Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Soest

Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Soest 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSoest
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingReglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Soest 2023
CiteertitelReglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad gemeente Soest 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt Het Reglement van orde voor de vergaderingen van de raad 2021.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 16 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-09-2023nieuwe regeling

16-05-2023

gmb-2023-231334

539377

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Soest 2023

De raad der gemeente Soest;

gelezen het voorstel d.d. 13 april 2023;

 

b e s l u i t:

 

  • 1.

    In te stemmen met het wijzigen van de vergaderstructuur zoals opgenomen in het Reglement van Orde;

  • 2.

    Het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad vast te stellen en te publiceren op de gebruikelijke wijze.

Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad 2023.

 

De raad van de gemeente Soest

 

gelet op artikel 16 van de Gemeentewet;

 

overwegende dat:

Met dit Reglement van Orde een structuurwijziging voorzien is dat beoogt te komen tot efficiëntere en betere besluitvorming door de raad, door meer maatwerk per onderwerp mogelijk te maken. Deze structuurwijziging zal succesvoller zijn indien de vergadercultuur gedragen wordt door éénieder. De vergaderstructuur beoogt mogelijk te maken dat ieder(e) raadslid, fractie-assistent of fractie onderwerpen kan inbrengen die naar zijn mening er toe doen. Hierbij houdt een meerderheid rekening met een minderheid en gunnen raadsleden en fracties elkaar onderwerpen in te brengen en tot een zorgvuldige behandeling/afweging te komen van een onderwerp, mits de agenda van de raad niet door één afzonderlijk(e) raadslid, fractie-assistent of fractie gedomineerd wordt. Verder wordt verwezen naar het raadsvoorstel behorend bij de Reglement van Orde voor overige toelichting op de vergaderstructuur.

 

gezien het advies van de Raadswerkgroep wijzigen vergaderstructuur;

 

besluit vast te stellen:

 

het Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Soest 2023

 

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • 1.

    Lid: lid van de gemeenteraad van Soest;

  • 2.

    Voorzitter: de voorzitter van de raad, diens plaatsvervanger of voorzitters uit de voorzitterspool;

  • 3.

    Griffier: de door de raad benoemde griffier als bedoeld in de Gemeentewet of diens plaatsvervanger;

  • 4.

    Vergaderingen van de gemeenteraad van Soest bestaande uit de vormen:

    • a.

      ‘De raad in gesprek met’-bijeenkomsten; bedoeld voor beeldvormende en oordeelsvormende vergaderingen;

    • b.

      Plenaire ‘De raad in gesprek met’-bijeenkomsten: oordeelsvormende vergaderingen over onderwerpen met een substantieel grotere maatschappelijke impact;

    • c.

      Het Besluit: besluitvormende raadsvergadering van de gemeenteraad. In deze vergadering vindt de stemming over voorstellen plaats en kunnen moties, amendementen en subamendementen ingediend worden.

  • 5.

    Voorzitterspool: de beschikbare voorzitters, bestaande uit raadsleden en/of fractie-assistenten, voor ‘de raad in gesprek met’-bijeenkomsten van de raad.

  • 6.

    Amendement: voorstel van een raadslid tot wijziging van een ontwerpverordening of ontwerpbeslissing

  • 7.

    Subamendement: voorstel van een raadslid tot wijziging van een aanhangig amendement, te worden opgenomen waarop het betrekking heeft;

  • 8.

    Motie: verklaring over een onderwerp waarmee een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken;

  • 9.

    Voorstel van orde: voorstel betreffende de orde van de vergadering;

  • 10.

    Initiatiefvoorstel: voorstel van een raadslid voor een verordening of ander voorstel.

  • 11.

    Wet: de Gemeentewet;

  • 12.

    Petitie: een door vele burgers ondertekend schriftelijk verzoek van politieke of maatschappelijke aard;

  • 13.

    Waar in dit reglement van orde gesproken wordt over ‘hij’, dient indien van toepassing ook ‘zij’ of ‘hen’ gelezen te worden.

Artikel 2. De voorzitter

  • 1.

    De voorzitter is belast met :

    • a.

      Het leiden van een plenaire bijeenkomst, het Besluit en het Fractievoorzittersoverleg.

    • b.

      Het handhaven van de orde;

    • c.

      Het doen naleven van het reglement van orde;

    • d.

      Wat de Gemeentewet of dit reglement hem verder opdraagt.

  • 2.

    Hij verleent het woord, formuleert de conclusies waarover zal worden gestemd en deelt de uitslag van de stemming mede.

  • 3.

    Bij verhindering of afwezigheid wordt de voorzitter vervangen door de plaatsvervangend voorzitter van de raad.

Artikel 3. De plaatsvervangend voorzitter van de raad

  • 1.

    De plaatsvervangend voorzitter van de raad wordt gekozen via maximaal 2 (schriftelijke) stemrondes (in tegenstelling tot artikel 30 uit dit RvO) tijdens het eerstvolgende Besluit na de gemeenteraadsverkiezingen door de raad in nieuwe samenstelling;

  • 2.

    De raad stelt een profielschets vast voor de plaatsvervangend voorzitter van de raad;

  • 3.

    Kandidaatstelling vindt plaats bij de griffier via een schriftelijke /digitale motivering waarin inzicht wordt gegeven in het voldoen aan de competenties opgenomen in de profielschets voor de plaatsvervangend voorzitter van de raad;

  • 4.

    Indien er slechts 1 raadslid zich kandidaat stelt voor het plaatsvervangend voorzitterschap van de raad, volgt de benoeming van deze kandidaat bij acclamatie;

  • 5.

    Indien er geen raadsleden zijn die zich kandidaat stellen voor het plaatsvervangend voorzitterschap van de raad wordt teruggevallen op artikel 77 van de Gemeentewet waarin staat dat de waarneming plaats vindt door het langstzittende lid van de raad. Indien meer leden van de raad even lang zitting hebben, vindt de waarneming plaats door het oudste lid in jaren van hen;

  • 6.

    De plaatsvervangend voorzitter van de raad leidt een plenaire bijeenkomst en/of het Besluit bij verhindering of ontstentenis van de burgemeester. Hij leidt ook een plenaire bijeenkomst en het Besluit bij een agendapunt wanneer de burgemeester vanuit zijn portefeuille het woord voert;

  • 7.

    De plaatsvervangend voorzitter van de raad leidt de vergadering van de Agendacommissie. Hij leidt ook de vergadering van het Fractievoorzittersoverleg bij verhindering of ontstentenis van de burgemeester;

  • 8.

    De plaatsvervangend voorzitter van de raad vervangt de burgemeester incidenteel bij interne of externe gelegenheden.

Artikel 4. De griffier

  • 1.

    De griffier is bij elke vergadering van de raad aanwezig;

  • 2.

    De griffier is bij elke vergadering van de agendacommissie en het fractievoorzittersoverleg aanwezig;

  • 3.

    Bij verhindering of afwezigheid wordt hij vervangen door een door de raad daartoe aangewezen plaatsvervangend griffier;

  • 4.

    De griffier kan op uitnodiging van de voorzitter aan beraadslagingen in raadsvergaderingen deelnemen.

Artikel 5. Het Fractievoorzittersoverleg

  • 1.

    Er is een Fractievoorzittersoverleg dat bestaat uit de voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter van de gemeenteraad en de fractievoorzitters van alle in de gemeenteraad vertegenwoordigde fracties;

  • 2.

    Het Fractievoorzittersoverleg vergadert in beslotenheid;

  • 3.

    Het Fractievoorzittersoverleg wordt voorgezeten door de voorzitter va de raad;

  • 4.

    De voorzitter en de griffier hebben een adviserende rol in het Fractievoorzittersoverleg;

  • 5.

    Fractievoorzitters kunnen elk een raadslid of fractie-assistent aanwijzen dat hen bij afwezigheid in het Fractievoorzittersoverleg vervangt;

  • 6.

    Het Fractievoorzittersoverleg kan anderen uitnodigen deel te nemen aan zijn vergaderingen;

  • 7.

    Het Fractievoorzittersoverleg is onder andere belast met procedurele aangelegenheden de gemeenteraad betreffende en doet aanbevelingen aan de raad inzake de organisatie en het functioneren van de raad voor zover het niet de taken van de Agendacommissie betreft;

  • 8.

    Elke Fractievoorzitter heeft één stem in het Fractievoorzittersoverleg.

  • 9.

    Er wordt besloten bij meerderheid van stemmen;

  • 10.

    Het Fractievoorzittersoverleg kan besluiten tot het instellen van een raadswerkgroep die iets doet voor de gemeenteraad (en niet iets in plaats van de gemeenteraad);

  • 11.

    Het Fractievoorzittersoverleg besluit over de samenstelling van de raadswerkgroep en houdt daarbij rekening met de omvang van de taak en met bij voorkeur een gelijke vertegenwoordiging vanuit de coalitiepartijen en de oppositiepartijen;

  • 12.

    Het Fractievoorzittersoverleg besluit over de opheffing van een raadswerkgroep;

  • 13.

    Aan het begin van iedere raadsperiode wordt besloten over de continuering van de tot dan toe functionerende raadswerkgroepen.

Artikel 6. Taken en bevoegdheden van de Agendacommissie

  • 1.

    Er is een Agendacommissie die bestaat uit de plaatsvervangend raadsvoorzitter, 2 leden van de collegepartijen en 2 leden van de niet-collegepartijen;

  • 2.

    De Agendacommissie wordt voorgezeten door de plaatsvervangend raadsvoorzitter;

  • 3.

    De voorzitter en de griffier hebben een adviserende rol in de Agendacommissie;

  • 4.

    De Agendacommissie vergadert in principe in openbaarheid;

  • 5.

    De Agendacommissie heeft in ieder geval de volgende taken:

    • a.

      het voorbereiden en vaststellen van agenda’s voor de ‘De raad in gesprek met’-bijeenkomsten;

    • b.

      het voorbereiden van de voorlopige agenda van het Besluit;

    • c.

      het vaststellen het vergaderschema van ‘De raad in gesprek met’-bijeenkomsten en het Besluit. De Agendacommissie stelt het vergaderschema voor het volgende kalenderjaar vast vóór 1 oktober;

    • d.

      het vaststellen van vergaderingen als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de wet, en in het derde lid;

  • 6.

    De Agendacommissie vergadert wekelijks, met uitzondering van de recesperiodes. Besluitvorming vindt plaats door ofwel fysiek (maandag van 19.00 tot 19.30 uur) of digitaal bij elkaar te komen, ook is een schriftelijke ronde mogelijk.

  • 7.

    De agendacommissie kan anderen uitnodigen deel te nemen aan haar vergaderingen;

  • 8.

    Er wordt gestreefd naar unanieme besluitvorming. Indien dit niet mogelijk is wordt er besloten bij meerderheid van stemmen. Elk lid van de Agendacommissie heeft in dat geval één stem.

  • 9.

    Voor een geldige stemming is vereist dat meer dan de helft van het aantal leden van de Agendacommissie aanwezig is bij de vergadering van de Agendacommissie.

Hoofdstuk 2. Toelating nieuwe leden

Artikel 7. Onderzoek geloofsbrieven en beëdiging raadsleden

  • 1.

    Bij de benoeming van nieuwe raadsleden stelt de raad, op voorstel van de voorzitter, een commissie in, bestaande uit drie raadsleden. Deze onderzoekt de geloofsbrieven en de daarop betrekking hebbende stukken van de nieuw benoemde raadsleden en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de toelating van de nieuw benoemde raadsleden tot de raad. Indien van toepassing, wordt van een minderheidsstandpunt melding gemaakt in dit advies. Gedurende het onderzoek wordt de vergadering geschorst.

  • 2.

    Het onderzoek van het proces-verbaal van het centraal stembureau gebeurt in de laatste raadsvergadering in oude samenstelling na de raadsverkiezingen.

  • 3.

    Na een raadsverkiezing roept de voorzitter de toegelaten raadsleden op om in de eerste raadsvergadering in nieuwe samenstelling, bedoeld in artikel 18 van de Gemeentewet, de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

  • 4.

    In geval van een tussentijdse vacaturevervulling roept de voorzitter in afwijking van het voorgaande een nieuw benoemd raadslid op voor de raadsvergadering waarin over diens toelating wordt beslist, om de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

Artikel 8. Benoeming wethouders

  • 1.

    Bij de benoeming van een wethouder stelt de voorzitter een ad hoc commissie “Benoembaarheid wethouders” in, die de werkwijze volgt zoals beschreven in de Verordening onderzoek benoembaarheid wethouders gemeente Soest 2014.

  • 2.

    De commissie onderzoekt of benoeming van de kandidaat voldoet aan de vereisten van de artikelen 36a, 36b, 41b, eerste, derde en vierde lid, en 41c, eerste lid, van de Gemeentewet en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de benoeming tot wethouder.

  • 3.

    De burgemeester kan voor de aanvang van iedere ambtstermijn opdracht geven om de kandidaat-wethouders aan een risicoanalyse integriteit te onderwerpen. De burgemeester brengt over het eindresultaat daarvan verslag uit aan de raad.

Artikel 9. Fracties

  • 1.

    Raadsleden die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, worden bij de aanvang van de zitting als één fractie beschouwd.

  • 2.

    Als boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Als daar geen aanduiding was geplaatst, deelt de fractie in de eerste raadsvergadering aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad zal voeren.

  • 3.

    De namen van de fractievoorzitter en diens plaatsvervanger worden zo spoedig mogelijk doorgegeven aan de voorzitter.

  • 4.

    Indien:

    • a.

      één of meer raadsleden van één of meer fracties als zelfstandige fractie gaan optreden;

    • b.

      één of meer raadsleden van een fractie zich aansluiten bij een andere fractie

    • c.

      twee of meer fracties als één fractie gaat optreden

  • wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter. Met de onder a, b en/of c beschreven veranderde situatie wordt rekening gehouden met ingang van de vergadering van de raad waarin de voorzitter de mededeling gedaan heeft.

  • 5.

    Een nieuwe naam van een fractie voldoet aan de eisen uit artikel G 3 van de Kieswet en wordt gebruikt met ingang van de eerstvolgende raadsvergadering na naamswijziging.

Artikel 10. Fractie-assistenten

  • 1.

    Aan het begin van iedere nieuwe raadsperiode doen de fractievoorzitters aan de voorzitter van de raad opgave van ten hoogste twee personen die door hun fractie zijn aangewezen als fractie-assistent. Ook bij tussentijdse wijziging wordt de voorzitter van de raad hiervan in kennis gesteld. De fractie-assistenten leggen bij aanvang van hun werkzaamheden in handen van de voorzitter van de raad een eed of verklaring en belofte af die qua strekking overeenkomt met de eed of verklaring en belofte die door raadsleden bij de aanvang van hun werkzaamheden wordt afgelegd;

  • 2.

    Fractie-assistenten mogen namens hun fracties het woord voeren bij ‘De raad in gesprek met’-bijeenkomsten en plenaire bijeenkomsten.

  • 3.

    Fractie-assistenten hebben geen spreek- of stemrecht in het Besluit;

  • 4.

    Fractie-assistenten kunnen deel uit maken van een raadswerkgroep;

  • 5.

    Fractie-assistenten kunnen raadsrapporteur zijn;

  • 6.

    Fractie-assistenten kunnen raadsvoorzitter zijn;

  • 7.

    Fractie-assistenten dienen te voldoen aan de artikelen 10 tot en met 13 en artikel 15 van de Gemeentewet.

  • 8.

    Een fractie-assistent beëindigt zijn werkzaamheden wanneer de fractie-assistent niet meer voldoet aan de vereisten zoals bedoeld in het zevende lid van dit artikel, bij opzegging door de fractie-assistent, bij opzegging door de voorzitter van de fractie die de fractie-assistent heeft voorgedragen of bij installatie van een nieuwe gemeenteraad.

Hoofdstuk 3. Vergaderingen

Paragraaf 1. Tijdstip van vergaderingen en voorbereiding van vergaderingen

Artikel 11. Vergaderingen

  • 1.

    De vergaderingen vinden in de regel plaats op de door de Agendacommissie vastgestelde vergaderschema aangegeven dagen in het gemeentehuis in Soest. De vergaderingen vinden bij voorkeur plaats op een donderdagavond en beginnen in de regel niet eerder dan 19.30 uur. De vergaderingen eindigen in de regel niet later dan 23.00 uur.

  • 2.

    Indien de op de agenda van het Besluit vermelde onderwerpen niet alle zijn behandeld, brengt de voorzitter een voorstel van orde in op een door hem te bepalen moment tijdens de vergadering om te beslissen of:

    • a.

      de vergadering op dat tijdstip wordt voortgezet;

    • b.

      de nog te behandelen agendapunten door te schuiven naar het eerstvolgende Besluit;

    • c.

      de vergadering geschorst wordt en voort gezet wordt op de eerstvolgende dag na 17.00 uur voor de behandeling van de nog niet afgehandelde onderwerpen, zonder dat hiervoor een oproep of bekendmaking nodig zijn.

  • Een beslissing hierover wordt genomen bij meerderheid van stemmen.

  • 3.

    De voorzitter kan in bijzondere gevallen na overleg met de Agendacommissie een andere dag en/of ander aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen;

  • 4.

    In geval de voorzitter een tussentijdse vergadering nodig oordeelt of indien door tenminste 1/5 van het aantal leden van de raad schriftelijk met opgave van redenen wordt gevraagd, belegt de voorzitter deze binnen een week na overleg met de Agendacommissie.

Artikel 12. Oproep, voorlopige agenda en vaststellen agenda

  • 1.

    De voorzitter plaatst in principe 3 dagen na de vergadering van de Agendacommissie de voorlopige agenda’s van de ‘De raad in gesprek met’-bijeenkomsten en het Besluit met de daarbij behorende stukken in het raadsinformatiesysteem van de raadsleden, fractie-assistenten en wethouders. De stukken worden openbaar gemaakt, met uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken.

  • 2.

    De voorzitter kan na het plaatsen van de vergaderstukken in het raadsinformatiesysteem van de raad zo nodig een aanvullende agenda doen uitgaan. Alvorens dat te doen pleegt hij overleg (zo nodig per e-mail) met de Agendacommissie. De op de aanvullende voorlopige agenda vermelde voorstellen met de daarbij behorende stukken worden zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden. De stukken worden openbaar gemaakt door ze te plaatsen in het raadsinformatiesysteem van de raad.

  • 3.

    De agenda wordt bij aanvang van het Besluit door de raad vastgesteld bij meerderheid van stemmen. Op voorstel van een lid van de raad of de voorzitter kan de raad bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 4.

    Van de in het vorige lid bedoelde mogelijkheid tot toevoeging wordt in de regel slechts gebruik gemaakt na afweging van de aspecten van spoedeisendheid en zorgvuldigheid.

  • 5.

    De raad kan naar aanleiding van een ordevoorstel van de voorzitter of een lid van de raad besluiten de volgorde van de behandeling zoals die bij de vaststelling van de agenda aan het begin van de vergadering is bepaald, te wijzigen.

  • 6.

    Wanneer de raad een onderwerp onvoldoende voor de openbare beraadslaging in de raadsvergadering voorbereid acht, kan hij besluiten, daarbij zoveel mogelijk de procedure voor de verdere voorbereiding aangevend, het onderwerp van de agenda af te voeren.

Artikel 13. Ter inzage leggen van stukken

  • 1.

    Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op een voorlopige agenda dienen, worden gelijktijdig met het plaatsen van de vergaderstukken in het raadsinformatiesysteem van de raad geplaatst. Als na het verzenden van de digitale oproep stukken aan het raadsinformatiesysteem van de raad worden toegevoegd wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en zo mogelijk door middel van openbare kennisgeving;

  • 2.

    Digitaal beschikbare stukken worden op de website van de gemeente geplaatst;

  • 3.

    Informatie van de raad of aan de raad verstrekte informatie waar omtrent op grond van de wet geheimhouding is opgelegd, wordt ‘achter een slotje’ in het raadsinformatiesysteem geplaatst.

  • 4.

    Het is niet toegestaan stukken waarop de aanduiding geheim staat vermeld aan anderen te verstrekken of te tonen;

  • 5.

    Indien één van de leden van de raad vindt dat ten onrechte op het stuk de aanduiding geheim is aangegeven kan hij het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester (voor zover het om een bevoegdheid van dat orgaan gaat) of een bestuurscommissie of onderzoekscommissie voor zover die stukken aan de raad hebben doen toekomen, via de griffier verzoeken de aanduiding te veranderen of te verwijderen. Als het lid van de raad zich niet kan verenigen met de beslissing van het bevoegde orgaan zal de voorzitter het verzoek bespreken met het Fractievoorzittersoverleg. Zolang door het bevoegde orgaan geen ander besluit is genomen geldt voor de stukken met de aanduiding geheim het bepaalde in de leden 1 t/m 4 van dit artikel;

  • 6.

    De openbare besluitenlijsten van de vergaderingen van burgemeester en wethouders worden wekelijks uiterlijk op woensdagmiddag digitaal in het raadsinformatiesysteem geplaatst. De schriftelijke mededelingen aan de pers over de besluiten van het college van burgemeester en wethouders worden tegelijk ook aan de fractievoorzitters kenbaar gemaakt.

     

Paragraaf 2. Het Soester vergadermodel

Artikel 14. ‘De raad in gesprek met’-bijeenkomsten, plenaire bijeenkomsten en het Besluit

  • 1.

    ‘De raad in gesprek met’-bijeenkomsten en/of plenaire bijeenkomsten vinden wekelijks plaats op donderdag avond;

  • 2.

    ‘De raad in gesprek met’-bijeenkomsten zijn bedoeld voor beeldvormende en oordeelsvormende vergaderingen met als doel;

    • a.

      Het verkrijgen van een goed inzicht in de situatie van een onderwerp;

    • b.

      Voor het toelichten van zienswijzen van belanghebbenden;

    • c.

      Om met de samenleving in gesprek te gaan;

    • d.

      Voor het stellen van bestuurlijke vragen aan het college van B en W;

    • e.

      Voor het voeren van een debat over een bepaald onderwerp;

    • f.

      Voor het aankondigen en bespreken van moties en/of amendementen;

  • 3.

    ‘De raad in gesprek met’-bijeenkomsten vinden wekelijks plaats en beginnen om 19.30 uur. Om de week vindt het Besluit plaats dat om 21.15 uur begint.

  • 4.

    Er vinden maximaal 2 ‘De raad in gesprek met’-bijeenkomsten tegelijkertijd plaats;

  • 5.

    ‘De raad in gesprek met’-bijeenkomsten kunnen op een andere locatie dan het gemeentehuis plaatsvinden;

  • 6.

    De Agendacommissie kan bij uitzondering en incidenteel afwijken van het gestelde in lid 1, 3 en 4 van dit artikel;

  • 7.

    het BOB-model (Beeld-Oordeel-Besluit) is het uitgangspunt om tot goede weloverwogen besluitvorming te komen;

  • 8.

    ‘De raad in gesprek met’-bijeenkomsten kunnen gehouden worden:

    • a.

      Op initiatief van (een) raadsfractie(s) door het indienen van een agenderingsverzoek bij de Agendacommissie. Een agenderingsverzoek moet door minimaal 3 fracties ondersteund worden voordat het onderwerp geagendeerd kan worden;

    • b.

      Op verzoek van het college van B en W om de raad te informeren over onderwerpen of om keuzes te bespreken en te delen over onderwerpen;

    • c.

      Over onderwerpen aangedragen uit de samenleving die een maatschappelijk belang dienen of om kennis te maken met belangengroepen uit de samenleving;

  • 9.

    Plenaire bijeenkomsten zijn bedoeld voor oordeelsvormende vergaderingen met als doel;

    • a.

      Het voeren van een debat over een onderwerp dat een groot maatschappelijk belang dient of een grote politieke gevoeligheid kent;

    • b.

      Het bespreken van aangekondigde moties en amendementen over een onderwerp dat een groot maatschappelijk belang dient of een grote politieke gevoeligheid kent.

  • 10.

    Bij ‘De raad in gesprek met’-bijeenkomsten en plenaire bijeenkomsten is er 1 woordvoerder per fractie (dit kunnen raadsleden en fractie-assistenten zijn). Bij niet reguliere beeldvormende bijeenkomsten mogen er meerdere woordvoerders per fractie zijn.

  • 11.

    Een ‘De raad in gesprek met’-bijeenkomst wordt voorgezeten door een voorzitter uit de voorzitterspool. De voorzitter uit de voorzitterspool wordt ondersteund door de griffier of zijn plaatsvervanger.

  • 12.

    Een plenaire bijeenkomst wordt voorgezeten door de voorzitter van de raad of bij zijn verhindering of in het geval het de portefeuille van de voorzitter betreft, door de plaatsvervangend raadsvoorzitter;

  • 13.

    De bespreking van een ‘De raad in gesprek met’-bijeenkomst of een plenaire bijeenkomst kan de volgende uitkomst hebben:

    • a.

      Voldoende besproken en besluitrijp;

    • b.

      Opnieuw agenderen voor verdere beeldvorming;

    • c.

      Agenderen voor oordeelsvorming;

    • d.

      Opnieuw agenderen voor oordeelsvorming;

    • e.

      Agenderen als hamerstuk of bespreekstuk in het Besluit;

  • Deze uitkomst komt tot stand op basis van gewogen stemmen en wordt gezien als een advies aan de Agendacommissie. Gewogen betekent naar rato van het aantal leden per fractie.

  • 14.

    Moties en/of amendementen worden tijdens het Besluit ingediend.

Artikel 15. Spreekrecht

  • 1.

    Elke burger en/of groepering heeft het recht om bij de behandeling van een agendapunt in een ‘De raad in gesprek met’-bijeenkomst of plenaire bijeenkomst maximaal 5 minuten in te spreken voor zover het betrekking heeft op het geagendeerde onderwerp. Het inspreken vindt plaats voorafgaande aan de behandeling van het betreffende agendapunt. Per agendapunt is maximaal 15 minuten beschikbaar voor het Spreekrecht. Indien er meer dan drie sprekers zijn wordt de beschikbare tijd evenredig verdeeld;

  • 2.

    Bij ‘De raad in gesprek met’-bijeenkomsten of plenaire bijeenkomsten die speciaal voorzien zijn voor inspraak over het geagendeerde onderwerp is de spreektijd per inspreker maximaal 5 minuten. Indien er meer insprekers zijn dan de totale inspreektijd toelaat, besluit de Agendacommissie de totale spreektijd evenredig te verdelen over het aantal insprekers.

  • 3.

    Insprekers dienen zich, onder vermelding van naam, adres, telefoonnummer en e-mailadres, vooraf aan te melden bij de griffier, uiterlijk om 12.00 uur op de dag van de vergadering.

  • 4.

    Na afloop van de inbreng van de inspreker kan de voorzitter de fracties aan tafel gelegenheid geven de inspreker vragen ter verduidelijking te stellen.

  • 5.

    Na het uitspreken van de inspreektekst en het eventueel beantwoorden van vragen vanuit de fracties neemt de inspreker plaats op de voor toehoorders bestemde plaatsen.

  • 6.

    Elke burger en/of groepering heeft het recht om in het Besluit maximaal 5 minuten in te spreken over een niet eerder geagendeerd onderwerp. Onder “niet eerder” wordt verstaan een periode van 3 maanden voorafgaand aan het Besluit;

    Een uitzondering van het spreekrecht geldt voor:

    • -

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar of beroep op de rechter openstaat of heeft opengestaan;

    • -

      onderwerpen die het maken van keuzen en het doen van voordrachten of aanbevelingen van personen betreffen;

    • -

      een aangelegenheid waarover een klacht op grond van artikel 9:1 van de Algemene Wet Bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 7.

    Een spreker veroorlooft zich geen beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen c.q. uitspraken.

Artikel 16. Verhindering

  • 1.

    Het raadslid dat verhinderd is het Besluit bij te wonen geeft daarvan zo spoedig mogelijk voor de aanvang van de vergadering kennis aan de griffier;

  • 2.

    Indien een lid het Besluit blijvend verlaat voordat deze is gesloten geeft hij daarvan kennis aan de griffier die de voorzitter verwittigt.

Artikel 17. Presentielijst

  • 1.

    De griffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van het Besluit;

  • 2.

    Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen raadsleden de presentielijst. Aan het einde van elk Besluit wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 18. Zitplaatsen

De voorzitter, de leden van de gemeenteraad, de griffier, alsmede de wethouders die voor het Besluit zijn uitgenodigd, hebben een vaste zitplaats, door de voorzitter aangewezen, na overleg met de fractievoorzitters bij iedere nieuwe zittingsperiode van de raad. De indeling kan indien daartoe aanleiding bestaat, door de voorzitter, worden herzien na overleg met de fractievoorzitters.

Artikel 19. Spreekregels

  • 1.

    De leden spreken zoveel als mogelijk vanaf de afgesproken spreekplaats en richten zich tot de voorzitter;

  • 2.

    Bij bijzondere gelegenheden kan de voorzitter bepalen dat de leden vanaf een andere plaats spreken.

Artikel 20. Volgorde sprekers

  • 1.

    Een lid voert slechts het woord na het aan de voorzitter gevraagd en van hem verkregen te hebben;

  • 2.

    De voorzitter verleent de leden het woord in de volgorde, waarin zij het hebben gevraagd, met dien verstande dat over een initiatiefvoorstel, inlichtingen als bedoeld in artikel 49, een ingediende vraag, een amendement, een subamendement, een voorstel van orde of motie, allereerst de indiener respectievelijk de voorsteller het woord mag voeren ter toelichting;

  • 3.

    De volgorde kan worden verbroken wanneer een lid het woord vraagt over een persoonlijk feit, over de vaststelling van een te beslissen vraagpunt, of om een voorstel van orde in te dienen;

  • 4.

    De voorzitter verleent het woord over een persoonlijk feit niet, dan nadat het betrokken lid een beknopte aanduiding van het feit heeft gegeven;

  • 5.

    Ingeval van twijfel of er een persoonlijk feit aanwezig is, raadpleegt de voorzitter de raad, die zonder voorafgaande bespreking beslist.

Artikel 21. Aantal spreektermijnen

  • 1.

    Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raad anders beslist;

  • 2.

    Bij de beraadslaging over een voorstel van het college van burgemeester en wethouders antwoorden de leden van het college die daartoe vanuit de raad worden uitgenodigd en in het bijzonder het lid van het college die de portefeuille beheert waartoe het onderwerp behoort, in twee termijnen op de gestelde vragen, tenzij de raad anders beslist;

  • 3.

    Spreektermijnen worden door de voorzitter afgesloten;

  • 4.

    Raadsleden mogen in een termijn niet meer dan éénmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel;

  • 5.

    Het vierde lid is niet van toepassing op een raadslid dat een amendement, een subamendement, een motie of een initiatiefvoorstel heeft ingediend, ten aanzien van de beraadslaging daarover.

  • 6.

    Bij de bepaling hoeveel malen een raadslid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 22. Spreektijd

De raad kan op voorstel van de voorzitter regels stellen omtrent de spreektijd der leden.

Artikel 23. Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1.

    Onverminderd artikel 21 van de Gemeentewet kan de raad op enig moment besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging;

  • 2.

    Een besluit daartoe wordt op voorstel van de voorzitter van de voorzitter of één van de leden van de raad genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen;

  • 3.

    Op degene die op grond van dit artikel is toegelaten deel te nemen aan de beraadslaging zijn de bepalingen van dit reglement van toepassing.

Artikel 24. Handhaving orde en schorsing;

  • 1.

    Een spreker mag in zijn rede niet worden gestoord, tenzij de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van dit reglement te herinneren. Interrupties zijn toegestaan, tenzij de voorzitter beslist, dat een spreker zijn betoog zonder verdere interrupties zal afronden.

  • 2.

    Indien een lid zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het onderwerp in behandeling, een spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien het desbetreffende lid hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen of een voorstel aan de raad doen om hem het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen, overeenkomstig artikel 26, lid 3 van de Gemeentewet;

  • 3.

    De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en – indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord – de vergadering sluiten.

Artikel 25. Voorstellen van orde

  • 1.

    Raadsleden en de voorzitter kunnen tijdens het Besluit mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering indienen. De raad beslist hier terstond over;

  • 2.

    Een voorstel van orde kan gaan over:

    • a.

      afzonderlijke beraadslaging over één of meer onderdelen van een voorstel;

    • b.

      gelijktijdige behandeling van twee of meer onderwerpen;

    • c.

      behandeling van een onderwerp eerst in het algemeen en daarna in artikelen of andere onderwerpen;

    • d.

      vaststelling van maximale spreektijden over een bepaald onderwerp;

    • e.

      beperking of uitbreiding van het aantal termijnen van beraadslaging;

    • f.

      sluiting van de beraadslaging, dan wel verdaging van de beslissing over een onderwerp;

    • g.

      schorsing of verdaging van de vergadering;

    • h.

      andere voorstellen die de orde van de vergadering betreffen;

  • 3.

    Over een voorstel van orde wordt slechts in één termijn het woord gevoerd;

  • 4.

    Een voorstel van orde gaat voor alle andere voorstellen;

  • 5.

    Op verzoek van een lid van de raad of op voorstel van de voorzitter kan de raad besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde burgemeester en wethouders of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 26. Stemverklaring in het Besluit

  • 1.

    Voordat de raad tot stemming overgaat, kunnen raadsleden hun voorgenomen stemgedrag toelichten;

  • 2.

    Voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel plaatsvindt, formuleert de voorzitter het voorstel voor de te nemen beslissing.

Artikel 27. Stemming; procedure hoofdelijke stemming

  • 1.

    De voorzitter vraagt de raadsleden of zij stemming verlangen. Is dit niet het geval dan stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder stemming is aangenomen;

  • 2.

    Als een voorstel zonder stemming wordt aangenomen kunnen de in de raadsvergadering aanwezige raadsleden aantekening in het verslag vragen, dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd of overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming te hebben deelgenomen;

  • 3.

    Als een raadslid om stemming of hoofdelijke stemming vraagt, doet de voorzitter daarvan mededeling aan de raad;

  • 4.

    Bij hoofdelijke stemming in een vergadering trekt de voorzitter een nummer uit een daarvoor bestemde schaal met daarin de nummers 1 tot en met 29.

  • 5.

    De leden nemen aan elke in een vergadering te houden stemming deel na hoofdelijke oproeping door de voorzitter, te beginnen bij het lid waarvan de handtekening op de presentielijst en het daarbij geplaatste nummer overeenstemt met het in het vorige lid bedoelde nummer; vervolgens geschiedt de stemming naar de volgorde van de presentielijst;

  • 6.

    Bij hoofdelijke stemming is ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet van deelneming aan de stemming moet onthouden verplicht zijn stem uit te brengen, zie hiervoor ook artikel 32, lid 2 van de Gemeentewet;

  • 7.

    De leden brengen hun stem uit door het woord ‘voor’ of ‘tegen’ uit te spreken, zonder enige toevoeging;

  • 8.

    Bij hoofdelijke stemming brengen ter vergadering aanwezig raadsleden, tenzij zij overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming deel behoren te nemen, hun stem uit door 'voor' of 'tegen' uit te spreken. Raadsleden kunnen een stemverklaring geven.

  • 9.

    Een raadslid dat zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, kan deze vergissing herstellen totdat het volgende raadslid heeft gestemd. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later, dan kan deze nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt aantekening vragen van zijn vergissing. Dit brengt geen verandering in de uitslag van de stemming;

  • 10.

    De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mede, met vermelding van het aantal uitgebrachte stemmen voor en stemmen tegen. Hij doet daarbij tevens mededeling van het genomen besluit.

Artikel 28. Volgorde stemming over amendementen en moties

  • 1.

    Als een amendement op een aanhangig voorstel is ingediend, wordt eerst over dat amendement gestemd en vervolgens over het voorstel zoals het dan luidt in zijn geheel;

  • 2.

    Als een subamendement is ingediend, wordt eerst over het subamendement gestemd en vervolgens over het amendement waarop dat betrekking heeft;

  • 3.

    Indien meerdere amendementen of subamendementen op een aanhangig voorstel zijn ingediend, bepaalt de voorzitter de volgorde waarin hierover zal worden gestemd, daarbij geldt, onverminderd het eerste en tweede lid, dat eerst over het meest verstrekkende amendement of subamendement wordt gestemd;

  • 4.

    Als aangaande een aanhangig voorstel een motie is ingediend, wordt eerst over de motie gestemd en vervolgens over het voorstel;

  • 5.

    Bij een motie over een afzonderlijk onderwerp geldt dit uiteraard niet en is het vierde lid niet van toepassing;

  • 6.

    Indien over de toepassing van dit artikel verschil van mening bestaat beslist de raad.

Artikel 29. Stemming over personen

  • 1.

    Bij stemming over personen voor voordrachten of het opstellen van voordrachten of aanbevelingen, benoemt de voorzitter drie raadsleden tot stembureau.

  • 2.

    Aanwezige raadsleden zijn verplicht een door het stembureau verstrekt stembriefje in te leveren, tenzij zij overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming deel behoren te nemen.

  • 3.

    Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De raad kan op voorstel van het stembureau beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje.

  • 4.

    Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.

  • 5.

    Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid als bedoeld in artikel 30 van de Gemeentewet worden geacht geen stem te hebben uitgebracht die leden die geen behoorlijk stembriefje hebben ingeleverd. Onder een niet behoorlijk ingevuld stembriefje wordt verstaan:

    • a.

      een blanco ingevuld stembriefje;

    • b.

      een ondertekend stembriefje;

    • c.

      een stembriefje waarop meer dan één naam is vermeld, tenzij de stemming verschillende vacatures betreft;

    • d.

      een stembriefje waarbij, indien het een benoeming op een voordracht betreft

    • e.

      op een persoon wordt gestemd die niet is voorgedragen;

    • f.

      een stembriefje waarbij op een andere persoon wordt gestemd dan die waartoe de stemming is beperkt.

  • 6.

    In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de raad op voorstel van de voorzitter;

  • 7.

    Onder de zorg van de griffier worden de stembriefjes onmiddellijk na vaststelling van de uitslag vernietigd.

Artikel 30. Herstemmen over personen

  • 1.

    Wanneer bij de eerste stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, wordt tot een tweede stemming overgegaan;

  • 2.

    Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid (is een absolute meerderheid van stemmen, dat is het aantal stemmen van ten minste de helft van het totale aantal toegestane stemmen plus de helft); is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd (herstemming). Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben;

  • 3.

    Indien bij tussenstemming of bij de derde stemming de stemmen staken beslist terstond het lot.

Artikel 31. Beslissing door het lot.

  • 1.

    Wanneer het lot moet beslissen, worden de namen van hen tussen wie de beslissing moet plaatshebben, door de voorzitter op afzonderlijke, geheel gelijke, briefjes geschreven;

  • 2.

    Deze briefjes worden, nadat zij door het stembureau zijn gecontroleerd, op gelijke wijze gevouwen, in een stembokaal gedeponeerd en omgeschud;

  • 3.

    Vervolgens neemt de voorzitter één van de briefjes uit de stembokaal. Degene wiens naam op dit briefje voorkomt is gekozen.

Artikel 32. In ontvangst nemen van petities

  • 1.

    De raad en afzonderlijke raadsleden kunnen in het Besluit petities van burgers in ontvangst nemen. Daartoe wordt bij de vaststelling van de agenda een agendapunt ingelast.

  • 2.

    Burgers of groepen van burgers die een petitie willen aanbieden, doen hiervan uiterlijk om 12.00 uur van de dag waarop het Besluit plaatsvindt mededeling aan de griffier.

  • 3.

    Een petitie wordt in ontvangst genomen door:

    • a.

      de voorzitter, als de petitie aan de raad is gericht;

    • b.

      de betreffende fractievoorzitter of zijn vervanger, als de petitie aan een fractie is gericht;

    • c.

      het betreffende raadslid, als de petitie aan dat raadslid is gericht.

  • 4.

    Het agendapunt waarbij de petitie in ontvangst wordt genomen heeft een maximale tijdsduur van 10 minuten.

  • 5.

    De voorzitter kan weigeren het aanbieden van een petitie in de vergadering toe te laten als hij van mening is dat de handtekeningen onder de petitie geen blijk geven van voldoende representativiteit bij het onderhavige onderwerp.

Artikel 33. Openbare kennisgeving

Raadsvergaderingen worden ter openbare kennis gebracht door aankondiging in de lokale media en via de gemeentelijke website.

 

Paragraaf 4. Besloten raadsvergaderingen

Artikel 34. Toepassing reglement op besloten vergaderingen

Op besloten raadsvergaderingen is dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 35. Verslag besloten vergadering

  • 1.

    Notulen en -besluitenlijsten van besloten raadsvergaderingen worden ‘achter een slotje’ in het bestuurlijk informatiesysteem van de raad geplaatst;

  • 2.

    De besluitenlijsten worden zo spoedig mogelijk in een besloten raadsvergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raad een besluit over het al dan niet openbaar maken van de vastgestelde besluitenlijst.

  • 3.

    De vastgestelde besluitenlijsten worden door de voorzitter en de griffier ondertekend.

Artikel 36. Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raad of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raad kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 37. Opheffing geheimhouding

Als de raad op grond van artikel 89, vierde lid, van de wet voornemens is de geheimhouding van aan de raad verstrekte informatie op te heffen, wordt, als het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten raadsvergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.

 

Paragraaf 5. Verslaglegging; ingekomen stukken

Artikel 38. Verslag en besluitenlijst

  • 1.

    De griffier draagt zorg voor woordelijke notulen van ‘De raad in gesprek met’-bijeenkomsten die een oordeelsvormend karakter hebben, plenaire oordeelsvormende bijeenkomsten en het Besluit en voor een besluitenlijst van het Besluit. Notulen bevatten in ieder geval:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de griffier, de wethouders, de raadsleden en de fractieassistenten allen voor zover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

    • b.

      een aantekening van welke raadsleden afwezig waren;

    • c.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • d.

      een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de namen van de sprekers;

    • e.

      een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de raadsleden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de raadsleden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben onthouden of zich bij het uitbrengen van hun stem hebben vergist;

    • f.

      de tekst van de ter vergadering ingediende initiatiefvoorstellen, voorstellen van orde, moties, amendementen en subamendementen;

    • g.

      bij het desbetreffende agendapunt, de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 23 door de raad is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 2.

    Notulen worden in het raadsinformatiesysteem van de raad geplaatst, notulen van geheime vergaderingen worden ‘achter een slotje’ in het raadsinformatiesysteem van de raad geplaatst;

  • 3.

    Vastgestelde besluitenlijsten worden ondertekend door de voorzitter en griffier;

  • 4.

    Voor zover de aard en de inhoud van de besluitvorming zich daartegen niet verzet, wordt de besluitenlijst zo spoedig mogelijk na de raadsvergadering openbaar gemaakt op de in de gemeente gebruikelijke wijze;

Artikel 39. Ingekomen stukken

  • 1.

    Bij de raad ingekomen stukken worden op een lijst geplaatst die aan de raadsleden wordt toegezonden en ter inzage wordt gelegd.

  • 2.

    Ingekomen stukken worden wekelijks in het raadsinformatiesysteem van de raad geplaatst;

  • 3.

    Bij de vaststelling van de lijst van ingekomen stukken door de raad stelt de raad op voorstel van het Fractievoorzittersoverleg, of in geval van onverwijlde spoed de griffier, de wijze van afdoening van de ingekomen stukken vast.

     

Paragraaf 6. Toehoorders en pers

Artikel 40. Toehoorders en pers

  • 1.

    Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare raadsvergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen;

  • 2.

    Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring (als ook spandoeken en tekstborden) of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden. Een en ander is ter beoordeling van de voorzitter;

  • 3.

    De voorzitter is bevoegd toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering te ontzeggen (zie hiervoor artikel 26, lid 2 van de Gemeentewet).

Artikel 41. Geluid- en beeldregistraties

  • 1.

    Degenen die van een openbare raadsvergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

  • 2.

    Alle ‘De raad in gesprek met’-bijeenkomsten, plenaire bijeenkomsten en het Besluit worden opgenomen en beschikbaar gesteld voor de raad via een platform van de raad. Niet alle beeldvormende bijeenkomsten zullen tot in lengte der dagen in openbaarheid beschikbaar blijven op het platform.

Hoofdstuk 5. Bevoegdheden, instrumenten raadsleden

Artikel 42. Amendementen en subamendementen

  • 1.

    Ieder lid dat in het Besluit aanwezig is, is bevoegd wijzigingen voor te stellen op het voorgestelde besluit (amendementen). Ook kan hij voorstellen, het voorgestelde besluit in een of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Raadsleden dienen amendementen en subamendementen van het voorstel waarop deze betrekking hebben in bij de voorzitter;

  • 2.

    Ieder lid dat in de vergadering aanwezig is, is bevoegd op het amendement dat door een lid is ingediend, een wijziging voor te stellen (subamendement);

  • 3.

    Elk (sub-)amendement en elk voorstel moet digitaal bij de voorzitter worden ingediend, tenzij de voorzitter – met het oog op het eenvoudige karakter van het voorgestelde – oordeelt, dat met een mondelinge indiening kan worden volstaan;

  • 4.

    Een (sub-)amendement dient zodanig te zijn geformuleerd dat de tekst ervan geschikt is om in het ontwerpbesluit te worden verwerkt;

  • 5.

    Intrekking, door de indiener(s), van het subamendement is mogelijk totdat de besluitvorming door de vergadering heeft plaatsgevonden.

Artikel 43. Moties

  • 1.

    Raadsleden dienen in het Besluit moties digitaal in bij de voorzitter;

  • 2.

    De behandeling van een motie vindt gelijktijdig plaats over het onderwerp of voorstel waarop het betrekking heeft;

  • 3.

    Een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp – motie vreemd aan de orde – moet tenminste 24 uur voor de aanvang van het Besluit schriftelijk bij de voorzitter ingediend worden;

  • 4.

    De behandeling van een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp vindt plaats nadat alle op de agenda opgenomen onderwerpen zijn behandeld (bij het Vragenkwartier);

  • 5.

    Intrekking door de indiener van een motie is mogelijk totdat de besluitvorming daarover door de raad is afgerond.

Artikel 44. Initiatiefvoorstel

  • 1.

    Een initiatiefvoorstel moet digitaal bij de Agendacommissie worden ingediend;

  • 2.

    De Agendacommissie zorgt voor agendering in een ‘De raad in gesprek met’-bijeenkomst en het Besluit;

  • 3.

    Het college van B en W wordt in de gelegenheid gesteld wensen en bedenkingen te formuleren, indachtig artikel 147a van de Gemeentewet.

  • 4.

    Het college maakt zijn mening omtrent een aan hem voorgelegd initiatiefvoorstel digitaal aan de raad kenbaar. Deze digitale reactie dient ten minste twee dagen voor het Besluit digitaal aan de raad te worden gestuurd;

  • 5.

    Een voorstel kan te allen tijde door degene die het heeft ingediend worden ingetrokken.

Artikel 45. Collegevoorstel

  • 1.

    Een voorstel van het college aan de raad dat vermeld staat op de voorlopige agenda van het Besluit, kan niet worden ingetrokken zonder toestemming van de raad;

  • 2.

    Als de raad van oordeel is dat een voorstel als bedoeld in het eerste lid voor advies terug aan het college dient te worden gezonden, bepaalt de raad binnen welke termijn het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

Artikel 46. Schriftelijke vragen buiten de vergadering om.

  • 1.

    Ieder lid kan, ook wanneer geen Besluit wordt gehouden aan de burgemeester of aan burgemeester en wethouders schriftelijke vragen stellen. De voorzitter van de raad wordt van de gestelde vragen in kennis gesteld;

  • 2.

    De voorzitter draagt er zorg voor dat de andere leden onmiddellijk van de vragen in kennis worden gesteld. Gelijke kennisgeving vindt plaats aan de plaatselijke dag- en/of nieuwsbladen;

  • 3.

    De vragen worden zo spoedig mogelijk maar in ieder geval binnen vier weken na ontvangst

  • beantwoord;

  • 4.

    De voorzitter en leden van de raad worden van de gegeven antwoorden in kennis gesteld. Gelijke mededeling vindt plaats dag- en/of nieuwsbladen.

Artikel 47. Vragenkwartier

  • 1.

    Tijdens het Besluit wordt na de ‘agendapunten ter besluitvorming’ een vragenkwartier ten behoeve van de leden gehouden;

  • 2.

    De vragen moeten tenminste 24 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de voorzitter ingediend worden;

  • 3.

    De voorzitter stelt de indiener van de vraag in de gelegenheid zijn vragen kort toe te lichten;

  • 4.

    De vragen worden in de regel onmiddellijk ter vergadering beantwoord. De beraadslaging over de antwoorden vindt plaats met inachtneming van artikel 21;

  • 5.

    Bij het Vragenkwartier worden ook moties vreemd aan de orde behandeld met inachtneming van artikel 43 en artikel 21.

Artikel 48. Interpellatie

  • 1.

    Indien een lid van oordeel is dat het college van burgemeester en wethouders over een onderwerp, dat niet op de voorlopige agenda van het Besluit voorkomt, aan de gemeenteraad inlichtingen dient te verstrekken omtrent het door hem gevoerde bestuur, vraagt deze bij de voorzitter een interpellatie aan;

  • 2.

    Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de burgemeester voor het door hem als bestuursorgaan van de gemeente gevoerde bestuur;

  • 3.

    Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, tenminste 48 uur voor de aanvang van het Besluit digitaal bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen;

  • 4.

    De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden. Bij de behandeling van de ingekomen stukken van het eerstvolgende Besluit na indiening wordt het verzoek in stemming gebracht. De raad bepaalt op welk tijdstip tijdens het Besluit de interpellatie zal worden gehouden;

  • 5.

    De interpellant voert niet meer dan tweemaal het woord, de overige leden niet meer dan eenmaal, tenzij de raad hen hiertoe verlof geeft.

Artikel 49. Inlichtingen

  • 1.

    Raadsleden dienen verzoeken tot inlichtingen als bedoeld in de artikelen 169, derde lid, en 180, derde lid, van de Gemeentewet schriftelijk in bij de griffier;

  • 2.

    De griffier brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college of de burgemeester;

  • 3.

    De verlangde inlichtingen worden mondeling of schriftelijk in de eerstvolgende of in de daarop volgende vergadering gegeven;

  • 4.

    De gestelde vragen en het antwoord vormen een agendapunt voor de vergadering, waarin de antwoorden zullen worden gegeven.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 50. Uitleg reglement

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de raad op voorstel van de voorzitter.

Artikel 51. Intrekken oude reglement

Het Reglement van orde voor de vergaderingen van de raad 2021 wordt ingetrokken.

Artikel 52. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit reglement treedt in werking op 1 september 2023;

  • 2.

    Dit reglement wordt aangehaald als: Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad gemeente Soest 2023.

Soest, 16 mei 2023

de raad voornoemd,

de griffier,

Drs. M.A.C. van Esterik

de voorzitter,

R.T. Metz