Organisatie | Houten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en de inrichting van de financiële organisatie |
Citeertitel | Financiële verordening |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Financiële verordening, vastgesteld op 14 december 2021.
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
artikel 212 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-06-2023 | 01-01-2023 | nieuwe regeling | 09-05-2023 | 608041 |
De raad van de gemeente Houten;
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 maart 2023;
gelet op de bepalingen in artikel 212 van de Gemeentewet,
besluit vast te stellen de volgende:
Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en de inrichting van de financiële organisatie.
Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording
Artikel 5. Autorisatie begroting, kredieten en (maandelijkse) begrotingswijzigingen
Bij de begrotingsbehandeling autoriseert de raad de nieuwe vervangingsinvesteringen. De raad kan tijdens de begrotingsbehandeling aangeven, dat zij over een bepaalde specifieke nieuwe vervangingsinvestering op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het krediet wil ontvangen. Dit geldt ook voor alle nieuwe investeringen, welke tijdens de begrotingsbehandeling nog niet bekend waren.
Voor investeringen/ wijziging geautoriseerde budgetten in de loop van het begrotingsjaar die niet in de begroting zijn opgenomen en uitgaan boven de grens zoals genoemd in het Algemeen delegatiebesluit, legt het college vooraf aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel of een voorstel tot wijziging van het geautoriseerde budget aan de raad voor. Bij investeringen groter dan € 5 miljoen informeert het college de raad in het voorstel over het effect van de investering op de schuldpositie van de gemeente.
Buiten de reguliere P&C-producten worden, door middel van een maandelijkse begrotingswijziging, financiële mutaties doorgevoerd in de begroting. Deze betreffen wijzigingen die beleidsarm, technisch van aard of budgetneutraal zijn dan wel mutaties die gedelegeerd zijn aan het college (exploitatie structureel < € 25.000 of incidenteel < € 50.000 en investeringskredieten < € 25.000).
Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat conform Wet HOF alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.
Hoofdstuk 3. Rechtmatigheidsverantwoording
Artikel 9. Voorwaardencriterium
Het voorwaardencriterium is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op de eisen die worden gesteld bij de uitvoering van de financiële beheershandelingen. De eisen/voorwaarden zijn afkomstig uit diverse wet- en regelgeving en hebben betrekking op aspecten als doelgroep, termijn, grondslag, administratieve bepalingen, normbedragen, bevoegdheden, bewijsstukken, recht, hoogte en duur.
Artikel 10 Begrotingscriterium
Het begrotingscriterium is een criterium van rechtmatigheid dat betrekking heeft op de grenzen van de baten en lasten in de door de raad geautoriseerde begroting van exploitatie en investeringskredieten en de hiermee samenhangende programma’s, waarbinnen de financiële beheershandelingen tot stand moeten zijn gekomen;
Hoofdstuk 4. Financieel beleid
Artikel 13. Reserves en voorzieningen
Indien bij het opstellen van de jaarrekening zich een financieel risico voordoet dat van invloed is op het getrouwe beeld van de jaarrekening, zal hiervoor een voorziening moeten worden getroffen en/of een extra dotatie moeten worden gedaan. In afwijking op artikel 9 lid 2, zal dit zonder besluitvorming van de raad plaatsvinden.
Artikel 14. Kostprijsberekening
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten wordt een extracomptabel systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.
Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen en reserves voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa, de overheadkosten, de rente van de inzet van vreemd vermogen, gederfde inkomsten van het kwijtscheldingsbeleid, en voor rioolrechten en afvalstoffenheffing de compensabele BTW.
Voor de toerekening van de overheadkosten aan de kostprijs van rechten en heffingen, en van goederen, werken, diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, voor zover dat niet activiteiten als bedoeld in het vierde en vijfde lid betreffen, wordt uitgegaan van een percentage van de totale apparaatskosten. Dit percentage wordt jaarlijks tijdens het begrotingsproces berekend.
Artikel 16. Financieringsfunctie
Bij het uitzetten van middelen, het verstrekken van garanties en het aangaan van financiële participaties uit hoofd van de publieke taak bedingt het college indien mogelijk zekerheden. Het college motiveert in zijn besluit het openbaar belang van dergelijke uitzettingen van middelen, verstrekkingen van garanties en financiële participaties.
Hoofdstuk 5. De Paragrafen uit de begroting
Artikel 17. Onderhoud kapitaalgoederen
Het college biedt tenminste eens in de vier jaar een Water- en Rioleringsplan aan. Dit plan geeft het kader weer voor het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud, de uitbreiding van de riolering en de kosten van het onderhoud en de eventuele uitbreidingen, alsmede de kwaliteit van het milieu en eveneens de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag. De raad stelt het rioleringsplan vast.
Het college biedt tenminste eens in de vijf jaar een beeldkwaliteitskader openbare ruimte aan. Dit beheerplan geeft het kader weer voor het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud en de kosten van het onderhoud voor het openbaar groen, water, wegen, kunstwerken en straatmeubilair en eveneens de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag. De raad stelt het beheerplan vast.
Het college biedt tenminste eens in de vijf jaar een Meerjarenonderhoudsplan en vervangingsinvesteringen gemeentelijke accommodaties aan. Het plan bevat voorstellen voor het te plegen onderhoud en de bijbehorende kosten aan de gemeentelijke gebouwen en buitensportaccommodaties, evenals de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag. De raad stelt het plan vast.
De paragraaf Financiering bij de begroting en de jaarstukken bevat naast de verplichte onderdelen:
Het college neemt in de paragraaf bedrijfsvoering van de begroting en de jaarstukken naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 14 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:
Hoofdstuk 6. Financiële organisatie en financieel beheer
Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking. Ook wordt voor het rechtmatig zijn van de baten en lasten en de balansmutaties de rechtmatigheid van de beheershandelingen getoetst. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.
Artikel 25. Intrekken oude verordening en overgangsrecht
De ‘Financiële verordening’ vastgesteld door de raad op 14 december 2021 wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de accountantscontrole van de jaarrekening (en deelverantwoordingen) van het verslagjaar 2022.
Deze nieuwe verordening is van toepassing op de jaarrekening, het jaarverslag en bijbehorende stukken met ingang van het begrotingsjaar 2023.