Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Midden-Delfland

Subsidieregeling Verkavelen voor een landschap met kwaliteit – Midden-Delfland 2023-2026

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMidden-Delfland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling Verkavelen voor een landschap met kwaliteit – Midden-Delfland 2023-2026
CiteertitelSubsidieregeling ‘Verkavelen voor een landschap met kwaliteit – Midden-Delfland 2023-2026’
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp
Externe bijlageBijlage 1 aanvraagformulier

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervalt op 1 juni 2026.

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 149 van de Gemeentewet
  2. artikel 4:23, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht
  3. Algemene subsidieverordening Midden-Delfland 2016
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-06-2023nieuwe regeling

09-05-2023

gmb-2023-238211

454213

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling Verkavelen voor een landschap met kwaliteit – Midden-Delfland 2023-2026

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Delfland;

 

overwegende dat de gemeente Midden-Delfland:

  • -

    Verantwoordelijk is voor de uitvoering van het IODS-kwaliteitsproject ‘Groen Ondernemen, een nieuwe landbouw’, bestaande uit de projectonderdelen ‘Duurzaam Boer Blijven’ en ‘Grondinstrument’;

  • -

    Door middel van deze regeling uitvoering wil geven aan het IODS-kwaliteitsproject en het uitvoeringsprogramma Midden-Delfland® 2025, conform de reeds opgestelde notities welke zijn voorgelegd aan de gemeenteraad van Midden-Delfland.

gelet op artikel 149 Gemeentewet, artikel 4:23, derde lid, sub d, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Midden-Delfland 2016;

 

B E S L U I T:

 

vast te stellen de subsidieregeling ‘Verkavelen voor een landschap met kwaliteit – Midden-Delfland 2023-2026’.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    agrarisch bedrijf: een bedrijfsmatig uitgeoefend bedrijf met vlees- of melkrundveehouderij of schapen;

  • -

    agrarisch bouwperceel: bouwvlak van de agrarische bestemming;

  • -

    agrarische grond: grond die agrarisch wordt gebruikt. Dat wil zeggen grond die in gebruik is als gras- of maïsland en waar wordt beweid met vee of waar voedergewassen worden geoogst. Dit kan zijn grond met een (conform het vigerende bestemmingsplan) agrarische bestemming, maar ook grond met een natuur- of recreatiebestemming die agrarisch wordt gebruikt;

  • -

    college: het college van burgemeester en wethouders van Midden-Delfland;

  • -

    deelnemer: partij die agrarische grond of een agrarisch bouwperceel in het ruilplan inbrengt of krijgt toebedeeld;

  • -

    grondgebonden: een agrarisch bedrijf waarvan de productie geheel of hoofdzakelijk afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van onbebouwde grond in de directe omgeving van het bedrijf;

  • -

    kavelaanvaardingswerken: werkzaamheden die noodzakelijk zijn om de in een kavelruil toegedeelde kavels qua grootte, vorm, ontsluiting, ligging van het maaiveld en ontwateringstoestand in redelijke mate vergelijkbaar te maken met de ingebrachte kavels.

  • -

    kavelruil: een ruilverkaveling bij overeenkomst;

  • -

    kavelruilcoördinator: persoon of organisatie met de geformaliseerde taak om ruilplannen te ontwikkelen;

  • -

    kavelruilovereenkomst: een overeenkomst als bedoeld in hoofdstuk 9 van de Wet inrichting landelijk gebied (WILG), dan wel een vergelijkbaar hoofdstuk in de Omgevingswet, waarin de WILG binnenkort wordt opgenomen;

  • -

    landbouwvrijstellingsverordening (LVV): Verordening (EU) 2022/2472 van de Europese Commissie van 14 december 2022 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard, zoals gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie op 14 december 2022 (L327/1);

  • -

    pacht, verpachter en pachter: de definitie zoals opgenomen in Burgerlijk Wetboek (hierna: BW), Boek 7, artikel 311, met uitzondering van pacht zoals bedoeld in titel 5, afdeling 12 van BW Boek 7;

  • -

    ruilplan: plan dat het voorstel voor vrijwillige kavelruil in een gebied beschrijft;

  • -

    werkingsgebied: het gebied van de voormalige Reconstructiewet Midden-Delfland en de Groeneveldse polder, voor zover agrarische grond en overige grond binnen deze polder ook gelegen is in de gemeente Midden-Delfland;

Artikel 2 Doelstelling

Deze subsidieregeling heeft als doelstelling:

  • a.

    het versterken van de structuur van de grondgebonden agrarische bedrijven binnen het werkingsgebied door kavelruil, die leidt tot huiskavelvergroting en/of het verminderen van het aantal veldkavels en/of het verkorten van rijafstanden naar veldkavels;

  • b.

    het tenminste behouden en waar mogelijk versterken van de landschappelijke, ecologische, recreatieve en cultuurhistorische waarden van het werkingsgebied.

Artikel 3 Reikwijdte

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 4 bedoelde activiteiten.

Artikel 4 Activiteiten

Het college verstrekt uitsluitend subsidie voor kavelaanvaardingswerken, die onderdeel uitmaken van een kavelruil die bijdraagt aan het realiseren van de in artikel 2 genoemde doelstelling.

Artikel 5 Doelgroep

  • 1.

    Het college verstrekt uitsluitend subsidie aan eigenaren of pachters van in het ruilplan opgenomen agrarische grond of agrarisch bouwperceel, mits in het ruilplan minimaal één grondgebonden agrarisch bedrijf uit het werkingsgebied van de regeling betrokken is.

  • 2.

    Onder deze subsidieregeling is de pacht uitgesloten in de vorm van een bijzondere pachtovereenkomst zoals bedoeld in titel 5, afdeling 12 van boek 7 van het BW, bijvoorbeeld pacht van geringe oppervlakten, teeltpacht en geliberaliseerde pacht.

Artikel 6 Staatssteun

  • 1.

    Het college verstrekt uitsluitend subsidie indien dit in overeenstemming met de bepalingen van de LVV is geoorloofd. Deze bepalingen zijn met name:

    • a.

      de algemene en procedurele bepalingen in hoofdstuk I en II,

    • b.

      de bepalingen in artikel 14.

  • 2.

    Subsidie wordt niet verstrekt aan:

    • a.

      een onderneming ten aanzien waarvan een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Europese Commissie waarbij steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard;

    • b.

      een onderneming in moeilijkheden, zoals bepaald in artikel 2 onder (14) LVV.

  • 3.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt indien deze een stimulerend effect heeft. Het stimulerend effect wordt aangenomen indien de aanvraag wordt ingediend voordat de werkzaamheden in het kader van het project zijn gestart.

Artikel 7 Aanvragen van subsidie

  • 1.

    Een aanvrager vraagt subsidie conform deze regeling aan bij het college door gebruik te maken van het bij de subsidieregeling als bijlage 1 bijgevoegde aanvraagformulier.

  • 2.

    De aanvraag wordt ingediend voordat de kavelaanvaardingswerken zijn gestart.

  • 3.

    Het aanvraagformulier wordt vergezeld van een ruilplan en bevat tenminste de volgende onderdelen:

    • a.

      een kaart met de huidige verkaveling van de eigenaren en pachters;

    • b.

      een kaart met de nieuwe verkaveling van de eigenaren en de pachters;

    • c.

      per deelnemer een overzicht van de in te brengen grond en van de toe te bedelen grond;

    • d.

      een beschrijving en weergave op kaart van de benodigde kavelaanvaardingswerken;

    • e.

      een overzicht van de maatschappelijke baten;

    • f.

      een zo nauwkeurig mogelijke raming van de kosten;

    • g.

      een verklaring van de deelnemende partijen dat zij akkoord gaan met de ruil en de met elkaar overeengekomen voorwaarden.

Artikel 8 Toetsingscriteria

Het college toetst de aanvraag – zo nodig met hulp van extern advies – aan de volgende criteria:

  • a.

    subsidiabel zijn kosten voor kavelaanvaardingswerken die overeenstemmen met de in bijlage 2 beschreven ‘uitgangspunten kavelaanvaardingswerken’ en artikel 14 lid 6 en 7 van het LVV;

  • b.

    de werkzaamheden vinden plaats op agrarische grond;

  • c.

    werkzaamheden die plaatsvinden op het agrarisch bouwperceel, zijn niet subsidiabel;

  • d.

    de kavelaanvaardingswerken maken onderdeel uit van een kavelruil, die bijdraagt aan het realiseren van de in artikel 2 genoemde doelstelling;

  • e.

    de kavelaanvaardingswerken zijn opgenomen in een ruilplan, waarin de noodzaak van deze werken voor het tot stand komen van de kavelruil aannemelijk worden gemaakt.

Artikel 9 Hoogte subsidiebijdrage en voorschot

  • 1.

    De hoogte van subsidie voor kavelaanvaardingswerken bedraagt maximaal 40% van de subsidiabele kosten en ten hoogste € 32.000,- per eigenaar of pachter, zoals bedoeld in artikel 5.

  • 2.

    De aanvrager kan een voorschot aanvragen van maximaal 80% van subsidiabele kosten.

  • 3.

    De bedragen die in dit artikel zijn genoemd, zijn exclusief BTW.

  • 4.

    De subsidie is nooit hoger dan met inachtneming van de cumulatiebepalingen, zoals opgenomen in artikel 8 LVV, is toegestaan.

Artikel 10 Subsidieplafond en wijze van verdeling subsidie

  • 1.

    Het college stelt de hoogte van het subsidieplafond vast op €250.000,- voor de looptijd van deze regeling.

  • 2.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie geschiedt in volgorde van indiening bij het college, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 3.

    Indien het college op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt, meer dan één aanvraag ontvangt, stelt het college de onderlinge rangschikking van die aanvragen vast door middel van een gelijke verdeling van het nog beschikbare bedrag over de aanvragen.

Artikel 11 Verplichtingen en verantwoordelijkheid van de subsidieontvanger

  • 1.

    Naast de algemene verplichtingen, zoals vastgelegd in de Algemene subsidieverordening Midden-Delfland 2016, gelden de volgende bijzondere verplichtingen:

    • a.

      De subsidieontvanger verleent medewerking aan door het college ingestelde controles, zowel fysiek (in het veld) als administratief. Hij verleent daartoe toegang tot de betrokken percelen, verstrekt inzage in zijn administratie en verstrekt desgewenst nadere inlichtingen;

    • b.

      Bij het verzoek tot subsidievaststelling toont de subsidieontvanger met een beknopt activiteitenverslag, facturen van de werkzaamheden en beeldmateriaal aan dat de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt, ook daadwerkelijk en op de juiste wijze zijn verricht;

    • c.

      Een verzoek tot vaststelling van de subsidie moet uiterlijk 1 jaar na toekenning van de subsidie worden ingediend.

    • d.

      Indien een subsidieontvanger meer dan € 10.000,- subsidie onder deze regeling ontvangt, verleent hij medewerking aan de publicatieverplichtingen zoals bepaald in artikel 9 LVV.

  • 2.

    De aanvrager is verantwoordelijk voor het tijdig verkrijgen van eventueel benodigde vergunningen voor het uitvoeren van alle aangevraagde kavelaanvaardingswerken en voor eventuele schade voortvloeiend uit het niet of niet tijdig verkrijgen daarvan.

Artikel 12 Hardheidsclausule

Het college kan één of meer bepalingen uit deze regeling in individuele gevallen buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover de toepassing van die bepalingen voor de subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepalingen te dienen doelen.

Artikel 13 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking per 1 juni 2023 en vervalt op 1 juni 2026.

  • 2.

    De volgende documenten maken integraal onderdeel uit van deze regeling:

    • -

      Toelichting op de subsidieregeling;

    • -

      Bijlage 1: Aanvraagformulier subsidie kavelaanvaardingswerken;

    • -

      Bijlage 2: Uitgangspunten kavelaanvaardingswerken.

  • 3.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling ‘Verkavelen voor een landschap met kwaliteit – Midden-Delfland 2023-2026’.

Aldus besloten in de collegevergadering van 9 mei 2023.

Drs. M.A.I. Born

gemeentesecretaris

Drs. A.P.J. van Hemmen

burgemeester

Toelichting op de subsidieregeling ‘Verkavelen voor een landschap met kwaliteit - Midden-Delfland 2023-2026’

Algemeen

Het open polderlandschap van Midden-Delfland is van grote waarde voor de leefomgevingskwaliteit en het investeringsklimaat in de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag. Het gebied heeft een economische, ecologische en recreatieve functie voor de bewoners uit inliggende dorpen en omliggende steden. Tot Midden-Delfland behoren recreatiegebieden aan de grenzen met Schiedam, Vlaardingen en Delft, enkele natuurgebieden van Natuurmonumenten en het centraal gelegen agrarische kerngebied met de grondgebonden veehouderijsector als economische en landschappelijke drager.

 

Hoewel de hiervoor genoemde zonering misschien anders suggereert, zijn de kwaliteiten in het gebied onderling verbonden. Zo brengt het agrarische grondgebruik specifieke natuurwaarden met zich mee, zeker wanneer er sprake is van agrarisch natuurbeheer. Denk aan weidevogels als de grutto. Daarnaast dragen ‘de koe in de wei’ en karakteristieke boerenerven bij aan de recreatieve belevingswaarde. Het feit dat de grondgebonden veehouderijsector hier een economisch verdienmodel vindt, draagt bij aan de toekomstwaarde van het landschap met al haar kwaliteiten.

 

Overheden kennen het gebied grote maatschappelijke waarde toe. Dat blijkt onder meer uit de status van Bijzonder Provinciaal Landschap, die in 2017 werd toegekend. De ambitie om de identiteit van het gebied te behouden en versterken zijn onder meer verankerd in de gebiedsvisie van het BPL uit 2021, in het IODS-kwaliteitsprogramma, in de gebiedsvisie Midden-Delfland®2025 en in de Omgevingsvisie 1.0 van de gemeente Midden-Delfland. Het open en groen houden van het gebied geldt al sinds de gemeente werd opgericht als één van de kernopgaven.

 

IODS-kwaliteitsproject ‘Groen ondernemen, een nieuwe landbouw’

De gemeente Midden-Delfland zet in op het ondersteunen en faciliteren van de grondgebonden veehouderijsector, om zo de kwaliteiten van het landschap te behouden en versterken. De belangrijkste pijler van deze activiteiten vormt het IODS-kwaliteitsproject ‘Groen Ondernemen, een nieuwe landbouw’. Dit project kent twee hoofddoelstellingen:

  • -

    behoud van een economisch duurzame agrarische sector in een verstedelijkte omgeving;

  • -

    behoud van het open agrarisch gebied met landschappelijke, ecologische en cultuurhistorische waarden.

 

Het kwaliteitsproject bestaat uit twee projectonderdelen: ‘Duurzaam Boer Blijven in Midden-Delfland’ en ‘Grondinstrument’. ‘Duurzaam boer blijven in Midden-Delfland’ zet in op het ecologisch en economisch verduurzamen van de grondgebonden veehouderijsector, zowel op bedrijfsniveau als gebiedsniveau. Het studieprogramma Kringlooplandbouw, waaraan de ruime meerderheid van boeren uit Midden-Delfland deelneemt, vormt hierbij het fundament.

 

Aangezien de grondmarkt één van de belangrijkste factoren vormt voor het duurzaam voortbestaan van de grondgebonden veehouderij, en daarmee voor het behoud van het landschap van Midden-Delfland, hebben partijen betrokken bij het projectonderdeel ‘Grondinstrument’ afgesproken instrumenten te ontwikkelen ter bevordering van onder andere de volgende nevendoelen1:

  • -

    de beschikbaarheid van grond voor de grondgebonden landbouw;

  • -

    maatwerk-ondersteuning van boeren (inclusief starters) die de komende vijftien jaar grond van stoppende boeren willen overnemen;

  • -

    het gericht en met beleid op de markt brengen van landbouwgrond in bezit van overheidsinstanties;

  • -

    een effectief juridisch-planologische bescherming van agrarische grond;

  • -

    maatschappelijke diensten (bijvoorbeeld landschap, biodiversiteit, klimaatdiensten, recreatie) als onderdeel van de bedrijfsvoering.

Het IODS-kwaliteitsproject ‘Groen Ondernemen, een nieuwe landbouw’ bestaat met de twee bovengenoemde projectonderdelen, uit een breed palet van gerichte activiteiten, alle gericht op de bovengenoemde twee hoofddoelstellingen. Afstemming van deze activiteiten op elkaar is van groot belang. Economische duurzaamheid kan, volgens partijen, op gespannen voet staan met ecologische en cultuurhistorische duurzaamheid. Keuzes kunnen en moeten gaandeweg gemaakt worden, maar tegenstrijdigheid in activiteiten moet ten alle tijden worden voorkomen. In het Landschapsontwikkelingsperspectief Midden-Delfland® 2025 (LOP) is de gewenste ontwikkelingsrichting opgenomen. Waar mogelijk is deze richting in het bestemmingsplan ‘Gras’ op juridisch-planologische wijze verankerd.

 

Subsidieregeling ‘Verkavelen voor een landschap met kwaliteit’

Deze subsidieregeling is gericht op het stimuleren van vrijwillige kavelruilprocessen. Met kavelruil kan de beschikbaarheid van grond voor de grondgebonden veehouderijsector worden verbeterd. Een verbetering van de verkaveling kan bijvoorbeeld worden gevonden in kortere rijafstanden tot veldkavels, minder veldkavels en meer aaneengesloten huiskavels. Deze verbeteringen leveren kostenbesparing op en dragen daarmee bij aan de economische duurzaamheid van de grondgebonden veehouderijsector. Een economisch duurzame veehouderijsector is op haar beurt weer een basisvoorwaarde voor de instandhouding van het karakteristieke veenweidelandschap van Midden-Delfland. De verbeterde verkaveling kan ook op een meer directe manier bijdragen aan landschap, natuur, cultuurhistorie en recreatiewaarden. Zo zorgen kortere rijafstanden tot minder verstoring door landbouwverkeer en minder CO2-uitstoot. Meer aaneengesloten huiskavels komen de weidegang (‘de koe in de wei’) ten goede.

 

De subsidieregeling stimuleert kavelruil door kavelaanvaardingswerken te subsidiëren. Kavelaanvaardingswerken zijn werkzaamheden die noodzakelijk zijn om de in een kavelruil toegedeelde kavels in waarde in redelijke mate vergelijkbaar te maken met de ingebrachte kavels. Het gaat om vergelijkbaarheid qua grootte, vorm, ontsluiting, ligging van het maaiveld en ontwateringstoestand. Het uitgangspunt is immers dan begunstigden met elkaar willen ruilen op voorwaarde dat de condities op de toegedeelde percelen van tenminste dezelfde kwaliteit zijn als de ingebrachte percelen. Als dat niet het geval is kan een kavelruilproces vertragen of vastlopen. In bijlage 2 van de subsidieregeling staan de uitgangspunten waaraan deze werken moeten voldoen om voor subsidie in aanmerking te komen.

 

Met deze subsidieregeling wordt dus beoogd om de structuur van grondgebonden agrarische bedrijven te versterken door kavelruil. Hierbij geldt als voorwaarde dat landschappelijke, ecologische, recreatieve en cultuurhistorische waarden worden behouden en waar mogelijk versterkt. De subsidieregeling is ingesteld voor vrijwillige ruilverkaveling bij overeenkomst. Uit het ruilplan dat aan die overeenkomst ten grondslag ligt, dient te blijken dat aan deze doelen wordt voldaan. Een ruilplan kan worden opgesteld door de kavelruilcoördinator die, in opdracht van LTO Noord, vanaf 2018 in Midden-Delfland actief is (de inzet van een kavelruilcoördinator vormt één van de andere maatregelen binnen het projectonderdeel Grondinstrument). De initiatiefnemers kunnen ook zelf een ruilplan opstellen, al dan niet met behulp van een externe deskundige. De gemeente Midden-Delfland hecht bij de beoordeling van de aanvragen om subsidie te allen tijde veel waarde aan het oordeel van deze kavelruilcoördinator. Voor subsidie komen alleen kavelaanvaardingswerken in aanmerking die onderdeel vormen van het ruilplan.

 

De subsidieregeling heeft nadrukkelijk het karakter om de kosten voor incidentele en éénmalige investeringen te subsidiëren. Het idee hierachter is dat na de investering zowel het bedrijf als het landschap er duurzamer op zijn geworden, waarmee de maatschappelijke ‘winst’ van de investering van publieke middelen zich als het ware terugbetaalt. Het is niet de bedoeling om kosten te subsidiëren die alleen samenhangen met het versterken van de bedrijfsvoering. Om die reden komen ook alleen noodzakelijke kavelaanvaardingswerken in aanmerking voor subsidie. Werken die een verdere verbetering van de kavels opleveren dan nodig is om de ingebrachte en toegedeelde kavels van vergelijkbare kwaliteit te laten zijn, worden niet noodzakelijk geacht en zijn daarmee niet subsidiabel. Er is bijvoorbeeld sprake van een ‘verdere verbetering dan nodig’, als de werkzaamheden naar het gezamenlijke oordeel van de kavelruilcoördinator en de gemeente een significante invloed hebben op de taxatiewaarde van het betreffende perceel.

 

Van de subsidiabele kosten voor kavelaanvaardingswerken wordt slechts een deel vergoed, aangezien er met de ruilverkaveling waar ze onderdeel van uitmaken ook een bedrijfseconomisch belang wordt gediend.

 

Artikelsgewijze toelichting

De belangrijkste artikelen uit de regeling worden hieronder nader toegelicht.

 

Artikel 1Begripsomschrijvingen

Dit artikel omschrijft een aantal begrippen die in de regeling worden gebruikt. Enkele begrippen die hierboven nog niet aan bod kwamen, worden kort toegelicht:

  • -

    agrarische grond: de te ruilen percelen moeten agrarisch worden gebruikt, in termen van voederwinning en/of beweiding. Dat wil zeggen grond die in gebruik is als gras- of maïsland en waar wordt beweid met vee of waar voedergewassen worden geoogst. Dit kan zijn grond met een (conform het vigerende bestemmingsplan) agrarische bestemming, maar ook grond met een natuur- of recreatiebestemming die agrarisch wordt gebruikt;

  • -

    grondgebonden: de gemeente streeft na dat deze regeling ten goede komt aan de grondgebonden veehouderij in Midden-Delfland. Daarom moet in het ruilplan minimaal één grondgebonden agrarisch bedrijf deelnemen.

  • -

    Landbouwvrijstellingsverordening (LVV): subsidie onder deze regeling kwalificeert als staatssteun. Onder de LVV kan deze steun rechtmatig worden verstrekt, mits wordt voldaan aan de algemene, procedurele en relevante specifieke vereisten.

  • -

    werkingsgebied: Het werkingsgebied van het IODS-programma komt overeen met het voormalige werkingsgebied van de Reconstructiewet Midden-Delfland en de Groeneveldse Polder. De subsidieregeling maakt onderdeel uit van het IODS-programma. Het werkingsgebied van deze regeling is dan ook gelijk aan het werkingsgebied van het IODS-programma. Ten behoeve van het faciliteren van de ondernemers binnen de doelgroep, kan het in bepaalde gevallen noodzakelijk zijn ondernemers van buiten het werkingsgebied in aanmerking te laten komen voor subsidie volgens deze regeling. Nadat het college dit als zodanig heeft bepaald en is vastgesteld in het ruilplan, kunnen ook deze laatstgenoemde ondernemers in aanmerking komen voor een subsidie.

Artikel 2Doelstelling

De twee genoemde doelstellingen zijn gebaseerd op de hoofddoelstellingen van het IODS-kwaliteitsproject ‘Groen Ondernemen, een nieuwe landbouw’, genoemd in de intentieverklaring Grondinstrument van december 2010, ondertekend door de provincie Zuid-Holland, LTO Noord, afdeling Zuid-Holland en de gemeente Midden-Delfland. Deze hoofddoelstellingen zijn in overeenstemming met de gebiedsvisie Midden-Delfland®2025. Zie de algemene toelichting hierboven voor meer achtergrond bij deze doelstellingen.

 

Artikel 4Activiteiten

De kavelaanvaardingswerken komen pas in aanmerking voor subsidie als ze onderdeel uitmaken van een kavelruil, die aan de doelstellingen uit artikel 2 bijdraagt.

 

Artikel 5Doelgroep

De subsidieregeling heeft stimulering van de grondgebonden agrarische sector voor ogen. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan eigenaren of pachters van agrarische grond of een agrarisch bouwperceel. Dat kunnen ook particulieren zijn die zelf geen agrarisch bedrijf voeren of die verpachtende organisaties zijn (zoals bijvoorbeeld diaconieën). Om voor subsidie voor in aanmerking te komen moet er wel minimaal één grondgebonden agrarisch bedrijf deelnemen aan de kavelruil.

 

Artikel 6Staatssteun

Subsidie onder deze regeling kwalificeert als staatssteun. Onder de per 1 januari 2023 herziene Landbouwvrijstellingsverordening (LVV) kan deze steun rechtmatig worden verstrekt, mits wordt voldaan aan de algemene, procedurele en relevante specifieke vereisten. Op diverse plekken in de regeling werken deze bepalingen door. Artikel 6 vermeldt de basis. Daarnaast leggen artikelen 8, 9 en 10 de noodzakelijke verbindingen naar deze dwingende Europese regelgeving.

 

Artikel 7Aanvragen van subsidie

Bij de aanvraag van subsidie dient het aanvraagformulier (bijlage 1) te worden ingevuld en het ruilplan te worden overlegd. Het ruilplan dient onder meer vergezeld te zijn van een akkoordverklaring van de deelnemende partijen: er dient dus sprake te zijn van een overeenkomst. De aanvraag moet worden ingediend vóórdat de kavelaanvaardingswerken zijn gestart. Als er grond van buiten het werkingsgebied is opgenomen in het ruilplan, dient te worden gemotiveerd waarom dat bijdraagt aan de in artikel 2 genoemde doelstellingen.

 

Artikel 8Toetsingscriteria

In dit artikel worden de criteria opgesomd, waarmee het college toetst of de kosten uit de aanvraag subsidiabel zijn. Zo moeten de werkzaamheden in lijn liggen met de uitgangspunten uit bijlage 2. Ook moeten de werken plaatsvinden op agrarische grond (buiten bouwvlak). De kavelaanvaardingswerken waar deze subsidieregeling voor is bedoeld, maken onderdeel uit van een ruilplan dat bijdraagt aan de doelstellingen die in artikel 2 zijn benoemd. Wat betreft de verbetering van de agrarische structuur is dat te toetsen aan het vergroten van huiskavels van agrarische bedrijven, het verminderen van het aantal veldkavels of het concentreren van veldkavels. De bijdrage aan het versterken van landschappelijke, recreatieve, ecologische en cultuurhistorische waarden laat zich minder kwantitatief toetsen. Voorbeelden van zo’n bijdrage zijn:

  • een afname van het aantal rijbewegingen (minder milieubelasting, meer rust) en van het landbouwverkeer op de openbare weg (toename veiligheid, minder concurrentie met overig verkeer);

  • een verbeterde toegankelijkheid van percelen voor recreatief medegebruik;

  • een toename van de weidegang van rundvee;

  • behoud en/of verbetering van natuur en landschap, bijvoorbeeld in de vorm van een versterking van het weidevogelbeheer.

In het ruilplan moet aannemelijk worden gemaakt dat de kavelaanvaardingswerken noodzakelijk zijn om de ingebrachte en toegedeelde kavels van een vergelijkbare kwaliteit en waarde te laten zijn. Kavelaanvaardingswerken die een verdere kwaliteit en waarde opleveren dan nodig is om de ingebrachte en toegedeelde kavels van vergelijkbare kwaliteit te laten zijn, zijn niet subsidiabel.

 

Artikel 9Hoogte subsidiebedrag en voorschot

De subsidie kan ten hoogste € 32.000,- per eigenaar of pachter bedragen. Een hogere subsidie dan € 32.000,- per aanvrager of begunstigde is in bepaalde gevallen mogelijk (bijvoorbeeld bij een gezamenlijke aanvraag van meerdere grondgebruikers). De gevraagde bijdrage moet dan in de aanvraag worden beargumenteerd. Uiteindelijk beslist het college of een hogere subsidie gerechtvaardigd is of niet.

 

Artikel 11Verplichtingen en verantwoordelijkheid van de subsidieontvanger

De gemeente moet een controlemogelijkheid hebben om subsidievaststelling te kunnen doen. Bij subsidiebedragen vanaf € 10.000,- moet de gemeente bepaalde gegevens van de subsidie en de subsidieontvanger publiceren. De ontvanger is dan verplicht tot medewerking aan de publicatie van die gegevens.

Bijlage 1 bij de Subsidieregeling ‘Verkavelen voor een landschap met kwaliteit – Midden-Delfland 2023-2026’

 

Aanvraagformulier subsidie kavelaanvaardingswerken

 

Kenmerk gemeente (door gemeente invullen)

 

Gegevens aanvrager:

Naam aanvrager …………………………………………………………………………………………………….

Correspondentieadres …………………………………………………………………………………………………….

Postcode en plaats …………………………………………………………………………………………………….

Telefoon …………………………………………………………………………………………………….

E-mail …………………………………………………………………………………………………….

 

 

Is de aanvrager ingeschreven bij de Kamer van Koophandel?

☐ ja

☐ nee

Zo ja, voeg een recent uittreksel uit het Handelsregister als bijlage toe.

 

Valt het bedrijf onder de definitie van het Midden- en Kleinbedrijf (MKB)?

☐ ja

☐ nee

 

Wordt deze aanvraag ingediend door een gemachtigde van de begunstigde?

☐ ja

☐ nee

Zo ja, voeg een machtiging toe waaruit blijkt dat de betrokken grondeigenaar of –gebruiker instemt met de subsidieaanvraag.

 

Korte schets van het project

Naam en locatie kavelruilproject: ............................................................................................

 

Stand van zaken activiteiten

Wanneer starten de werkzaamheden? ......................................................................................

Wanneer zijn de laatste werkzaamheden voorzien? ....................................................................

Is de notariële akte tot kavelruil al gepasseerd?

☐ ja, en wel op (datum): ........................................

☐ nee

 

Kostenbegroting

Een gedetailleerde begroting moet als bijlage worden toegevoegd aan de aanvraag. In de begroting moet eventueel verschuldigde BTW expliciet worden vermeld. Neem in de begrotingsbijlage minimaal de volgende kostenposten op:

  • -

    de maaiveldsligging / het profiel van het land;

  • -

    de ontsluiting van de kavels.

Totale begrote kosten: € ....

Subsidiabele kosten: € ....

Gevraagde subsidie: € ....

Eigen bijdrage van de aanvrager: € ....

Heeft u offertes opgevraagd voor de uitvoering van (onderdelen van) het project?

☐ nee

☐ ja

Zo ja, voeg de offertes als bijlage bij de aanvraag, voor zover ze niet zijn opgenomen in het ruilplan.

 

Heeft u de (eventueel) benodigde vergunningen om de kavelaanvaardingswerken uit te voeren?

☐ ja

☐ nee

☐ niet van toepassing

 

Is er sprake van subsidies en/of sponsorbijdrage van derden?

☐ nee

☐ ja

Zo ja, beschrijf aan welke partijen een bijdrage is gevraagd, welke omvang deze bijdrage heeft en of deze al is toegezegd..............................................................................

 

Kan eventueel verschuldigde BTW fiscaal worden verrekend of worden gecompenseerd uit een fonds?

☐ ja

☐ nee

 

Bijlagen

Bij dit formulier zijn de volgende bijlagen gevoegd (de met * aangeduide bijlagen zijn verplicht):

☐ kavelruilplan*

☐ begrotingen en offertes (voor zover niet opgenomen in het kavelruilplan)*

☐ kaart met de ligging van de betrokken percelen (voor zover niet opgenomen in het kavelruilplan)*

☐ uittreksel Kamer van Koophandel

☐ MKB-verklaring

☐ machtiging van de betrokken grondgebruiker tot subsidieaanvraag

☐ overig, namelijk: ....................................................................................................

 

Uitbetaling subsidie

De subsidie wordt uitbetaald in het kwartaal dat volgt op het kwartaal waarin een ontvankelijke gereedmelding is ingediend. Als aan de voorwaarden van de subsidieregeling is voldaan, kunt u een voorschot aanvragen door onderstaande gegevens in te vullen.

☐ Ondergetekende vraagt een voorschot van 80% van de berekende subsidie. Het restant van de subsidie wordt uitgekeerd na gereedmelding en definitieve vaststelling van de subsidie. Uitbetaling op bankrekening:

 

IBAN ………………………………………………………

ten name van …………………………………………………………………

 

Ondertekening

Ondergetekende verklaart:

  • dat hij/zij deze aanvraag volledig en naar waarheid heeft ingevuld;

  • dat hij/zij op de hoogte is van, en zich zal houden aan, de voorwaarden en verplichtingen van de Subsidieregeling “Verkavelen voor een landschap met kwaliteit – Midden-Delfland 2023-2026”, en van eventuele andere wettelijke regelingen die op het project van toepassing zijn;

  • dat hij/zij niet langs andere wegen overheidssubsidie verkrijgt voor dezelfde werken;

  • dat hij/zij ervan op de hoogte is dat hij/zij zelf verantwoordelijk is voor het verkrijgen van eventueel benodigde vergunningen voor het project en voor eventuele schade voortvloeiend uit het niet (tijdig) verkrijgen daarvan;

  • dat hij/zij op de hoogte is van de regels rondom staatssteun en aanbesteding van werken;

  • dat hij/zij zich niet in surseance van betaling of in staat van faillissement bevindt;

  • dat niet de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op hem/haar van toepassing is verklaard of dat daartoe een verzoek bij de rechtbank is ingediend.

-----------------------------------------

(datum en plaats)

 

------------------------------------------------

(handtekening aanvrager)

 

Voor inhoudelijke vragen over uw subsidieaanvraag kunt u terecht bij de gemeente Midden-Delfland, Kees Boks (kboks@middendelfland.nl) of (015)-380 4111.

 

Dit formulier kan digitaal worden ingediend via post@middendelfland.nl of per post naar: Gemeente Midden-Delfland, Postbus 1, 2636 ZG Schipluiden.

Bijlage 2 bij de Subsidieregeling ‘Verkavelen voor een landschap met kwaliteit – Midden-Delfland 2023-2026’

 

Uitgangspunten kavelaanvaardingswerken

 

Algemeen

 

Volgens de subsidieregeling ‘Verkavelen voor een landschap met kwaliteit – Midden-Delfland 2023-2026’ kunnen kosten voor kavelaanvaardingswerken in aanmerking komen voor subsidie. Kavelaanvaardingswerken zijn cultuurtechnische werken die de toegedeelde kavels qua grootte, vorm, ontsluiting, ligging van het maaiveld en ontwateringstoestand in redelijke mate vergelijkbaar maken met de ingebrachte kavels. De gedachte hierachter is dat begunstigden met elkaar willen kavelruilen mits de condities op de toegedeelde percelen van tenminste dezelfde kwaliteit zijn als de ingebrachte percelen.

 

De subsidieregeling maakt het mogelijk de kosten van deze werkzaamheden voor 40% te vergoeden. Een bijdrage van de ondernemer zelf is gerechtvaardigd omdat er van uit wordt gegaan dat de nieuwe verkavelde situatie voor hem zelf ook een bedrijfseconomisch belang dient.

 

Werkzaamheden die in aanmerking komen voor subsidie hebben uitsluitend betrekking op:

  • -

    verkavelingstoestand, aantal percelen, vorm en grootte;

  • -

    mate van vlakligging/maaiveldsligging;

  • -

    ontwateringstoestand;

  • -

    ontsluiting (perceelsdammen/insteekwegen/kavelpaden/bruggen);

  • -

    profielverbetering (egalisatie);

  • -

    kwaliteit van de grasmat (incl. gras-/maïsverhouding);

  • -

    overige zaken, o.a. nieuwe grenzen, beplantingen, putten en opruimingswerken.

Deze kavelaanvaardingswerken worden hieronder nader toegelicht. Ook wordt aangegeven welke kosten specifiek in aanmerking komen voor subsidie.

 

Alleen werkzaamheden voor het vergelijkbaar maken van extreme verschillen bij inbreng en toedeling komen in aanmerking voor een subsidie. Het kan voorkomen dat betrokkenen door de toedeling en aaneensluiting van meerdere percelen een andere bedrijfsvoering voor ogen hebben. Dit betekent echter niet dat de daarmee gepaard gaande kavelinrichtingswerken ook voor de kavelaanvaarding in aanmerking

komen. Immers kavelaanvaarding geschiedt op basis van inbreng/toedeling. Een verdergaande verbetering van de kavelindeling (kavelverbetering) komt niet voor subsidiëring in aanmerking.

 

De geplande kavelaanvaardingswerken dienen opgenomen te worden in het ruilplan om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie. Werkzaamheden die zijn gestart vóórdat de subsidieaanvraag is ingediend, komen niet in aanmerking voor subsidie.

 

Toelichting op de te subsidiëren kavelaanvaardingswerken

 

1. Nieuwe grenzen

Het graven van een nieuwe kavelgrenssloot of opschonen van een te handhaven kavelgrenssloot behoort tot subsidiabele kosten als dit voor de waterbeheersing noodzakelijk of niet schadelijk is en als het landschappelijk gezien te verkiezen is boven een afrastering of hek. De afmetingen worden dan bepaald in overleg met het waterschap. Ook kan een fysieke scheiding op de kavelgrens gewenst zijn om veecontact te vermijden. Het midden van de sloot is de eigendomsgrens, tenzij hierover andere afspraken zijn vastgelegd.

 

In de gevallen dat er geen kavelgrenssloot nodig is en de eigenaren aan weerszijden een

afrastering of hek willen in plaats van een sloot, dient dit in onderling overleg te worden geregeld en bij overeenstemming schriftelijk te worden vastgelegd. De subsidie hiervoor wordt berekend op basis van een raster van gekloofd eikenhouten palen om de 5 meter van 1,2 m boven maaiveld, met 2 puntdraden.

 

2. Afrasteringen en hekken

Nieuwe afrasteringen komen daarnaast alléén in aanmerking voor subsidie indien deze geplaatst worden langs nieuw te graven waterlopen/waterschapssloten (niet zijnde scheidingssloten) en nieuwe beplantingen. Het standaard raster bestaat uit gekloofd eikenhouten palen om de 5 meter van 1,2 m boven maaiveld, met 2 puntdraden.

Interne rasters en hekken dienen door de oude eigenaar opgenomen te worden, of kunnen op basis van onderlinge afspraken/verrekening tussen oude en nieuwe eigenaar overgaan.

 

3. Ontsluiting en toegankelijkheid van percelen

Indien een dam of brug als gevolg van de gewijzigde kavelindeling niet of niet meer op de gewenste plaats ligt, zijn de kosten voor het verleggen of nieuw aanleggen van een dam of brug subsidiabel.

 

4. Greppels/kopakkerbuizen

Het opschonen van bestaande greppels wordt niet vergoed. Dit wordt beschouwd als onderdeel van regulier (jaarlijks) onderhoud.

 

5. Betonplaten/puinpaden/kuilafval/mestbakken e.d.

Op basis van het principe ‘de vervuiler betaalt’ dienen betonplaten, puinpaden, kuilafval, mestbakken en dergelijke door de oude eigenaar te worden verwijderd, of dient er in overleg met de opkomende eigenaar een regeling te worden getroffen. Kosten voor het verwijderen van deze elementen en voorzieningen zijn niet subsidiabel.

 

6. Kavelpaden

Indien een betrokkene recht meent te hebben op de aanleg of het verwijderen van een kavelpad, wordt dit nader onderzocht aan de hand van zijn inbreng. Het inleveren van een kavelpad leidt er niet per definitie toe dat er vanzelfsprekend een nieuw kavelpad in zijn toedeling wordt aangelegd. Het gaat hierbij om de vergelijking tussen de interne ontsluiting van inbreng en toedeling. In alle gevallen zal maatwerk worden geleverd.

 

7. Veldschuren

Als zich op de te ruilen percelen een veldschuur bevindt die de nieuwe eigenaar niet wenst, is de oude eigenaar verplicht om deze te verwijderen. De kosten hiervan zijn subsidiabel.

 

8. Houtopstanden

Al naar gelang de cultuurhistorische waarde zal worden bepaald of houtopstanden kunnen worden geveld. Voor houtopstanden die in verband met het kavelaanvaardingswerk kunnen worden geveld, dient nader te worden bepaald of compenserende beplanting moet worden aangelegd. Indien dit laatste het geval is, dient in eerste instantie de eigenaar, die de kavel met het te vellen houtopstand heeft ingebracht, dit op zijn nieuw toegedeelde kavel te compenseren. Indien dit niet mogelijk is, zal in overleg met de gemeente worden gekeken waar de compensatie elders kan worden aangebracht. De kosten voor zowel het vellen als het aanbrengen van houtopstanden zijn subsidiabel.

 

9. Drainage

Voor drainage geldt een economische levensduur van 15 jaar. Oudere drainage wordt geacht te zijn afgeschreven en geen restwaarde te vertegenwoordigen. Indien zich in ingebrachte grond drainage bevindt, en ingebrachte grond is drainagebehoeftig, zijn de kosten voor de aan te brengen drainage op de toegedeelde grond subsidiabel, tot 50% van de restwaarde van de bestaande drainage. In dit geval bedraagt de subsidie dus 40% van 50% van de restwaarde (met een maximum van € 32.000,-).

 

10. Kwaliteit graszode

Met de kwaliteit van de graszode wordt bij de bepaling van de kavelaanvaarding géén rekening gehouden, met uitzondering van extreme verschillen, zoals een écht verwaarloosde grasmat met veel kweekgras. Indien een rechthebbende bij het kavelaanvaardingsgesprek aangeeft dat er sprake is van een extreem verschil in grasmat of vlakligging, wordt dit vóór het uitvoeren van de werken beoordeeld door een ter zake extern deskundige, bijvoorbeeld van de Agrarische Natuurvereniging Vockestaert.

 

Werkwijze

 

Inventarisatie in het ruilplan

De noodzakelijke kavelaanvaardingswerken worden geïnventariseerd en opgenomen in het ruilplan. Aan de hand van een checklist worden de kavelaanvaardingswerken genoteerd (overzicht + kaart).

Als voor de uitvoering van de kavelaanvaardingswerken een aannemer wordt ingeschakeld, gebeurt dit conform het gemeentelijk aanbestedingsbeleid (www.middendelfland.nl/voor-ondernemers/inkoop-en-aanbestedingsbeleid_42635). Als de grondgebruiker eigen arbeid inzet bij de uitvoering, dient hij hiervoor een begroting op te stellen.

 

Tijdstip van uitvoering

Indien de werkzaamheden in opdracht van rechthebbenden worden uitgevoerd, staat het hem/haar vrij hiervoor het meest geschikte moment te bepalen, mits de werkzaamheden niet worden uitgevoerd vóórdat de subsidie is beschikt. Vanaf de dagtekening van de subsidiebeschikking heeft de aanvrager een jaar de tijd voor de uitvoering van werken en het indienen van een verzoek tot vaststelling van de subsidie. In geval van vertraging kan hiervoor uitstel worden aangevraagd.

 

Wijze van uitvoering

De kavelaanvaardingswerken worden in principe uitgevoerd door of in opdracht van de rechthebbende. Hij/zij dient hiervoor een subsidieverzoek in bij de gemeente Midden-Delfland (met behulp van het aanvraagformulier, begrotingsstaat en situatietekening). Het ingediende verzoek wordt beoordeeld op basis van redelijkerwijs gangbare eenheidsprijzen en de ingebrachte offertes en/of begrotingen. Als de aanvraag akkoord wordt bevonden, ontvangt rechthebbende een financiële toezegging, waarna het werk kan worden uitgevoerd. Als het werk door betrokkene is uitgevoerd, kan hij/zij de oplevering melden en vindt betaling plaats na goedkeuring van het werk door het college, al dan niet na inwinning van deskundig advies.

 

De rechthebbende is zelf verantwoordelijk voor het tijdig aanvragen van de benodigde vergunningen en toestemmingen van de diverse instanties (gemeente, waterschap e.d.). Eventueel kan uit oogpunt van efficiëntie besloten worden om bepaalde werken en

vergunningaanvragen te clusteren en vindt in opdracht van de gemeente Midden-Delfland uitvoering plaats door een aannemer.


1

Intentieverklaring Grondinstrument, december 2010, ondertekend door gemeente Midden-Delfland, provincie Zuid-Holland en LTO Noord Zuid-Holland