Organisatie | Het Hogeland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Wet Inburgering gemeente Het Hogeland 2023 |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-05-2023 | Nieuwe regeling | 28-03-2023 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Het Hogeland;
gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en de Wet inburgering 2021;
Overwegende dat het gewenst is beleidsregels vast te stellen betreffende de uitvoering van de in de Wet inburgering 2021 en aanverwante regelgeving aan het college van burgemeester en wethouders verleende taken en bevoegdheden;
besluit vast te stellen de Beleidsregels inburgering gemeente Het Hogeland 2023
Hoofdstuk 2. Brede intake en PIP
De gemeente start met de brede intake binnen zes weken zodra de inburgeringsplichtige bekend is bij de gemeente. Voor asielstatushouders is dit het moment waarop een inburgeringsplichtige door het COA wordt toegewezen aan een bepaalde gemeente, de zogenoemde koppeling. Voor gezinsmigranten en overige migranten is dit het moment van inschrijving in de gemeente.
Artikel 4. Het persoonlijk plan inburgering en participatie
De gemeente stelt het PIP vast uiterlijk binnen tien weken na inschrijving van de inburgeringsplichtige in de BRP van de gemeente waar hij of zij is gehuisvest of wordt gehuisvest na verblijf in het azc. De gemeente stuurt de inburgeringsplichtige het PIP daarna zo snel mogelijk per post en/of digitaal toe.
In het PIP staat wat de inburgeringsplichtige moet doen om aan de inburgeringsplicht te voldoen. Het PIP geeft een compleet beeld van de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige gedurende het inburgeringstraject. De gemeente stemt het plan af op de persoonlijke situatie, ontwikkelbehoeften en capaciteiten van de inburgeringsplichtige.
Hoofdstuk 5. Maatschappelijke begeleiding asielstatushouders
Artikel 13. Handhaving verplichtingen bij de brede intake
Wanneer de inburgeringsplichtige na de eerste oproep voor de brede intake niet verschijnt of onvoldoende meewerkt, geeft de gemeente een schriftelijke waarschuwing. De gemeente wijst daarbij op de gevolgen voor de inburgeringsplichtige als hij of zij opnieuw niet verschijnt na een oproep of als hij of zij op een andere manier onvoldoende meewerkt aan de brede intake. De gemeente nodigt de inburgeringsplichtige opnieuw uit om te verschijnen binnen twee weken.
Voordat de gemeente een boete oplegt, wordt onderzocht waarom de inburgeringsplichtige niet komt of onvoldoende meewerkt. De inburgeringsplichtige krijgt in een gesprek hierover de gelegenheid een verklaring te geven. Wanneer de inburgeringsplichtige niet verschijnt bij dit gesprek, biedt de gemeente inburgeringsplichtige de gelegenheid zijn of haar zienswijze binnen twee weken per brief en/of digitaal kenbaar te maken.
Artikel 14. Handhaving tijdens het inburgeringstraject
Voordat de gemeente een boete oplegt, wordt onderzocht waarom de afspraken in het PIP of de afspraken over de activiteiten bij de gekozen leerroute niet zijn nagekomen. De inburgeringsplichtige krijgt in een gesprek hierover de gelegenheid een verklaring te geven. Wanneer de inburgeringsplichtige niet verschijnt bij dit gesprek, biedt de gemeente inburgeringsplichtige de gelegenheid zijn of haar zienswijze binnen twee weken per brief en/of digitaal kenbaar te maken.
Mede op basis van het gesprek met de inburgeringsplichtige dan wel zijn of haar schriftelijke zienswijze bepaalt de gemeente de mate van verwijtbaarheid. Als er sprake is van opzet, van grove schuld, van normale verwijtbaarheid of van verminderde verwijtbaarheid stemt de gemeente de hoogte van de boete daarop af met inachtneming van artikel 7.1 van het Besluit.
Artikel 15. Samenhang met handhaving op grond van de Participatiewet
Wanneer een inburgeringsplichtige een bijstandsuitkering (Participatiewet) ontvangt en zich niet houdt aan verplichtingen en afspraken uit het PIP, waarin de nadruk ligt op het bevorderen van participatie en het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt, vindt bij voorkeur sanctionering via een bestuurlijke boete plaats en geen verlaging van de uitkering plaats op grond van artikel 18 Participatiewet. De bestuurlijke boete wordt (indien mogelijk) verrekend met de algemene bijstandsuitkering.
Wanneer een inburgeringsplichtige die een bijstandsuitkering ontvangt zich niet houdt aan verplichtingen en afspraken in het PIP, waarin de nadruk ligt op het vergroten van de taalbeheersing en aan overige afspraken en verplichtingen in het PIP, legt de gemeente een bestuurlijke boete op, die (indien mogelijk) verrekend wordt met de algemene bijstandsuitkering.