Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Wierden

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wierden;

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWierden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingHet college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wierden;
Citeertitel
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 18b van de Participatiewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-06-2023nieuw

21-03-2023

gmb-2023-238123

Tekst van de regeling

Intitulé

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wierden;

 

 

 

gelet op artikel 18b van de Participatiewet en artikel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Besluit:

 

Vast te stellen: de Beleidsregels Taaleis Participatiewet gemeente Wierden 2023

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

 

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • 2.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      educatie: educatie zoals bedoeld in artikel 7.3.1, lid 1, aanhef en onder b tot en met f van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

    • b.

      gemeente: gemeente Wierden;

    • c.

      Pw: Participatiewet;

    • d.

      ROC: Regionaal Opleidingscentrum van Twente;

    • e.

      Taalplan: plan waarin afspraken over het taaltraject zijn opgenomen. Dit plan geeft aan op welke wijze het gekozen traject binnen een bepaalde en reele termijn leidt tot verbetering van beheersing van de Nederlandse taal.

 

Artikel 2. Taaltraject

 

  • 1.

    Het college kan een belanghebbende een taaltraject als onderdeel van educatie gericht op arbeidsinschakeling kosteloos aanbieden als deze behoort tot de doelgroep van artikel 18b Pw.

  • 2.

    Een taaltraject voldoet in elk geval aan de volgende eisen:

    • a.

      Een traject is gebaseerd op een taalplan;

    • b.

      Een traject is onderdeel van de regionale Educatieve Raamovereenkomst met het ROC;

    • c.

      Op verzoek van de belanghebbende kan op eigen kosten een eigen invulling worden gegeven aan het traject binnen de kaders van de Wet Taaleis Participatiewet en het Besluit taaltoets Participatiewet.

  • 3.

    Lid 1 is niet van toepassing op personen die volledig en duurzaam zijn ontheven van de arbeidsverplichtingen als bedoeld in artikel 9 lid 5 Pw.

 

Artikel 3. Taaltoets

 

  • 1.

    Het college kan binnen 8 weken na ontvangst van de bijstandsaanvraag en voor het zittende bestand op een nader te bepalen moment een toets bij belanghebbende afnemen, als de belanghebbende een van de volgende documenten niet kan overleggen:

    • a.

      een diploma of inschrijvingsbewijs van een Nederlandse middelbare school in Nederland, de Nederlandse Antillen, Suriname of Vlaanderen;

    • b.

      rapporten tot en met groep 8 van de basisschool in Nederland;

    • c.

      een diploma van een MBO-, HBO- of universitaire opleiding in Nederland of Vlaanderen;

    • d.

      een diploma van een opleiding Nederlands in het buitenland;

    • e.

      een diploma inburgering op A2-niveau of hoger;

    • f.

      een ander document waaruit blijkt dat de Nederlandse taal op minimaal niveau 1F voor moedertaalsprekers en A2 voor anderstaligen wordt beheerst.

  • 2.

    Als een belanghebbende is gestart met een traject in het kader van de Wet Inburgering 2021 dan wordt dit beschouwd als voldoende inspanning van de belanghebbende om de vereiste taalvaardigheden te leren. Het college bewaakt de voortgang.

  • 3.

    De taaltoets kan worden afgenomen door het ROC en voldoet aan het Besluit taaltoets Participatiewet.

  • 4.

    Het ROC legt de doelen en voortgang vast in een taalplan; het taalplan beschrijft in elk geval:

    • a.

      de manier waarop de belanghebbende de vereiste taalvaardigheden gaat leren;

    • b.

      de voortgang en inspanningen die van de belanghebbende worden verwacht;

    • c.

      op welke momenten de voortgang en de inspanningen worden gemonitord; dit is minimaal iedere 6 maanden.

 

Artikel 4. Geen Taaltoets

Er wordt geen taaltoets afgenomen als:

  • a.

    belanghebbende documenten overlegt als genoemd in artikel 3 lid 1 van deze beleidsregels.

  • b.

    belanghebbende deelneemt aan leertrajecten in het kader van Wet Inburgering 2021;

  • c.

    tijdens een vorige uitkeringsperiode al een toets is afgenomen en is vastgesteld dat belanghebbende de Nederlandse taal beheerst;

  • d.

    tijdens een vorige uitkeringsperiode al een toets is afgenomen en is vastgesteld dat belanghebbende de Nederlandse taal onvoldoende beheerst, maar ook is vastgesteld dat door in de persoon gelegen factoren belanghebbende niet in staat is om de Nederlandse taal op referentieniveau 1F machtig te worden;

  • e.

    belanghebbende in een andere gemeente een uitkering ontving en in die gemeente al aan een toets heeft deelgenomen. Het resultaat van de toets kan worden overgenomen, tenzij deze onvoldoende zekerheid biedt over de actuele taalvaardigheid;

  • f.

    er een kortdurende uitkering wordt verstrekt waarbij de einddatum van de uitkering al is vastgesteld.

Artikel 5. Niet nakomen van verplichtingen

  • 1.

    Als belanghebbende niet voldoet aan de medewerkingsplicht van artikel 17 lid 2 Pw, dan geldt het maatregelenregime van artikel 18 Pw.

  • 2.

    Belanghebbende wordt na uitkomst van de toets, waaruit blijkt dat hij niet of niet voldoende de vaardigheden in de Nederlandse taal beheerst, binnen een termijn van 8 weken na het bekend worden van de uitkomst van de toets, door het college schriftelijk in kennis gesteld van het redelijk vermoeden dat belanghebbende niet of in onvoldoende mate de Nederlandse taal beheerst.

  • 3.

    Van een verlaging van de bijstand wordt afgezien als:

    • a.

      belanghebbende zich bereid heeft verklaard een taaltraject te volgen en hiermee start binnen een maand na de kennisgeving als bedoeld in lid 2;

    • b.

      elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.

  • 4.

    Als de uitkering van belanghebbende is verlaagd op grond van artikel 18b Pw en belanghebbende aantoont weer voldoende inspanning te verrichten om op het gewenste taalniveau te komen, kan het college dit zien als omstandigheden van belanghebbende als bedoeld in artikel 18b lid 7 Pwen de verlaging stopzetten.

 

Artikel 6. Het ontbreken van elke vorm van verwijtbaarheid

Elke vorm van verwijtbaarheid, zoals bedoeld in artikel 18b lid 6 onder b Pw ontbreekt als:

  • a.

    er sprake is van een gediagnosticeerd leerprobleem of van gediagnosticeerde psychische, fysieke of sociale problematiek;

  • b.

    diverse malen een taalcursus is gevolgd en is vastgesteld door de educatie-instelling dat door in de persoon gelegen factoren belanghebbende niet in staat is om de Nederlandse taal op referentieniveau 1F machtig te worden.

 

Artikel 7. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregels treden (met terugwerkende kracht) in werking met ingang van 1 januari 2023.

  • 2.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Taaleis Participatiewet gemeente Wierden 2023.

 

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Wierden d.d. 21 maart 2023.

 

Burgemeester en wethouders van de gemeente Wierden, de secretaris, de burgemeester,