Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nissewaard

Beheersverordening parkeren en laden & lossen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNissewaard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeheersverordening parkeren en laden & lossen
CiteertitelRegels van de beheersverordening Parkeren & laden en lossen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 3.1.2, tweede lid, van het Besluit ruimtelijke ordening

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-06-2023nieuwe regeling

17-05-2023

gmb-2023-228533

Tekst van de regeling

Intitulé

Beheersverordening parkeren en laden & lossen

Vaststellingsbesluit

 

Toelichting

 

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding en doel

Op 29 november 2014 is de Reparatiewet BZK 2014 in werking getreden. Hierdoor zijn de stedenbouwkundige bepalingen - waaronder de parkeernormbepaling en de regeling over het laden en lossen van het bepaalde in artikel 2.5.3.0 van de Bouwverordening - komen te vervallen. Dit heeft tot gevolg dat het aspect 'parkeren' en 'laden en lossen' al bij de vaststelling van beheersverordeningen moeten worden geborgd en niet meer in het kader van de beoordeling van een aanvraag van een omgevingsvergunning. Er geldt een overgangsperiode tot 1 juli 2018. In deze termijn zorgt het overgangsrecht ervoor dat de parkeernormen uit de Bouwverordening van toepassing blijven voor alle plannen die zijn vastgesteld vòòr 29 november 2014. Bij plannen die vastgesteld zijn na 29 november 2014, dienen de genoemde stedenbouwkundige voorschriften, opgenomen te worden in de beheersverordening.

 

In bijna alle beheersverordeningen van de gemeente Nissewaard die na 29 november 2014 zijn vastgesteld zijn regels ten aanzien van het aspect 'parkeren' opgenomen. In de beheersverordeningen die voor deze datum zijn vastgesteld, is nauwelijks sprake van een dergelijke regeling. Daarnaast is in de beheersverordeningen die na deze datum zijn vastgesteld geen eenduidige regeling ten aanzien van het aspect 'parkeren' opgenomen. Er ontbreken normen of wordt er verwezen naar verouderd beleid. Vandaar dat is besloten om voor het gemeentelijke grondgebied waar beheersverordeningen gelden de parkeernormen met deze parapluherziening vast te leggen. Naast de parkeernormen wordt het aspect 'laden en lossen' ook door middel van deze beheersverordening geborgd.

 

Om veranderingen in het lokale parkeerbeleid goed te kunnen faciliteren is artikel 3.1.2, tweede lid, van het Besluit ruimtelijke ordening (hierna: Bro) aangepast. Op grond van dit artikel is het mogelijk om ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening een planregel op te nemen, waarbij de uitoefening van een daarbij gegeven bevoegdheid afhankelijk wordt gesteld van beleidsregels. Hierdoor is het mogelijk om in de planregel te verwijzen naar gemeentelijke beleidsregels over parkeernormen. Wanneer nieuwe beleidsregels over parkeernormen worden vastgesteld, treden deze in de plaats van de beleidsregels, zoals nu opgenomen.

 

Het doel van deze beheersverordening is om ten aanzien van het parkeren de oude verwijzingen naar de Bouwverordening in de geldende beheersverordeningen te laten vervallen (voor zover deze thans zijn opgenomen) en om voor alle geldende beheersverordeningen uniforme bepalingen vast te stellen die verwijzen naar beleidsregels voor parkeernormen. Deze beheersverordening heeft de vorm van een paraplu beheersverordening. Dat maakt het mogelijk om voor alle geldende beheersverordeningen deze aanpassing in één keer door te voeren.

 

In deze beheersverordening is een regeling opgenomen, een voorwaardelijke verplichting, die verwijst naar de 'Parkeernormennota Nissewaard 2022'.

 

1.2 Begrenzing plangebied

De paraplu beheersverordening parkeren & laden en lossen omvat de besluitgebieden van de volgende beheersverordeningen:

 

NR

plan naam

IMRO-code

1

Spijkenisse Zuid-West

NL.IMRO.0612.BV00001-3001

2

Maaswijkweg e.o.

NL.IMRO.0612.BV00003-3001

3

Voorzieningen Groene Kruisweg

NL.IMRO.0612.BV00004-3001

4

Gemeenlandsedijk Noord 23, 25 en 31 te Abbenbroek

NL.IMRO.BHVABBDRP012013-1000

5

Hartel West 2013

NL.IMRO.0612.BV00002-3001

6

Hartel-Oostbroek

NL.IMRO.0612.BV00005-4001

7

Haven - Noord

NL.IMRO.0612.BV00007-2001

8

Groenoorddriehoek

NL.IMRO.1930.BVGRDDRIEHOEK-2001

9

Centrum Voorstraat e.o.

NL.IMRO.1930.BVCTRVOORSTRAAT-3001

 

Voor andere delen van het grondgebied van de gemeente worden door middel van afzonderlijke procedures een parapluplan parkeren & laden en lossen vastgesteld. Bovenstaande beheersverordeningen vallen niet onder dit paraplubestemmingsplan.

 

De regeling in het paraplubestemmingsplan en in de paraplubeheersverordening zijn inhoudelijk gelijk.

 

Afbeelding 1: plangebied beheersverordening waarbij blauw de bestemmingsplannen(die regelt worden in de paraplubestemmingsplan) zijn en rood de beheersverordeningen.

 

1.3 Vigerende plannen

Totdat voorliggende parapluherziening in werking treden, is het parkeren in Nissewaard voor een deel geregeld in individuele bestemmingsplannen en beheersverordeningen. In een aantal plannen was het parkeren nog helemaal niet geregeld, of slechts door middel van een verwijzing naar de Bouwverordening. Ook in de beheersverordeningen is, voor wat betreft pareken & laden en lossen, geen regeling met betrekking tot parkeren opgenomen. Het voorliggende plan treedt in de plaats van alle onderliggende beheersverordeningen van de gemeente Nissewaard. De overige aspecten van de onderliggende beheersverordeningen blijven onverkort van kracht.

Hoofdstuk 2 Beleidskader

 

In dit hoofdstuk wordt kort ingegaan op het beleid dat relevant is voor dit paraplubeheersverordening. Dit betreft de parkeernormennota.

 

2.1 Parkeernormennota gemeente Nissewaard 2022

De gemeente Nissewaard heeft een nieuwe Parkeernormennota. De besluitvorming over het benodigd aantal parkeerplaatsen bij de (her)ontwikkeling van locaties of functiewijzigingen vraagt om een uniforme aanpak. Parkeernormen zijn een hulpmiddel bij het realiseren van een duurzaam aanbod aan parkeervoorzieningen. De nieuwe Nota Parkeernormen is hiervoor het instrument.

 

Voor het vaststellen van de parkeernormennota waren de toe te passen parkeernormen niet beleidsmatig vastgesteld. De gemeente Nissewaard hanteerde de parkeerkencijfers van het CROW. Nieuwe bouwontwikkelingen werden getoetst aan deze parkeerkencijfers. Er is behoefte aan een parkeernormennota met een toetsingskader dat het mogelijk maakt om op een heldere en rechtmatige manier een dialoog aan te gaan met initiatiefnemers. Dit is van belang om bij bouwontwikkelingen de omgeving bereikbaar te houden en de kwaliteit van de openbare ruimte te behouden. Door middel van de parkeernormennota is het beleid rondom parkeervoorzieningen bij nieuwe bouwontwikkelingen vastgelegd.

 

In de parkeernormennota worden de berekeningswijze van de parkeerbehoefte en de parkeernormen voor tal van functies binnen de gemeente Nissewaard beschreven. Deze nota geeft invulling aan de behoefte van de gemeente Nissewaard om de vraag naar parkeergelegenheid zodanig te faciliteren dat een uniforme aanpak en duurzaam aanbod voor parkeerplaatsen wordt geborgd. Bij de uitwerking van nieuwe bouwontwikkelingen vormt de normatieve parkeerbehoefte van een functie het vertrekpunt van een dialoog. Hoe de gemeente Nissewaard deze dialoog wenst vorm te geven, is opgenomen in de beleidsregels behorende bij de parkeernormennota.

Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid

3.1 Economische uitvoerbaarheid

Gelet op het bepaalde in artikel 3.1 Wro moet in het kader van een beheersverordening onder andere inzicht worden verschaft in de economische uitvoerbaarheid van het plan. Artikel 6.12 lid 1 van de Wro geeft aan dat de gemeenteraad een exploitatieplan vaststelt voor gronden waarop een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bouwplan is voorgenomen. Bedoelde bouwplannen worden beschreven in artikel 6.2.1 Bro.

 

De beheersverordening is een gebruiksgerichte beheersverordening die voorziet in een algemene regeling ten aanzien van parkeren en laden en lossen in alle vigerende beheersverordeningen. Omdat de beheersverordening geen bouwplan mogelijk maakt dient er geen exploitatieplan te worden vastgesteld. De beheersverordening heeft, behoudens de interne plankosten van het opstellen van deze beheersverordening, geen relevantie voor de economische uitvoerbaarheid.

 

De beheersverordening is derhalve economisch uitvoerbaar.

 

3.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

In de Wet ruimtelijke ordening wordt geen bijzondere voorbereidingsprocedure voor de beheersverordening voorgeschreven, omdat de bestaande situatie geregeld wordt. Het vaststellen van een beheersverordening is een besluit tot vaststelling van algemeen verbindende voorschriften. Echter wordt de beheersverordening gelijktijdig met het paraplubestemmingsplan voor zes weken ter inzage gelegd.

 

Het ontwerp beheersverordening heeft ter inzage van 27 december 2022 tot en met 6 februari 2023. Gedurende de inzagetermijn kon een ieder een schriftelijke zienswijze indienen. Gedurende deze termijn zijn er geen zienswijzen ingediend. Echter zijn er wel een beperkt aantal ambtshalve wijzigingen doorgevoerd naar de vaststellingsdatum van de nota.

 

  • De vastgestelde parkeernormennota uit de bijlage bij de regels verwijderd, evenals de verwijzing in artikel 4.1 lid a naar de vaststellingsdatum van de nota.

Hoofdstuk 4 Juridische planbeschrijving

4.1 Planvorm

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) worden door middel van de op de illustratie aangegeven besluitvlakken en daarop betrekking hebbende regels de in het plan begrepen gronden voor bepaalde doeleinden aangewezen. De juridische regeling is opgebouwd conform de PRGB2012, de landelijke standaard voor het vervaardigen van beheersverordeningen. Onderhavige beheersverordening herziet alle geldende beheersverordeningen op een bepaalde gelijke wijze met betrekking tot het aspect 'parkeren' en 'laden & lossen'.

 

4.2 Opbouw

De juridische regeling bestaat uit drie hoofdstukken:

  • 1.

    Hoofdstuk 1 Inleidende regels

  • 2.

    Hoofdstuk 2 Algemene regels

  • 3.

    Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

De hoofdstukken bestaan uit de volgende artikelen:

Artikel 1 Begrippen

In dit artikel zijn de begrippen opgenomen die in de regels worden gebruikt.

Artikel 2 Relatie met onderliggende plannen

In dit artikel is aangegeven dat onderhavige beheersverordening betrekking heeft op alle geldende beheersverordeningen binnen het grondgebied van gemeente Nissewaard.

Artikel 3 Anti-dubbeltelregel

Deze regel dient om te voorkomen dat indien in de beheersverordening bij een bepaald gebouw een zeker open terrein is geëist, dat terrein nog eens meetelt bij het beoordelen van een aanvraag voor een ander gebouw, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld.

Artikel 4 Overige regels

In dit artikel is geregeld dat bij nieuwbouw, uitbreiding of functiewijziging voorzien moet zijn in voldoende parkeergelegenheid. Of er sprake is van voldoende parkeergelegenheid wordt bepaald aan de hand van de gemeentelijke parkeernormennota, welke als bijlage bij de regels is toegevoegd. Indien de parkeernota in de toekomst wordt herzien, dient getoetst te worden aan de rechtsopvolger(s) van voornoemde nota. Indien niet voorzien kan worden in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein, kunnen burgemeester en wethouders met een omgevingsvergunning afwijken, mits voldaan wordt aan de voorwaarden.

Artikel 5 Overgangsrecht

In dit artikel staan de overgangsregels voor bestaande bouwwerken en bestaande gebruiksactiviteiten die afwijken van de beheersverordening.

Artikel 6 Slotregel

Dit artikel geeft de titel van de regels van de beheersverordening aan.

 

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

de beheersverordening 'Parkeren & laden en lossen' met identificatienummer NL.IMRO.1930.BVParkeren- 3001 van de gemeente Nissewaard.

 

1.2 beheersverordening

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

 

1.3 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

Artikel 2 Relatie met onderliggende plannen

De regels in deze beheersverordening zijn van toepassing op alle geldende beheersverordeningen binnen het grondgebied van gemeente Nissewaard.

Hoofdstuk 2 Algemene regels

Artikel 3 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 4 Overige regels

4.1 Parkeren

  • a.

    Bij nieuwbouw, uitbreiding en/of functieverandering van een gebouw, waarvan een behoefte aan parkeergelegenheid wordt verwacht, dient voor de bouw of functieverandering te worden aangetoond dat op het bouwperceel in voldoende parkeergelegenheid is voorzien en in stand wordt gehouden. Er is sprake van voldoende parkeergelegenheid indien wordt voldaan aan de 'Parkeernormennota gemeente Nissewaard 2022';

  • b.

    indien de onder a bedoelde parkeernormennota wordt gewijzigd, wordt rekening gehouden met deze wijziging.

4.2 Laden en lossen

Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het ongebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.

 

4.3 Afwijken van parkeren en laden en lossen

  • a.

    Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 4.1 onder a en 4.2, indien het voldoen aan de parkeernormen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit en voor zover in voldoende mate op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte, dan wel laad- of losruimte wordt voorzien, met dien verstande dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

    • 1.

      de parkeersituatie in de openbare ruimte;

    • 2.

      de woon- en leefsituatie.

  • b.

    Een afwijking van het bepaalde onder a kan alleen worden verleend indien de initiatiefnemer een parkeeronderzoek heeft ingediend.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

Artikel 5 Overgangsrecht

5.1 Overgangsrecht bouwwerken

 

5.1.1 Algemeen

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning of omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a.

    gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;

  • b.

    na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van een omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan.

5.1.2 Afwijking

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning eenmalig afwijken van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.

 

5.1.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken

Lid 5.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

 

5.2 Overgangsrecht gebruik

 

5.2.1 Algemeen

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

 

5.2.2 Strijdig gebruik

Het is verboden het met de beheersverordening strijdige gebruik, bedoeld in lid 5.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

 

5.2.3 Onderbroken gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in het lid 5.2.1 , na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

 

5.2.4 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik

Lid 5.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende beheersverordening, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 6 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van de beheersverordening Parkeren & laden en lossen.