Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Het Hogeland

Beleidsregels Wet Inburgering gemeente Het Hogeland 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHet Hogeland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels Wet Inburgering gemeente Het Hogeland 2023
Citeertitel
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. Wet inburgering 2021
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-05-2023Nieuwe regeling

28-03-2023

gmb-2023-230793

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Wet Inburgering gemeente Het Hogeland 2023

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Het Hogeland;

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en de Wet inburgering 2021;

 

Overwegende dat het gewenst is beleidsregels vast te stellen betreffende de uitvoering van de in de Wet inburgering 2021 en aanverwante regelgeving aan het college van burgemeester en wethouders verleende taken en bevoegdheden;

 

besluit vast te stellen de Beleidsregels inburgering gemeente Het Hogeland 2023

 

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • 1.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet: wet inburgering 2021

  • b.

    Asielstatushouder: de inburgeringsplichtige als bedoeld in artikel 13, eerste lid, van de Wet inburgering 2021;

  • c.

    AZC: Asielzoekerscentrum;

  • d.

    Besluit: het Besluit inburgering 2021;

  • e.

    BRP: Basisregistratie personen;

  • f.

    Brede intake: de intake als bedoeld in artikel 14 van de Wet inburgering 2021;

  • g.

    COA: Centraal Orgaan opvang asielzoekers;

  • h.

    Gemeente: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Het Hogeland;

  • i.

    Gezinsmigranten en overige migranten: inburgeringsplichtigen, als bedoeld in artikel 19 van de Wet inburgering 2021;

  • j.

    Inburgeringsplichtige: de inwoner die volgens artikel 3 van de Wet inburgering 2021 inburgeringsplichtig is;

  • k.

    Inburgeringstraject: het traject dat is gericht op het afronden van het participatieverklaringstraject, het afronden van de Module Arbeidsmarkt en Participatie en het behalen van het inburgeringsexamen, de onderwijsroute of de zelfredzaamheidsroute;

  • l.

    ISI: Informatie Systeem Inburgering van DUO;

  • m.

    Leerbaarheidstoets: de toets als bedoeld in artikel 14, derde lid, aanhef en onderdeel b, van de Wet inburgering 2021;

  • n.

    Leerroutes: de B1-route als bedoeld in artikel 7, de onderwijsroute, als bedoeld in artikel 8 en de zelfredzaamheidsroute, als bedoeld in artikel 9 van de Wet inburgering 2021;

  • o.

    Maatschappelijke begeleiding: de begeleiding van asielstatushouder zoals geregeld in artikel 13 van de Wet inburgering 2021;

  • p.

    MAP: de Module Arbeidsmarkt en Participatie, als bedoeld in artikel 6, eerste lid onderdeel b en zesde lid van de Wet inburgering 2021;

  • q.

    PIP: het Persoonlijk plan Inburgering en Participatie, als bedoeld in artikel 15 van de Wet inburgering 2021;

  • r.

    PVT: het participatieverklaringstraject als bedoeld in artikel 6, eerste lid onderdeel a e en vierde lid van de Wet inburgering 2021;

  • s.

    TVS: Taakstellingvolgsysteem. Het COA en gemeenten delen informatie over statushouders via het taakstellingsvolgsysteem. Gemeenten kunnen hierin inloggen voor actuele informatie over de statushouders die zij gaan huisvesten.

  • 2.

    Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet, het Besluit inburgering 2021, de Regeling inburgering 2021 en de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2. Informatieverstrekking

  • 1.

    De gemeente zorgt ervoor dat de inburgeringsplichtige passend wordt geïnformeerd over:

  • a.

    Zijn of haar wettelijke rechten en plichten;

  • b.

    De aanspraken op ondersteuning en begeleiding; en

  • c.

    Het aanbod aan inburgeringsvoorzieningen en de toegang hiertoe.

Hoofdstuk 2. Brede intake en PIP

Artikel 3. Brede intake

  • 1.

    In de brede intake wordt conform artikel 5.2 van het Besluit het volgende in kaart gebracht: het taalniveau, de mogelijkheden tot arbeidsparticipatie en de mate van zelfstandigheid.

  • 2.

    De gemeente start met de brede intake binnen zes weken zodra de inburgeringsplichtige bekend is bij de gemeente. Voor asielstatushouders is dit het moment waarop een inburgeringsplichtige door het COA wordt toegewezen aan een bepaalde gemeente, de zogenoemde koppeling. Voor gezinsmigranten en overige migranten is dit het moment van inschrijving in de gemeente.

  • 3.

    De gemeente nodigt de inburgeringsplichtige schriftelijk uit voor de brede intake.

  • 4.

    De in het vorige lid genoemde uitnodiging vermeldt naast de dag, plaats en tijdstip van de intake ook het volgende:

  • a.

    Het doel, de werkwijze en het belang van de brede intake in het inburgeringstraject;

  • b.

    Het recht om de gesprekken in het kader van de brede intake met de gemeente alleen te voeren of in aanwezigheid van een onafhankelijk cliëntondersteuner;

  • c.

    de gevolgen als de inburgeringsplichtige niet bij de brede intake verschijnt of hieraan onvoldoende meewerkt.

  • 5.

    Tussen de in het derde lid genoemde uitnodiging voor de brede intake en de intake zelf zit uiterlijk twee weken.

  • 6.

    De gemeente legt de relevante informatie die wordt verkregen in verband met de afname van de brede intake schriftelijk vast.

  • 7.

    Indien de inburgeringsplichtige na drie oproepen niet verschijnt of onvoldoende meewerkt, voltooit het college de brede intake in afwezigheid van de inburgeringsplichtige, zie artikel 14 van de wet

Artikel 4. Het persoonlijk plan inburgering en participatie

  • 1.

    De gemeente nodigt de inburgeringsplichtige binnen uiterlijk vier weken na afronding van de brede intake uit voor een gesprek hierover, zodat tijdig het PIP kan worden opgesteld.

  • 2.

    De PIP wordt op basis van de brede intake vastgesteld: de te volgen leerroute, de benodigde ondersteuning en begeleiding en de intensiteit van de PVT en de MAP (zie artikel 15 van de Wet).

  • 3.

    De gemeente stelt het PIP vast uiterlijk binnen tien weken na inschrijving van de inburgeringsplichtige in de BRP van de gemeente waar hij of zij is gehuisvest of wordt gehuisvest na verblijf in het azc. De gemeente stuurt de inburgeringsplichtige het PIP daarna zo snel mogelijk per post en/of digitaal toe.

  • 4.

    In het PIP staat wat de inburgeringsplichtige moet doen om aan de inburgeringsplicht te voldoen. Het PIP geeft een compleet beeld van de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige gedurende het inburgeringstraject. De gemeente stemt het plan af op de persoonlijke situatie, ontwikkelbehoeften en capaciteiten van de inburgeringsplichtige.

  • 5.

    Het PIP is een beschikking.

  • 6.

    Wanneer de inburgeringsplichtige voor wie de leerroute door een andere gemeente al is vastgesteld, verhuist naar de gemeente Het Hogeland, stelt de gemeente Het Hogeland het PIP opnieuw vast binnen tien weken na de inschrijving van de inburgeringsplichtige in de BRP.

  • 7.

    De gemeente registreert de datum van vaststelling van het PIP in ISI.

Hoofdstuk 3. Onderdelen inburgeringsaanbod

Artikel 5. Inburgeringsaanbod asielstatushouders

  • 1.

    Met het inburgeringsaanbod kan de asielstatushouder:

  • a.

    De Nederlandse taal leren op het voor hem of haar hoogst mogelijke niveau;

  • b.

    Kennis opdoen over de Nederlandse maatschappij, zoals over normen en waarden, omgangsregels, de Nederlandse geschiedenis, het onderwijssysteem en de gezondheidszorg;

  • c.

    Zich voorbereiden op actieve participatie in de samenleving en op de arbeidsmarkt en zo snel mogelijk meedoen.

  • 2.

    Het inburgeringsaanbod sluit aan bij de capaciteiten, persoonlijke omstandigheden en mogelijkheden van de asielstatushouder.

Artikel 6. Leerroutes

  • 1.

    De gemeente stelt de leerroute vast op basis van informatie die tijdens de brede intake is verkregen, waaronder de uitkomst van de leerbaarheidstoets

  • 2.

    De inburgeringsplichtige volgt een van de volgende leerroutes:

  • a.

    De B1-route;

  • b.

    De onderwijsroute; of

  • c.

    De zelfredzaamheidsroute (Z-route).

  • 3.

    Een alfabetiseringstraject is onderdeel van de leerroute als uit de brede intake blijkt dat de inburgeringsplichtige analfabeet of anders gealfabetiseerd is.

  • 4.

    De gemeente biedt asielstatushouder binnen maximaal drie maanden na de verzending van het PIP een cursus of opleiding aan waarmee zij aan de vastgestelde leerroute kunnen voldoen. En de asielstatushouder start binnen maximaal vier maanden.

  • 5.

    De gemeente biedt gezins- en overige migranten ook toegang tot de leerroutes, die zij zelf dienen te bekostigen.

Artikel 7. Participatieverklaringstraject

  • 1.

    De gemeente stemt het PVT (zoals beschreven in Besluit Inburgering, artikel 3.1) zoveel mogelijk af op de lokale situatie en behoefte, op de overige onderdelen van de inburgering.

  • 2.

    De gemeente legt afspraken over de deelname aan het PVT vast in het PIP van de inburgeringsplichtige.

  • 3.

    De inburgeringsplichtige voltooit het PVT en sluit het af met de ondertekening van de participatieverklaring.

  • 4.

    De gemeente registreert de ondertekende participatieverklaring in ISI.

Artikel 8. Module Arbeidsmarkt en Participatie

  • 1.

    De gemeente legt de afspraken over de invulling van de MAP (zoals beschreven in de artikel 2.3 van het Besluit) schriftelijk vast in het PIP van de inburgeringsplichtige.

  • 2.

    De MAP wordt afgesloten met een eindgesprek tussen de inburgeringsplichtige en de gemeente. Besproken worden: de opgedane kennis, vaardigheden en praktijkervaring van de inburgeringsplichtige.

  • 3.

    De gemeente beoordeelt op basis van dit gesprek of de inburgeringsplichtige voldoet aan de doelstelling en gestelde urennorm van de MAP. Het college houdt bij deze beoordeling rekening met de capaciteiten en vermogens van de inburgeringsplichtige.

  • 4.

    De inburgeringsplichtige ontvangt binnen vier weken een schriftelijk verslag van het eindgesprek.

  • 5.

    De gemeente registreert de afronding van de MAP in het ISI.

Hoofdstuk 4. Voortgangsgesprekken inburgeringsplichtigen

Artikel 9. Voortgang inburgering

  • 1.

    De gemeente volgt de vorderingen van de inburgeringsplichtige tijdens het inburgeringstraject en houdt in de gaten of het traject nog passend is. De gemeente voert hiervoor periodiek voortgangsgesprekken met de inburgeringsplichtige zolang het inburgeringstraject loopt.

  • 2.

    Gedurende de eerste twaalf maanden na aanvang van de inburgeringstermijn vinden minimaal twee voortgangsgesprekken plaats.

  • 3.

    De gemeente vraagt bij de organisaties die bij het inburgeringstraject zijn betrokken, informatie op die relevant is om zicht te houden op de in het eerste lid bedoelde voortgang.

  • 4.

    Tijdens het voortgangsgesprek komen onder andere de afspraken uit het PIP aan bod. Met de inburgeringsplichtige wordt besproken of de onderdelen nog aansluiten bij de capaciteiten, de behoeften en de persoonlijke situatie van de inburgeringsplichtige. Het gaat daarbij in elk geval om:

  • a.

    De afgesproken leerroute;

  • b.

    De ondersteuning en begeleiding tijdens het inburgeringstraject;

  • c.

    De intensiteit van de verschillende onderdelen van het traject;

  • d.

    De participatie-activiteiten; en

  • e.

    De vorderingen en inzet van de inburgeringsplichtige.

  • 5.

    Van ieder voortgangsgesprek worden de bevindingen middels een verslag met inburgeringsplichtige gedeeld.

  • 6.

    Als het voortgangsgesprek daartoe aanleiding geeft kan het PIP-geheel of op onderdelen worden aangepast, dat wordt in een nieuwe beschikking vastgelegd.

  • 7.

    De gemeente registreert de deelname en afronding van de leerroute en het taalniveau in het ISI.

Artikel 10. Overschakelen naar een andere leerroute

  • 1.

    De beoordeling van de gemeente of er onvoldoende voortgang of een grotere voortgang is dan op grond van de PIP was te verwachten, gebeurt aan de hand van onderstaande gegevens over de inburgeringsplichtige:

  • a.

    Voortgangsgesprekken;

  • b.

    gegevens van de cursusinstelling;

  • c.

    taalschakeltrajectinstelling over de voortgang van de leerroute;

  • d.

    de aanwezigheid;

  • e.

    inspanningen;

  • f.

    resultaten.

  • 2.

    Als de beoordeling als bedoeld in het eerste lid daartoe aanleiding geeft, schakelt de inburgeringsplichtigen over naar een andere leerroute en past de gemeente het PIP aan.

  • 3.

    De gemeente registreert de wijziging van de leerroute en de intensiteit van de taallessen in het ISI.

Artikel 11. Afschalen binnen de leerroute

  • 1.

    De beoordeling of niveau B1 (op alle onderdelen) haalbaar is, gebeurt aan de hand van de voortgangsgesprekken en/of de gegevens van de cursusinstelling en/of de taalschakeltrajectinstelling en resultaten van de inburgeringsplichtigen.

  • 2.

    Als de beoordeling bedoeld in het eerste lid daartoe aanleiding geeft, verandert de gemeente (onderdelen van) de B1-route naar A2-niveau en past de gemeente het PIP aan.

Hoofdstuk 5. Maatschappelijke begeleiding asielstatushouders

Artikel 12. Maatschappelijke begeleiding

  • 1.

    De begeleiding start zo spoedig mogelijk na koppeling van de asielstatushouder aan de gemeente, maar in ieder geval op de dag dat de asielstatushouder in de BRP in de gemeente staat ingeschreven en daadwerkelijk in de gemeente woont.

  • 2.

    De maatschappelijke begeleiding (zoals beschreven in artikel 5.1 van het Besluit) loopt door tot maximaal 18 maanden na huisvesting in de gemeente.

  • 3.

    De gemeente stemt de inhoud en duur van de maatschappelijke begeleiding zoveel mogelijk af op het startniveau, de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de asielstatushouder

Hoofdstuk 6. Handhaving

Artikel 13. Handhaving verplichtingen bij de brede intake

  • 1.

    Wanneer de inburgeringsplichtige na de eerste oproep voor de brede intake niet verschijnt of onvoldoende meewerkt, geeft de gemeente een schriftelijke waarschuwing. De gemeente wijst daarbij op de gevolgen voor de inburgeringsplichtige als hij of zij opnieuw niet verschijnt na een oproep of als hij of zij op een andere manier onvoldoende meewerkt aan de brede intake. De gemeente nodigt de inburgeringsplichtige opnieuw uit om te verschijnen binnen twee weken.

  • 2.

    Wanneer de inburgeringsplichtige na deze volgende oproep niet verschijnt of onvoldoende meewerkt, legt de gemeente de inburgeringsplichtige een boete op. De hoogte van de boete is vastgesteld in artikel 7.1.1 van het Besluit.

  • 3.

    Voordat de gemeente een boete oplegt, wordt onderzocht waarom de inburgeringsplichtige niet komt of onvoldoende meewerkt. De inburgeringsplichtige krijgt in een gesprek hierover de gelegenheid een verklaring te geven. Wanneer de inburgeringsplichtige niet verschijnt bij dit gesprek, biedt de gemeente inburgeringsplichtige de gelegenheid zijn of haar zienswijze binnen twee weken per brief en/of digitaal kenbaar te maken.

  • 4.

    De gemeente legt geen boete op wanneer aannemelijk is dat iedere verwijtbaarheid ontbreekt.

  • 5.

    De gemeente legt een lagere boete op dan vastgesteld in artikel 7.1van het Besluit als op basis van de reactie van de inburgeringsplichtige aannemelijk is dat de boete vanwege bijzondere omstandigheden te hoog is.

  • 6.

    De stelplicht en bewijslast van feiten en omstandigheden die aanleiding kunnen geven voor verlaging van de boete ligt bij de inburgeringsplichtige. Als de gemeente op de hoogte is van bijzondere omstandigheden, wordt daarmee bij het opleggen van de boete rekening gehouden.

  • 7.

    Naast het doorlopen van de boeteprocedure, nodigt de gemeente de inburgeringsplichtige opnieuw uit om binnen twee weken alsnog te verschijnen of mee te werken. Wanneer de inburgeringsplichtige hieraan niet voldoet, legt de gemeente weer een boete op met inachtneming van artikel 7.1 van het Besluit.

  • 8.

    De gemeente registreert de boete in het ISI.

Artikel 14. Handhaving tijdens het inburgeringstraject

  • 1.

    De gemeente legt een boete op als de inburgeringsplichtige de afspraken in het PIP tijdens het inburgeringstraject verwijtbaar niet of onvoldoende nakomt.

  • 2.

    De gemeente legt de asielstatushouder een boete op als hij verwijtbaar niet of onvoldoende deelneemt aan de activiteiten van de gekozen leerroute.

  • 3.

    Voordat de gemeente een boete oplegt, wordt onderzocht waarom de afspraken in het PIP of de afspraken over de activiteiten bij de gekozen leerroute niet zijn nagekomen. De inburgeringsplichtige krijgt in een gesprek hierover de gelegenheid een verklaring te geven. Wanneer de inburgeringsplichtige niet verschijnt bij dit gesprek, biedt de gemeente inburgeringsplichtige de gelegenheid zijn of haar zienswijze binnen twee weken per brief en/of digitaal kenbaar te maken.

  • 4.

    Mede op basis van het gesprek met de inburgeringsplichtige dan wel zijn of haar schriftelijke zienswijze bepaalt de gemeente de mate van verwijtbaarheid. Als er sprake is van opzet, van grove schuld, van normale verwijtbaarheid of van verminderde verwijtbaarheid stemt de gemeente de hoogte van de boete daarop af met inachtneming van artikel 7.1 van het Besluit.

  • 5.

    De gemeente legt geen boete op wanneer aannemelijk is dat iedere verwijtbaarheid ontbreekt.

  • 6.

    De gemeente registreert de boete in het ISI.

Artikel 15. Samenhang met handhaving op grond van de Participatiewet

  • 1.

    Wanneer een inburgeringsplichtige een bijstandsuitkering (Participatiewet) ontvangt en zich niet houdt aan verplichtingen en afspraken uit het PIP, waarin de nadruk ligt op het bevorderen van participatie en het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt, vindt bij voorkeur sanctionering via een bestuurlijke boete plaats en geen verlaging van de uitkering plaats op grond van artikel 18 Participatiewet. De bestuurlijke boete wordt (indien mogelijk) verrekend met de algemene bijstandsuitkering.

  • 2.

    Wanneer een inburgeringsplichtige die een bijstandsuitkering ontvangt zich niet houdt aan verplichtingen en afspraken in het PIP, waarin de nadruk ligt op het vergroten van de taalbeheersing en aan overige afspraken en verplichtingen in het PIP, legt de gemeente een bestuurlijke boete op, die (indien mogelijk) verrekend wordt met de algemene bijstandsuitkering.

  • 3.

    In de beschikking aan de inburgeringsplichtige vermeldt de gemeente of er een boete op grond van de wet wordt opgelegd en/of dat de uitkering wordt verlaagd op grond van de Participatiewet.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 16. Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking de dag na publicatie.

Artikel 17. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels inburgering gemeente Het Hogeland 2023.

 

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Het Hogeland op 28 maart 2023

H.J. Bolding, voorzitter

P.P.M. van Vilsteren, secretaris