Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Doesburg

Parkeerverordening Doesburg 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDoesburg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingParkeerverordening Doesburg 2024
CiteertitelParkeerverordening Doesburg 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Parkeerverordening Doesburg 2017.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 149 van de Gemeentewet
  2. artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

25-05-2023

gmb-2023-244646

Tekst van de regeling

Intitulé

Parkeerverordening Doesburg 2024

De raad van de gemeente Doesburg,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 april 2023,

 

gehoord de commissie Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu van 8 mei 2023,

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

 

Besluit:

 

vast te stellen de ‘Parkeerverordening Doesburg 2024’.

 

AFDELING I. DEFINITIES EN BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Artikel 1 Definities

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    adres: een in de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) opgenomen adres;

  • b.

    BRP: Basisregistratie Personen;

  • c.

    gehandicaptenvoertuig: hetgeen hieronder wordt verstaan in artikel 1 van het RVV 1990;

  • d.

    houder: degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens, met dien verstande dat tevens als houder wordt aangemerkt:

    • 1.

      degene die middels een leaseovereenkomst of een verklaring van de werkgever kan aantonen dat hij de bestuurder is van het motorvoertuig dat tijdens het parkeren op naam van de leasemaatschappij respectievelijk de werkgever in het hiervoor bedoelde register was ingeschreven;

    • 2.

      degene die lid is van de Vereniging voor Gedeeld Autogebruik en die middels een verklaring van de houder van het motorvoertuig kan aantonen dat hij medegebruiker is van dit motorvoertuig;

  • e.

    mantelzorg: niet-beroepsmatige zorg die met regelmaat wordt verleend door familie, vrienden of kennissen van de persoon die de zorg krijgt;

  • f.

    motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990;

  • g.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten met inbegrip van verzamelparkeermeters voor het (digitaal) betalen van parkeerbelasting ingerichte mobiele telefoons, tablets, laptops, pc’s en centrale computers en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • h.

    parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats waarvoor parkeerbelasting wordt geheven door middel van parkeerapparatuur;

  • i.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • j.

    RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • k.

    vergunning: een door het college verleende vergunning, waarmee het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuurplaatsen;

  • l.

    vergunninggebied: een gebied waar met een vergunning op parkeerapparatuurplaatsen mag worden geparkeerd;

  • m.

    vergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend;

  • n.

    vergunningjaar: de periode van 1 februari tot en met 31 januari het opvolgende jaar.

AFDELING II. PLAATSEN VOOR VERGUNNINGHOUDERS, VERGUNNINGEN EN VERGUNNINGBEWIJZEN

Artikel 2 Aanwijzingsbevoegdheid college

  • 1.

    Het college kan, bij openbaar te maken besluit, weggedeelten aanwijzen die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders. Het college kan hierbij onderscheid maken in de categorieën als bedoeld in artikel 3, derde lid.

  • 2.

    Het college kan, bij openbaar te maken besluit, de tijdstippen vaststellen waarop het parkeren aan vergunninghouders is toegestaan.

Artikel 3 Vergunningverlening

  • 1.

    Het college kan op een daartoe strekkende aanvraag een vergunning verlenen voor het parkeren op belanghebbenden- en dagkaartplaatsen en/of parkeerapparatuurplaatsen.

  • 2.

    Het college kan nadere regels stellen ten aanzien van het aanvragen, verlenen en gebruiken van een vergunning.

  • 3.

    Een vergunning kan worden verleend aan:

    • a.

      een houder van een motorvoertuig die volgens de BRP ingeschreven staat op een adres in een vergunninggebied ten behoeve van het parkeren van dat motorvoertuig bij de woning (bewonersvergunning);

    • b.

      een bedrijf dat of instelling die volgens het Handelsregister van de Kamer van Koophandel is gevestigd op een adres in een vergunninggebied ten behoeve van het parkeren van een motorvoertuig bij dat bedrijf of die instelling (bedrijfsvergunning);

    • c.

      een houder van een motorvoertuig die een beroep uitoefent in een vergunninggebied ten behoeve van het tijdens de uitoefening van de werkzaamheden parkeren van dat motorvoertuig nabij het werkgebied (aannemersvergunning);

    • d.

      een bedrijf dat of een instelling of zzp-er die professionele zorg verleent in een vergunninggebied ten behoeve van het parkeren van een motorvoertuig tijdens het verlenen van ambulante zorg (hulpverlenersvergunning);

    • e.

      een persoon die volgens de BRP ingeschreven staat op een adres in een vergunninggebied en die mantelzorg ontvangt ten behoeve van het parkeren van het motorvoertuig van degene die mantelzorg verleent (mantelzorgvergunning).

  • 4.

    Een vergunning is geldig voor het parkeren met één motorvoertuig op één parkeerapparatuurplaats tegelijk, uitsluitend in het vergunninggebied of de vergunninggebieden waarvoor de vergunning is verleend.

  • 5.

    Een vergunning is niet overdraagbaar en mag uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van het doel waarvoor deze is aangevraagd.

  • 6.

    Het college kan aan een vergunning voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte.

Artikel 4 Bevoegdheid college tot het stellen van nadere regels

  • 1.

    Het college kan nadere regels stellen voor wat betreft het instellen van een maximum aantal vergunningen dat voor een adres kan worden verleend, waarbij dat maximum ook nul kan zijn.

  • 2.

    Het college kan nadere regels stellen voor wat betreft het instellen van een maximum aantal uit te geven vergunningen per vergunninggebied.

Artikel 5 Beslistermijn

  • 1.

    Het college beslist binnen vier weken na ontvangst van een aanvraag voor een vergunning.

  • 2.

    Het college kan de in het eerste lid genoemde termijn met ten hoogste vier weken verlengen. Van een verlenging van deze termijn wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld.

Artikel 6 Vergunningsduur en -gegevens

  • 1.

    Een vergunning wordt voor ten hoogste één vergunningjaar verleend, met een stilzwijgende verlenging per vergunningjaar.

  • 2.

    De vergunning bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      de periode waarvoor de vergunning geldt;

    • b.

      het gebied waarvoor de vergunning geldt.

  • 3.

    Bij verlies of diefstal van een in artikel 1 tot en met 5 bedoelde parkeervergunning binnen het vergunningjaar kan op een daartoe strekkend verzoek een duplicaat worden verstrekt mits een proces-verbaal van de gemeente wordt overlegd waaruit blijkt dat sprake is van verlies of diefstal.

Artikel 7 Intrekkings- en wijzigingsgronden vergunning

  • 1.

    Het college trekt een vergunning in:

    • a.

      op verzoek van de vergunninghouder;

    • b.

      wanneer de vergunninghouder niet meer woonachtig is of geen beroep of bedrijf meer uitoefent in het vergunninggebied waarvoor de vergunning is verleend;

    • c.

      wanneer de vergunninghouder geen houder meer is van het motorvoertuig waarvoor de vergunning is verleend;

    • d.

      wanneer voor het betreffende vergunninggebied het stelsel van vergunningen komt te vervallen;

    • e.

      wanneer de vergunninghouder niet of niet tijdig aan zijn betalingsverplichting voor zijn vergunning heeft voldaan;

    • f.

      wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de vergunning onjuiste gegevens zijn verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een ander besluit op de aanvraag om de vergunning zou hebben geleid.

  • 2.

    Het college kan een vergunning intrekken of wijzigen:

    • a.

      wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning;

    • b.

      wanneer de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften;

    • c.

      om redenen van openbaar belang.

Artikel 8 Weigeringsgronden vergunning

Het college weigert een vergunningaanvraag indien:

  • a.

    de aanvraag of de aanvrager niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld bij of krachtens deze verordening;

  • b.

    de aanvraag wordt gedaan voor een motorvoertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter;

  • c.

    de aanvraag wordt gedaan voor een motorvoertuig waarvan het kenteken is geschorst;

  • d.

    de aanvraag ziet op een vergunning voor een adres waarvoor een ingesteld maximum is bereikt;

  • e.

    een vergunning van aanvrager in het vergunningjaar voorafgaande aan de beslissing op de aanvraag wegens het handelen in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften of wegens het verstrekken van onjuiste gegevens is ingetrokken.

AFDELING III. VERBODSBEPALINGEN

Artikel 9  

Het is verboden om een vergunning al dan niet tegen betaling oneigenlijk te (laten) gebruiken, te (foto)kopiëren, na te tekenen dan wel op enige andere wijze te (laten) reproduceren of om eigenmachtig wijzigingen op de vergunning aan te brengen.

Artikel 10  

Het is verboden parkeerapparatuur op andere wijze of met andere middelen, dan wel met andere munten dan die welke in de kennisgeving op de parkeerapparatuur staan aangegeven in werking te stellen.

Artikel 11  

  • 1.

    Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig, te plaatsen of te laten staan op een parkeerapparatuurplaats.

  • 2.

    Het onder het eerste lid van dit artikel vervatte verbod geldt niet wanneer het een gehandicaptenvoertuig betreft.

  • 3.

    Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

AFDELING IV. STRAFBEPALING  

Artikel 12 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde in afdeling III van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de eerste categorie.

AFDELING V. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 13 Hardheidsclausule

Het college is bevoegd, in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar zijn oordeel tot een bijzondere hardheid leidt, ten gunste van de aanvrager af te wijken van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 14 Toezicht op naleving

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door het college aangewezen personen.

Artikel 15 Intrekking en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2024.

  • 2.

    Bij inwerkingtreding van deze verordening wordt de Parkeerverordening Doesburg 2017, vastgesteld op 22 december 2016 en in werking getreden op 1 januari 2017, ingetrokken.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Parkeerverordening Doesburg 2024.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Doesburg in zijn openbare vergadering van 25 mei 2023.

De griffier,

J.B. Voorhof

De voorzitter (wnd),

D.J.C.A.M. van Sommeren