Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Wierden

Beleidsregels individuele inkomenstoeslag Participatiewet (IOAW, IOAZ) gemeente Wierden 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWierden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels individuele inkomenstoeslag Participatiewet (IOAW, IOAZ) gemeente Wierden 2023
CiteertitelBeleidsregels individuele inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Wierden 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 36 van de Participatiewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-06-2023nieuw

21-03-2023

gmb-2023-238332

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels individuele inkomenstoeslag Participatiewet (IOAW, IOAZ) gemeente Wierden 2023

 

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wierden;

gelet op artikel 36a van de Participatiewet;

besluit te stellen de Beleidsregels individuele inkomenstoeslag gemeente Wierden 2023.

 

Artikel 1. – Ontbreken van uitzicht op inkomensverbetering

 

  • 1.

    Niet werkende: uitzicht op inkomensverbetering wordt niet aanwezig geacht als de niet werkende uitkeringsgerechtigde voldoet aan de vereisten van een langdurig laag inkomen en sprake is van een grote afstand tot de arbeidsmarkt.

  • 2.

    Werkende: uitzicht op inkomensverbetering wordt niet aanwezig geacht als de werkende voldoet aan de vereisten van een langdurig laag inkomen, en hij of zij vanwege persoonlijke omstandigheden niet in staat wordt geacht door urenuitbreiding of (aanvullende) werkzaamheden elders het inkomen te verbeteren.

  • 3.

    Daarnaast moet binnen een periode van 12 maanden geen uitzicht zijn op het verwerven van inkomsten die hoger zijn dan de toepasselijke bijstandsnorm. Is dat mogelijk wel het geval over een langere periode dan 12 maanden, dan is het een beoordelingspunt voor de volgende individuele inkomenstoeslag.

  • 4.

    Voorts wordt verstaan onder ‘geen zicht op inkomensverbetering’ als bedoeld in artikel 3 van de Verordening individuele inkomenstoeslag 2023 gemeente Wierden, dat belanghebbende

    • a.

      duurzaam en (nagenoeg) volledig arbeidsongeschikt is verklaard door het UWV; of

    • b.

      duurzaam verblijft in een inrichting als bedoeld in de Participatiewet.

 

  • Artikel 2. – Aanwezigheid van uitzicht op inkomensverbetering

 

  • 1.

    Uitzicht op inkomensverbetering wordt aanwezig geacht indien aannemelijk is dat belanghebbende binnen 12 maanden inkomsten gaat ontvangen die hoger zijn dan de toepasselijke bijstandsnorm. Is daarvan pas sprake ná 12 maanden, dan wordt dit uitzicht op inkomensverbetering (voor de eerstkomende 12 maanden) niet aanwezig geacht.

  • 2.

    Uitzicht op inkomensverbetering wordt ook aanwezig geacht bij de belanghebbende die een opleiding volgt als bedoeld in de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (WTOS) dan wel een studie volgt die is genoemd in de Wet Studiefinanciering (WSF 2000), of die in de 12 maanden voorafgaand aan de peildatum deze heeft gevolgd.

 

Artikel 3. – Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden (met terugwerkende kracht) in werking met ingang van [DATUM] 2023.

 

Artikel 4. - Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels individuele inkomenstoeslag gemeente Wierden 2023.

 

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Wierden d.d. 21 maart 2023.

Burgemeester en wethouders van de gemeente Wierden, de secretaris, de burgemeester,

 

Marcel Klos Doret Tigchelaar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Toelichting beleidsregels individuele inkomenstoeslag gemeente Wierden 2023

 

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1 Ontbreken van uitzicht op inkomensverbetering

 

Op grond van artikel 36a van de Participatiewet bestaat het recht op individuele inkomenstoeslag als sprake is van een langdurig laag inkomen en uitzicht op inkomensverbetering ontbreekt. Het ontbreken van uitzicht op inkomensverbetering wordt aanwezig geacht indien niet werkende uitkeringsgerechtigden voldoen aan de eis van de referteperiode.

 

In situaties waarin iemand al dan niet in deeltijd werkt en inkomen verwerft dat niet boven de getelde inkomensgrens uitkomt, is beoordeling van het vooruitzicht op verbetering van de inkomenspositie afhankelijk van de persoonlijke omstandigheden. Als uitbreiding van het dienstverband of een beter betaald dienstverband (met meer uren) elders niet mogelijk is door de gezondheid of andere in de persoon gelegen factoren kan gesteld worden dat het uitzicht op inkomensverbetering er niet is.

 

Vertrekpunt zou het aantal uren kunnen zijn. Als iemand parttime werkt, betekent de ruimte die er in uren nog bestaat, in principe dat uitzicht op inkomensverbetering bestaat. In dat geval is het aan de belanghebbende om aan te dragen en aan te tonen dat er van uitbreiding van uren vanwege in de persoon gelegen factoren geen sprake kan zijn.

 

Tot deze groep behoren ook de personen die werken en loon ontvangen op bijstandsniveau en personen die op inkomen uit arbeid een aanvullende uitkering tot bijstandsniveau ontvangen.

 

In andere situaties geldt dat vooruitzicht op verbetering van de inkomenspositie aanwezig wordt geacht. Zo worden gezinsomstandigheden zoals zorg voor kinderen of mantelzorg in beginsel niet aangemerkt als belemmering voor inkomensverbetering.

 

Voor personen in een re-integratietraject wordt opgemerkt dat de meeste trajecten ingezet worden om de kansen van de klant op de arbeidsmarkt te vergroten. Het beoogde doel van het traject is in die gevallen dan uitstroom richting arbeid. Er wordt geen uitzicht op inkomensverbetering aanwezig geacht indien degene die de individuele inkomenstoeslag aanvraagt een traject volgt dat redelijkerwijs langer duurt dan een jaar, voordat het verrichten van regulier werk mogelijk is. Per individuele situatie dient beoordeeld te worden aan de hand van de omstandigheden in hoeverre met het traject uitstroom richting de arbeidsmarkt wordt beoogd en er daardoor sprake is van het wel of niet hebben van uitzicht op inkomensverbetering; indien daarvan toch sprake is, bestaat er geen recht op de individuele inkomenstoeslag.

 

Artikel 2 Aanwezigheid van uitzicht op inkomensverbetering

 

Ad lid 2: studenten worden expliciet uitgesloten van de individuele inkomenstoeslag. De overweging hierachter is dat bij studenten, die zich met hun studie voorbereiden op de beroepspraktijk op hoger niveau, geen sprake is van het ontbreken van uitzicht op inkomensverbetering.

 

Als het perspectief op inkomensverbetering van een student zich door in de persoon gelegen factoren slechts langzaam ontwikkelt, kan dat reden zijn om gebruik te maken van de inherente afwijkingsbevoegdheid van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht. De situatie van de student dient dan echter vergelijkbaar te zijn met die van werkenden met een langdurig laag inkomen.

 

Artikel 3 Inwerkingtreding

 

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 4 Citeertitel

 

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.