Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Harderwijk

Preventie- en Handhavingsplan 2022-2025

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHarderwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingPreventie- en Handhavingsplan 2022-2025
CiteertitelPreventie- en Handhavingsplan 2022-2025
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-06-2023nieuwe regeling

09-03-2023

gmb-2023-235876

h220154987

Tekst van de regeling

Intitulé

Preventie- en Handhavingsplan 2022-2025

De raad van de gemeente Harderwijk;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 december 2022,

nummer h220154987;

 

besluit:

Het Preventie- & Handhavingsplan Alcohol en Gezondheid 2022-2025 vast te stellen met toevoeging van het voorstel om de verkoop van voorverpakte premixdranken vanuit een officiële verpakking met daarop vermeld daarin zit en wat het alcoholpercentage is, wel is toegestaan mits minder dan 15%.

 

1. Inleiding

Jeugd en alcohol lijken ook deze tijd onlosmakelijk met elkaar verbonden. Nieuwsgierige pubers zullen altijd op ontdekking gaan en experimenteren met alcohol. Gezien de gezondheidsrisico’s van alcohol in de puberjaren blijft het van belang dat de regels voor het verkopen van alcohol nageleefd worden. De regels voor het verkopen en het gebruik van alcoholhoudende dranken (kortweg alcohol) zijn neergelegd in de Alcoholwet (voorheen de Drank- en horecawet (DHW)). Om verwarring te voorkomen is per 1 juli 2021 de naam DHW veranderd in Alcoholwet. De titel van deze wet geeft nu duidelijk aan waarvoor deze wet is bedoeld; de beschikbaarheid van alcohol regelen en dat de verstrekking hiervan op een verantwoorde manier gebeurt. De wet valt onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en is daarmee in de eerste plaats een gezondheidswet. De toezicht op de naleving is sinds 2013 de verantwoordelijkheid van de gemeente. Met dit Preventie- en Handhavingsplan (P&H-plan) geven wij als gemeente Harderwijk invulling aan de verplichte wettelijke taak uit de Alcoholwet (artikel 43a) om per vier jaar een nieuw P&H-plan op te stellen.

 

1.1 Doel P&H-plan

De Alcoholwet is een bijzondere wet met als een doel onze jeugd te beschermen tegen de schadelijke effecten van alcohol op de gezondheid en de veiligheid. In ons P&H-plan ligt de focus op het voorkomen van het gebruik van alcohol onder jongeren tot 18 jaar en het problematisch gebruik van alcohol door jongvolwassenen tussen 18 en 25 jaar. Voor jongeren is alcohol extra schadelijk voor hun gezondheid omdat hun hersenen nog in ontwikkeling zijn. Het terugdringen van alcoholgebruik onder jongeren was één van de speerpunten van de vorige twee nota’s Volksgezondheid en is ook in de nieuwe nota Volksgezondheid 2022-2025 een belangrijk thema. Daarnaast sluit dit P&H-plan aan op het Nationale- en lokale Preventie-akkoord, waarin het terugdringen van overmatig alcoholgebruik onder jongeren één van de drie thema’s is. Aan het lokale Preventie-akkoord in Harderwijk hebben zich verschillende organisaties en maatschappelijke partners verbonden om zich gezamenlijk in te zetten voor een gezonder Harderwijk. Naast het lokale Preventie-akkoord raakt dit P&H-plan verschillende andere gemeentelijke beleidsterreinen. Zowel in de beleidsvorming als in de uitvoering wordt daarom afstemming gezocht met onder andere: de gezondheidsnota, het lokale sportakkoord en het sportbeleid en het horeca- en evenementenbeleid.

 

1.2 Opbouw P&H-plan

In dit P&H-plan staan de hoofdlijnen van ons alcoholbeleid over zowel preventie van alcoholgebruik onder jongeren en over de handhaving van de Alcoholwet. Het plan begint met de evaluatie van het vorige plan, de noodzaak van alcoholpreventie en de uitgangspunten voor het beleid. Daarna worden eerst de doelstellingen van het preventie- en handhavingsbeleid weergegeven. Vervolgens geven we aan welke acties er worden ondernomen om alcoholgebruik onder jongeren te voorkomen in samenhang met andere preventieprogramma’s. Tevens is weergegeven waarop het handhavingsbeleid wordt uitgevoerd en welke handhavingsacties gedurende de periode van dit plan worden ondernomen. Als laatste beschrijven we welke resultaten in de periode van dit plan minimaal behaald dienen te worden.

De komende tijdsperiode (2022 - 2025) zullen we gezamenlijk blijven voortborduren op wat we de afgelopen jaren al hebben bereikt en verfijnen daar waar nodig. De energie die er is willen we behouden en het netwerk versterken, zodat we met een integrale aanpak nog meer kunnen bereiken. Preventie en alcoholmatiging zijn een kwestie van lange adem en blijvende aandacht en inzet is nodig om lange-termijn resultaat te behalen.

 

1.3 Budgettair kader

Dit P&H-plan valt binnen de kaders van de structurele budgetten van het Volksgezondheidsbeleid, het Integraal Veiligheidsplan (IVP) en het tijdelijk budget (tot en met 2022) voor het laten uitvoeren van een nalevingsonderzoek. Vanaf 2023 is er geen budget meer voor het uitvoeren van een nalevingsonderzoek. Gelet op de doelstellingen in en de duur van dit plan, is structureel budget nodig om voor de jaren 2023 tot en met 2025 uitvoering te kunnen blijven geven aan een jaarlijks nalevingsonderzoek. De afgelopen jaren hebben duidelijk zichtbaar gemaakt dat een dergelijk onderzoek effectief bijdraagt aan het verhogen van de naleving van de wettelijke bepaling dat verstrekkers geen alcoholhoudende drank aan jongeren mogen verstrekken. Sterker nog, door de verstrekkers wordt zelf gevraagd om niet één keer per jaar een controle te laten uitvoeren maar minimaal twee keer per jaar. Geen budget voor het uitvoeren van nalevingsonderzoeken in komende jaren zal een aanzienlijke terugslag betekenen voor het doel van dit plan, omdat nalevingsonderzoeken een essentieel onderdeel zijn preventie & handhaving. Daarnaast vraagt de doorontwikkeling “doorschenken” (zie paragraaf 6.1) om verhoging van bestaand budget. Zonder verhoging kan de gewenste doorontwikkeling niet plaatsvinden.

2. Evaluatie P&H-plan 2017-2021

Het vorige plan richtte zich op drie hoofddoelgroepen: Gebruikers (personen onder en boven de 18 jaar), verstrekkers (vergunningplichtigen) en niet-vergunningplichtige verstrekkers (andere betrokkenen).

Op basis van het vorige P&H-plan werden drie algemene hoofddoelstellingen onderscheiden:

  • Afname alcoholgebruik en de schadelijke gevolgen van alcoholgebruik door jongeren onder de 18 jaar;

  • Afname bingedrinken door de jeugd tot 24 jaar;

  • Afname dronkenschap (met name tijdens uitgaansavonden in het publieke domein).

In de paragrafen hieronder evalueren we het P&H-plan 2017-2021. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in effectevaluatie (aan te geven via cijfers) en een procesevaluatie (wat hebben we gedaan op de gestelde (sub)doelstellingen van het P&H-plan 2017-2021).

 

2.1 Effectevaluatie

Een effectevaluatie laat zien of een interventie (in dit geval het P&H-plan) het gewenste effect heeft. Dit wordt inzichtelijk door de situaties voor en na de interventie te vergelijken. Een eventuele positieve verandering (effect), gebaseerd op cijfers, kan niet automatisch worden toegeschreven aan het lokale gezondheidsbeleid of het P&H-plan, omdat in dit onderzoek geen analyses worden gedaan met een controlegroep. Andere landelijke, regionale of lokale campagnes of activiteiten kunnen namelijk ook van invloed zijn geweest. Daarnaast komen de monitor-cijfers niet geheel overeen met de looptijd van het P&H-plan. De resultaten geven in ieder geval wel een eerste indruk. Onderstaande tabel geven de cijfers van Harderwijk weer met betrekking tot alcohol. Deze zijn gemeten in de jeugdmonitor van de GGD in 2015 en 2019. De volgende monitor staat gepland voor 2023. De hieronder weergegeven cijfers in tabel 1 zijn daarom de meeste recente cijfers.

 

Jongeren

2015

20191

Heeft recent (in de afgelopen 4 weken) alcohol gedronken

22%

18%

Heeft recent (in de afgelopen 4 weken) aan bingedrinken gedaan1

16%

14%

Ouders stemmen in met alcoholgebruik of zeggen er niets van2

12%

20%*

Tabel 1: Vergelijking van de gezondheidscijfers van Harderwijk uit de Jeugdmonitor van 2015 en 2019

* geen mogelijkheid voor significantietesten i.v.m. veranderde vraagstelling.

 

Er is geen significante verandering tussen 2015 en 2019 in het percentage middelbare scholieren dat recent alcohol heeft gedronken of aan bingedrinken heeft gedaan. De resultaten voor het percentage ouders dat instemt met alcoholgebruik van jongeren of hier niets van zegt, zijn lastig te vergelijken tussen 2015 en 2019. In 2015 is deze vraag namelijk alleen gesteld aan jongeren die in de laatste 4 weken alcohol hadden gedronken, terwijl deze vraag in 2019 is gesteld aan alle jongeren die ooit alcohol hadden gedronken. Toch is te zien dat in 2019 een vijfde (20%) van de ouders instemt met alcoholgebruik of er niets van zegt. Dit is een stijging van 7%. Voorlichting aan ouders over de effecten van alcoholgebruik onder jongeren is dus een belangrijk element waar we blijvend op moeten inzetten.

 

2.2 Procesevaluatie doelstellingen en activiteiten

Tabel 2 hieronder geeft per (sub)doelstelling weer wat we in de periode 2017-2021 aan activiteiten hebben uitgevoerd. Deze activiteiten dragen bij aan de kennis over en bewustwording van de effecten van (overmatig) alcoholgebruik. Ook laat het zien welk bereik (welke doelgroepen) in de gemeente Harderwijk we hebben gehad in de afgelopen periode.

 

Doelstellingen en voorgenomen activiteiten

Uitgevoerde activiteiten

1x in de twee jaar wordt een actieve informatieavond (kroegentocht) georganiseerd voor ouders van jongeren tussen 13-18 jaar. Er wordt dan voorlichting gegeven over drank- en drugs, een kijkje genomen in de uitgaansgelegenheden en middels rollenspellen wordt duidelijk gemaakt hoe met pubers over middelengebruik kan worden gecommuniceerd. Aan de rollenspellen wordt inhoud gegeven door (eventuele) inbreng van de ouders.

In 2018 is met succes weer een kroegentocht georganiseerd. In 2020/2021 is deze vanwege COVID-19 helaas geannuleerd. De eerstvolgende kroegentocht zal hoogstwaarschijnlijk in 2022 plaatsvinden.

Elk jaar krijgen barvrijwilligers van de paracommerciële horeca (verenigingen en stichtingen) de Instructie Verantwoord Alcoholschenken (IVA) aangeboden.

De IVA heeft alle jaren 2017-2021 plaatsgevonden. In 2021 is de IVA vanwege de coronamaatregelen pas in september aangeboden, in plaats van in januari-februari van dat jaar.

In de uitvoering is de IVA training uitgebreid zodat ook barvrijwilligers bij evenementen hieraan hebben kunnen deelnemen.

Het bestaande (regionale) convenant middelenvrije school wordt voortgezet.

Het convenant is voortgezet en wordt door Tactus regelmatig ter sprake gebracht op de scholen. Toch wordt het convenant als “slapende activiteit” beschreven.

Er wordt aandacht besteed aan campagnes NIX18 en overige campagnes.

We sluiten aan bij alle NIX18 campagnes en delen deze via onze kanalen. Ook maken we gebruik van de materialen of ontwikkelen we eigen materiaal (zie poster op de voorpagina). Tevens werd meegedaan aan overige campagnes, zoals IkPas en de landelijke Alcohol Actieweek.

Jaarlijks wordt een bijeenkomst gehouden naar aanleiding van de uitkomsten van het jaarlijkse nalevingsonderzoek.

Jaarlijks wordt een bijeenkomst gehouden voor verstrekkers van alcoholhoudende drank die tijdens het nalevingsonderzoek alcohol hebben verstrekt aan de testaankoper. Doel van de bijeenkomst is om samen afspraken te maken om wel tot naleving te komen.

Deze bijeenkomsten zijn in 2017 tot en met 2019 gehouden. Dit heeft ertoe geleid dat sommige paracommerciële instellingen gevraagd hebben om alleen en gericht op hun instelling voorlichting te krijgen. Daar is gehoor aan gegeven en ook deze bijeenkomsten worden zeer positief ontvangen.

In verband met COVID-19 is zowel in 2020 en 2021 geen bijeenkomst gehouden.

Controle op de scholen op alcoholbeleid door handhaving

In de jaren 2017-2019 is dit uitgevoerd (controles waren in orde). In 2020 en 2021 zijn er door Corona geen controles geweest op scholen.

Extra activiteiten

Het geven van voorlichtingsbijeenkomsten bij en voor horecabedrijven en paracommerciële instellingen.

Handreiking alcohol bij evenementen ontwikkeld voor organisatoren evenementen.

Jeugdkaart onderzoek 2019 - met de jeugdkaart wordt onderzocht waar jongeren zelf aangeven alcohol te kunnen verkrijgen.

Tabel 2: doelstellingen, voorgenomen en uitgevoerde activiteiten.

 

Van de voorgenomen activiteiten is alles uitgevoerd. Dit hebben we door de lockdown vanwege de COVID-19 pandemie echter alleen niet voor alle jaren waarin het P&H-plan geldig was, kunnen doen. De lockdown heeft ons belemmerd in de uitvoering van de voorgenomen activiteiten, vanwege de sluiting van scholen en horeca. We moeten in ons hoofd houden dat dit invloed kan hebben op de boodschap die we wilden overdragen aan onze doelgroepen.

 

2.3 Evaluatie nalevingsonderzoek

Om inzicht te verkrijgen in hoe verstrekkers van alcohol omgaan met het naleven van de leeftijdsgrens van 18 jaar worden er (zowel landelijk als lokaal) nalevingsonderzoeken uitgevoerd. Vanaf 2014 is in Harderwijk een eerste stap gezet met het onderzoeken hoe het met de naleving is gesteld. Inmiddels is dit ontwikkeld tot een jaarlijks onderzoek waarbij alle relevante sectoren en, zoveel als het budget mogelijk maakt, hieraan verwante (horeca) bedrijven en of instellingen in Harderwijk en Hierden worden bezocht.

In onze gemeente wordt sinds 2018 gekozen om dit onderzoek te laten uitvoeren door een bureau dat gespecialiseerd is in gedragswetenschappen. Door inzicht te geven in menselijke drijfveren worden aanknopingspunten geboden om gedrag (in dit geval de naleving om geen alcohol te verstrekken aan jongeren onder de 18 jaar) op een positieve manier te veranderen. Zo wordt doelonderzoek gedaan naar motieven en weerstanden. Deze inzichten maken een gefundeerd beleid met risicogestuurde inzet van preventie- en handhavingsactiviteiten mogelijk doordat wetenschap en praktijk met elkaar worden samengebracht. Door deze gegevens te combineren met de nalevingscijfers maken we in Harderwijk inzichtelijk hoe we ons preventie- en handhavingsplan effectief kunnen inrichten.

In een nalevingsonderzoek wordt door 17-jarige jongeren (testaankopers), onder begeleiding van een ervaren auditor, testaankopen gedaan volgens een vast (landelijk) protocol. Omdat er in de praktijk ophef was over dat een 17 jarige alcohol probeert te kopen en dat dit door sommige horecaondernemers werd uitgelegd als uitlokking, is in de nieuwe Alcoholwet (1-7-2021) expliciet opgenomen dat 16- en 17 jarige testaankopers in het kader van toezicht uitgezonderd zijn van de strafbaarstelling. Resultaten van het onderzoek worden, mede op het verzoek van de (horeca)ondernemers dezelfde dag teruggekoppeld naar de verkoper, om hen zodoende inzicht te bieden in en te helpen bij de naleving van de leeftijdsgrens.

 

Resultaten nalevingsonderzoek

In de periode van het vorige P&H-plan heeft in 2017, 2018, 2019 en 2021 een nalevingsonderzoek plaatsgevonden. In 2020 was dit niet mogelijk, omdat de horeca en paracommercie gesloten waren vanwege de landelijk geldende coronamaatregelen. Als we kijken naar de nalevingscijfers in 2017, 2018, 2019 en 2021 in tabel 3, zien we dat de naleving in 2018 en 2019 ten opzichte van 2017 flink is gestegen. Daarnaast is de totale naleving in 2019 ten opzichte van 2018 gelijk gebleven. Dit resultaat is toe te schrijven aan de aandacht en inzet die we vanuit de gemeente op dit onderwerp hebben gehad en gepleegd. Door de focus op de naleving en de ondernemers hier goed bij te betrekken, is het naleven van de leeftijdsgrens goed onder de aandacht gekomen bij alcoholverstrekkers.

Dit heeft een betere naleving tot gevolg gehad. Zoals eerder weergegeven is de start van het onderzoeken in 2014 geweest. In de loop van tijd is het onderzoek doorontwikkeld en is gekozen voor een ander onderzoeksbureau. Hierdoor is een één op één vergelijking van de resultaten van 2017 ten opzichte van 2018 en de volgende onderzoeken niet geheel te maken.

Ook is het goed om te realiseren dat de nalevingsonderzoeken van 2018 en verder gebaseerd waren op hotspotlijsten en niet op de gemiddelde populatie van Harderwijk. De nalevingscijfers zijn daarmee niet helemaal representatief voor de totale groep van verkopers in de gemeente Harderwijk.

 

2017

2018

2019

2021

36%

58%

58%

57,3%

Tabel 3: totale naleving van de leeftijdsgrens in 2017-2019

 

Cijfers per sector

Wanneer we kijken naar de nalevingscijfers per sector, zien we dat ook in de verschillende sectoren de naleving omhoog is gegaan tussen 2017 en 2019 (zie tabel 4). Opvallend is de stijging in naleving van de restaurants tussen 2018 en 2019. De restaurants zijn in 2018 voor het eerst meegenomen in het nalevingsonderzoek. De stijging in naleving in 2019 ten opzichte van 2018 laat zien dat aandacht voor dit onderwerp effect heeft op de juiste naleving. Er is wel enige fluctuatie te zien in de cijfers tussen 2018 en 2019 wat een duidelijk signaal is dat blijvende aandacht nodig is.

 

Naleving 2020 en 2021

Vanwege de (deels) gesloten horeca in 2020 in verband met de coronamaatregelen, hebben we in deze periode geen nalevingsonderzoek kunnen uitvoeren. Het onderzoek in 2021 is tijdens de COVID-19 pandemie uitgevoerd. Het vaste protocol voor een nalevingsonderzoek is gehanteerd. Tevens zijn bij de uitvoering continu de regels en richtlijnen van het RIVM gevolgd en is altijd een geldig coronatoegangsbewijs laten zien, toen dit van toepassing was en hierom werd gevraagd.

De (gedeeltelijke) sluiting van de horeca kan van invloed zijn geweest op de nalevingscijfers, doordat de focus van de ondernemers in deze periode tijdelijk op iets anders is komen te liggen (de sluiting van de horeca en het “overleven” van deze periode zonder inkomsten). Hernieuwde aandacht en focus op de naleving blijft dan ook de komende jaren van belang.

 

De nalevingscijfers van 2017 en 2018-2021 staan in twee aparte tabellen, omdat het onderzoek in 2017 door een andere partij is uitgevoerd dan de onderzoeken van de jaren daarna (zie tabel 4 en 5)

 

Sector

Naleving (%)

Supermarkt

61

Slijterij

40

Horeca

33

Sportkantine

33

Cafetaria

11

Tabel 4: naleving Harderwijk in 2017 per sector

 

Sector

Naleving (%) in 2018

Naleving (%) in 2019

Naleving (%) in 2021

Supermarkt

71,4 (7)

66,7 (6)

75 (12)

Café *

69,2 (13)

60,0 (5)

81,8 (11)

Slijterij

66,7 (6)

66,7 (3)

83,3 (6)

Cafetaria

66,7 (9)

44,4 (9)

45,5 (11)

Paracommerciële instellingen (waaronder sportkantines)

50,0 (8)

54,5 (11)

33,3 (12)

Restaurants**

21,4 (28)

56,5 (23)

47,8 (23)

Tabel 5: naleving leeftijdsgrens per sector in 2018, 2019 en 2021. * in 2018 is dit inclusief discotheken. ** deze sector is in 2018 voor het eerst meegenomen in het onderzoek.

 

2.4 Evaluatie hotspots

Verstrekkers die in de vorige periode alcohol hebben verkocht aan een jongere onder de 18 jaar of verstrekkers waar veel jongeren komen, zijn als hotspot aangemerkt. De systematiek is vrij eenvoudig. Hotspots worden, naast de normale controles, vaker gecontroleerd dan verstrekkers die geen alcohol hebben verstrekt aan jongeren onder de 18 tijdens een nalevingsonderzoek. In praktijk blijkt dit goed te werken. Extra aandacht vanuit de gemeente helpt de horecaondernemers om scherp te blijven. In de praktijk verlopen de extra controles en de samenwerking hierin prima.

Nu we een aantal jaren hiermee werken, brengt deze werkwijze wel een extra vraagstuk met zich mee. Namelijk, hoe om te gaan met horecabedrijven/instellingen die telkens na een nalevingsonderzoek moeten worden aangemerkt als een hotspot en waarvan dus elk jaar weer blijkt dat zij de wet niet naleven? Ook al wordt het nalevingsonderzoek niet gedaan vanuit het oogpunt om te straffen, maar vanuit het oogpunt om bewustwording en verbetering in de naleving te bewerkstelligen, schiet bij deze bedrijven/instellingen het doel voorbij. Aangezien dit plan bedoeld is voor zowel preventie als handhaving is het wenselijk om in voornoemde gevallen over te stappen richting handhaving, omdat klaarblijkelijk de preventieve werking geen invloed heeft op het gewenste gedrag en gewenste resultaat.

 

2.5 Motieven en weerstanden

Naast de feitelijke naleving wordt er in Harderwijk sinds 2018 ook in kaart gebracht welke motieven en weerstanden een rol spelen bij het verkopen en gebruiken van alcohol (voor motieven en weerstanden: zie bijlage 1). Deze informatie biedt ons inzicht in het naleefgedrag van alcoholverstrekkers in de gemeente Harderwijk. Op basis van deze kennis kunnen we in dit nieuwe P&H-plan bepalen welke preventie- en handhavingsactiviteiten effectief en nodig zijn.

In 2018 is een onderzoek uitgevoerd waarbij motieven en weerstanden onder medewerkers omtrent het naleven van de alcoholwet in kaart gebracht zijn. Hierbij kwam naar voren dat leidinggevenden een sleutelrol blijken te spelen in het goed uitvoeren van de leeftijdscontrole. Om extra aanbevelingen te kunnen geven voor preventie- en handhavingsactiviteiten zijn er daarom in 2019 en 2021 ook een aantal vragen aan leidinggevenden gesteld. Hierdoor verschillen de motieven en weerstanden onderzoeken van 2018 en 2019 & 2021 enigszins van elkaar en kunnen deze niet met elkaar vergeleken worden. Wel geven ze ons waardevolle informatie over en inzichten in het gedrag van alcoholverstrekkers. Zo vindt bijna 80% van de leidinggevenden het belangrijk dat minderjarigen geen alcohol kunnen kopen en denkt bijna 95% van de leidinggevenden dat er negatieve consequenties voor hen zijn wanneer medewerkers alcohol aan minderjarigen verkopen. Deze extrinsieke motivatie zal de naleving stimuleren. Medewerkers ervaren echter een lage subjectieve pakkans, wat problematisch is, want medewerkers zijn degene die de leeftijdscontrole uitvoeren.

Naast dat ondernemers is gevraagd naar hun motieven en weerstanden om de Alcoholwet wel of niet na te leven, is hen ook gevraagd wat de gemeente kan doen om het naleven van de leeftijdsgrens makkelijker te maken (zie tabel 6).

 

Onderstaande tabel bevat de letterlijke antwoorden van de ondervraagden op vraag:

“Hoe kan de gemeente helpen om het naleven van de leeftijdsgrens makkelijker te maken?”

Meer controles

Graag wat advies

Blijven controleren, onder andere op straat al

Vaker controleren

Hulpmiddelen aanbieden

Cursus aanbieden vanuit de gemeente voor alle horeca en andere bedrijfstakken waar alcohol wordt geschonken. Zodat alle personen even goed op de hoogte zijn en alles op 1 lijn zit onderling

Het stimuleren onder de jongeren onder de 18 jaar om geen alcohol te drinken

Steekproeven, feedback, jongeren bewust maken van NIX18

Meer actief zijn onder jongeren die in de horeca werken, vaak zien ze het probleem niet of durven ze niet naar een ID te vragen

Stimuleren om altijd naar ID of leeftijd te vragen bij twijfel. Anders hulp vragen bij oudere medewerkers of meer ervaren collega’s/baas/bedrijfsleider

Tabel 6: Motieven en weerstanden nalevingsonderzoek

 

De antwoorden op deze vraag geven aan wat al eerder genoemd is: de ondernemers stellen de controles op prijs en hebben zelfs graag meer controles. Hieraan zal in ieder geval in 2022 gehoor aan worden gegeven. In 2022 zal zowel in het voorjaar als in het najaar een nalevingsonderzoek worden gehouden. Of na 2022 nog een nalevingsonderzoek wordt gehouden en zo ja, hoe vaak gecontroleerd kan worden hangt af of de gemeenteraad hier (structureel) budget wil voor begroten. Daarnaast geven deze antwoorden suggesties over wat de gemeente nog meer kan doen, zoals voorlichting geven aan barpersoneel. Dit hebben we dan ook op aanvraag van enkele ondernemers gedaan.

 

2.6 Onderzoek jeugdkaart

Om het alcoholgebruik onder jongeren effectief te verminderen, is het belangrijk dat je kunt interveniëren en capaciteit inzet daar waar deze het hardste nodig is. Dit kun je het beste doen door preventie- en handhavingsactiviteiten risicogestuurd in te zetten; Waar gaan jongeren heen en waar is de kans het grootst dat ze er in slagen om alcohol te kopen? Het begrijpen van de leefwereld van jongeren is hiervoor essentieel.

Hiertoe is in 2019 door Objectief -naast een nalevingsonderzoek- gevraagd om voor Harderwijk een jeugdkaartonderzoek uit te voeren. Dit onderzoek heeft plaatsgevonden aan de hand van een streetwise praktijkonderzoek. Zo is er gevraagd waar jongeren alcohol kopen en van wie ze alcohol krijgen (sociale beschikbaarheid). Vragen naar alcoholgebruik bij jongeren kan leiden tot sociaal wenselijke antwoorden. Om de kans op sociaal wenselijke antwoorden te verkleinen, is gebruik gemaakt van zogenaamde “projectievragen”. Met projectievragen wordt gevraagd naar het gedrag van vergelijkbare anderen (leeftijdsgenoten). De resultaten hieronder geven dan ook de projectie weer (bijvoorbeeld xx% van mijn leeftijdsgenoten drinkt wel eens alcohol).

 

Resultaten jeugdkaartonderzoek

Op basis van de resultaten van de jeugdkaart kunnen wij als gemeente nog gerichter onze preventieve activiteiten binnen de gezondheidsnota, OKO* en het P&H-plan inzetten. De jeugdkaart geeft ons drie inzichten:

  • 1.

    Ranking van verschillende verkoopkanalen (sectoren) op populariteit voor aankooppogingen en volume per poging (prioritering sectoren);

  • 2.

    Inzicht in welke locaties populair zijn om alcohol te kopen;

  • 3.

    Inzichten over alcoholgebruik van jongeren, helpen leefwereld jongere beter te begrijpen.

Alcoholgebruik in cijfers

De resultaten van het vragen naar het gebruik van alcohol onder jongeren in Harderwijk laten zien dat 78,5% zegt dat hun leeftijdsgenoten wel eens alcohol drinken. Bijna 70% (66,9%) heeft de afgelopen maand gedronken en 66,3% drinkt wel eens sterke drank. Wanneer wordt gevraagd naar op welke locatie leeftijdsgenoten alcohol drinken, komt de volgende top drie naar voren:

1. evenementen, 2. bij vrienden thuis, 3. in de horeca. Populaire momenten om alcohol te kopen of te drinken zijn vooral op vrijdag en zaterdag, vanaf de middag met nadruk op de avond. Op de zaterdagmiddag is vooral de sportkantine populair als locatie waar jongeren zeggen alcohol te kunnen drinken.

 

Prioritering sectoren

Prioritering van sectoren geeft aan waar de jongeren het meeste naar toe gaan om alcohol te krijgen en te kunnen drinken. Tabel 7 geeft de resultaten van de prioritering sectoren weer. Hierbij worden vier categorieën gebruikt: Subjectieve ranking, subjectieve slagingskans, volume en prioriteit. Wat opvalt is dat evenementen en horeca in elke categorie als eerste en tweede worden genoemd. De andere sectoren wisselen in ranking per categorie.

 

* OKO = Opgroeien in een Kansrijke Omgeving, voorheen het IJslandse model genoemd.

 

Ranking

1= meest

7= minst

Subjectieve Ranking

Subjectieve slagingskans

Volume

Prioriteit

1

Evenement

2.9

Evenement

2.4

Evenement

3.0

Evenement

14.3

2

Horeca

2.6

Horeca

2.0

Horeca

2.5

Horeca

10.3

3

Supermarkt

1.8

Sportkantine

1.5

Supermarkt

1.8

Sportkantine

4.3

4

Sportkantine

1.5

Cafetaria

1.2

Sportkantine

1.4

Supermarkt

3.9

5

Jongerencentra

1.2

Supermarkt

1.1

Cafetaria

1.3

Cafetaria

2.9

6

Cafetaria

1.2

Slijterij

0.9

Jongerencentra

1.1

Jongerencentra

2.1

7

Slijterij

0.8

Jongerencentra

0.4

Slijterij

1.0

Slijterij

0.7

Tabel 7: Prioritering sectoren, resultaten jeugdkaart 2019.

  • -

    Subjectieve Ranking: Waar gaan je leeftijdsgenoten het meeste naar toe;

  • -

    Subjectieve slagingskans: Waar lukt het het meest;;

  • -

    Volume: waar kopen ze het grootste volume;

  • -

    Prioriteit: welke sectoren hebben prioriteit.

Conclusie onderzoek jeugdkaart

Uit de resultaten van de jeugdkaart komen de volgende zaken naar voren: Onder de jongeren drinkt bijna 80% (78,5%) wel eens alcohol. Daarnaast is het aandeel dat aangeeft soms sterke drank te drinken aanzienlijk met 66,3%. Evenementen worden vaak genoemd als de plek waar alcohol kan worden verkregen en dus wordt gedronken. Jongeren geven aan dat de slagingskans om alcohol te verkrijgen op evenementen hoog is en de evenementen staan dan ook hoog in de prioritering als locatie waar jongeren aan alcohol kunnen komen. De vrijdag- en zaterdagmiddag en -avond zijn populaire momenten waarop jongeren zeggen te drinken, waarbij op de zaterdagmiddag de sportkantine als populaire locatie wordt genoemd. Deze informatie zal worden meegenomen bij de opstelling van de uitvoeringsagenda van het gezondheidsbeleid en de implementatie van het model Opgroeien in een Kansrijke Omgeving (OKO - voorheen IJslands model) in 2023.

Hoofdstuk 6 geeft de verdiepingsslag van het beleid aan en hoe we de komende vier jaren inzetten om jongeren (nog) beter te beschermen tegen de schadelijke gevolgen van alcoholgebruik.

Bij bovenstaande resultaten dient in het achterhoofd te worden gehouden dat deze dateren uit 2019 en dat dit inmiddels alweer anders kan zijn, omdat we sinds die tijd niet stil hebben gezeten en er sprake is geweest van een lockdown. Het oorspronkelijke plan was om twee jaar na dit eerste onderzoek een nieuw onderzoek te laten uitvoeren. Door Corona is dit helaas nog niet doorgegaan. Daarnaast is hier geen structureel budget voor. Of het mogelijk is om binnen dit P&H-plan weer een jeugdkaart onderzoek te laten uitvoeren, hangt af van de financiële middelen.

 

2.7 Evaluatie basiscontrole alcoholvergunning

De afgelopen vier jaar heeft jaarlijks een basiscontrole van de alcoholvergunning van horecaondernemers plaatsgevonden. Met een basiscontrole wordt jaarlijks vastgesteld of de alcoholvergunning nog op orde is en of er überhaupt wel een vergunning is. Deze controle werd in de periode van 2017-2021 uitgevoerd door de drank- en horecacontroleurs. In de praktijk blijkt dat een controle door deze controleurs in werktenue bij voorbaat al weerstand oproept bij de horecaondernemers. Hierdoor schiet het preventieve doel wat wordt beoogd helaas voorbij. Daarnaast zijn de drank- en horecacontroleurs onvoldoende op de hoogte van de gevolg-acties die eventueel voortkomen uit de controle en kunnen zij de gerichte en inhoudelijke (vergunning)vragen van de betreffende horecaondernemer niet beantwoorden. Voor de looptijd van dit plan zullen deze basiscontroles daarom niet meer door een drank- en horecacontroleur worden uitgevoerd. Dit zal in ieder geval gedurende de tijdsduur van dit plan door de klantmanager bijzondere wetten in een andere vorm (bijvoorbeeld digitaal check) worden uitgevoerd.

 

2.8 Evaluatie ontheffing artikel 35 Alcoholwet; verstrekken van zwak (bier, wijn en port) alcohol tijdens evenementen

Op grond van de Alcoholwet is het verboden om zonder vergunning van de burgemeester alcohol (zwak- en/of sterke drank) te verstrekken. De burgemeester kan op grond van de Alcoholwet ontheffing verlenen voor het verstrekken van zwak-alcohol. Dit kan alleen als er sprake is van een aangewezen bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van maximaal 12 dagen. Bijvoorbeeld tijdens een evenement.

Uit de evaluatie blijkt dat in de vorige periode tijdens het vooroverleg en de evaluatie van een evenementenaanvraag, de boa’s/toezichthouders inhoudelijk alcohol gerelateerde vragen gesteld kregen. Deze vragen kunnen en zij niet beantwoorden en dit is ook niet de taak van de boa’s/toezichthouders. Het beantwoorden van inhoudelijke vragen over alcohol vergt expertise waarover de klantmanager bijzondere wetten beschikt. Voor de komende periode zal daarom de klantmanager bijzondere wetten aansluiten bij het vooroverleg en de evaluatie van betreffende ontheffingsaanvragen. In hoofdstuk 8 wordt hier nader op ingegaan.

 

Tijdens de periode 2017-2021 is de handreiking “19 adviezen voor verantwoord alcoholgebruik tijdens uw evenement” ontwikkeld. Indien een organisator van evenementen alcoholhoudende drank wil gaan schenken tijdens het evenement wordt deze handreiking meegegeven/toegezonden aan betreffende organisator. De handreiking heeft een update nodig gelet op de wijziging van de Drank- en horecawet in de Alcoholwet.

 

2.9 Evaluatie sanctie/handhavingsbeleid

Uit de evaluatie blijkt dat het huidige sanctiebeleid inhoudelijk niet aangepast hoeft te worden. Wel dient het aangepast te worden naar aanleiding van de wijzigingen (naamsverandering en artikelnummering) van de Drank- en Horecawet naar de Alcoholwet.

3. Noodzaak Alcoholpreventie

Dit hoofdstuk gaat in op de schadelijke effecten van alcohol en beschrijft de stand van zaken met betrekking tot alcoholgebruik onder jongeren en jongvolwassenen.

 

3.1 Schadelijke effecten van alcohol

Alcohol is niet zomaar een consumentenproduct. Overmatig alcoholgebruik gaat gepaard met tal van fysieke, mentale en maatschappelijke problemen (Expertisecentrum Alcohol, 2021a). De mate van schade is grotendeels dosis gerelateerd. Er is geen veilige ondergrens. Licht en matig alcoholgebruik wordt al in verband gebracht met onder meer hartritmestoornissen en diverse soorten kanker (Expertisecentrum Alcohol, 2021c).

Zwaar drinken is gerelateerd aan een nog hoger risico op acute schade, zoals alcoholvergiftiging en verkeersongevallen en geeft een verhoogde kans op hersenschade (Alcoholinfo, 2021). Overmatig drinken brengt bovendien een grotere kans op verslaving en op schade aan de organen met zich mee. Alcoholgebruik heeft daarnaast invloed op het psychisch functioneren; depressie, angstklachten en suïcide zijn gerelateerd aan regelmatig dronken zijn en/of aan problematisch alcoholgebruik (Expertisecentrum Alcohol, 2021b). Huiselijk geweld, agressie, uitgaansgeweld en vandalisme worden vaak onder invloed van alcohol gepleegd. In gezinnen waar alcoholgebruik door de ouders problematisch is, worden de problemen vaak van generatie op generatie doorgegeven (Engels, Kleinjan & Otten, 2013).

Voor jongeren brengt alcoholconsumptie nog meer (gezondheids)risico’s met zich mee. De hersenen van jongeren ontwikkelen zich tot en met het 24ste levensjaar en alcohol heeft een negatieve invloed op deze ontwikkeling. Daarnaast neemt de kans op problematisch drankgebruik op latere leeftijd toe wanneer jongeren in hun puberjaren veel drinken. Ook vertonen jongeren onder invloed van alcohol sneller risicovol gedrag. De tabel hieronder geeft de (gezondheids)risico’s van alcohol voor jongeren weer.

 

Specifieke risico’s voor jongeren

 

Alcoholhoudende drank is extra ongezond tijdens de groei

De hersenen ontwikkelen zich tot gemiddeld het 24e jaar. Alcohol verstoort die ontwikkeling en dat kan van invloed zijn op het karakter en het gedrag van kinderen. Juist als hersendelen in ontwikkeling zijn, zijn ze erg kwetsbaar voor deze (giftige) stof. Pubers met alcoholproblemen scoren lager dan andere jongeren op taalvaardigheid, intelligentie, aandacht en ruimtelijk inzicht.

Minder goede school-, studie-, werk- en sportprestaties

Na een avond drinken werkt het geheugen slechter. Concentreren wordt daardoor moeilijker. Na een avond veel drinken kun je de volgende ochtend nog steeds onder invloed zijn.

Meer kans op onveilig vrijen

Onder invloed van alcohol durven jongeren meer en doen ze eerder dingen die ze zonder alcohol niet zouden doen. Zo vrijen jongeren vaker onveilig als ze gedronken hebben of geven ze eerder toe om te vrijen dan dat ze zouden doen als ze geen alcohol hadden gedronken.

Toename van ongelukken en agressie

Naast controle vermindering neemt ook het reactievermogen af. De kans op (verkeersongelukken is hierdoor groter. Uit onderzoek blijkt dat jongeren die drinken tijdens het uitgaan vaker slachtoffer of dader zijn van agressief gedrag. Vooral jongeren die veel drinken zijn vaker bij deze vormen van riskant gedrag betrokken.

Toename van kans op alcoholvergiftiging

Jongeren drinken tijdens het uitgaan vaak veel in korte tijd. De kans op een alcoholvergiftiging neemt hierdoor toe. Het zenuwstelsel raakt verdoofd, na bewusteloosheid kan een coma optreden met zelfs de dood tot gevolg. Doordat het puberbrein van jongeren nog niet volledig ontwikkeld is, voelen jongeren niet goed aankomen dat ze dronken worden. Hierdoor ontstaat het risico dat jongeren doordrinken totdat ze omvallen.

Black-out

Een black-out kan ontstaan wanneer veel alcoholhoudende drank in korte tijd wordt gedronken. Op het moment van drinken lijkt er niets aan de hand maar de volgende ochtend blijkt de herinnering uit het geheugen verdwenen te zijn. Een regelmatige black-out kan blijvende schade veroorzaken aan de hersenen.

Overige schade

Er wordt steeds meer bekend over de schadelijkheid van alcohol. Men loopt bij al weinig alcohol een verhoogd risico op een hoge bloeddruk, een hersenbloeding, leveraandoeningen, orgaanbeschadigingen en verslaving. Alcoholgebruik leidt tot een verhoogd risico op betrokkenheid bij ongelukken, op psychische stoornissen en psychosociale problematiek. Bij 45% van alle mensen in de verslavingszorg is alcoholhoudende drank de primaire oorzaak van de zorgvraag.

Tabel 8: de schadelijke effecten van alcohol (Expertisecentrum Alcohol, 2021a)

 

3.2 Ontwikkeling van alcoholgebruik onder jongeren

Landelijk

Landelijk gezien was er in de groep 12- tot en met 16-jarigen in de periode 2003-2015 een afname zichtbaar in het alcoholgebruik: dit daalde van ongeveer 70% naar 25%. Vanaf 2015 is deze afname van het alcoholgebruik echter gestagneerd. In zowel 2015, 2017 als 2019 bleef ongeveer een kwart (25%) van de 12- tot en met 16-jarigen maandelijks alcohol drinken. Ook het zogenaamde Binge-drinken en dronkenschap zijn sinds 2015 niet verder afgenomen (Rombouts et al., 2020).

 

Lokaal

Het alcoholgebruik onder jongeren in Harderwijk wordt gemeten aan de hand van de vierjaarlijkse Gezondheidsmonitor Jeugd van de GGD. Uit de laatste monitor (2019) komt het volgende beeld naar voren, in vergelijking tot de regionale en landelijke cijfers (zie tabel 9):

 

Alcoholgebruik jongeren

Harderwijk

Noord-Oost Gelderland

Landelijk

Heeft ooit gedronken (paar slokjes tot 1-2 glazen)

22-41%

35-51%

51%

Binge drinken

14%

23%

18%

Dronken of aangeschoten geweest

16%

26%

24%

Ouders stemming in met alcoholgebruik

20%

25%

-

Tabel 9: Alcoholgebruik tweede- en vierdeklassers in Harderwijk in vergelijking tot regionale cijfers (Kompas Volksgezondheid, 2019; Gezondheidsmonitor Jeugd GGD, 2019)

 

Bovenstaande gegevens laten zien dat de cijfers in Harderwijk iets onder het landelijke gemiddelde liggen. Echter de daling die we tot 2015 zagen, zet niet door. Naast deze cijfers laten signalen vanuit de horeca en vanuit toezichthouders een zorgwekkende ontwikkeling zien dat, wanneer jongeren drinken, zij vaak direct overgaan tot het consumeren van sterk alcoholhoudende drank (zoals wodka en jenever). Als reden hiervoor geven jongeren aan dat door sterke drank de invloed van alcohol sneller merkbaar is. De cijfers laten samen met de signalen uit de praktijk zien dat blijvende inzet en aandacht nodig is.

 

Invloed van ouders

De mening van ouders over het alcoholgebruik van jongeren is wel degelijk van invloed op het drinkgedrag van hun kind. Ouders kunnen via normen en regels bijdragen aan het uitstellen van het eerste alcoholgebruik van hun kinderen. Ouders zijn echter soms nog toegeeflijk met betrekking tot alcoholgebruik door hun kinderen. Zo krijgt landelijk gezien een kwart van de 12 tot 16-jarige scholieren die wel eens drinken, alcohol van hun ouders (Rombouts et al., 2020). Dat aantal is niet gedaald sinds 2016, maar er zijn de laatste jaren meer ouders die hun rol oppakken om alcoholconsumptie te verminderen. Driekwart van de ouders heeft in 2015 expliciet als regel dat hun minderjarige kind niet mag drinken; in 2007 was dat nog 50% (van Dorsselaer et al., 2016). Ouders die zelf veel drinken, zijn toleranter ten aanzien van alcoholgebruik bij hun kinderen. Dit horen we ook terug van ouders tijdens de tweejaarlijkse kroegentocht in Harderwijk. Zij hebben niet het idee dat zij hun kind kunnen verbieden om alcohol te drinken, omdat zij zelf ook regelmatig drinken. Hoewel de invloed van peers (leeftijdsgenoten, vrienden) op het gedrag toeneemt met de leeftijd, blijven ouders echter invloed houden op het drinkgedrag van hun opgroeiende kind (Engels, Kleinjan & Otten, 2013). Denk bijvoorbeeld aan hun houding ten opzichte van alcohol of door de afspraken die zij met hun kind maken. Ouders zijn zich hier alleen niet altijd bewust van, waardoor blijvende inzet op voorlichting en bewustwording hierover nodig blijft (Engels, Kleinjan & Otten, 2013). Tabel 10 laat de situatie met betrekking tot ouders die alcoholgebruik door hun kind toestaan in Harderwijk zien.

 

Harderwijk 2015

Harderwijk 2019

Noord-Oost Gld 2019

Mening van ouders over alcoholgebruik volgens jongeren

Ouders vinden het goed

9%

10%

20%

Ouders raden het af

6%

12%

12%

Ouders verbieden het

1%

2%

3%

 

Afspraken over alcoholgebruik van jongeren met ouders

Geen afspraken

27%

16%

21%

Tot bepaalde leeftijd geen alcohol

34%

39%

34%

Mag af en toe een slokje

11%

19%

13%

Mag 1-2 glazen

7%

4%

8%

Andere afspraak

13%

15%

20%

Tabel 10: Houding van ouders ten opzichte van alcoholgebruik van hun kind (Kompas Volksgezondheid, 2019)

 

3.3 Nalevingsonderzoek

Landelijk

Als jongeren aan drank willen komen, is dat nog steeds makkelijk in Nederland. Met een nalevingsonderzoek wordt regelmatig onderzocht in hoeverre de leeftijdsgrens voor alcohol wordt nageleefd door verschillende alcoholverstrekkers. Landelijk gezien is deze naleving is tussen 2018 en 2020 niet veranderd (respectievelijk 37,7% en 37,9%) (Bureau Objectief, 2021). Bij afzonderlijke verkooppunten zijn wel veranderingen te zien. Zo is het nalevingspercentage bij cafetaria’s, horecagelegenheden en webshops bijvoorbeeld gestegen, maar bij supermarkten en slijterijen juist gedaald.

 

Lokaal

In de periode van het Preventie- en Handhavingsplan 2017-2021 heeft er in 2017, 2018, 2019 en 2021 een nalevingsonderzoek plaatsgevonden. In 2020 is dit onderzoek niet uitgevoerd, omdat de horeca was gesloten vanwege de COVID-19 pandemie. Uit de cijfers is te zien dat in Harderwijk de naleving over de afgelopen jaren is verbeterd, hoewel dit fluctueert van jaar tot jaar (zie tabel 5). Het blijft dus noodzakelijk om hier aandacht voor te behouden en de ondernemers scherp te houden op het naleven van de leeftijdsgrens. Horecaondernemers in Harderwijk onderkennen dit en vragen zelfs om meerdere keren per jaar te controleren. Door de bijzondere situatie van de sluiting van de horeca tijdens de corona crisis en de heropening, is het ook noodzakelijk de focus op deze naleving te hebben en te houden.

 

3.4 Informatie van samenwerkingspartners

Ziekenhuisopnames

 

Jaar

Aantal doorverwijzingen naar Tactus

Waarvan uit Harderwijk

2017

18

6

2018

10

1

2019

16

4

2020

7

3

2021

16

1

Tabel 11: aantal ziekenhuisopnames als gevolg van alcoholmisbruik (bron: Tactus Harderwijk).

 

Te zien is dat de cijfers over de jaren erg fluctueren. Enkel op basis van deze cijfers is hier niet een conclusie uit te trekken. Ook landelijk is er sinds 2012 een fluctuatie te zien in het aantal meldingen en verwijzingen. Tot 2012 namen deze cijfers toe (Experticecentrum Alcohol, 2021). Overigens zijn deze cijfers waarschijnlijk wel een ondergrens. Niet alle jeugdigen worden in het ziekenhuis gezien door een kinderarts en worden derhalve niet geregistreerd onder alcoholmisbruik.

 

Handhavingsregistraties alcoholgerelateerde incidenten en delicten

Bureau HALT heeft als wettelijke taak om grensoverschrijdend gedrag en jeugdcriminaliteit van jongeren te voorkomen, te bestrijden en bestraffen. De Alcoholwet regelt dat jongeren geen alcohol voorhanden mogen hebben of mogen gebruiken op een voor publiek toegankelijke plaats. Daarvoor kunnen ze een HALT-verwijzing krijgen. Jongeren komen na het begaan van een overtreding via de politie of een BOA (Buitengewoon Opsporingsambtenaar) bij HALT terecht. Na het begaan van een overtreding van de Alcoholwet worden de ouders direct betrokken. De jongeren en ouders kunnen dan kiezen voor een HALT-straf of een geldboete. Een HALT-straf bestaat uit de volgende onderdelen: een gesprek tussen jongeren, ouders en een HALT medewerker, eventuele schade vergoeden, aanbieden van excuses, maken van leeropdrachten en soms ook een werkopdracht.

Wanneer de jongere de HALT-straf naar behoren afrondt, voorkomt hij/zij een justitiële aantekening. Het is een interventie op maat, die past bij het delict en de jongere. Het doel van deze keuze is om grensoverschrijdend gedrag van jongeren zo vroeg mogelijk te stoppen. Daarnaast geeft een HALT-straf de jongere de kans om hun fout recht te zetten en eventueel excuses aan te bieden of schade te vergoeden aan slachtoffers, waardoor de kans op herhaling vrij gering is. Daarnaast biedt de HALT-straf de mogelijkheid om als overtreder verantwoordelijkheid te nemen voor het ongewenste gedrag zonder tussenkomst van justitie. Voor een HALT-straf kan maar éénmaal worden gekozen. Indien een overtreder reeds een HALT-straf heeft ondergaan, zal bij een volgende overtreding (recidive) direct over worden gegaan tot een geldboete en een aanmaken van een strafblad.

Bijgehouden wordt hoeveel alcoholgerelateerde incidenten/delicten er per jaar plaatsvinden. Vanuit Stadstoezicht zijn hierover de volgende cijfers beschikbaar (tabel 12):

 

Jaar

2018

2019

2020

2021

Beschikkingen (geldboete)

22

2

5

3

HALT- (Het Alternatief) verwijzingen

46

38

5

13

Totaal

68

40

10

16

Tabel 12: Alcohol incidenten en delicten - cijfers per december 2021.

 

Opvallend zijn de lage aantallen in 2020 en 2021, in vergelijking met de jaren 2018 en 2019. Een mogelijke verklaring zijn de gesloten horeca en sportverenigingen vanwege de COVID-19 pandemie. Uit de tabel kan worden opgemaakt dat de meeste gevallen gekozen wordt voor een alternatieve straf (HALT-verwijzing).

4. Uitgangspunten van het beleid

Integrale beleidsvisie

In dit preventie- en handhavingsplan beschrijven we hoe we in de gemeente Harderwijk de jongeren willen beschermen tegen de schadelijke gevolgen van alcoholgebruik. Om de doelen te kunnen bereiken en resultaat te kunnen behalen is een integrale beleidsvisie nodig. Een bijdrage van iedereen in de (lokale) omgeving van de jongeren in Harderwijk is nodig: scholen, sportverenigingen, ouders, ondernemers, jongerenwerkers en gemeente. Gezamenlijk zetten we in op een gezond Harderwijk, zonder alcoholgebruik onder de 18 jaar en met verantwoorde alcoholverstrekking aan en verantwoord alcoholgebruik door jongvolwassenen.

 

Als uitgangspunt voor integraal alcoholbeleid hanteren we het universele preventiemodel van Reynolds dat ook de basis vormt voor de Handreiking Gezonde Gemeenten van het RIVM (Rijksinstituut voor volksgezondheid en Milieu). Het preventiemodel kent drie beleidspijlers: educatie, regelgeving en handhaving. De pijlers staan deels op zichzelf maar overlappen elkaar ook (figuur 1). Juist in de overlap is het integrale preventiebeleid terug te zien. Het model maakt duidelijk dat niet alleen educatief, maar ook regelgeving en handhaving bijdragen aan het voorkómen van (problemen door) alcoholgebruik.

Dit preventie- en handhavingsplan is gebaseerd op deze integrale beleidsvisie. Er is immers sprake van preventie èn handhaving. Dat houdt in dat meerdere afdelingen binnen de gemeenten - en daarmee ook verschillende typen maatregelen - worden ingezet bij de aanpak van de alcoholproblematiek.

Figuur 1: Preventiemodel Reynolds

 

Het preventiemodel van Reynolds is gebaseerd op de systeemtheorie van Holder die duidelijk maakt dat alcoholgebruik altijd een resultaat is van een combinatie van factoren. De persoon, de sociale omgeving, het aanbod van alcoholhoudende drank en het overheidsbeleid vormen samen een systeem dat uiteindelijk de keuze van de gebruiker bepaalt. Holder laat daarmee zien dat alcoholpreventie nooit alleen op het individu gericht kan zijn. Het meest succesvol zijn strategieën die vooral de omgeving van de drinker beïnvloeden. En in die omgeving van de jonge drinker spelen alcoholverstrekkers, scholen en ouders een belangrijke rol. Dit preventie- en handhavingsplan richt zich daarom op deze omgevingsinvloeden en stelt de omgeving van de jonge drinker centraal.

 

Opgroeien in een kansrijke omgeving (OKO)

Bovenstaand preventiemodel en uitgangspunt voor het alcoholbeleid sluit naadloos aan bij de preventieaanpak OKO waar we vanuit de gezondheidsnota op de Noord-Veluwe in 2023 mee aan de slag willen. In de OKO aanpak is het IJslands model aangepast aan de Nederlandse samenleving. Het is een integrale preventieaanpak gericht op het creëren van een positieve leefomgeving, waarin jongeren gezond, veilig en kansrijk kunnen oproeien, zonder middelengebruik. De focus ligt op de beschermende en risicofactoren in de verschillende levensdomeinen van de jongere: gezin, leeftijdsgenoten, school en vrije tijd. In de uitvoer van de OKO-aanpak zal er nadrukkelijk verbinding worden gezocht met het P&H-plan.

5. Ambitie en beleidsdoelstellingen

5.1 Ambitie

De gemeente Harderwijk streeft ernaar dat haar jonge inwoners gezond, veilig en kansrijk kunnen opgroeien zodat hun talenten zo optimaal mogelijk tot ontwikkeling kunnen komen. Alcohol hoort daar niet bij. In elk geval niet tot het 18e jaar en daarna met mate. Voor jongvolwassenen adviseert de Gezondheidsraad zowel mannen als vrouwen om geen alcohol te drinken of in ieder geval niet meer dan één standaardglas per dag (Gezondheidsraad, 2015). Een sociale en fysieke omgeving die uitnodigt en stimuleert tot het gewenste gedrag is ondersteunend aan deze ambitie. Daarom zetten we in Harderwijk in op een adequate naleving van de Alcoholwet, het versterken van de sociale omgeving rondom jongeren en het faciliteren van een fysieke omgeving die gezond gedrag stimuleert.

 

In dit plan onderscheiden we 3 hoofddoelgroepen, die ieder zijn verdeeld in subgroepen zoals hieronder vermeld.

  • 1.

    Gebruikers

    • 1.

      Personen onder de 18 jaar (jongeren)

    • 2.

      Personen boven de 18 jaar, tot 24 jaar (jongvolwassenen)

  • 2.

    Verstrekkers

    • 1.

      Commerciële horeca, verstrekkers die zich alleen of voornamelijk richten op de verkoop van alcohol (zoals een restaurant, café of discotheek)

    • 2.

      Paracommerciële horeca, verstrekkers niet zijnde commerciële rechtspersonen (stichtingen of vereniging) die zich in de eerste plaats richten op het stimuleren van activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard (zoals sportclub en wijk- en buurthuizen)

    • 3.

      Evenementenorganisatoren die bij het evenement zwak alcoholhoudende drank willen schenken (artikel 35 van de Alcoholwet)

  • 3.

    Niet-vergunningplichtige verstrekkers

    • a.

      Supermarkten en andere uitzonderingen genoemd in artikel 18 van de Alcoholwet.

    • b.

      Persoonlijk betrokken (zoals ouders)

In dit P&H-plan verstaan we onder gebruikers jongeren en jongvolwassenen tot 24 jaar. Het accent ligt nadrukkelijk op de groep onder de 18 jaar en het ‘binge drinken’ t/m 24 jaar. Het is bekend dat de gezondheidsschade van alcoholgebruik het grootst is onder de 18 jaar. Met dit gegeven in het achterhoofd heeft de centrale overheid de leeftijdsgrens voor verkoop én bezit van alcohol in 2014 verhoogd naar 18 jaar.

 

5.2 Doelstellingen preventiebeleid

Artikel 43a van de Alcoholwet schrijft voor dat een preventie- en handhavingsplan dient aan te geven wat de doelstellingen van het beleid zijn. Op basis van de Alcoholwet formuleren wij de volgende hoofddoelstellingen:

  • 1.

    Afname van alcoholgebruik en de schadelijke gevolgen van alcoholgebruik voor jongeren onder de 18 jaar;

  • 2.

    Afname van blootstelling aan alcoholhoudende drank voor jongeren onder de 18 jaar;

  • 3.

    Afname van dronkenschap en de schadelijke gevolgen van excessief alcoholgebruik (met name tijdens uitgaansavonden in het publieke domein).

Deze algemene beleidsdoelstellingen worden hieronder nader omschreven waarbij concreet wordt aangegeven op welke manier deze doelen worden bereikt. Er is hierbij aandacht voor het gebruik onder jongeren, de setting waarin jongeren drinken en de houding van ouders tegenover het drinken van hun kind.

 

Doelstelling 1: Afname alcoholgebruik en de schadelijke gevolgen van alcoholgebruik voor jongeren onder de 18 jaar.

In maart 2022 is de nieuwe (regionale) nota Volksgezondheid door de raad vastgesteld. In deze nota is de afname van middelengebruik, waaronder alcohol, opgenomen als één van de thema’s en doelstellingen. De ambitie is om dit aan de hand van het OKO-model vorm te geven. 'Opgroeien in een Kansrijke Omgeving (OKO)' is een Nederlandse preventie-aanpak voor gemeenten en is gebaseerd is op de uitgangspunten van het IJslandse preventiemodel. Het is een integrale preventie-aanpak, gericht op het creëren van een positieve leefomgeving waarin jongeren veilig en kansrijk kunnen opgroeien, zonder middelengebruik. De haalbaarheid van het implementeren van dit model op de Noord-Veluwe is in de verschillende gemeenten in de regio onderzocht en alle gemeenten staan positief tegenover de implementatie ervan. Waarschijnlijk wordt er per 1 januari 2023 gestart met de implementatie van het model. De huidige inzet op alcoholmatiging binnen het gezondheidsbeleid is in de lokale uitvoeringsagenda uitgewerkt. De uitwerking van OKO en inzet op alcoholmatiging gebeurt in samenwerking met (lokale) partners. Door te gaan werken vanuit de preventieaanpak OKO zal dit nog effectiever en integraler uitgevoerd worden.

 

Doelstelling 2: Afname van blootstelling aan alcoholhoudende drank voor jongeren onder de 18 jaar

Vergeleken met volwassenen ondervinden jongeren meer negatieve gezondheidseffecten van alcohol en zijn ze gevoeliger voor invloeden vanuit de sociale omgeving. Omdat kinderen en adolescenten zelf geen of weinig ervaring hebben met alcohol zijn rolmodellen (zoals ouders en vrienden) en hun gedrag voor hen een belangrijke bron van informatie. Daarnaast is het voor adolescenten belangrijk om relaties op te bouwen met leeftijdsgenoten. Jongeren willen ‘erbij’ horen en hebben daarom de neiging zich aan te passen aan gedragingen van (populaire) leeftijdsgenoten.

Blootstelling aan alcoholgebruik van anderen, met name ouders en vrienden, maar ook blootstelling aan alcoholreclame, alcohol beelden of andere referenties naar alcohol in de (sociale) media is dan ook van belang voor de ontwikkeling van alcoholgerelateerde bekendheid en het alcoholgebruik door jongeren. Jongeren die anderen zien drinken, hebben zelf een grotere kans hebben om ook (meer) te gaan drinken. Kinderen zien het drinken van alcohol overal om zich heen en dat heeft invloed op hun mening over alcohol. Een doelstelling van dit P&H-plan is dan ook om kinderen en jongeren zo min mogelijk in aanraking te laten komen met alcohol.

 

Doelstelling 3: Afname van dronkenschap en de schadelijke gevolgen van excessief alcoholgebruik (met name tijdens uitgaansavonden in het publieke domein)

Als laatste doelstelling zal er in de loop van de komende vier jaar aandacht worden besteed aan het doorschenken bij dronkenschap in het uitgaansleven. Voor 18-24 jarigen gaat het vooral om het voorkomen van overmatig alcoholgebruik. Het aantal jongeren wat drinkt is de afgelopen jaren gedaald, maar het aantal bingedrinkers daalt niet. De uitgaansavonden zijn hierbij een belangrijk risico-moment. Gezien de ontwikkeling van de hersenen doorgaat tot en met het 24ste levensjaar, de oververtegenwoordiging van de leeftijdsgroep tot 24 jaar in het uitgaansleven èn de relatie van alcohol met het uitgaansleven (met de daarbij behorende risico’s op dronkenschap, soms uitmondend in een intoxicatie) blijft dit een belangrijk aandachtspunt. Naast gezondheidsproblematiek is ook de veiligheidsproblematiek een belangrijke motivatie om aandacht te besteden aan deze leeftijdsgroep. Daarom is het wenselijk dat de komende vier jaar ingezet wordt op afname van doorschenken van bezoekers in beschonken toestand.

 

5.3 Doelstelling handhavingsbeleid

De burgemeester zal in het sanctiebeleid (zie hoofdstuk 7) in hoofdlijnen aangeven op welke wijze hij zal reageren op geconstateerde overtredingen van de Alcoholwet en hoe hij de door de wet aan hem geboden beleidsvrijheid zal invullen. De burgemeester zal hierbij in het bijzonder aandacht schenken aan de reactie op overtredingen waarbij jongeren zijn betrokken. Met het oog op rechtszekerheid, maar ook met het oog op preventie zal de burgemeester dit beleid in brede zin communiceren.

6. Te ondernemen acties om alcoholgebruik met name onder jongeren te voorkomen

6.1 Preventie-acties

Op basis van bovengenoemde doelstellingen zullen de volgende preventie-acties in de komende vier jaar worden uitgevoerd:

  • 1 à 2 keer per jaar een nalevingsonderzoek uitvoeren bij alcoholverstrekkers

  • De nalevingsonderzoeken hebben tot doel inzage te geven in hoe de lokale horeca omgaat met het schenken van alcoholhoudende drank aan minderjarigen. Tevens wordt onderzocht welke motieven en weerstanden er zijn om zich te houden aan het niet schenken aan jongeren onder de 18 jaar. Door de resultaten van het nalevingsonderzoek te delen met de ondernemers willen we bewustwording creëren onder de horecaondernemers. Dit zal hopelijk resulteren in een vermindering van het verstrekken van alcoholhoudende dranken aan minderjarigen. Door twee keer per jaar (voor- en naseizoen) een dergelijk onderzoek te houden, waarbij de resultaten direct worden teruggekoppeld aan de alcoholverstrekkers, wordt hierop gemonitord.

  • Aandacht vragen voor het niet doorschenken aan bezoekers in beschonken toestand

  • Hierbij richten we ons op de omgeving van de drinker, namelijk de schenkende horeca/paracommerciële horeca. Door middel van een goed deur- en schenkbeleid wordt zoveel als mogelijk, voorkomen dat dronken mensen uitgaansgelegenheden binnenkomen en dat bezoekers in uitgaansgelegenheden te sterk onder invloed raken. Gemeenten, handhavers en de horeca werken samen om dit te bereiken. Door het niet (meer) doorschenken bij dronkenschap wordt er gestreefd naar een veiligere omgeving voor uitgaanspubliek.

  • Hierbij staan de volgende uitgangspunten centraal:

    • Personen in kennelijke staat van dronkenschap worden niet toegelaten in horecagelegenheden (zoals omschreven in artikel 20 lid 4 van de Alcoholwet)

    • Er wordt niet doorgeschonken aan personen die reeds in kennelijke staat van dronkenschap verkeren (zoals omschreven in artikel 252 lid 1 Wetboek van Strafrecht).

  • 1x per 2 jaar informatieavond (zogenaamde kroegentocht) organiseren voor ouders

  • Op deze avond is er een gezamenlijke start met een theatergroep die pakkende scènes tussen ouder en kind naspelen. Daarna zijn er drie workshops over verschillende onderwerpen (alcohol, drugs en het uitgaansleven). In 2020 is deze avond vanwege de corona pandemie helaas niet doorgegaan. De volgende avond staat gepland in het najaar van 2022.

  • Instructie Verantwoord Alcoholschenken

  • Jaarlijks krijgen barvrijwilligers van de paracommerciële horeca en evenementen de gelegenheid gratis een IVA training (Instructie Verantwoord Alcoholschenken) te volgen.

  • Deelnemen aan de campagne NIX18, aan de IkPas campagne, de campagne ‘Zien drinken doet drinken’ en de landelijke Alcohol Actieweek

  • Via onze lokale kanalen wordt hier aandacht aan besteed en worden berichten gedeeld. Tevens ontwikkelen we ons eigen lokale materiaal.

  • Voorlichting voor alcoholverstrekkers (commerciële en paracommerciële) over de Alcoholwet en de (gezondheids)risico’s van (overmatig) alcoholgebruik onder jongeren

  • Dit gebeurt op aanvraag van de ondernemer/paracommerciële instelling.

  • 1 x per jaar wordt een bijeenkomst gehouden voor de paracommercie waarbij informatieoverdracht een rol speelt en aandacht wordt besteed aan alcoholmatiging

  • Dit jaar zal in de bijeenkomst extra aandacht worden besteed aan de snelle wisseling van bestuurders en leidinggevenden en het voldoen aan de eisen. Het is van belang dat leidinggevenden op een verantwoorde wijze omgaat met het verstrekken van alcoholhoudende drank. Jaarlijks wordt het thema van de bijeenkomst, afhankelijk van actualiteit en in overleg met de betrokken partijen, vastgesteld.

  • Het programma Helder op School implementeren bij middelbare scholen in Harderwijk

  • Scholen doen al veel aan alcoholmatiging, toch blijft aandacht voor dit onderwerp nodig. In samenwerking met Tactus zetten we op de scholen in om “normalisering” van alcohol terug te dringen. Helder op School is een preventieprogramma binnen het programma Gezonde School en is gericht op roken, gebruik van alcohol en drugs, en gamen, met een niveau- en leeftijdsspecifiek, wetenschappelijk onderbouwd aanbod voor leerlingen en hun omgeving. Daarnaast gaan we met scholen in gesprek over het programma Gezonde School (vignet alcohol en roken) en het in het verleden gesloten Middelen Convenant.

  • Binnen het convenant Veilige School zal er ook aandacht worden besteed aan het voorkomen van alcoholgebruik onder jongeren.

6.2 Handhavingsacties

Zoals eerder is aangegeven ligt de gemeentelijke prioriteit in dit plan, zowel als het gaat om preventie als om handhaving, bij de problemen rondom alcoholverstrekking aan minderjarigen én het voorkomen van dronkenschap onder jongvolwassenen. De wettelijke basis om te handhaven is gelegen in de Alcoholwet en het Wetboek van Strafrecht. Vanaf 2013 is de gemeente toezichthouder voor de Alcoholwet. Inmiddels hebben we wat jaren ervaring kunnen opdoen met deze toezichthoudende taak. Op basis van deze ervaringen en inzichten is gekozen voor een programmatische aanpak, waarbij de volgende stappen (handhavingsacties) worden onderscheiden en die hieronder nader worden omschreven:

  • 1.

    Nalevingsonderzoek

  • 2.

    Hotspots inventariseren

  • 3.

    Maken van een risico-analyse

  • 4.

    Uitvoeren van een interventiestrategie

  • 5.

    Evaluatie en priortering

 

Stap 1Laten uitvoeren van een nalevingsonderzoek

Doorontwikkeling

Zoals aangegeven bij de evaluatie van het vorige P&H-plan in hoofdstuk 2 staat de ontwikkeling van het nalevingsonderzoek niet stil en levert nog steeds een essentiële bijdrage aan de naleving van de wet door horeca-ondernemers. Sterker nog, de horeca-ondernemers verzoeken ons juist om meerdere malen per jaar een dergelijk onderzoek (voor hen een extra meetpunt) uit te voeren. Deze positieve bijdrage komt vooral door de ingeslagen weg om in te zetten op gedragsverandering en niet primair om te straffen. Dit is de reden waarom voor de komende tijdsduur van dit plan wordt ingezet om jaarlijks tweemaal een dergelijk onderzoek te laten plaatsvinden. Dit zal in verschillende tijdsperiodes van het jaar plaatsvinden om zo een goed beeld te krijgen van de naleving door horeca-ondernemers over verschillende tijdsperiode in het jaar.

 

Aanpassing van de werkwijze

In tegenstelling tot het vorige plan en gelet op de ervaringen van de afgelopen vier jaar, zal geen individueel gesprek worden gehouden, maar worden horeca-ondernemers uitgenodigd om samen met branchegenoten die de wet niet hebben nageleefd de resultaten te bespreken en samen te kijken waaraan het ligt dat naleving niet is gelukt en welke maatregelen genomen kunnen worden om tot naleving te komen. Na deze bespreking stelt de betreffende horeca-ondernemer een plan op waarin de te nemen maatregelen zijn verwoord.

Dit plan zal worden beoordeeld op of er sprake is van reële maatregelen die de naleving positief kunnen bevorderen. Het jaar daaropvolgend zal blijken of de genomen maatregelen afdoende zijn geweest.

 

Achterwege blijven van naleving van de wet voor horecabedrijven/paracommerciële instellingen

De ervaring leert dat sommige horecabedrijven meerdere keren achter elkaar de wet niet naleven tijdens de aankooppoging(en) in het nalevingsonderzoek (zie ook tabel 5) en daarom elk jaar worden uitgenodigd voor bovengenoemde bijeenkomst. Voor deze horecabedrijven is een andere prikkel nodig om tot naleving te komen. Indien dit aan de orde is, zullen er meer - al dan niet met gebruik van een testaankoper- reguliere controles plaatsvinden. Indien daaruit blijkt dat aan een jongere onder de 18 jaar alcohol wordt geschonken zal volgens het stappenbeleid (genoemd in het sanctiebeleid) hiertegen worden opgetreden. Met die aanpassing dat de waarschuwing achterwege wordt gelaten. In deze situaties wordt het verrichten van het onderzoek als een waarschuwing beschouwd. Immers het onderzoek is bedoeld de bewustwording te vergroten. Er zal dan direct over worden gegaan tot het opleggen van een sanctie.

Naast reeds bestaand beleid zal ook toegevoegd worden dat als uit twee opeenvolgende jaarlijkse nalevingsonderzoeken blijkt dat bij 1 of meerdere aankooppogingen de betreffende wet niet wordt nageleefd door een horecabedrijf/instelling dit zal worden toegevoegd aan het horecadossier. Indien deze situatie zich voordoet wordt dit meegewogen bij de beoordeling of er sprake is van “enig slecht levensgedrag”.

In het vorige plan was geregeld dat als een horecabedrijf tijdens het onderzoek de wet had nageleefd, het jaar daarop was vrijgesteld van onderzoek. Tijdens de looptijd van het vorige plan, is in samenwerking en met toestemming van KHN-afdeling Harderwijk, deze bepaling losgelaten. Dit om het mogelijk te maken en te voldoen aan het verzoek van de horeca om meerdere keren in een jaar gecontroleerd te worden. In dit nieuwe plan is gekozen om deze bepaling niet meer over te nemen. Elk jaar zal dus tweemaal een onderzoek plaatsvinden waarbij zoveel mogelijk als het budget toelaat, horecabedrijven en instellingen worden gecontroleerd los van de uitkomst van eerdere onderzoeken.

 

Stap 2Hotspots inventariseren

Verstrekkers die bijzondere aandacht nodig hebben, bijvoorbeeld omdat er veel jongeren komen, noemen we in dit plan “hotspots”. Ook als blijkt uit een nalevingsonderzoek dat een verstrekker aan een jongere onder de 18 jaar alcoholhoudende drank alcoholhoudende drank heeft verstrekt of als er aan een klant die in kennelijke staat van dronkenschap verkeert is (door)geschonken wordt die verstrekker als “hotspot” aangemerkt. Dit omdat deze verstrekker een hoger risico vormt bij de niet naleving.

Hotspots worden vaker gecontroleerd dan de andere verstrekkers. Bij de advisering over de vaststelling van deze hotspots worden de toezichthouders van de Alcoholwet betrokken. Wanneer een verstrekker als hotspot wordt aangemerkt, betekent dit dat er sprake is van een verhoogd risico dat naleving niet of niet voldoende plaatsvindt.

Op basis van de totale risicoanalyse zijn de hotspots vastgesteld en deze worden eens per jaar herijkt.

 

 

Per hotspot wordt de kans op overtredingen in kaart gebracht. Die kans wordt bepaald op basis van kenmerken zoals deurbeleid, het gebruik van leeftijdscontrolesystemen, openingstijden, doelgroep en naleving. Figuur 2 laat zien hoe de verschillende typen verkopers kunnen worden ingedeeld.

Figuur 2: Risico-pyramide

 

Extra aandacht wordt besteed aan evenementen (waaronder sportevenementen). Jaarlijks wordt een evenementenkalender opgesteld. Naar aanleiding van deze kalender worden risico-evenementen worden toegevoegd aan het jaarlijkse nalevingsonderzoek voor zover het budget dit toelaat. Een risico-evenement zoals hier bedoeld zijn evenementen die gericht zijn op jongeren en of evenementen die ook door (veel) jongeren worden bezocht. Een evenement wordt tevens als risico-evenement gezien als uit de evaluatie van een evenement blijkt dat alcoholhoudende drank geschonken is aan een of meerdere jongeren onder de 18 jaar. De klantmanager Bijzondere Wetten brengt dit in als input voor de te controleren adressen bij het jaarlijkse nalevingsonderzoek. Dit omdat deze direct betrokken is bij een evenementenaanvraag met een alcohol component en de evaluatie hiervan. Ook kunnen tussentijdse evenementen waarbij alcohol wordt geschonken worden meegenomen in het jaarlijkse nalevingsonderzoek, indien dit past binnen planning van dit onderzoek.

 

Stap 3maken van een risico-analyse

Jaarlijks maakt de gemeente een risico-analyse. Dit is gefundeerd op de uitkomsten van het jaarlijkse nalevingsonderzoek, de hotspotlijst, de input van diverse experts/bronnen. Op basis waarvan doelstellingen kunnen worden aangescherpt en de focus kan worden verlegd. De risico-analyse geeft inzicht in de concrete kenmerken van de locaties waar jongeren drinken en waar hun alcoholgebruik voor problemen zorgt. Hiermee kunnen onze inspanningen gericht worden ingezet op plaatsen waar de grootste gezondheids- en/of veiligheidswinst kan worden behaald. Door het jaarlijkse karakter van deze analyse, is het tevens een evaluatie-instrument dat inzicht geeft in de resultaten van het lokale alcoholbeleid en dat aanknopingspunten biedt voor een volgend preventie- en handhavingsplan. De onderstaande tabel risicoanalyse kan als hulpmiddel gebruikt worden voor de risico-analyse.

Om een praktijkgerichte risicoanalyse uit te kunnen voeren zijn, ter aanvulling op genoemde onderzoeken in dit hoofdstuk, andere experts/bronnen geraadpleegd. In eerste instantie zijn dat, politie, jongerenwerk, veldwerk verslavingszorg en de drank- en horecacontroleurs. Van deze experts/bronnen kan jaarlijks gevraagd worden aan te geven wat zij als de belangrijkste risico’s zien.

 

De risicokenmerken, -locaties en tijdstippen in onderstaand tabel (tabel 13) staan hierbij centraal.

 

Tabel 13 Risicoanalyse

 

De risicoanalyse bepaalt waar de meeste aandacht naar toe gaat. Op basis van de uitkomsten kan de prioritering/uitvoeringsstrategie worden bepaald en bovendien in opvolgende jaren worden verfijnd en bijgestuurd. Omdat de alcoholproblematiek onderhevig is aan trends, wordt de risicoanalyse idealiter elk jaar opnieuw uitgevoerd.

 

Stap 4Uitvoeren van een Interventiestrategie

Op basis van de risicoanalyse en de hotspotlijst worden prioriteiten vastgesteld. Daarbij wordt een afweging gemaakt tussen de aandacht voor de leeftijdsgrens voor alcoholverkoop onder de 18 jaar en de bepalingen rondom dronkenschap, zoals het niet toelaten van in kennelijke staat van dronkenschap/dronken personen in een horecagelegenheid en het niet schenken aan klanten in kennelijke staat van dronkenschap. Elk jaar worden met het herijken van de hotspots tevens de handhavingsprioriteiten opnieuw vastgesteld.

 

Controles algemeen

Controles op grond van de Alcoholwet worden standaard in burgerkleding uitgevoerd. Dit kunnen reguliere of extra controles zijn bij bedrijven en/of evenementen. Doel van deze controles is na te gaan of de regels nageleefd worden. Door deze inspecties in burgerkleding uit te voeren wordt gestreefd naar een zo reëel mogelijk beeld en uitkomst van het doel. Bij niet naleving wordt een maatregel genomen en volgt een herinspectie.

Bij bepaalde evenementen kan het geschikter zijn om zichtbaar aanwezig te zijn als toezichthouder. Als aanvulling op het standaard uitgangspunt (controle in burgerkleding), kunnen controles worden ingepland waarbij de toezichthouder opvallend zichtbaar aanwezig is door herkenbare kleding. Hierbij wordt vooraf nauwkeurig geanalyseerd op welke locaties en op welke tijdstippen dit mogelijk is. Dit in verband met de veiligheid van de toezichthouder. Veelal zal in samenwerking met de politie deze acties worden voorbereid. Bij aangewezen grote evenementen is altijd een toezichthouder/boa vanaf de aanvraag van de vergunning betrokken.

 

Bij het nastreven van het doel om een zo reëel mogelijk beeld en uitkomst te krijgen van alcoholcontroles, is herkenbaarheid van de controleurs en of de boa’s een knelpunt. Deze leeftijdscontroles zijn vaak lastig uit te voeren, omdat de drank- en horecacontroleurs en/of de boa’s snel herkend worden. Eenmaal herkend staat dit de effectiviteit in de weg van deze controlerende taak. Inmiddels is een convenant van kracht tussen de gemeente Ermelo, Harderwijk en Putten waarin is afgesproken dat drank- en horecacontroleurs van de deze gemeenten afwisselend in de deelnemende gemeenten kunnen worden ingezet bij diverse taken. Hierdoor worden de controles effectiever en zullen deze een nog realistischer beeld opleveren. Het streven van Stadstoezicht is om in de komende periode toe te werken dat ook de gemeente Zeewolde aanhaakt bij het convenant. Dan wordt de kans op herkenbaarheid nog meer verkleind en het doel van de wet vergroot. Dit streven sluit tevens goed aan bij de reeds intensievere samenwerking met deze gemeente in EHZ-verband.

 

Extra controles als gevolg van niet naleving

Gestreefd wordt naar een controlefrequentie van minimaal 6 keer per jaar voor de hotspots met een permanent risico (zie figuur 2). Voor de hotspots met een beperkt risico zijn 3 inspecties per jaar noodzakelijk om de naleving effectief te blijven beïnvloeden (Wagenaar e.a., 2005). Voor de groene categorie met een beperkt risico volstaat de reguliere controle.

 

Basischeck Alcoholvergunning

Voordat de leeftijdsgrens/in kennelijke staat van dronkenschap inspecties worden uitgevoerd is het zaak de vergunning van in ieder geval de hotspots actueel te hebben. Met een basischeck wordt jaarlijks vastgesteld of de vergunning nog op orde is (of er überhaupt een vergunning is). Gelet op de uitkomsten van de evaluatie (zie hoofdstuk 2) zal voor de komende periode van dit P&H-plan deze basischeck worden uitgevoerd door de klantmanager Bijzonder Wetten. Waardoor het preventieve doel van de check overkomt op de doelgroep zoals dit in de plan is bedoeld. Deze hebben geen werktenue, hebben de kennis om direct inhoudelijke vragen te kunnen beantwoorden en kunnen direct aan de horecaondernemer aangegeven welke handelingen en/of acties er gedaan moeten worden als blijkt dat als aanpassing of een vergunning nodig is.

 

Artikel 45 en 45a

Artikel 45 in de Alcoholwet omschrijft het verbod op het aanwezig hebben van alcohol onder de 18 jaar op voor publiek toegankelijke plaatsen. De mogelijkheid om jongeren te beboeten is in 2013 toegevoegd aan de wet. Met de wetswijziging van 1 juli 2021 van de Alcoholwet is artikel 45a toegevoegd en is zodoende een aanvulling op het bestaande handhavingspallet. Dit betekent dat het strafbaar is voor een volwassene om alcoholhoudende drank te kopen en deze drank daarna door te geven aan een minderjarige. In voornoemd geval kunnen drie boetes worden uitgedeeld. De eerste is aan de directe verstrekker, de tweede aan de minderjarige en de derde aan de volwassene die de drank doorgeeft.

 

Stap 5 Evaluatie en prioritering

Jaarlijks wordt een evaluatie gehouden. Deze kan, samen met de risico-analyse aan het einde van de periode van de tijdsduur van dit plan worden meegenomen in de eindevaluatie en vormt o.a. de basis voor het nieuwe plan.

Door het college is de nota ‘integraal toezicht en handhaving’ vastgesteld. In deze nota staan de doelstellingen uit het collegeprogramma beschreven, de totale handhavingsopgaaf (gemeentebreed) en de wijze van regie op toezicht en handhaving. Deze nota vormt de basis voor nadere uitwerking middels een (twee)jaarlijks uitvoeringsprogramma. Bij het uitvoeringsprogramma integraal toezicht en handhaving 2021-2022 hoort een handhavingsmatrix. In deze matrix is opgenomen dat de toezicht en handhaving op de Alcoholwet een hoge prioriteit heeft.

7. Sanctiebeleid Alcoholwet

7.1 Aanleiding

Het schenken van alcoholhoudende drank wordt gereguleerd door de Alcoholwet en is onderworpen aan een vergunningplicht. In de meeste gevallen is de burgemeester het bevoegde bestuursorgaan ten aanzien van de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving. In sommige gevallen is het bevoegde orgaan voor toezicht en handhaving de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit (NVWA).

Op grond van artikel 43a van de Alcoholwet stelt de gemeenteraad een preventie- en handhavingsplan vast dat de hoofdzaken bevat van het beleid betreffende de preventie van alcoholgebruik, met name onder jongeren, en de handhaving van de wet. De burgemeester kiest ervoor om sanctiebeleid voor de gehele Alcoholwet op te stellen in één document. Op deze wijze is het voor partijen (horecaondernemers, bewoners, drank- en horecacontroleurs en de handhavingsjurist) overzichtelijk, transparant en efficiënt.

Het sanctiebeleid is als volgt opgebouwd. Eerst zijn de algemene beleidsregels opgenomen die op de bestuursrechtelijke aanpak van elke overtreding van toepassing zijn. Daarna volgen de beleidsregels voor bestuursrechtelijke handhaving van de leeftijdsgrenzen.

In bijlage 2. treft u de matrix sanctiestrategie van de Alcoholwet. Hierin is overzichtelijk aangegeven hoe het toezicht en de handhaving plaatsvindt per geconstateerde overtreding van de Alcoholwet.

 

7.2 Sanctiebeleid bestuursrechtelijke handhandhaving Alcoholwet

Algemeen

In dit beleid geeft de burgemeester aan op welke wijze hij zal reageren op geconstateerde overtredingen van de Alcoholwet en zo de door de wet aan hem geboden beleidsvrijheid zal invullen. De burgemeester zal hierbij in het bijzonder aandacht schenken aan de manier waarop hij zal optreden tegen overtredingen waarbij jongeren zijn betrokken.

 

Juridisch kader

Artikel 4:48 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna aangehaald als Awb) bepaalt dat een bestuursorgaan beleidsregels kan vaststellen, met betrekking tot een hem toekomende of onder zijn verantwoordelijkheid uitgeoefende dan wel door hem gedelegeerde bevoegdheid.

 

Zorgvuldige voorbereiding handhavingsbesluit

Elk besluit dat de burgemeester neemt ter handhaving van de Alcoholwet dient volgens de Awb zorgvuldig te worden voorbereid. Dit houdt in dat voordat wordt besloten tot op het opleggen van een last onder dwangsom, een last onder bestuursdwang en het schorsen of intrekken van een vergunning in beginsel eerst een voornemen tot handhaving bekend wordt gemaakt. In beginsel, want in een (zeer) spoedeisende situatie kan worden afgezien van het vooraf horen. Dit dient in het handhavingsbesluit goed te worden gemotiveerd.

Degene tegen wie het handhavingsvoornemen is gericht, wordt daarbij in de gelegenheid gesteld om zijn/haar zienswijze (reactie) binnen twee weken kenbaar te maken. Pas daarna zal een definitief besluit worden genomen. Tegen de definitieve besluiten staat vervolgens bezwaar open. Deze bezwaarschriften worden voor advies voorgelegd aan de onafhankelijke commissie bezwaarschriften Harderwijk-Zeewolde.

Op het moment dat de last wordt overtreden stuurt de burgemeester een invorderingsbeschikking als bedoeld in artikel 5:37 van de Awb naar de overtreder van de last waarin staat dat een dwangsom is verbeurd en dat dit binnen zes weken moet worden betaald. Op grond van artikel 4:12 Awb is het niet vereist om bij het vaststellen van een beschikking die strekt tot het vaststellen van een financiële verplichting, eerst een brief met een voornemen hiertoe te sturen.

In het kader van een zorgvuldige voorbereiding van besluitvorming, worden de stappen in deze beleidsregels toegepast per natuurlijke persoon of rechtspersoon en niet per horecabedrijf. Als een horecaondernemer zijn onderneming tussentijds (gedurende het handhavingsproces) overdraagt aan een ander, begint de nieuwe exploitant met een schone lei. De drank- en horecavergunning vervalt dan van rechtswege. Dit is anders wanneer de ondernemingsvorm wijzigt, maar één van de ondernemers nog steeds betrokken is bij de zaak.

 

Bestuurlijke boete

Vele overtredingen zoals vermeld in de Alcoholwet kunnen bestuurlijk worden beboet. Een bestuurlijke boete is een straffende sanctie, wat een onvoorwaardelijke verplichting tot betaling van een geldsom inhoudt. De hoogte van deze geldsom wordt niet zelf bepaald door de gemeente maar is opgenomen in de bijlage behorende bij het Besluit bestuurlijke boete Alcoholwet.

Het voorgaande (zorgvuldige voorbereiding handhavingsbesluit) is niet van toepassing op een strafbeschikking (bestuurlijke boete). De strafbeschikking is een strafrechtelijke sanctiemiddel en de Awb is van toepassing op bestuursrechtelijke sanctiemiddelen.

 

Doel van handhaving en sanctiebeleid

Het doel van dit beleid is vooraf duidelijkheid te geven op welke wijze het toezicht en de bestuursrechtelijke handhaving plaatsvindt, waardoor er mogelijk een preventieve werking vanuit gaat. Op deze wijze wordt op een eenduidige manier opgetreden en wordt willekeur voorkomen. Bij het opleggen van een bestuurlijke sanctiemiddel kan als motivering verwezen worden naar deze beleidsregels.

 

Sanctiemiddelen

De burgemeester kiest ervoor om de volgende sanctiemiddelen in te zetten na het constateren van overtredingen van de Alcoholwet; het opleggen van een last onder dwangsom, het opleggen van een last onder bestuursdwang, het schorsen of intrekken van de Alcohol vergunning of het beperken van het aantal te houden bijeenkomsten van persoonlijke aard.

  • Last onder dwangsom en invorderingsbeschikking

  • De burgemeester heeft op basis van artikel 125 van de Gemeentewet en artikel 5:32 Awb de bevoegdheid tot het opleggen van een last onder dwangsom. Een dwangsom is een herstelsanctie waarbij de overtreder in het geval van dit sanctiebeleid per overtreding of ineens een geldbedrag verbeurt, onder andere wanneer een nieuwe overtreding van de last wordt begaan. De hoogte van de dwangsom is afhankelijk van de zwaarte van de overtreding. Het doel van de sanctie is dat de prikkel aan de overtreder dermate is dat die geen verdere overtredingen meer zal begaan.

  • Last onder bestuursdwang

  • De burgemeester heeft op basis van artikel 125 van de Gemeentewet en artikel 5:21 van de Awb de bevoegdheid tot het opleggen van een last onder bestuursdwang. Het toepassen van bestuursdwang is een herstelsanctie waarbij de overtreder wordt gesommeerd de overtreding te beëindigen. Indien de overtreder hieraan geen gehoor of niet tijdig gehoor geeft zal, op kosten van de overtreder, de burgemeester de last door feitelijk te handelen ten uitvoer leggen.

  • Schorsen of intrekken alcoholvergunning

  • Op grond van artikel 32 van de Alcoholwet kan de burgemeester een alcoholvergunning op diverse gronden schorsen voor een periode van ten hoogste 12 weken. Daarnaast kan de burgemeester een alcoholvergunning op grond van artikel 31 van de Alcoholwet in bepaalde gevallen intrekken. Het schorsen en intrekken van een alcoholvergunning moet onder andere in het geval een vergunninghouder zich niet houdt aan de regels die zijn opgenomen in de Alcoholwet, zoals bijvoorbeeld artikel 20, eerste en derde lid ALcoholwet (leeftijdsgrens).

  • Beperken van het aantal te houden bijeenkomsten van persoonlijke aard

  • Op grond van artikel 4:48 Awb, juncto artikel 4 van de Alcoholwet en artikel 2.34B lid 4 van de APV kan de burgemeester het aantal bijeenkomsten van persoonlijke aard verminderen indien een dergelijke bijeenkomst niet of niet tijdig bij hem wordt gemeld (via het digitale meldingssysteem). Gekozen is voor het verminderen van het houden van bijeenkomsten van persoonlijke aard met een aantal van 3 per keer dat een bijeenkomst niet of niet tijdig is gemeld. Concreet houdt dit in dat per jaar 12 bijeenkomsten van persoonlijke aard mogen worden gehouden door een paracommerciële instelling. Indien een instelling dit niet of niet tijdig meldt, mag een instelling geen 12 bijeenkomsten meer houden maar gaat de teller naar 9. Dit zal consequent worden toegepast totdat het houden van bijeenkomsten van persoonlijke aard gereduceerd is tot 0.

  • Mocht een paracommerciële instelling dan alsnog een bijeenkomst houden, dan zal worden overgegaan tot het opleggen van een dwangsom zoals is omschreven in de matrix sanctiebeleid bij artikel 4 lid 1 van de Alcoholwet en 2.34B lid 3 van de APV.

Vooraf waarschuwen

Wanneer een boa of toezichthouder een overtreding van de Alcoholwet constateert, zal in de regel de overtreder eerst een waarschuwing ontvangen en indien van toepassing een hersteltermijn geboden. Indien na de gedane waarschuwing en/of de geboden hersteltermijn wederom een overtreding wordt geconstateerd, zal worden opgetreden volgens de matrix sanctiestrategie Alcoholwet.

 

Proportionaliteit

Als de opgelegde dwangsom is verbeurd (maximaal 3x) en de overtreding is niet beëindigd, dan zal vervolgens gekozen worden voor een zwaarder bestuursrechtelijk handhavingsbesluit. Een dwangsom is immers geen ‘afkoopsom’. Het volgende handhavingsbesluit kan zijn ofwel een hogere last onder dwangsom (een verdubbeling van het in de handhavingsbesluit genoemde bedrag), ofwel het schorsen/intrekken van de alcoholvergunning ofwel een last onder bestuursdwang. Voor sommige overtredingen geeft de matrix al aan voor welk volgende handhavingsbesluit wordt gekozen. Indien dit het geval is, dan is dat het uitgangspunt. Waar het niet staat aangegeven in de matrix is de keuze voor het volgende handhavingsbesluit afhankelijk van de feiten en omstandigheden van de situatie. Hierbij wordt in ieder geval gekeken naar de zwaarte van de overtreding, de houding en opstelling van de overtreder en in hoeverre de openbare orde in het geding is doordat de overtreding niet wordt beëindigd.

 

Matrix sanctiebeleid Alcoholwet

In de matrix staat weergegeven hoe zal worden opgetreden tegen een overtreding van een bepaald artikel van de Alcoholwet/APV. De hoogte van de dwangsom is afhankelijk van het aantal m² van de betreffende horecalokaliteit. Een dwangsom is een financiële prikkel om een overtreding ongedaan te maken. De prikkel moet dermate sterk zijn om de overtreder ook daadwerkelijk tot beëindiging van de overtreding over te laten gaan. Een groter bedrijf heeft een grotere financiële prikkel nodig dan een kleiner bedrijf. Daarom is in de matrix de hoogte van de dwangsom afhankelijk van het aantal vierkante meters van het horecabedrijf. De richtlijn voor het aantal vierkante meters van een horecabedrijf komt voort uit de gegevens die op de Alcoholvergunning staan vermeld.

Ook is bij het bepalen van de hoogte van de dwangsommen gekeken naar het te overtreden voorschrift. Hoe zwaarwegender het belang dat achter de verbodsbepaling schuilgaat, hoe hoger het bedrag van de dwangsom is vastgesteld. Dit is gelijk aan het systeem van de bestuurlijke boete wat in dit beleid is gevolgd.

In de kolom van “bestuurlijke boete” is alleen opgenomen of dit mogelijk is of niet. Bewust is er voor gekozen hier geen bedragen te noemen maar te verwijzen naar de bedragen die zijn opgenomen in het Besluit bestuurlijke boete Alcoholwet. Mochten de wettelijke bedragen veranderen dan behoeft dit beleid hierin geen wijziging.

 

Prioriteit

Voor wat betreft de prioritering in het toezicht en de handhaving ligt de focus op jongeren en jongvolwassenen tot 24 jaar. Het accent ligt op de groep onder de 18 jaar en het ‘binge’ drinken tot en met 24 jaar. Dit vanwege de gezondheidsrisico’s voor deze doelgroep. Dit is in lijn met de in dit plan omschreven beleidsdoelstellingen.

In het verlengde van bovenstaande is het ook zeer belangrijk dat personen onder wiens verantwoordelijkheid alcoholhoudende drank wordt geschonken, in nuchtere toestand hun werk uitvoeren en dus serieus met hun verantwoordelijkheid omgaan. Een situatie waarbij door een beschonken ondernemer/leidinggevende alcoholhoudende drank wordt verstrekt is ontoelaatbaar en zeer onwenselijk. In dit licht wordt dan ook aan voornoemde situaties dezelfde (hoge) prioriteit toegekend als het toezicht en de handhaving op jongeren en jongvolwassen tot 24 jaar en het bingedrinken.

Daarnaast ligt de focus in het toezicht en handhaving ook op het drankgebruik door jongeren tijdens (grotere) evenementen. Dit is consistent aan het uitvoeringsprogramma integraal toezicht en handhaving 2021-2022 en de daarbij behorende “Handhavingsmatrix samenwerking politie Harderwijk/Toezicht & Handhaving Harderwijk 2021-2022”. Volgens deze handhavingsmatrix gaat een hoge prioriteit uit naar drankmisbruik door jongeren en de overlast die ten gevolge hiervan ontstaat.

Tot slot wordt ook prioriteit gegeven aan handhavingsprocedures waarvan de overtreding nog niet is beëindigd ondanks het feit dat een handhavingsbesluit is opgelegd. Volgens de hiervoor beschreven sanctiestrategie wordt zo nodig een zwaarder handhavingsbesluit opgelegd als het eerdere opgelegde handhavingsbesluit niet tot gevolg heeft gehad dat de overtreding is beëindigd. Hiermee wordt een duidelijk signaal afgegeven dat een overtreding niet ‘af te kopen’ is door betaling van een éénmalige dwangsom en dat de ambtelijke capaciteit net zolang wordt ingezet als nodig is om de overtreding te beëindigen en beëindigd te houden.

 

7.3 Sanctiebeleid bestuursrechtelijke handhaving leeftijdsgrenzen Alcoholwet

Algemeen

Uit onderzoek blijkt dat het voor minderjarigen mogelijk is om, onder andere, in supermarkten, in cafetaria’s, bij de horeca, bij evenementen of in sportkantines in de gemeente Harderwijk aan alcoholhoudende drank te komen. De Alcoholwet bevat een verbod tot het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank aan een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze persoon 18 jaar of ouder is. De burgemeester is op grond van het bestuursrecht bevoegd om tegen een overtreding van dit verbod handhavend op te treden. In dit beleid wordt aangegeven hoe de burgemeester omgaat met deze bevoegdheid.

 

Juridisch kader

Artikel 20, eerste lid van de Alcoholwet geeft aan dat het verboden is om bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank te verstrekken aan een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. Onder verstrekken wordt ook begrepen het verstrekken van alcoholhoudende drank aan een persoon van wie is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, maar de drank echter kennelijk bestemd is voor een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt.

Op grond van artikel 20, tweede lid, aanhef en onder a van de Alcoholwet geschiedt de vaststelling als bedoeld in het eerste lid aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Wet op de identificatieplicht (onder andere geldig paspoort of geldig identiteitskaart), dan wel op een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen andere wijze.

De vaststelling blijft ingevolge artikel 20, tweede lid, aanhef en onder b van de Alcoholwet achterwege, indien het een persoon betreft die onmiskenbaar de vereiste leeftijd heeft bereikt. Volgens de memorie van toelichting (Kamerstukken II 1997/98, 25 969, nr. 3 blz. 28) houdt het woord “onmiskenbaar” in dat overduidelijk moet zijn dat die persoon de vereiste leeftijd heeft bereikt.

 

Doel van handhaving en sanctiebeleid

Het doel van het handhavend optreden hiertegen is primair het voorkomen en/of het verminderen van alcoholgebruik onder minderjarigen binnen de openbare ruimte, één van de speerpunten van het gemeentelijk gezondheidsbeleid. Het doel van dit beleid is vooraf duidelijkheid te geven op welke wijze het toezicht en de bestuursrechtelijke handhaving plaatsvindt, waardoor er mogelijk een preventieve werking vanuit gaat. Op deze wijze wordt op een eenduidige manier opgetreden en wordt willekeur voorkomen. Bij het opleggen van een bestuurlijke sanctiemiddel kan als motivering verwezen worden naar deze beleidsregels.

 

Three strikes out

Three strikes-out wetgeving maakt het mogelijk om iemand bij een derde overtreding een extra zware sanctie op te leggen. Supermarkten, warenhuizen, snackbars en cafetaria’s hebben geen alcoholvergunning nodig als ze alleen zwak alcoholhoudende drank in gesloten verpakking verkopen (gebruik elders dan ter plaatse). Artikel 44 van de Alcoholwet biedt de mogelijkheid om indien een natuurlijk persoon of rechtspersoon die een dergelijk bedrijf exploiteert (bijvoorbeeld een supermarkt bedoeld in het eerste lid of verkoop op afstand door slijtersbedrijven bedoeld in het tweede lid)) in een periode van 12 maanden driemaal artikel 20, eerste en derde lid van Alcoholwet heeft overtreden, de bevoegdheid te ontzeggen tot het verkopen van zwak-alcoholhoudende dranken vanaf de locatie waar bedoeld gedrag heeft plaatsgevonden. Dit wordt ook wel de “three strikes out” maatregel genoemd. De burgemeester kan de “three strikes out” maatregel voor een periode van één tot twaalf weken toepassen, zo nodig afgedwongen middels een last onder bestuursdwang.

Terzijde hierbij opgemerkt dat in het geval een snackbar of cafetaria wel beschikt over een alcoholvergunning, het de ondernemer niet is toegestaan alcoholhoudende drank te verstrekken voor gebruik elders dan ter plaatse.

 

7.4 Afwijking van de beleidsregel/inherente afwijkingsbevoegdheid

Wanneer de individuele situatie daar om vraagt, kan de burgemeester gemotiveerd afwijken van deze beleidsregel en maatwerk leveren. Hierbij dienen alle omstandigheden van het geval in de beoordeling te worden betrokken en dient te worden bezien of deze aangemerkt kunnen worden als een bijzondere omstandigheid die een afwijking van deze beleidsregel rechtvaardigen ingevolge artikel 4:48 Awb. Er dient een volledige belangenafweging te worden gemaakt. Zie de uitspraak van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRS) d.d. 26 oktober 2016, zaaknummer 201507715/1/A3.

 

7.5 Uitvoeringsparagraaf

Wie doet wat

Voor de uitvoering van de Alcoholwet zijn toezichthouders/boa’s nodig, een medewerker(s) die het digitale meldingssysteem beheert/beheren en juridisch medewerkers. De toezichthouders zijn de toezichthouders/boa’s die werkzaam zijn als Alcoholtoezichthouders bij het team Stadstoezicht. In het kader van het toezicht op de Alcoholwet voeren zij de volgende werkzaamheden uit:

  • Controle/toezicht op horeca inrichtingen.

  • Het opmaken van een constatering (bestuurlijke rapportage) of proces-verbaal van hun bevindingen.

  • Het geven van een waarschuwing bij een eerste constatering.

  • Overdracht van constateringen (bestuurlijke rapportage) en/of proces-verbaal aan de handhavingsjurist voor het opstellen van een schriftelijke waarschuwing en primaire besluitvorming in de bestuursrechtelijke handhavingsprocedure.

Het bijhouden en het beheren van de meldingen van bijeenkomsten van persoonlijk aard via het digitale meldingssysteem wordt gedaan door de klantmanager(s) Bijzondere Wetten behorende bij het Domein Mens en Maatschappij.

De juridisch medewerker is de handhavingsjurist behorende bij het domein Mens en Maatschappij. Die behandelt het bezwaar, verzoek om voorlopige voorziening, beroep en hoger beroep tegen de bestuurlijke beschikkingen.

 

De waarschuwing

Praktische uitvoering/werkafspraken:

  • De toezichthouder/boa, geeft een mondelinge waarschuwing en geeft aan dat er een schriftelijke waarschuwing volgt.

  • De toezichthouder/boa draagt de constatering (bestuurlijke rapportage)/ het proces-verbaal over aan de operationele handhavingsregisseur, die de schriftelijke waarschuwing maakt en verzendt.

Last onder dwangsom/bestuursdwang/schorsing of intrekking/bestuurlijke boete

Praktische uitvoering/werkafspraak:

  • De toezichthouder/boa draagt de constatering/proces-verbaal over aan de operationele handhavingsregisseur.

  • De handhavingsregisseur start de betreffende procedure met het voornemen en het definitieve besluit.

7.6 Inwerkingtreding

Een beleidsregel is een besluit. Alvorens daarop een beroep op gedaan kan worden moet het bekendgemaakt worden (artikel 3:40 Awb). Bekendmaking van beleidsregels geschiedt conform artikel 3:42 Awb, namelijk door kennisgeving van de beleidsregel of de zakelijke inhoud daarvan in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws of huis-aan-huisblad, of op een andere geschikte wijze. Dit beleid zal bekend worden gemaakt door middel van publicatie in het plaatselijke weekblad “Het Kontakt” op de gemeentelijke pagina van dit blad en zal bekend worden gemaakt via de elektronische weg worden bekendgemaakt. Dit beleid zal in werking treden de dag nadat de voornoemde bekendmaking heeft plaatsgevonden.

 

7.7 Matrix sanctiestrategie Alcoholwet

In de matrix sanctiestrategie Alcoholwet zie bijlage 2 bij dit plan is overzichtelijk weergegeven op welke manier de burgemeester tegen een bepaalde overtreding zal optreden. Uit het oogpunt van pragmatiek is gekozen om dit stuk als bijlage bij dit plan te doen. Zo kan uitvoerend deze bijlage gebruikt worden los van dit gehele plan.

8. Regelgeving

8.1 Algemeen

De Alcoholwet geeft gemeenten verschillende verordenende bevoegdheden. Regelgeving is geen verplichtend onderdeel van het gemeentelijke preventie- en handhavingsplan. Toch is het een onmisbare factor in een integraal alcoholbeleid. Om die reden bevat dit hoofdstuk een basispakket van maatregelen zoals deels ook vastgesteld in Algemene Plaatselijke Verordening en deels zal dienen te worden aangepast in de APV naar aanleiding van het beleid zoals verwoord in dit P&H-plan.

In het licht van twee hoofdthema’s van dit plan (leeftijdsgrens en in kennelijke staat van dronkenschap) is bekeken welke verordenende bevoegdheden een expliciete meerwaarde hebben in het terugdringen van de alcoholproblematiek. Naar aanleiding van de mogelijkheid die regelgeving biedt en wat uit de evaluatie naar voren is gekomen is gekozen voor de volgende maatregelen:

  • Happy hours beperken

  • Schenktijden instellen paracommerciële instellingen

  • Voorwaarden en beperkingen stellen aan evenementen

8.2 Happy hours beperken

Onderzoek laat zien dat de prijs van alcohol een belangrijke voorspeller is voor gebruik en dat met prijsinterventies gebruik beïnvloed kan worden. Het verhogen van alcoholprijzen heeft zelfs het meeste impact op drinkers die heel veel drinken. In de wetswijziging van 1 juli 2021 heeft de wetgever de prijsacties op alcohol door verkopers “voor gebruik elders dan ter plaatse” aangescherpt. Deze verkopers mogen maximaal 25% korting geven op de normale verkoopprijs. Hierdoor zijn voor verstrekkers zoals een supermarkt of een slijter prijsacties voor alcohol als “twee halen, één betalen ”niet meer toegestaan.

Voor de horeca blijft gelden dat gemeenten de bevoegdheid hebben om “happy hours” te beperken. Deze maatregel is effectief in het tegengaan van dronkenschap. Dronkenschap en uitgaan zijn sterk aan elkaar gerelateerd. Daarnaast willen we invulling geven aan het beleidsdoel “Afname van dronkenschap’’ en de schadelijke gevolgen van excessief alcoholgebruik verminderen, met name tijdens uitgaansavonden in het publieke domein. Daarom hebben we gekozen om voor de horeca aan te sluiten bij de wettelijke norm van maximaal 25% korting te mogen geven op de normale prijs van alcohol voor supermarkten en slijterijen. Concreet houdt dit in dat het voor horecabedrijven/paracommerciële instellingen verboden is om bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende dranken te verstrekken voor gebruik ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van 24 uur of korter, lager is dan 75% van de prijs die in de betreffende horecalokaliteit of op het betreffende terras gewoonlijk wordt gevraagd.

 

8.3 Schenktijden in paracommercie

Het vastleggen van de schenktijden in de paracommercie is een wettelijke verplichting voor gemeenten. Het beperken van schenktijden niet. Toch is het verstandig de schenktijden in een omgevingen waar veel jongeren komen, zoals bijvoorbeeld sportverenigingen en jongerencentra, niet te ruim te maken. Achterliggende gedachte is de wetenschap dat ruime schenktijden leiden tot meer consumptie. Ook is het de vraag of het vanuit normatief oogpunt wenselijk is dat tieners tijdens sport en spel van ’s ochtend vroeg tot ‘s avonds laat geconfronteerd worden met het alcoholgebruik van anderen (‘Zien drinken Doet Drinken’). De huidige schenktijden (maandag tot en met zondag van 12.00 uur tot 01.00 uur) zullen vooralsnog ongewijzigd blijven. Met de eventuele implementatie van het preventiemodel ‘Opgroeien in een Kansrijke Omgeving’ zullen de schenktijden opnieuw bekeken worden en indien wenselijk voor de implementatie van het OKO, worden aangepast.

 

8.4 Voorwaarden en beperkingen stellen aan evenementen

Op grond van artikel 3 lid 1 Alcoholwet is het verboden om zonder vergunning van de burgemeester een horecabedrijf of een slijtersbedrijf uit te oefenen (het verstrekken van alcoholhoudende drank). Indien een aanvrager voor een evenementenvergunning tevens aangeeft dat het de bedoeling is dat alcoholhoudende drank geschonken gaat worden, kan de burgemeester ontheffing verlenen van het verbod voor de uitoefening van het horecabedrijf op grond van artikel 35 lid 1 van de Alcoholwet voor het verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank. Deze wettelijke bepaling geeft direct de beperking aan, namelijk dat alleen ontheffing verleend kan en mag worden voor het schenken van zwak-alcoholhoudende drank tijdens een evenement. Het is in Nederland bij de wet verboden om op festivals en tijdens publieksevenementen sterke drank te schenken.

Het naleven van de leeftijdsgrens voor alcohol is moeilijk voor veel alcoholverstrekkers. Dat weten we uit onderzoek (Roodbeen, Lie & Schelleman-Offermans, 2014) en de gehouden nalevingsonderzoeken (hoofdstuk 2). Dit geldt ook voor het naleven van de bepalingen rondom dronkenschap en doortappen. Op evenementen is de naleving nog een fractie lastiger. Dat laten ook de resultaten van het nalevingsonderzoek en de jeugdkaart zien. Door de schaalgrootte, tijdelijke personeelskrachten en het gebrek aan een structurele controlesystematiek is de naleving vaak slecht. Daarom stellen we een aantal voorwaarden en beperkingen aan evenementen, om de schadelijke gezondheidseffecten van alcohol tijdens evenementen te beperken.

8.4.1 Sterke drank

De Alcoholwet biedt gemeenten de mogelijkheid om een ontheffing (zoals bedoeld in artikel 35) onder beperkingen te verlenen en aan een dergelijke ontheffing voorwaarden te stellen (artikel 35, lid 2). Een beperkende voorwaarde voor evenementen in Harderwijk is dat op het gehele evenemententerrein in het geheel geen sterke drank geschonken mag worden. Wanneer er sprake is van een evenemententerrein met daarbij behorende evenementenvergunning is sterke drank op het gehele terrein niet toegestaan.

8.4.2 Behandeling van de aanvraag algemeen

Voor de tijdsduur van dit P&H-plan is en blijft gebruik gemaakt worden van de ‘alcoholmodule’ in de evenementenaanvraag. Met de alcoholmodule worden aanvragers verplicht om te omschrijven hoe ze op leeftijd (en zaken als dronkenschap) gaan controleren/toezicht houden en op welke wijze verantwoord zal worden omgegaan met de verstrekking van de alcoholhoudende drank.

Voor de periode van dit P&H-plan zal hieraan toegevoegd worden, dat evenementen waarbij veel alcohol wordt geschonken en genuttigd, de aanvragers vooraf moeten aangeven welke preventieve maatregelen er genomen kunnen worden tegen alcoholverslaving (al dan niet in samenwerking met Tactus Verslavingszorg).

 

Gelet op de uitkomsten van de evaluatie is gekozen om zodra bij een evenementenaanvraag wordt aangegeven dat het ook de bedoeling is om alcoholhoudende drank te gaan verstrekken tijdens een evenement, de klantmanager bijzondere wetten direct aanhaakt. Deze zal bij het vooroverleg en bij de evaluatie van het betreffende evenementtraject aanwezig zijn. Hierdoor kan direct en deskundig op het deelgebied alcoholverstrekking en de benodigde ontheffing hiervoor aan de aanvrager worden meegegeven hoe te handelen en kunnen gerichte en inhoudelijke vragen direct aan de voorkant worden beantwoord. De klantmanager bijzondere wetten zal de benodigde aanvraag voor bedoelde ontheffing in behandeling nemen en afdoen in een afzonderlijke besluit. Dit besluit zal in het kader van dienstverlening tegelijkertijd met het besluit over de evenementenaanvraag aan aanvrager worden toegezonden/bekend worden gemaakt. Dit alles om de efficiency ten goede te laten komen en de rolverdeling tussen klantmanager evenementen/klantmanager bijzondere wetten en boa/toezichthouder helder en zuiver te houden.

8.4.3 Mixdranken

Het is in Nederland bij de wet vastgelegd dat op evenementen alleen zwak alcoholhoudende dranken (minder dan 15% alcohol) geschonken mag worden. Mixdranken zijn verkrijgbaar met een alcoholpercentage onder de 15%. Een mix is een combinatie van een frisdrank of vruchtensap met een alcoholhoudende drank.

Mixdranken met een alcoholpercentage van onder de 15% mogen op evenementen verkocht worden onder de volgende voorwaarden:

  • Deze zijn voorverpakt (en worden dus niet ter plekke op het evenement gemixt);

  • Zitten nog in de originele verpakking en worden ter plekke achter de bar uitgeschonken;

  • Op de (originele) verpakking staat het alcoholpercentage vermeld.

8.4.4 Diploma Sociale Hygiëne

Aanvullend op de Alcoholwet en mede naar aanleiding van de uitkomsten van het nalevingsonderzoek en de jeugdkaart is en blijft een gemeentelijke vereiste om een ontheffing op grond van artikel 35 te kunnen ontvangen, dat degene onder wiens leiding de alcoholhoudende drank zal worden verstrekt in het bezit is van een geldig diploma sociale hygiëne zodat geborgd wordt dat degene onder wiens leiding de alcoholverstrekking plaatsvindt, over voldoende kennis en inzicht beschikt met betrekking sociale hygiëne en de alcoholverstrekking verantwoord kan plaatsvinden. Dit ter bescherming van de gezondheid van bezoekers aan evenementen en dan met name jongeren onder de 18 jaar.

8.4.5 Evaluatie bepalend voor ontheffing van opvolgend jaar

Uit de evaluatie en de gehouden onderzoeken blijkt dat jongeren juist bij evenementen gemakkelijk aan alcohol kunnen komen. Om te zorgen dat organisatoren van evenementen scherp zijn en blijven op het verstrekken van alcoholhoudende drank en onze jongeren te beschermen, zal in de periode van dit plan als volgt worden gehandeld.

Er wordt bij een evenement met een alcoholontheffing geëvalueerd hoe de alcoholverstrekking is verlopen. Indien ook een evaluatie van het evenement zelf wordt gehouden dan zal dit hierbij worden aangegeven. Als blijkt uit de evaluatie van de alcoholverstrekking dat dit niet op een verantwoorde manier is verlopen tijdens het betreffende evenement, dan wordt de eventuele gewenste alcohol-ontheffing voor het opvolgende jaar niet verleend. Wel kan het evenement, indien voldaan wordt aan de betreffende regelgeving, doorgang vinden, alleen zonder het schenken van alcoholhoudende drank.

Blijkt uit de jaarlijkse evaluatie dat het alcoholvrije jaar dat het evenement zoals hiervoor bedoeld zonder alcohol incidenten is verlopen, kan voor het daaropvolgende jaar, mits de aanvraag voldoet aan de huidige regelgeving, een ontheffing worden verleend. Ook hierdoor is het noodzakelijk om een duidelijke scheiding te hebben van een evenementenvergunning en een alcoholontheffing.

9. Educatie en communicatie

In dit preventie- en handhavingsplan richten we ons op twee eind doelgroepen, te weten: jongeren onder de 18 jaar en jongvolwassenen (18-25 jaar). Door preventief in te zetten op deze twee einddoelgroepen, kan veel leed en kosten worden bespaard.

 

Vroeg interveniëren in het proces en investeren in verslavingspreventie voorkomt gezondheidsklachten door middelengebruik, draagt bij aan een goede (mentale) gezondheid en voorkomt verslaving. Gezonde mensen hebben in het algemeen een betere kwaliteit van leven, kunnen beter voor zichzelf en hun omgeving zorgen en doen minder beroep op de zorg.

 

In de omgeving van jongeren en jongvolwassenen staan drie sub-doelgroepen centraal die invloed hebben op het alcoholgebruik van deze twee einddoelgroepen:

  • Alcoholverstrekkers

  • Onderwijs/scholen

  • Ouders

  • Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan (KVU)

In de preventie van middelengebruik en -misbruik is het van belang om bij deze drie sub-doelgroepen in te zetten op educatie en communicatie over de (gezondheids)risico’s van alcohol voor jongeren, de bewustwording hiervan en het doorbreken van de “normalisering” van alcohol. Deze doelgroepen hebben niet altijd voldoende kennis van de risico’s van alcohol voor jongeren of zij weten niet hoe ze kunnen bijdragen aan het voorkomen van (problemen door) alcoholgebruik. Daarom vormen zowel bewustwording van risico’s als het bieden van handelingsperspectief een rode draad in de interventies die zullen worden ingezet.

 

9.1 IVA training voor alcoholverstrekkers

Verstrekkers van alcohol zijn verantwoordelijk voor de naleving van de Alcoholwet en aanvullende lokale regelgeving. Van hen wordt verwacht dat zij de leeftijdsgrens voor de verstrekking van alcohol kennen en naleven, evenals het verbod op doorschenken bij dronkenschap en het toelaten van personen in kennelijke staat van dronkenschap in de onderneming, de vereniging of het evenement. Verschillende typen professionals zijn hierbij betrokken: bedrijfsleiders, filiaalmanagers, barpersoneel, barvrijwilligers, portiers, caissières, etc.

 

Belangrijk is vooral dat een alcoholverstrekker zich bewust is van zijn/haar verantwoordelijkheid en handelingsperspectief heeft, ook wanneer er weerstand is bij de klant. Om alcoholverstrekkers hierin te bekwamen, zijn trainingsprogramma’s ontwikkeld voor medewerkers van horeca, slijterijen, studentenverenigingen en sportverenigingen. De e-learning “Voor Elkaar” is een voorbeeld van een training om verantwoord alcohol te verkopen en wordt gegeven voor de lokale instelling voor verslavingszorg.

Daarnaast bestaat de IVA training (Instructie Verantwoord Alcoholgebruik) voor barvrijwilligers. Deze training kan digitaal worden gevolgd, of kan op locatie worden gegeven. Als gemeente Harderwijk bieden wij deze training gratis aan barvrijwilligers van de paracommercie en evenementen.

 

9.2 Nalevingscommunicatie

Nalevingscommunicatie omvat alle vormen van communicatie (media, persoonlijk, internet, etc) die gericht is op het stimuleren van naleving. Het doel hiervan is om een gedragsverandering te bewerkstelligen bij de doelgroep. Dit kan onder andere door met communicatie over toezichtsresultaten de subjectieve pakkans te vergroten en het aansluiten op landelijke campagnes zoals NIX zonder ID. In de gemeenten Harderwijk sluiten we daarom aan bij verschillende (landelijke) campagnes en ontwerpen we, waar mogelijk, lokale materialen, welke we via onze eigen kanalen zullen verspreiden.

 

9.3 Onderwijs

De school is een belangrijke pedagogische omgeving voor jongeren. Ook als het gaat om alcoholgebruik, leren jongeren op school wat wel en niet verstandig is. Om alcoholgebruik te de-normaliseren, is het belangrijk dat jongeren (maar ook ouders) geïnformeerd raken over de risico’s van alcoholgebruik. Het blijkt uit de praktijk dat met name de informatie over wat alcohol doet met de hersenontwikkeling effectief is. Daarnaast ondersteunt een alcoholvrije schoolomgeving en alcoholvrije schoolgerelateerde activiteiten de norm dat alcoholgebruik niet vanzelfsprekend is.

 

In de gemeente Harderwijk gaan we de komende jaren, in samenwerking met de GGD en Tactus, door met het inzetten op alcoholpreventie op de scholen. Een belangrijk uitgangspunt hierbij is dat er op een positieve manier wordt gewerkt aan het bevorderen van de (mentale) gezondheid, in plaats van het bestrijden van verslaving. Hiertoe zullen gesprekken met schoolbestuurders worden gevoerd zodat vraag en aanbod goed op elkaar worden afgestemd. Een goed schoolprogramma biedt daarom meer dan voorlichting en besteedt ook aandacht aan regels voor leerlingen en personeel met betrekking tot alcoholgebruik bij schoolfeesten, kampen, excursies en schoolreizen.

Binnen de preventieaanpak OKO zullen de scholen een belangrijke samenwerkingspartner worden in het versterken van de mentale gezondheid en het preventief tegengaan van middelengebruik waaronder alcohol.

 

9.4 Ouders en de thuissituatie

Alcoholbewustwording

Ouders onderschatten systematisch hoeveel hun kinderen drinken. Ze denken bovendien veelal dat het gedrag van hun puber volledig wordt bepaald door de omgeving terwijl zij wel degelijk ook zelf invloed hebben op het alcoholgebruik van hun kinderen (van der Vorst, 2006; Smeets e.a., 2019). De beschikbaarheid van alcohol in huis beperken en het stellen van regels zijn geschikte instrumenten om alcoholgebruik tegen te gaan. Uit onderzoek blijkt dat kinderen van ouders die geen duidelijke regels hebben afgesproken en geen leeftijdsgrens hebben gesteld voor het drinken van alcohol al op jongere leeftijd beginnen met drinken. Ze drinken bovendien vaker dan jongeren waarvan de ouders wel een leeftijdsgrens hebben gesteld.

Naast het stellen van regels zijn andere beschermende factoren belangrijk: voorbeeldgedrag, een goede band tussen ouder en kind en een autoritatieve opvoedstijl. Bij een dergelijke opvoedstijl wordt het stellen van regels gekoppeld aan warmte en betrokkenheid. Een slechte ouder-kind relatie en psychische problematiek of middelengebruik van de ouders zijn risicofactoren. Adviezen met betrekking tot alcoholopvoeding zullen in samenwerking met preventieprofessionals net het onderwijs aan ouders worden aangeboden. In het OKO-model is ouderbetrokkenheid een belangrijke pijler en door aan de slag te gaan met dit model, kunnen we intensiever inzetten op de ouders/verzorgers.

 

Uitgaansopvoeding

Ook door regels te stellen die niet expliciet gaan over alcoholgebruik, kunnen ouders invloed hebben op het alcoholgebruik van hun kind. Dan gaat het vooral over afspraken omtrent uitgaan, zoals hoe vaak ze uit mogen gaan en hoe laat zij thuis moeten zijn. Uitgaansopvoeding is nodig zodat ouders zich meer bewust zijn van de rol die ze kunnen spelen om de schade van middelengebruik tijdens het uitgaan te voorkomen of te beperken.

Via diverse relevante kanalen (GGD, preventie afdelingen van de verslavingszorginstelling, Centra voor Jeugd en Gezin, lokale media, ouderavonden op scholen en georganiseerde “kroegentochten”) worden ouders voorgelicht over uitgaansopvoeding. Daarnaast kunnen websites als www.hoepakjijdataan.nl en www.helderopvoeden.nl ondersteunend zijn voor ouders.

Ook de komende jaren zal er weer ingezet worden op het informeren van ouders. Een bewezen effectieve methode is de organisatie van een kroegentocht voor ouders in samenwerking met horeca en politie om ouders voor te lichten over gebruik van drank en drugs en in gesprek te gaan over de opvoeding. Daarnaast blijft de inzet van genoemde partners als het CJG, Tactus verslavingszorg en de VO scholen belangrijk.

 

Publiekscommunicatie

Draagvlak voor (handhaving van) alcoholbeleid is niet vanzelfsprekend onder burgers, ondernemers en andere professionals. Het draagvlak kan groeien als er meer begrip is voor de regels die er zijn rond verkoop en gebruik van alcohol. Dat vraagt op zijn beurt kennis over alcohol en over de gevolgen van alcoholmisbruik bij het publiek. Publiekscampagnes lenen zich goed voor het vergroten van kennis en het ondersteunen van de norm dat alcohol er niet vanzelfsprekend bij hoort. Daarom sluiten wij als gemeente Harderwijk, samen met onze uitvoerende partners, ook de komende jaren weer aan bij campagnes als NIX18, IkPas of Zien drinken doet drinken. Ook zullen we, in samenwerking met de GGD, de komende jaren ouders van 12-jarigen van informatie voorzien met betrekking tot het verantwoord omgaan met alcohol. De GGD NOG heeft dit jaar haar voorlichtingsmateriaal hiervoor up-to-date gemaakt.

 

9.5 Samenwerking, uitvoering en evaluatie

Dit preventie- en handhavingsplan acteert op verschillende beleidsterreinen en heeft overlap met andere beleidsdocumenten (te denken aan de nota volksgezondheid en het lokale preventieakkoord). Tevens handelt het op de uitvoeringspraktijk van verschillende externe partners. Als gemeenten hebben we een coördinerende en deels uitvoerende rol in het preventie- en handhavingsplan. Alcoholbeleid is een integraal dossier, waarin betrokkenheid en samenwerking essentieel zijn voor een goede uitvoering. Tabel 14 laat zien welke externe partners hierbij concreet in beeld zijn. Zij kunnen gezien worden als gesprekspartner bij de probleemanalyse, evaluatie, planvorming en uitvoering. Tevens kunnen zij verschillende rollen hebben.

 

Partner

Rol

Politie en handhaving

Onder andere: Veiligheid tijdens inspecties, jongeren vragen naar ID, hotspots in kaart brengen, signalen overbrengen en handhaven.

Ondernemers / verenigingen

Nalevingscommunicatie, meedenken over ontwikkelingen van systeem ter bevordering van naleving, training van personeel en vrijwilligers.

Scholen

Halfjaarlijks overleg over intern schoolbeleid (tussen gemeente en schoolbesturen) en over informatievoorziening richting ouders.

Gezondheidsorganisaties en jongerenwerk

Partners als GGD, preventieafdeling van de instelling voor verslavingszorg, wijkteams en het jongerenwerk kunnen bijdragen aan de probleemanalyse en bij de ontwikkeling en uitvoering van educatieve interventies.

Tabel 14: externe partners voor alcoholbeleid

 

Regionale samenwerking

Alcoholproblemen zijn een gemeente overstijgend probleem. De aankoop, het gebruik en de gevolgen hangen samen met vele factoren binnen en buiten de gemeentegrenzen. Jongeren zijn mobiel en drank ook. De aanpak van dit probleem is effectiever wanneer aanliggende gemeenten dit samen oppakken en grotendeels dezelfde aanpak hanteren. Zowel op het gebied van publieke gezondheid (regionale nota) en handhaving wordt samengewerkt met buurgemeenten. Ook de implantatie van OKO in 2023 zullen we gezamenlijk als regio gaan oppakken.

 

Uitvoeringsplan

Om uitvoering te geven aan de activiteiten uit dit plan, wordt er een uitvoeringsplan opgesteld. Deze wordt besproken met samenwerkingspartners (intern en extern) en elk jaar bijgestuurd of aangepast daar waar nodig of waar de lokale praktijk erom vraagt. Hierbij worden landelijke ontwikkelingen en ontwikkelingen binnen het lokale preventieakkoord en de lokale uitvoeringsagenda van de (regionale) gezondheidsnota in het hoofd gehouden. Het uitvoeringsplan dient om voornemens te concretiseren en te voorzien van meetbare doelstellingen en een planning.

 

Evaluatie

Kritisch evalueren is een belangrijk onderdeel van het preventie- en handhavingsplan. Om de kwaliteit van de aanpak hoog te houden en waar nodig bij te stellen, wordt de volgende evaluatiecyclus gebruikt:

  • Elk jaar wordt - in overleg met de samenwerkingspartners (intern en extern), het uitvoeringsplan geëvalueerd (procesevaluatie) en wordt - waar nodig - op basis van deze inzichten een uitvoeringsplan voor het daaropvolgende jaar geschreven.

  • Elk jaar worden de nalevingscijfers uit het nalevingsonderzoek en de motieven en weerstanden geanalyseerd waarop deze - indien nodig - nieuwe input bieden voor de aanpak.

  • Elke vier jaar, na afloop van een preventie- en handhavingsplan, vindt een uitgebreide evaluatie plaats op basis van de beschikbare gegevens (cijfers GGD) en de input van samenwerkingspartners. Hierbij worden de realisatie van activiteiten, effecten van beleid en achterliggende verklaringen op een rij gezet. Op basis hiervan kan vastgesteld worden in hoeverre het beleid de gewenste uitkomsten heeft opgeleverd en op welke punten het beleid voor de komende vier jaar bijgesteld dient te worden.

10. Bronnenlijst

Alcoholinfo, 2021. Wat is binge drinken? Bron geraadpleegd op 16-11-2021 via Wat is binge drinken? - ALCOHOLinfo.nl

Bureau objectief, 2021. Nalevingsonderzoek. Bron geraadpleegd op 17-11-2021 via Nalevingsonderzoek | Objectief (leeftijdscontrole.nl)

 

Van Dorsselaer, S. V., Tuithof, M., Verdurmen, J., Spit, M., Van Laar, M., & Monshouwer, K. (2016). Jeugd en riskant gedrag 2015. Kerngegevens uit het Peilstationonderzoek Scholieren. Utrecht: Trimbos Institute.

Engels, R. C. M. E., Kleinjan, M., & Otten, R. (2013). De rol van ouders bij alcoholgebruik van adolescenten: Stand van zaken. Nijmegen: BehaviouralScienceInstitute. Verkregen via: https://assets. nix18voorprofs. nl/ docs /0258b612-bba9-4005-bc4f-d1a009f594b7. pdf.

 

Expertisecentrum Alcohol, 2021a. Alcohol: risicogroepen onder jongeren. Bron geraadpleegd op 16-11-2021 via: Expertisecentrum Alcohol | Alcohol: risicogroepen onder jongeren (trimbos.nl)

 

Expertisecentrum Alcohol, 2021b. Alcohol en psychische gezondheid. Bron geraadpleegd op 16-11-2021 via: Expertisecentrum Alcohol | Alcohol en psychische gezondheid (trimbos.nl)

 

Expertisecentrum Alcohol, 2021c. Invloed van alcohol op het ontstaan van hartritmestoornissen. Bron geraadpleegd op 15-12-2021 via: Expertisecentrum Alcohol | Invloed van alcohol op het ontstaan van hartritmestoornissen (trimbos.nl)

 

Expertisecentrum Alcohol, 2021d. Cijfers hulpvraag en incidenten. Bron geraadpleegd op 15-12-2021 via:

https://expertisecentrumalcohol.trimbos.nl/items/details/cijfers-hulpvraag-en-incidenten

 

Gezondheidsmonitor jeugd, 2019. Overmatige drinkers per gemeente. Bron geraadpleegd op 16-11-2021 via:

Alcoholgebruik | Regionaal & Internationaal | Regionaal | Volksgezondheidenzorg.info

 

Kompas Volksgezondheid, 2019. Alcoholgebruik in de gemeente Harderwijk onder middelbare scholieren. Bron geraadpleegd op 16-11-2021 via:

Alcoholgebruik - Kompas Volksgezondheid Noord- en Oost-Gelderland (kvnog.nl)

 

Landelijke alcohol en drugs informatie systeem, 2015. Alcohol - hulpvraag verslavingszorg 2015. Bron geraadpleegd op 17-11-2021 via LADIS - Alcohol

 

Rombouts, M., Scheffers-van Schayck, T., Van Dorsselaer, S., Kleinjan, M., Onrust, S., & Monshouwer, K. (2020). Het gebruik van tabak, alcohol, cannabis en andere middelen in het praktijkonderwijs en cluster 4-onderwijs.

 

Roodbeen, R., Lie, K. J., & Schelleman-Offermans, K. (2014). Alcoholverkoop aan jongeren 2013. Nuchter, kenniscentrum leeftijdsgrenzen.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Harderwijk in zijn openbare vergadering van 9 maart 2023.

de heer H.J. van Schaik

voorzitter

de heer H.R. Lanning

raadsgriffier

Bijlage 1: Motieven en weerstanden

Bron: Definitieve rapport Nalevingsonderzoek 2018 Gemeente Harderwijk, bureau Objectief, november 2018.

Bijlage 2a: Matrix sanctiestrategie Alcoholwet

 

Artikel

Overtreding

Toelichting

Sanctie

Dwangsom

Bestuurlijke boete mogelijk

3

Verstrekken van alcoholhoudende dranken zonder verleende vergunning

Geen vergunning, geen ontvankelijke vergunningaanvraag ontvangen

Last onder dwangsom

  • -

    Tot 50m²

    €1.500

  • -

    51 t/m 150m² €2.500

  • -

    151 t/m 500m² €3.500

  • -

    Meer dan 500m² €4.500

Ja

3

Verstrekken van alcoholhoudende dranken zonder verleende vergunning

Geen vergunning en geen zicht op legalisatie

Last onder dwangsom. Bij herhaling sluiting middels last onder bestuursdwang

  • -

    Tot 50m²

    €3.000

  • -

    51 t/m 150m² €4.000

  • -

    151 t/m 500m² €5.000

  • -

    Meer dan 500m² €6.000

Ja

8

Leidinggevende(n) voldoet niet langer aan één of meerdere aan hem gestelde eisen

Verplichte intrekkingsgrond ex. artikel 31 Alcoholwet

Schorsing of intrekking van de Alcoholvergunning

Niet van toepassing

Nee

10

Inrichting voldoet niet langer aan één of meerdere gestelde inrichtingseisen

Verplichte intrekkingsgrond ex. artikel 31 Alcoholwet

Schorsing of intrekking van de Alcoholvergunning

Niet van toepassing

Nee

12, lid 1 en 2

Verstrekken van alcoholhoudende dranken in een niet op de vergunning opgenomen horeca lokaliteit

Last onder dwangsom

  • -

    Tot 50m²

    €2.500

  • -

    51 t/m 150m² €3.500

  • -

    151 t/m 500m² €4.500

  • -

    Meer dan 500m² €5.500

Ja

13, lid 1

Verbod op het verstrekken van alcoholhoudende dranken voor gebruik elders dan ter plaatse

Last onder dwangsom

  • -

    Tot 50m²

    €3.000

  • -

    51 t/m 150m² €4.000

  • -

    151 t/m 500m² €5.000

  • -

    Meer dan 500m² €6.000

Ja

Artikel

Overtreding

Toelichting

Sanctie

Dwangsom

Bestuurlijke boete mogelijk

13, lid 2

Verbod op verstrekken van alcoholhoudende dranken voor gebruik ter plaatse in slijtersbedrijf

Last onder dwangsom

  • -

    Tot 50m²

    €3.000

  • -

    51 t/m 150m² €4.000

  • -

    151 t/m 500m² €5.000

  • -

    Meer dan 500m² €6.000

Ja

14, lid 1 en 14a

Verbod op uitvoeren andere bedrijfsactiviteiten in een slijtersbedrijf al dan niet in het kader van verkoop op afstand

Last onder dwangsom

  • -

    Tot 50m²

    €2.500

  • -

    51 t/m 150m² €3.500

  • -

    151 t/m 500m² €4.500

  • -

    Meer dan 500m² €5.500

Ja

14, lid 2

Verbod op uitvoeren kleinhandel in een horecalokaliteit en/of een bijbehorend terras

Last onder dwangsom

  • -

    Tot 50m²

    €2.500

  • -

    51 t/m 150m² €3.500

  • -

    151 t/m 500m² €4.500

  • -

    Meer dan 500m² €5.500

Ja

15

Verbod op rechtstreekse verbinding tussen een slijterij en andere neringsruimte voor de kleinhandel

Last onder dwangsom

  • -

    Tot 50m²

    €2.500

  • -

    51 t/m 150m² €3.500

  • -

    151 t/m 500m² €4.500

  • -

    Meer dan 500m² €5.500

Ja

16

Verbod op automatenverkoop alcoholhoudende dranken

Verbod geldt niet op hotelkamers

Last onder dwangsom

  • -

    Tot 50m²

    €2.500

  • -

    51 t/m 150m² €3.500

  • -

    151 t/m 500m² €4.500

  • -

    Meer dan 500m² €5.500

Ja

17

Verbod verstrekken alcoholhoudende dranken anders dan in een gesloten verpakking

Verbod geldt voor supermarkten en slijterijen, maar niet voor andere horeca-inrichtingen

Last onder dwangsom

  • -

    Tot 50m²

    €2.500

  • -

    51 t/m 150m² €3.500

  • -

    151 t/m 500m² €4.500

  • -

    Meer dan 500m² €5.500

Ja

Artikel

Overtreding

Toelichting

Sanctie

Dwangsom

Bestuurlijke boete mogelijk

18, lid 3

Onderscheid tussen zwak-alcoholhoudende dranken en alcoholvrije dranken ontbreekt in de verkoopruimte

Last onder dwangsom

  • -

    Tot 50m²

    €3.000

  • -

    51 t/m 150m² €4.000

  • -

    151 t/m 500m² €5.000

  • -

    Meer dan 500m² €6.000

Ja

19, lid 2

Verbod bestelservice zwak-alcoholhoudende dranken, tenzij sprake is van één van de genoemde uitzonderingen

Last onder dwangsom

  • -

    Tot 50m²

    €3.000

  • -

    51 t/m 150m² €4.000

  • -

    151 t/m 500m² €5.000

  • -

    Meer dan 500m² €6.000

Ja

20, lid 1

Verbod op verkoop van alcoholhoudende dranken aan jongeren onder de 18 jaar.

 

Met inbegrip verbod op het doorgeven van alcoholhoudende drank van een persoon van 18 jaar of ouder aan een persoon onder de 18 jaar.

Hoge prioriteit

Last onder dwangsom

 

“Three strikes out“ o.g.v. art. 44 Alcoholwet kan de bgm de bevoegdheid om zwak-alcoholhou-dende dranken te verkopen gedurende maximaal 12 weken ontzeggen

  • -

    Tot 50m²

    €3.000

  • -

    51 t/m 150m² €4.000

  • -

    151 t/m 500m² €5.000

  • -

    Meer dan 500m² €6.000

Ja, tenzij toepassing wordt gege-ven aan de bevoegdheid van art. 19a Alcoho-wet.deze bestaat niet meer sinds 1 juli nog wel in de wet

 

Ja

Artikel

Overtreding

Toelichting

Sanctie

Dwangsom

Bestuurlijke boete mogelijk

20, lid 4

Personen die dronken of onder invloed van drugs zijn toelaten tot het horecabedrijf en/of bijbehorend terras

Last onder dwangsom

  • -

    Tot 50m²

    €3.000

  • -

    51 t/m 150m² €4000

  • -

    151 t/m 500m² €5.000

  • -

    Meer dan 500m² €6.000

Nee

 

Proces-verbaal wel mogelijk

20, lid 5

Dienst doen in een horecabedrijf in kennelijke staat en/of kennelijke onder invloed van drugs

Schorsing of intrekking van de drank- en horecavergunning

Niet van toepassing

Nee

 

Proces-verbaal wel mogelijk

21

Alcoholhoudende dranken verstrekken wat tot verstoring van de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid leidt

Schorsing of intrekking van de drank- en horecavergunning

Niet van toepassing

Nee

 

Proces-verbaal wel mogelijk

22, lid 1 en 2

Verbod alcoholhoudende dranken te verstrekken in tankstations

Last onder dwangsom

  • -

    Tot 50m²

    €3.000

  • -

    51 t/m 150m² €4.000

  • -

    151 t/m 500m² €5.000

  • -

    Meer dan 500m² €6.000

Ja

 

Artikel

Overtreding

Toelichting

Sanctie

Dwangsom

Bestuurlijke boete mogelijk

24, lid 3

Verkoop alcoholhoudende drank door dienst doende personen jonger dan 16 jaar

Last onder dwangsom

  • -

    Tot 50m²

    €2.500

  • -

    51 t/m 150m² €3.500

  • -

    151 t/m 500m² €4.500

  • -

    Meer dan 500m² €5.500

Ja

25, lid 1

Verbod aanwezigheid alcoholhoudende drank behoudens uitzondering

Last onder dwangsom

  • -

    Tot 50m²

    €3.000

  • -

    51 t/m 150m² €4.000

  • -

    151 t/m 500m² €5.000

  • -

    Meer dan 500m² €6.000

Ja

25, lid 2

Verbod nuttiging alcoholhoudende drank ter plaatse in een niet zijnde horecabedrijf, behoudens uitzondering

Last onder dwangsom

  • -

    Tot 50m²

    €3.000

  • -

    51 t/m 150m² €4.000

  • -

    151 t/m 500m² €5.000

  • -

    Meer dan 500m² €6.000

Ja

25, lid 3

Verbod aanwezig hebben van alcoholhoudende drank in rondtrekkend vervoermiddel, behoudens enkele uitzonderingen

Last onder dwangsom

  • -

    Tot 50m²

    €3.000

  • -

    51 t/m 150m² €4.000

  • -

    151 t/m 500m² €5.000

  • -

    Meer dan 500m² €6.000

Niet door de burgemeester

25e

Het niet voldoen aan de gestelde eisen (Alcoholbesluit) waaraan een proeverij moet voldoen

Last onder dwangsom

  • -

    Tot 50m²

    €3.000

  • -

    51 t/m 150m² €4.000

  • -

    151 t/m 500m² €5.000

  • -

    Meer dan 500m² €6.000

Ja

29, lid 3

Vergunning, aanhangsel e.d. niet aanwezig hebben in de inrichting

Last onder dwangsom

  • -

    Tot 50m²

    €1.500

  • -

    51 t/m 150m² €2.500

  • -

    151 t/m 500m² €3.500

  • -

    Meer dan 500m² €4.500

Ja

Artikel

Overtreding

Toelichting

Sanctie

Dwangsom

Bestuurlijke boete mogelijk

30

Vergunninghouder heeft geen melding gedaan van wijzigingen van of aan de inrichting

Intrekking van drank- en horecavergunning

 

Verplichte intrekkingsgrond ex. art. 31 lid 1 aanhef en onder sub d

Niet van toepassing

Nee

30a,

lid 1

Vergunninghouder heeft geen melding nieuwe leidinggevende of doorhaling leidinggevende gedaan

Intrekking van drank- en horecavergunning

 

Verplichte intrekkingsgrond ex. art. 31 lid 1 aanhef en onder sub d

Niet van toepassing

Nee

35, lid 1

Schenken alcoholhoudende dranken zonder daartoe geldige verleende ontheffing

Last onder bestuursdwang

Niet van toepassing

Nee

35, lid 2

Niet voldoen aan voorschriften die in ontheffing zijn opgenomen

Last onder dwangsom

  • -

    Tot 50m²

    €2.500

  • -

    51 t/m 150m² €3.500

  • -

    151 t/m 500m² €4.500

  • -

    Meer dan 500m² €5.500

Ja

Artikel

Overtreding

Toelichting

Sanctie

Dwangsom

Bestuurlijke boete mogelijk

35, lid 4

Ontheffing/afschrift van een ontheffing is niet ter plaatse aanwezig

Last onder dwangsom

  • -

    Tot 50m²

    €1.500

  • -

    51 t/m 150m² €2.500

  • -

    151 t/m 500m² €3.500

  • -

    Meer dan 500m² €4.500

Ja

Bijlage 2b: Matrix sanctiestrategie Alcoholwet/Algemene Plaatselijke Verordening Paracommerciële instellingen

Artikel

Overtreding

Toelichting

Sanctie

Dwangsom per

Bestuurlijke boete mogelijk

4, lid 1 Alcoholwet en 2.34B lid 1 APV

Verstrekken van alcoholhoudende dranken buiten de aangegeven schenktijden

Last onder dwangsom

  • -

    Tot 50m²

    €1.500

  • -

    51 t/m 150m² €2.500

  • -

    151 t/m 500m² €3.500

  • -

    Meer dan 500m² €4.500

Ja

4, lid 1 Alcoholwet en 2.34B lid 3 APV

Niet voldoen aan maximum aantal bijeenkomsten van persoonlijke aard die niet rechtstreeks verband houden met de doelstellingen van de instelling

Last onder dwangsom

  • -

    Tot 50m²

    €1.500

  • -

    51 t/m 150m² €2.500

  • -

    151 t/m 500m² €3.500

  • -

    Meer dan 500m² €4.500

Ja

4 Alcoholwet, en 2.34B lid 4 APV

Niet, of niet tijdig melden van bijeenkomsten van persoonlijke aard die niet rechtstreeks verband houden met de doelstellingen van de instelling

Per niet gemelde bijeenkomst via digitale meldingssysteem wordt het aantal nog te houden bijeenkomsten telkens met 3 bijeenkomsten verminderd.

Vermindering met drie bijeenkomsten van het aantal te behouden bijeenkomsten van persoonlijke aard

Niet van toepassing

Ja

Artikel

Overtreding

Toelichting

Sanctie

Dwangsom

Bestuurlijke boete mogelijk

4 Alcoholwet, lid 5

Verleende ontheffing (o.g.v. art. 4 Alcoholwet lid 4) is niet in de inrichting aanwezig

Last onder dwangsom

  • -

    Tot 50m²

    €1.500

  • -

    51 t/m 150m² €2.500

  • -

    151 t/m 500m² €3.500

  • -

    Meer dan 500m² €4.500

Ja

9, lid 3 en 4 Alcoholwet

Geen registratie van barvrijwilligers en of reglement aanwezig bij paracommercieel horecabedrijf

Last onder dwangsom

  • -

    Tot 50m²

    €1.500

  • -

    51 t/m 150m² €2.500

  • -

    151 t/m 500m² €3.500

  • -

    Meer dan 500m² €4.500

Ja

24, lid 2 Alcoholwet

Geen leidinggevende of vereiste persoon aanwezig in horecabedrijf of slijtersbedrijf

Last onder dwangsom

  • -

    Tot 50m²

    €2.500

  • -

    51 t/m 150m² €3.500

  • -

    151 t/m 500m² €4.500

  • -

    Meer dan 500m² €5.500

Ja

25d

Alcoholwet en 2:34C APV

Prijsacties/Happy hour voor het verstrekken van alcoholhoudende drank

Last onder dwangsom

  • -

    Tot 50m²

    €1.500

  • -

    51 t/m 150m² €2.500

  • -

    151 t/m 500m² €3.500

  • -

    Meer dan 500m² €4.500

Ja


1

Bingedrinken: 5 of meer drankjes bij één gelegenheid

2

In 2015 is deze vraag alleen gesteld aan jongeren die in de laatste 4 weken alcohol hadden gedronken, terwijl deze vraag in 2019 is gesteld aan alle jongeren die ooit alcohol hebben gedronken (dus ook alleen ooit een slokje).