt:

  • 1.

    de naam en het adres van de aanvrager;

  • 2.

    de dagtekening;

  • 3.

    de ligging van het aan te sluiten perceel:

    • a.

      aan de hand van straat en huisnummer of, wanneer nog geen huisnummer is toegekend, aan de hand van het kadastraal nummer van het betreffende perceel; of

    • b.

      aangegeven op een situatieschets 1:1000 of grotere schaal;

  • 4.

    wat voor soort afvalwater er zal worden afgevoerd;

  • 5.

    voor zover het lozing van bedrijfsafvalwater betreft: de aard en de hoeveelheid van het te lozen afvalwater;

  • 6.

    van de aan te leggen of te wijzigen rioolaansluitleiding ten minste de volgende gegevens:

    • a.

      het leidingverloop en de dimensionering;

    • b.

      de hoogteligging en het materiaal ter plaatse van het aansluitpunt;

    • c.

      de wijze waarop de functies van de verschillende leidingen van het particulier riool ter plaatse van het aansluitpunt zullen worden gemarkeerd; en

    • d.

      de ligging inclusief hoogte van de rioolaansluitleiding op een situatietekening van het perceel, waarbij ook de benodigde voorzieningen: ontstoppingsstuk, ontluchting en ontlastingspunt zijn aangegeven.

 

Artikel 8 Weigering aansluitvergunning

  • 1.

    Een aansluitvergunning kan worden geweigerd indien aansluiting van de particuliere afvoerleiding op het openbaar riool of wijziging van die aansluiting vanwege technische, juridische of milieuhygiënische redenen bezwaarlijk is.

  • 2.

    Aansluiting van de particuliere afvoerleiding op het openbaar riool of wijziging van die aansluiting kan bezwaarlijk zijn indien:

    • a.

      de hoogteligging van de particuliere afvoerleiding ter plaatse van het aansluitpunt afwijkt van de door de gemeente opgegeven hoogte;

    • b.

      de bovenzijde van een lozing toestel lager is gelegen dan 150 mm boven de kruin van de straat, tenzij via een pompinstallatie die voorzien is van terugslagklep wordt aangesloten;

    • c.

      de afvoer van afvalwater en hemelwater op het particulier terrein niet gescheiden plaatsvindt, terwijl een gescheiden openbaar riool aanwezig is;

    • d.

      de gevraagde aansluiting een lozing voor afvalwater en/of bronneringswater betreft, waarvoor krachtens de geldende milieuwetgeving een vergunning benodigd is, maar niet is verleend, of als niet aan de geldende algemene regels is voldaan;

    • e.

      het openbaar riool ter plaatse van de aansluiting volgens de gemeente niet over voldoende capaciteit beschikt om de hoeveelheid te lozen vloeistoffen te kunnen afvoeren;

    • f.

      het lozing van drainagewater betreft;

    • g.

      de gevraagde aansluiting een particuliere afvoerleiding voor niet verontreinigd bronneringswater betreft, die zonder bezwaar op het oppervlaktewater kan worden aangesloten of door middel van retourbemaling kan worden afgevoerd;

    • h.

      de gevraagde aansluiting een particuliere afvoerleiding voor niet verontreinigd bronneringswater betreft en de hoeveelheid af te voeren bronneringswater meer dan 40 m3 per uur bedraagt;

    • i.

      een omgevingsvergunning of een vergunning op grond van de Wet milieubeheer of een vergunning op grond van de Waterwet is geweigerd of nog in behandeling is;

    • j.

      de aansluiting op een vrijverval riool niet onder vrijverval plaatsvindt;

    • k.

      het afvalwater dat naar het drukriool wordt afgevoerd ook hemelwater bevat;

    • l.

      verontreinigd hemelwater in geval van een gescheiden stelsel niet wordt afgevoerd via het vuilwaterriool;

    • m.

      het af te voeren debiet van verontreinigd hemelwater in geval van een gescheiden stelsel groter is dan 1 liter per seconde;

    • n.

      de afvoer van hemelwater vanuit laadkuilen niet op het buizenstelsel bestemd voor afvoer van afvalwater wordt aangesloten en/of wanneer de afvoer groter is dan 1 liter per seconde;

    • o.

      het lozing van industrieel afvalwater betreft.

 

Artikel 9 Informatieplicht beëindiging perceelaansluiting

Als het gebruik van een rioolaansluiting definitief wordt beëindigd, wordt de gemeente hierover uiterlijk 6 weken na de beëindiging geïnformeerd.

 

Artikel 10 Maatwerkvoorschriften

  • 1.

    Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld over de artikelen 4 en 5.

  • 2.

    Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van artikel 5.

  • 3.

    Maatwerkvoorschriften kunnen in ieder geval worden gesteld over:

    • a.

      het tot stand brengen van de rioolaansluiting;

    • b.

      het onderhoud, de renovatie en de vervanging van de rioolaansluiting;

    • c.

      sloopwerkzaamheden op het perceel van de rechthebbende;

    • d.

      de periode waarin een aansluiting voor de afvoer van bronneringswater gerealiseerd wordt.

 

Artikel 11 Eigendom aansluitleiding

  • 1.

    De grens tussen het gemeentelijke eigendom en het particuliere eigendom van een rioolaansluitleiding ligt ter plaatse van het ontstoppingsstuk in die rioolaansluitleiding.

  • 2.

    Als voor de afvoer van huishoudelijk afvalwater een rioolwaterpomp is vereist, ligt de grens net zoals bij het eerste lid, ter plaatse van de erfgrens. Alleen anders als bij het eerste lid, wordt hier gebruikt gemaakt van een inspectieput. In deze put eindigt de persleiding, en gaat verder in vrijverval-leiding richting gemeentelijk riool.

  • 3.

    Bij afwezigheid van een ontstoppingsstuk en rioolwaterpomp ligt de grens in de rioolaansluitleiding op een afstand van maximaal 0,5 m buiten de perceelgrens.

 

Artikel 12 Beheer, onderhoud, renovatie en vervanging

  • 1.

    Het beheer, onderhoud, renovatie en vervanging wordt betaald vanuit de riool heffing, tenzij het aannemelijk is dat de betreffende werkzaamheden moeten worden uitgevoerd als gevolg van onjuist gebruik van het particuliere riool, in welk geval de kosten voor rekening van de rechthebbende of veroorzaker komen.

  • 2.

    Onder onjuist gebruik wordt in ieder geval verstaan:

    • a.

      het lozen van stoffen die verstoppingen in de aansluitleiding of de voorzieningen voor het beheer van afvalwater kunnen veroorzaken;

    • b.

      het lozen van stoffen die de constructie van de aansluitleiding kunnen aantasten;

    • c.

      het lozen van afvalwater op een niet daarvoor bedoelde voorziening voor het beheer van afvalwater.

  • 3.

    De kosten van het beheer en onderhoud, de renovatie dan wel de vervanging van de particuliere afvoerleiding zijn voor rekening van de rechthebbende tenzij onomstotelijk vaststaat dat de noodzaak tot onderhoud is veroorzaakt door inspoeling vanuit het openbaar riool. Het bepaalde in dit lid geldt ook voor verzamelrioolleidingen gelegen in particuliere grond, die aangelegd zijn ten behoeve van de gezamenlijke afvoer van twee of meer woningen.

 

Artikel 13 Verstopping of andere storing

  • 1.

    Bij een verstopping of een andere storing toont de eigenaar of gebruiker aan of het een probleem betreft in de particuliere aansluitleiding of in de gemeentelijke aansluitleiding.

  • 2.

    Als er sprake is van een verstopping of een andere storing in de gemeentelijke aansluitleiding, dan neemt de eigenaar of gebruiker contact op met de gemeente en stelt diegene de gemeente in de gelegenheid voor het verrichten van de noodzakelijke werkzaamheden.

  • 3.

    Als er sprake is van een verstopping of een andere storing in de particuliere aansluitleiding, dan zorgt de rechthebbende of gebruiker ervoor dat deze wordt verholpen.

  • 4.

    Gemaakte kosten voor het onderzoek ter uitvoering van het eerste lid komen voor rekening van de eigenaar of gebruiker. Ligt de oorzaak bij de gemeente, dan vergoedt de gemeente de gemaakte kosten voor het onderzoek ter uitvoering van het eerste lid tot maximaal € 200,-.

 

Artikel 14 Toezicht

Met het toezicht op de naleving van de bepalingen bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aan te wijzen personen of groep van personen.

 

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

 

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Aansluitverordening riolering gemeente Nunspeet”.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 1 juni 2023.

De voorzitter,

De griffier,

Toelichting

 

Algemeen

Gemeenten hebben op grond van artikel 10.33 Wet milieubeheer een zorgplicht voor de inzameling van stedelijk afvalwater. Onder stedelijk afvalwater wordt afvalwater verstaan dat bestaat uit huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater. De gemeente draagt zorg voor transport van stedelijk afvalwater naar de rioolwaterzuivering. Bedrijfsafvalwater, dat niet op dezelfde manier kan worden behandeld als huishoudelijk afvalwater, is op zichzelf geen stedelijk afvalwater. Om die reden geldt hier geen zorgplicht voor inzameling en transport door de gemeente. Daarnaast geldt voor de inzameling en afvoer van hemel- en grondwater een afzonderlijke zorgplicht voor gemeenten. Dit is geregeld in artikel 3.5, voor hemelwater, en artikel 3.6, voor grondwater, van de Waterwet. De zorgplicht ziet op het gehele gemeentelijke grondgebied. Aanvullend op de gemeentelijke zorgplichten hebben waterschappen de zorgplicht om het ingezamelde stedelijke afvalwater te zuiveren. Dit is vastgelegd in artikel 3.4 van de Waterwet. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet zullen de zorgplichten overgenomen worden in artikel 2.16 en 2.17 van die wet.

 

De zorgplicht voor stedelijk afvalwater vult de gemeente in door de aanleg en beheer van openbaar vuilwaterriool. Met een aansluitverordening legt de gemeente het beleidskader ten aanzien van het eigendom en beheer van aansluitleidingen op de openbare riolering vast. Onder het huidige recht geldt de aansluitverordening voor aansluitleidingen vanaf de perceelgrens tot aan het openbare riool. De terreinleidingen op het perceel zijn geregeld in het Bouwbesluit 2012, zodat de gemeente daar geen regels over mag stellen in een verordening. Onder de Omgevingswet gaat dit veranderen. Het Rijk stelt in het Besluit bouwwerken leefomgeving, de opvolger van het Bouwbesluit 2012, niet langer regels over de terreinleidingen. Het toepassingsbereik van de aansluitverordening wordt in het nieuwe stelsel de aansluitleiding vanaf het gebouw tot aan het openbare riool.

 

Artikelsgewijs

Artikel 2 Normadressaat

Met dit artikel wordt duidelijk gemaakt dat niet alleen de perceeleigenaar, maar ook de aannemer verplicht is zich te houden aan de regels van deze verordening. Daarnaast kunnen ook beperkt zakelijk gerechtigden verantwoordelijk zijn voor de naleving van de regels uit deze verordening. Hiermee wordt de kring van personen voor wie deze verordening geldt vergroot.

 

Artikel 3 Oogmerken

De regels over afvoerleidingen van huishoudelijk afvalwater en regenwater op een perceel staan in afdeling 6.4 van het Bouwbesluit 2012. De regels in die afdeling hebben tot doel om de gezondheid van gebruikers van bouwwerken te beschermen. De lozingsregels in het Activiteitenbesluit milieubeheer, Besluit lozing afvalwater huishoudens en Besluit lozen buiten inrichtingen zijn gesteld ter bescherming van het milieu. In aanvulling op de genoemde besluiten, bevat deze verordening ook regels ter bescherming van de gezondheid en ter bescherming van de doelmatige werking van de openbare riolering. Dat heeft ook een positief effect op de bescherming van de gezondheid, doordat contact met afvalwater zo veel mogelijk wordt voorkomen.

 

Artikel 4 Specifieke zorgplicht

In dit artikel zijn bepalingen opgenomen over de zorg die betracht moet worden bij werkzaamheden die schade kunnen veroorzaken aan de openbare riolering.

 

Artikel 5 Totstandbrenging en wijziging perceelaansluiting

Met dit artikel wordt duidelijk gemaakt dat er bij een bestaande rioolaansluiting er geen aanvullende rioolaansluiting wordt gerealiseerd.

 

Artikel 6 Meldplicht aanleg of wijziging perceelaansluiting

De totstandbrenging of de wijziging van de perceelaansluiting kan plaatsvinden zonder voorafgaande toestemming van het college, maar het voornemen dient wel gemeld te worden voor de start van de werkzaamheden. In het tweede lid is vastgelegd waaraan de melding moet voldoen.

 

Artikel 7 Aanvraagvereisten

In dit artikel zijn de gegevens opgenomen die het college nodig heeft om een aanvraag om een vergunning goed te kunnen beoordelen. Een aanvraag moet daarom voldoen aan de gegevens, die zijn opgenomen in dit artikel.

 

Artikel 8 Weigering aansluitvergunning

In dit artikel is vastgelegd op welke gronden de aansluitvergunning geweigerd kan worden.

 

Artikel 9 Informatieplicht beëindiging perceelaansluiting

Als het gebruik van de rioolaansluitleiding wordt beëindigd, wordt het college binnen zes weken hiervan op de hoogte gebracht. Zo nodig kan het college naar aanleiding van die informatie eisen stellen aan bijvoorbeeld de afdichting van de aansluitleiding, met een maatwerkvoorschrift op grond van artikel 8.

 

Artikel 10 Maatwerkvoorschriften

Dit artikel geeft het college de mogelijkheid om met een maatwerkvoorschrift aanvullende eisen te stellen aan rioolaansluitleidingen. Met die voorschrift is het ook mogelijk (in uitzonderlijke gevallen) om af te wijken van de algemene regels uit artikel 5. Het is niet mogelijk om van de zorgplicht van artikel 4 af te wijken. Die zorgplicht sluit aan op het oogmerk van de verordening, dus afwijken van de zorgplicht zou in strijd zijn met het oogmerk.

 

Artikel 11 Eigendom aansluitleiding

Er bestond jarenlang onduidelijkheid over de vraag of de eigendom van een leidingnetwerk door verticale of horizontale natrekking werd bepaald. Bij verticale natrekking zou de eigendom van een leiding in de grond aan de eigenaar van de grond toekomen. Bij horizontale natrekking zou de eigendom aan de eigenaar van het grotere geheel van het netwerk toekomen. Aan de onduidelijkheid over de eigendomsvraag is een einde gekomen met de wijziging van het Burgerlijk Wetboek (BW) in 2007. Volgens artikel 5:20 lid 2 BW ligt de eigendom van een net bij de bevoegde aanlegger van dat net of zijn rechtsopvolger. Op grond hiervan is de gemeente, als bevoegd aanlegger van de openbare riolering, eigenaar van het gehele rioolstelsel. Per leidingnetwerk verschilt wat er toe behoort (hoe het net is begrensd). Dit is met name van belang voor de grens tussen het leidingnetwerk en de aansluiting van degene die op dat leidingnetwerk is aangesloten. In de toelichting bij de wijziging van het Burgerlijk Wetboek is aangegeven dat de begrenzing van een leidingnetwerk bij gemeentelijke verordening kan worden bepaald. In dit artikel wordt van die mogelijkheid gebruik gemaakt, door te bepalen wat tot de gemeentelijke riolering behoort en waar de particuliere huisaansluiting, die eigendom is van de huiseigenaar, begint (zie Kamerstukken II 2005- 2006, 29 834, nr. 9, Tweede nota van wijziging, p. 7). Die grens wordt in principe gelegd bij het ontstoppingsstuk in de rioolaansluitleiding. Dit ontstoppingsstuk is vereist op grond van artikel 6.16 en 6.17 van het Bouwbesluit 2012. In die artikelen is bepaald dat de leidingen voor huishoudelijk afvalwater en voor hemelwater moeten voldoen aan NEN 3215. In die NEN-norm staat dat in de aansluitleiding een inspectie- of ontstoppingsmogelijkheid aanwezig moet zijn.

Deze inspectie- of ontstoppingsmogelijkheid moet nabij de perceelgrens zijn gesitueerd. Als er niet via leidingen onder vrij verval wordt aangesloten, maar via een rioolwaterpomp, dan is de uitstroomopening van de rioolwaterpomp de grens tussen de gemeentelijke riolering en de particuliere huisaansluiting. De rioolwaterpomp is dus geheel in particulier eigendom. Rioolwaterpompen zijn nodig als de lozingstoestellen in een gebouw lager zijn gelegen dan 150 mm boven straatpeil. In andere gevallen is de grens tussen het gemeentelijke deel van de aansluiting en het particuliere deel van de aansluiting het punt in de rioolaansluitleiding dat 0,5 m buiten de perceelgrens ligt. Met het vastleggen van de eigendomssituatie is duidelijk wie er verantwoordelijk is voor het verhelpen van verstoppingen en het herstellen van lekkages of andere beschadigingen aan de rioolaansluitleiding. De perceeleigenaar is verantwoordelijk voor het particuliere deel van de aansluitleiding en de gemeente is verantwoordelijk voor het deel dat behoort tot de gemeentelijke riolering.

 

Artikel 12 Beheer, onderhoud, renovatie en vervanging

Dit artikel geeft regels over het beheer en onderhoud, de renovatie en vervanging van de perceelaansluitleiding en de particuliere afvoerleiding.

In lid 1 is bepaald dat het beheer en onderhoud, de renovatie en vervanging van de perceelaansluitleiding door en voor rekening van de gemeente wordt uitgevoerd tot het aansluitpunt, tenzij het aannemelijk is dat de betreffende onderhouds- of herstelwerkzaamheden moeten worden uitgevoerd ten gevolge van een onjuist gebruik van het particulier riool. In dat geval komen de kosten voor rekening van de rechthebbende of de veroorzaker.

Lid 2 spreekt voor zich.

In lid 3 is bepaald dat de rechthebbende verantwoordelijk is voor het beheer en onderhoud van de particuliere afvoerleiding, tenzij onomstotelijk vaststaat dat de noodzaak tot onderhoud is veroorzaakt door inspoeling vanuit het openbaar riool.

 

Artikel 13 Verstopping of andere storing

Dit artikel spreekt voor zich.

 

Artikel 14 Toezicht

In dit artikel is bepaald hoe toezicht op de naleving van deze verordening wordt geregeld.