Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Haaren

Grondnota 2007 + bijlagen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHaaren
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGrondnota 2007 + bijlagen
CiteertitelGrondnota 2007 gemeente Haaren
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht art. 4:81

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-01-200801-02-2014Nieuwe regeling

13-12-2007

De Leije, 16-01-2008

B&W voorstel 13-11-2007

Tekst van de regeling

Intitulé

Grondnota 2007 + bijlagen

GRONDNOTA 2007Gemeente HaarenInleiding.Gronden in eigendom zijn van groot belang voor onze gemeente. Enerzijds kan grondeigendom bijdragen aan de realisering van publieke doelstellingen op het gebied van volkshuisvesting, infrastructuur, werkgelegenheid, milieu, natuurontwikkeling, etc. Anderzijds kan grondeigendom een grote impact hebben op de gemeentelijke financiële positie, zoals noodzakelijke afwaardering van gronden of de aanwezigheid van stille reserves. In deze grondnota wordt uitgebreid stilgestaan bij zowel de beleidsrealisering door de inzet van gronden, als de noodzakelijke financiële verantwoording.In hoofdstuk 1 (Analyse van de gemeentelijke gronden) wordt een beschrijving gegeven van de omgevingsfactoren, de relevante beleidskaders, de gemeentelijke grondpositie, de wijze waarop de gronden ingezet kunnen worden,In hoofdstuk 2 (Verantwoording grondpositie) is gewijd aan de verplichte financiële verantwoording van de gemeentelijke grondpositie.In hoofdstuk 3 zijn de conclusies en aanbevelingen weergegeven.

Hoofdstuk 1 Analyse van de gemeentelijke gronden

Paragraaf 1.1 Afbakening

Om een volledig beeld te krijgen van onze eigendommen zijn alle gemeentelijke gronden geïnventariseerd en ingebracht in onze database "Gronden". Met behulp van deze database ontstaat op ieder moment een actueel en een goed ontsluitbaar inzicht in de soorten gronden, de ligging ervan, en de mogelijke inzet van de gronden voor het realiseren van onze beleidsdoelstellingen. Tevens kan de database worden gebruikt om inzicht te verstrekken in (eigendom)mutaties. Gestart is met het in beeld brengen van de onbebouwde gronden. Op termijn zal de database ook volledig gevuld worden met de zogenaamde ondergronden: gronden onder gemeentelijke gebouwen, wegen, sportvelden, etc.Om te komen tot deze Grondnota is eerst een soort omgevingsanalyse uitgevoerd: wat zijn de wettelijke kaders, wat zijn de kansen en bedreigingen, tot welke doelstellingen leidt dit, en hoe en op welke termijn kunnen we deze realiseren?

Paragraaf 1.2 Externe analyse

Sub-paragraaf 1.2.1 Kansen

Wet ruimtelijke ordeningDe Nieuwe Wet ruimtelijke ordening, de datum van inwerkingtreding staat nog niet vast, kenmerkt zich door het afschaffen van preventief toezicht op ruimtelijke beslissingen door Gedeputeerde Staten. Zo zal voortaan het vastgestelde bestemmingsplan niet meer goedgekeurd behoeven te worden door Gedeputeerde Staten. Ook de procedure van artikel 19 wordt vervangen door het instrument van een projectbesluit. Een dergelijk besluit behoeft geen voorafgaande verklaring van geen bezwaar. Dat betekent dat de gemeente meer verantwoordelijk wordt voor een goed ruimtelijk beleid. De nieuwe wet biedt een aantal mogelijkheden om een gemeente die niet handelt in overeenstemming met het nationale en provinciale ruimtelijk beleid tot de orde te roepen. Daarnaast is een aantal instrumenten in de wet opgenomen die de minister en de provincie op voorhand meer mogelijkheden bieden om zelf ruimtelijke beslissingen te nemen. Voorbeelden daarvan zijn de nationale en provinciale structuurvisie en de mogelijkheid voor Rijk en Provincie om zelf een bestemmingsplan of een projectbesluit te nemen. Het accent wordt daarmee verlegd van een goedkeuring bij elk besluit naar het stellen van kaders vooraf en het zo nodig zelf ingrijpen door Rijk en Provincie. De verwachting is dat de wet meer beleidsvrijheid en meer mogelijkheden biedt voor gemeenten maar dat de belangrijkste hoofdlijnen van beleid door middel van rechtstreeks ingrijpen door Rijk en Provincie zelf nog steviger worden neergezet en gemeenten daarom op dergelijke hoofdlijnen voortaan geen rol meer zullen spelen. Het voeren van een goed overleg met Rijk en Provincie blijft daarom noodzakelijk om dergelijke hoofdlijnen van beleid te beïnvloeden en mede vorm te geven. De beleidsvrijheid die voor gemeenten overblijft, moet met de nodige ter beschikking staande instrumenten worden opgepakt om de gemeentelijke ruimtelijke doelstellingen te kunnen uitvoeren.De wet geeft verder aan dat bestemmingsplannen eenmaal in de 10 jaar moeten worden herzien. De sanctie op niet nakoming van de actualiseringplicht, is een financiële: dan mag bij de verlening van een bouwvergunning geen leges meer worden geheven. Zo worden gemeenten gedwongen hun bestemmingsplannen actueel te houden.GrondexploitatiewetOnderdeel van de Nieuwe Wet ruimtelijke ordening wordt de Grondexploitatiewet. Deze wet biedt gemeenten meer mogelijkheden om kosten die met het exploiteren van gronden zijn gemoeid, te verhalen op de exploitant. Door invoering van deze wet worden ruimtelijk- en grondbeleid beter op elkaar afgestemd. Het bestemmingsplan dient te worden voorzien van een kostenverhaalbesluit. Op basis van dit besluit kunnen alle kosten die zijn opgesomd in een limitatieve lijst, vastgesteld bij Algemene Maatregel van Bestuur, worden verhaald. Gemeenten behoeven door die ruimere mogelijkheden niet meer zo nadrukkelijk als voorheen actief gronden aan te kopen, maar kunnen ook in de situatie van particuliere ontwikkelingen tot kostenverhaal komen. Nadeel is wel dat niet alle kosten kunnen worden verhaald. De kosten die een gemeente in de exploitatieopzet van een exploitatieplan mag opnemen worden limitatief vastgesteld via een kostensoortenlijst die is opgenomen in het ontwerp Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Het bij een lokatie mogen verhalen van kosten via het exploitatieplan wordt getoetst aan drie toetsingscriteria: profijt, toerekenbaarheid en proportionaliteit. Een laatste check betreft de vraag of de lokatie de kosten kan dragen. Dit is het geval als de grondopbrengsten hoger zijn dan de kosten. Als de opbrengsten lager zijn dan de kosten mag slechts worden verhaald tot aan de opbrengsten. De gemeente zal het plan dan aan moeten passen of zelf moeten bijpassen. Omdat de differentiatie van woningcategorieën in de nieuwe Wet ruimtelijke ordening mag worden geregeld in de voorschriften van het bestemmingsplan, kunnen ook de exploitatiekosten bij het ontwikkelen van sociale woningbouw worden verhaald op de exploitant.Wet voorkeursrecht gemeentenSinds een aantal jaren is het ook voor de gemeente Haaren mogelijk om de Wet voorkeursrecht gemeenten toe te passen. Dat betekent dat in gebieden waar een wijziging van een geldend bestemmingsplan wordt overwogen, een eigenaar verplicht is om de percelen waarop het gemeentelijke voorkeursrecht is gevestigd, primair aan de gemeente te koop aan te bieden. Gemeenten hebben vervolgens de mogelijkheid om al of niet tot aankoop over te gaan. Indien de gemeente tot aankoop wenst over te gaan en geen overeenstemming wordt bereikt over de prijs, dan voorziet de wet in een procedure waarbij uiteindelijk de rechtbank de prijs bindend vaststelt.ReconstructiewetDe Reconstructiewet en de reconstructieplannen bieden nieuwe mogelijkheden om in het belang van de kwaliteit van het buitengebied, en de daarop van invloed zijnde ontwikkelingen binnen de bebouwde kom, tot inzet van een aantal instrumenten te komen. De gemeente Haaren is gelegen binnen het reconstructieplan"De Meijerij". De Reconstructiewet geeft voor dit plan op hoofdlijnen de verbetering aan van de ruimtelijke structuur op het gebied van landbouw, natuur, bos, landschap, recreatie, water en infrastructuur. In het plan wordt tevens aangegeven op welke wijze het woon-, werk-, en leefklimaat en de economische structuur van het gebied worden versterkt.De Reconstructiewet biedt de mogelijkheden om de doelstellingen van diverse onderdelen van beleid aan elkaar te knopen. De Reconstructiewet kunnen we daarom gebruiken om met de sanering van de varkenshouderijen als directe aanleiding, op een bredere manier dan bij de inzet van puur ruimtelijk beleid mogelijk was, tot herwaardering en versterking van ontwikkelingen binnen onze gemeente komen.DorpsontwikkelingsplannenEen dorpsontwikkelingsplan (Dop) geeft antwoord op de vraag hoe de inwoners hun dorp beoordelen op leefbaarheid en hoe hun dorp zich in de toekomst zou moeten ontwikkelen. Bij de opstelling van dorpsontwikkelingsplannen gaat het niet alleen om de visie op het ruimtelijke beleid van de gemeente. In een dorpsontwikkelingsplan wordt getracht om door middel van een brede benadering van niet alleen ruimtelijke uitgangspunten, maar ook sociaaleconomische potenties van een dorp activiteiten te plannen die leiden tot versterking van het dorp als geheel in de meest brede zin. Vooral het behoud en de versterking van de voorzieningen voor de inwoners zijn een belangrijke aandachtspunt bij het dorpsontwikkelingsplan.Ruimte voor RuimteEen van de mogelijkheden die voortvloeit uit het Streekplan "Brabant in Balans" is de regeling "Ruimte voor Ruimte" . Deze planologische regeling komt in hoofdlijnen er op neer, dat als een agrariër zijn intensieve veehouderij beëindigd, minimaal 1.000 m2 aan stallen sloopt, de milieuvergunning wordt ingetrokken en de fosfaatrechten inlevert, hij in ruil daarvoor een woning mag bouwen op een grote kavel. Aan de regeling zijn strikte voorwaarden verbonden.Om kostendragers te kunnen vinden voor de sanering van de varkenshouderijen in onze provincie, is de Ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor Ruimte opgericht. Deze maatschappij heeft de sloop van stallen voorgefinancierd die heeft plaatsgevonden op grond van de Regeling Beëindiging Veehouderijtakken, eerste en tweede tranche. De Ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor Ruimte verdient deze uitgekeerde bedragen terug door het realiseren van Ruimte voor Ruimte woningen. Dit zijn grote woningen op kavels van 1.000 m2. Het fonds wordt gevoed door middel van nieuwe bouwmogelijkheden op relatief grote kavels op plaatsen waar dit normaliter niet kan. De Ruimte voor Ruimte woningen komen niet ten laste van het gemeentelijk woningbouwprogramma.Herontwikkeling van complexenOnze gemeente telt een groot aantal grote complexen zoals Haarendael, Prisma en Sancta Monica. Het zijn complexen die alle als gevolg van vooral het streven naar kleinschaligheid en deconcentratie op de korte termijn zullen worden herontwikkeld. Dat betekent dat een antwoord moet worden gevonden op de vraag hoe de herontwikkeling van dergelijke grote instituten ruimtelijk gezien kan en moet plaatsvinden. De herontwikkeling heeft niet alleen consequenties voor de complexen zelf maar geeft ook mogelijkheden voor ontwikkelingen binnen de bebouwde kommen in onze gemeente of voor uitbreidingslocaties. De aanwezigheid van dergelijke grote complexen en de dynamiek daarin heeft dus een belangrijke invloed op het ruimtelijk- en het grondbeleid in onze gemeente.Toerisme en recreatieOnze gemeente heeft veel potentie voor de ontwikkeling van toerisme en recreatie mede in relatie tot de doelstellingen in het reconstructieplan "De Meijerij". De aanwezige recreatie is toe aan herontwikkeling. Ook kunnen de mogelijkheden van toerisme en recreatie nog verder worden uitgebreid. De gemeente kan daarvoor de condities stellen en actief meewerken samen met recreatieondernemers om tot een betere aanbieding van het toeristisch recreatief product te komen. In voorbereiding is het Toeristisch Recreatief Ontwikkelings Plan (TROP, een planologisch- en sociaaleconomisch plan).Overlegorgaan Nationaal parkDe zonering van ontwikkelingen in en rondom het Nationaal Park Loonse en Drunense Duinen betekent dat ongewenste ontwikkelingen (overlast door "wild" kamperen, versnipperingen van kavels zoals op de Margriet te Helvoirt) die zich momenteel voordoen, ofwel worden beëindigd ofwel worden verplaatst. Hiervoor zal een separaat antwoord moeten worden gevonden. Onze gemeente zal naar de mogelijkheden daarvoor elders een locatie zoeken.Bestuurlijke status waterschappenWaterschappen hebben steeds meer een eigenstandige bevoegdheid en verantwoordelijkheid in het ruimtelijke beleid. Zo moeten de bestemmingsplannen zijn voorzien van een watertoets. Water wordt steeds meer een ordenend element binnen de ruimtelijke ordening. Waterschappen ontwikkelen meer dan voorheen ruimtelijke plannen om aan hun doelstellingen te kunnen voldoen. Door hierop in te spelen ontstaan mogelijkheden van subsidiering en cofinanciering.

Sub-paragraaf 1.2.2 Beperkingen

Naast de kansen zijn er ook externe beperkingen, welke van invloed zijn op onze doelstellingen.NatuurbeschermingswetVanwege de natuurwaarden binnen onze gemeente die onder meer door de Natuurbeschermingswet worden beschermd, worden nieuwe ontwikkelingen in een groot gedeelte van onze gemeente zeer beperkt. Onze gemeente valt voor een groot deel onder de Vogel- en habitatrichtlijn. Dat betekent dat er rekening moet worden gehouden met de Natuurbeschermingswet.Provinciaal StreekplanHet beleid dat door Provinciale Staten is vastgesteld in het Streekplan van 2002 en het op basis daarvan opgestelde uitwerkingsplan is eveneens zeer beperkend voor de mogelijkheden van nieuwe ontwikkelingen. Deze nota's bevatten de kaders waarbinnen nieuwe ontwikkelingen worden toegelaten. Slechts in uitzonderingsgevallen is afwijking daarvan mogelijk door middel van een procedure tot afwijking van het Streekplan.BelangenverenigingenBelangenverenigingen ( winkeliers, sportverenigingen, ouderen, jongeren, etc) hebben de mogelijkheid om via de beroepsmogelijkheden op grond van de Algemene wet bestuursrecht en de Wet op de Ruimtelijke Ordening ontwikkelingen (juridisch) te laten toetsen. Dit leidt tot vertraging van planontwikkeling. Overleg vooraf met deze belangenverenigingen is daarom belangrijk. De doelstellingen van deze verenigingen zijn duidelijk: zij komen op voor een specifiek deelbelang terwijl de gemeente opkomt voor het algemene belang. Het is belangrijk om het specifieke deelbelang een respectvolle plaats te geven binnen het algemene belang.Landschapspark Groene WoudVanwege de status van het landschapspark zijn de mogelijkheden voor ontwikkeling binnen onze gemeente beperkt. Ook voor gebieden die binnen het Landschapspark vallen, is specifiek beleid omschreven waarbij het accent wordt gelegd op natuur en milieu. Nieuwe ontwikkelingen behoren niet of nauwelijks tot de mogelijkheden. Gemeenten welke binnen het Landschapspark vallen zijn onderverdeeld in zogenaamde schillen. Er zijn drie schillen ( 1e schil betreft natuur en landschapseenheden, 2e schil betreft het landelijke gebied en de 3e schil is het stedelijke gebied). Het grootste deel van onze gemeente valt binnen de zogenaamde 2e schil van dit park, het geen betekent dat sprake is van een verlicht beleid.PrijsontwikkelingDe gemiddelde woningprijs is hoog, evenals de waardeontwikkeling van woningen. Dit wordt veroorzaakt door de vele vrijstaande woningen en de prettige leefomgeving in onze gemeente. Bovendien is er relatief weinig sociale woningbouw.

Paragraaf 1.3 Interne analyse

Sub-paragraaf 1.3.1 Sterke punten

Naast een externe analyse wordt een interne analyse weergegeven van mogelijkheden om, al dan niet met onze gronden, doelstellingen te realiseren door rekening te houden met het volgende.Bestaande grondpositiesDe bestaande grondpositie van de gemeente is zeer goed. Op inbreidingslocaties heeft de gemeente veel eigendommen (bij het mogelijk vrijkomen van onder andere de milieustraat, brandweerkazerne, scholen in Haaren; mileustraat, gemeentewerf en brandweerkazerne in Helvoirt). Maar ook in het buitengebied heeft de gemeente veel eigendommen. Onze gemeente kiest voor het voeren van een actief beleid voor onze gronden. Vanwege deze goede grondpositie zijn de mogelijkheden om sturing te geven bij woningbouwontwikkelingen zeer groot.Database grondenAlle gemeentelijke onbebouwde gronden zijn opgenomen in een database. De database is een informatiebron welke betrekking heeft op de huidige en toekomstige bestemming van elk perceel. Naast de kadastrale aanduiding staan per perceel onder andere de oppervlakte, boekwaarde (indien bekend), verwachte verkoopwaarde en exploitatiewaarde vermeld. Ook informatie met betrekking tot pacht- of huurprijzen, beëindiging van pachtovereenkomsten, etc is hierin opgenomen. Vanuit de database hebben we direct inzicht in alle gemeentelijke onbebouwde gronden.Duidelijk collegeprogrammaHet collegeprogramma voor de periode 2006-2010 is volstrekt duidelijk: het college wil ervoor zorgen dat daadwerkelijk ingezet wordt op de bouw van woningen en een bij de dorpse schaal van onze gemeente passende ontwikkeling van woningen, bedrijventerreinen en voorzieningen. Het collegeprogramma geeft duidelijke doelstellingen aan.Forse vraag naar woningen en bedrijfskavelsVanwege de achterstand die is ontstaan bij de bouw van woningen, is er een dermate grote behoefte dat de afzet van de woningen naar verwachting geen probleem zal zijn. Dat betekent dat de risico's bij nieuwe ontwikkelingen op het gebied van verkoop beperkt zijn.Voor bedrijfskavels geldt een soortgelijke situatie.Masterplan WoningbouwTot op heden was het gebruikelijk om bestemmingsplannen volgtijdig te ontwikkelen. Vertraging bij de in ontwikkeling zijnde plannen had dan direct consequenties voor de mogelijkheid tot gronduitgifte. Middels het Masterplan Woningbouw is invulling gegeven aan de wens tot gelijktijdige ontwikkeling van een groot aantal woningbouwplannen. Hiermee wordt de mogelijkheid om gronden uit te geven in ieder dorp tot ongeveer 2015 veiliggesteld. Mocht bij de ontwikkeling van een plan vertraging optreden, dan kan worden teruggevallen op een reserveplan.Groene omgevingDe groene omgeving van onze gemeente maakt dat het goed wonen is in Haaren.BoomteeltDe gemeente Haaren is één van de grootste boomteeltgemeente van Nederland. De boomteelt genereert dan ook veel werkgelegenheid. Het is een bij het buitengebied passende activiteit. Mede vanwege de noodzakelijke wisselteelt is er vanuit de sector een grote behoefte aan gronden.

Sub-paragraaf 1.3.2 Zwakke punten

Ondanks de sterke punten wordt rekening gehouden met zwakke punten.Ambtelijke bezettingVanwege de schaal van de gemeente Haaren in relatie tot de grote ambities is de personele bezetting adequaat maar wel kwetsbaar. Dat betekent dat onverwachte tegenslag snel zal leiden tot vertraging van plannen.Beperkte financiële draagkrachtVanwege de geringe omvang van onze gemeente zijn de mogelijkheden om grote financiële investeringen te doen beperkt.VolkshuisvestingsvisieEen actuele volkshuisvestingsvisie ontbreekt.Ontbreken ontwikkelingsmogelijkheden bedrijventerreinenEr zijn kleinschalige bedrijventerreinen aanwezig binnen onze gemeente. Afgezien van 't Hopveld 2 verwachten wij op korte tot middellange termijn geen mogelijkheden tot uitbreiding van de bestaande of ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen.

Paragraaf 1.4 Doelstellingen

De externe- en interne analyse leiden tot doelstellingen voor onze gemeente.•Grond in het buitengebied afstoten, tenzij dit kan worden gebruikt als ruilgrond (bijvoorbeeld ten behoeve voor recreatie, hervestiging van boomteelt, natuurontwikkeling, etc.). •De gronden in eigendom gelegen aan de randen van de kernen worden behouden. Nader wordt bezien in hoeverre deze kunnen worden gebruikt voor woningbouw. •Gronden in eigendom op uitbreidingslocaties worden behouden en zoveel mogelijk ontwikkeld. •Bij herontwikkeling van cultuurhistorische complexen wordt een passende bestemming gevonden. •Het in onze gemeente aanwezige natuurgebied en de EHS (Ecologische Hoofdstructuur) wordt behouden en versterkt door rekening te houden met de wensen van onder andere het waterschap, Vereniging van Natuurmonumenten, de Duinboeren, Stichting Het Noordbrabants Landschap, etc). •Strategische gronden worden door de gemeente waar mogelijk verworven om zo extra mogelijkheden te creëren voor de gemeentelijke regiefunctie.

Paragraaf 1.5 Actieprogramma

Om te komen tot een actieprogramma met betrekking tot de grondeigendommen van onze gemeente zijn de volgende stappen ondernomen:

  • 1.

    Inventarisatie van de gronden per dorpEr is in de database een inventarisatie gemaakt van de onbebouwde gronden welke bij de gemeente in eigendom zijn. In de geheime bijlage is een overzicht op perceelsniveau opgenomen inclusief de boekwaarde (historische aanschafprijs met rente) en de marktwaarde (economische waarde).Onderstaande tabel geeft een overzicht van de onbebouwde gronden (landbouwgronden al dan niet verpacht of verhuurd) per dorp weer.

  • 2.

    Analyse van ontwikkelingsmogelijkhedenOp basis van de verwachte toekomstige ontwikkelingen is een analyse gemaakt welke gronden in de toekomst van waarde kunnen zijn voor de realisering van voorgestane beleidsdoelstellingen. Met ander woorden: welke gronden komen in aanmerking om1. te behouden (voor onder andere woningbouw, bedrijven, recreatie en natuur),2. af te stoten (niet strategisch inzetbaar) of3. te verwerven (strategische grondaankopen ten behoeve van toekomstige bouwplannen).

  • 3.

    Verkoop, ruil of geen van beideDoor middel van een confrontatie van benodigde gronden en de beschikbare gemeentelijke gronden is een overzicht ontstaan van gronden die afgestoten kunnen worden. Sommige gronden zullen overigens niet worden verkocht, maar als ruilgrond worden ingezet.

  • 4.

    Marktwaarde van het perceelVan alle af te stoten gronden is door de gemeentetaxateur een marktwaarde bepaald. De gemeentetaxateur heeft de percelen gewaardeerd bij onderhandse verkoop vrij van gebruik en huur/pacht (het overgrote deel van de percelen betreft 1 jarige pacht of huur). Om tot een waarde per perceel te komen is bekeken hoe de ligging, perceelvorm, afwatering en ontsluiting van het perceel is. Daarnaast is informatie opgevraagd bij collega taxateurs, makelaars, Kadaster en Provincie om tot een reële waardebepaling te komen.

  • 5.

    Toelichting per lokatie van het perceelAlle af te stoten percelen zijn voorzien van een toelichting.

  • 6.

    In beeld brengen strategische aankopenOp basis van de onder punt 3 genoemde confrontatie van benodigde gronden in relatie tot de beschikbare gronden, is een beeld ontstaan van de nog aan te kopen gronden. Door de gemeentetaxateur is ook hiervoor een marktwaarde bepaald.

  • 7.

    Reden strategische aankoopAlle aan te kopen percelen zijn voorzien van een toelichting.

  • 8.

    Opbrengsten versus kostenTen slotte is in beeld gebracht wat de financiële consequenties zijn van het actieprogramma. Met andere woorden:de verwachte opbrengsten en de verwachte kosten zijn inzichtelijk gemaakt.Vertrouwelijke gegevens hierover zijn opgenomen in de geheime bijlage.

Gronden te behoudenIn onderstaande tabel zijn de gronden opgenomen die niet afgestoten zullen worden. Het betreft gronden die (op termijn) kunnen bijdragen aan de voorgestane planontwikkeling.Af te stoten grondenOnze gemeente heeft niet de voorkeur om "zelf te boeren". De reden is gelegen in de minimale opbrengst van de percelen (pachtinkomsten en verhuurinkomsten). Deze gronden komen dan ook in aanmerking om te verkopen. Niet alle gronden zijn echter per direct te verkopen. Dit komt vanwege bestaande verhuur- of pachtovereenkomsten. Onderscheid moet worden gemaakt in éénjarige pacht en zesjarige pacht. Veel van onze gronden zijn éénjarig verpacht waarbij de pachtovereenkomst afloopt in 2008. Onderstaande tabel geeft de gronden weer waarbij de verhuur of pacht afloopt in 2008 en die geen strategische waarde voor de gemeente hebben. Deze gronden worden afgestoten.Het verschil in m2 tussen "Totaal aantal m2" en "Te verkopen aantal m2 in 2008" is gelegen in de doorlopende zesjarige pachtovereenkomsten. Deze percelen worden na afloop van de pachttermijn alsnog verkocht.De nu vrijkomende gronden worden vanaf 2008 afgestoten. De netto opbrengst (verkoopopbrengst minus boekwaarde) bedraagt naar verwachting € 1.140.000. Met deze opbrengst is in de begroting 2008 geen rekening gehouden. Deze opbrengst is daarbij vernoemd als een positief risico gedurende de jaren 2008 t/m 2011, jaarlijks voor € 285.000. (4 x € 285.000 = € 1.140.000).De verkoopopbrengsten komen ten gunste van post "Bezittingen en cultuurgronden". In de geheime bijlage is een raming van de verkoopopbrengsten opgenomen.Te verwerven grondenDe uitgevoerde analyse heeft niet alleen betrekking gehad op de al in eigendom zijnde gronden. Uiteraard is ook onderzocht welke gronden in de toekomst van belang kunnen zijn. Dit kan betrekking hebben op toekomstige woningbouwplannen, maar bijvoorbeeld ook om in te zetten als ruilobject.Uitgangspunt daarbij is dat de aankoop noodzakelijk is voor de realisering van (toekomstige) plannen en/of leidt tot een financieel voordeel (op termijn). Uitgangspunt is tevens dat de strategische aankoop binnen 10 jaar moet worden opgenomen in een operationeel plan. De gronden welke aangekocht zijn (gronden niet in exploitatie genomen) dienen om strategische redenen 20 jaar in de meerjarenraming te worden opgenomen.Het kan ook raadzaam zijn om als gemeente gronden in voorraad te hebben als ruilobject ter compensatie bij verwerving. Dit kan de onderhandelingspositie van de gemeente gunstiger maken. In het jaar 2008 hebben wij het voornemen om, binnen de kaders van de Kadernota Grondbeleid 2005, strategisch 13 percelen aan te kopen, in totaal 67.029 m2. In de geheime bijlage is weergegeven welke gronden in aanmerking komen om te verwerven.Resumé actieprogramma

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Haaren

24

183.684

16

144.501

8

39.183

0

Helvoirt

43

1.019.226

25

692.641

18

326.585

11

Esch

18

225.769

15

165.229

3

60.540

2

Biezenmortel

8

55.143

3

29.331

5

25.812

0

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 2 Verantwoording grondpositie

Op 31 maart 2005 heeft de Raad de kadernota "Grondbeleid 2005" vastgesteld. De kadernota "Grondbeleid 2005" is een kaderwerk van aktiepunten en verplichte onderdelen uit het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). In deze grondnota staan de onderdelen welke voortvloeien uit de kadernota "Grondbeleid 2005" beschreven.In de grondnota wordt volgens de kadernota "Grondbeleid 2005" opgenomen:- Controle toepassing Kadernota grondbeleid, wat inhoudt dat het meerjarenprogramma grondexploitaties meeloopt in de Planning en Controlecyclus (een jaarlijks overzicht van geactualiseerde exploitaties en eventuele afwijkingen in programma, tijdsplanning en/of saldo ten opzichte van de door de raad vastgestelde uitgangspunten). Deze staan beschreven in de onderdelen "In exploitatie genomen gronden" en "In exploitatie te nemen gronden"- Gronduitgifte: een grondprijsbeleid en het jaarlijks laten vaststellen door de raad van de verkoopprijzen. In deze grondnota wordt verwezen naar onderdeel "Grondbeleid en gronduitgifte prijzen".- Grondbeheer: het opstellen van een verhuurbeleid met daarbij richtlijnen t.a.v. de retributie waarbij bestaande richtlijnen blijven gerespecteerd en het ontwikkelen van beleid van het al dan niet aankopen en beheren van meegekomen opstallen, onderdeel "Overige gronden".- Risicoparagraaf: jaarlijks, indien nodig, het bijstellen van de exploitatieopzetten van de in exploitatie genomen plannen. Het opstellen van een risicoanalyse van nieuwe uitbreidings- en inbreidingsplannen. De verhouding tussen boekwaarde en de economische waarde (marktwaarde) waarbij voor negatief verschil een voorziening "Afwaardering" gevormd wordt welke ten laste komt van de bestemmingsreserve bouwgrondexploitaties.- Opstellen van Nota Reserves en Voorzieningen waarbij het onderdeel grondexploitatie en de bestemmingsreserve bovenwijkse voorzieningen beschreven worden (deze is al opgesteld en geaccordeerd door de raad in 2005).- Weerstandsvermogen: Om financiële tegenvallers te kunnen opvangen moet de gemeente beschikken over weerstandsvermogen. Het is bedoeld om incidentele tegenvallers te kunnen bekostigen zonder dat de begroting en het beleid aangepast hoeven te worden. Daarbij moeten ook de financiële consequenties voor de reserve en/of voorzieningen worden aangegeven, zie onderdeel 2.6.2."In exploitatie te nemen gronden", subonderdeel "Bestemmingsreserve bouwgrondexploitatie".

Paragraaf 2.1 Gemeentelijke ontwikkelingen/beleidsvisie

Op 20 april 2006 heeft het college van burgemeester en wethouders een beleidsprogramma 2006-2010 vastgesteld onder de slogan "Bouwen en vertrouwen op sterke en levendige dorpen". In dit beleidsprogramma wordt bijzondere aandacht besteed aan het bouwen voor de doelgroep starters en senioren. Het college stelt zich ten doel in haar totale beleid deze beleidsvoornemens tot uitvoering te brengen. Dat betekent dat, door een integrale inzet van de beleidsinstrumenten op het gebied van ruimtelijke ordening, volkshuisvesting en grondbeleid de beleidsdoelstellingen worden gerealiseerd.Daarbij is het van belang dat de gemeente zich realiseert dat inzet van de gereedschapskist die de gemeente ter beschikking staat ook risico's met zich meebrengt. Risico's die goed moeten worden afgewogen tegen de financiële positie van de gemeente in het algemeen maar ook tegen de ontwikkelingen op gebiedniveau. Om de risico's en de financiële stand van zaken goed te kunnen afwegen en te kunnen volgen is daarbij een regelmatige verantwoording aan de hand van deel exploitaties noodzakelijk. Het college is van mening dat, met de vaststelling van het nieuwe collegeprogramma, een nieuwe koers is ingezet. Een koers waarbij planvorming zich vooral laat leiden door de plaatselijke behoefte en waarbij de betrokkenheid van de inwoners bij die planvorming centraal staat.In onze gemeente zijn projectontwikkelaars actief die gronden hebben aangekocht. De gemeente is op de daarvoor in aanmerking komende locaties veroordeeld om zaken te doen met de projectontwikkelaars. Soms gaat aan de samenwerking met projectontwikkelaars een bewuste keuze vooraf. Een keuze waarbij de gemeente bewust de risico's, zoals die gelden bij grondexploitaties, neerlegt bij de projectontwikkelaars. Bij het vaststellen van een keuze is het van cruciaal belang dat het gemeentebestuur zich realiseert waarom een keuze wordt gemaakt voor actieve grondpolitiek (de grond zelf bouw- en woonrijp maken en vervolgens deze verkopen) of voor een passieve grondpolitiek (het faciliteren van ontwikkelingen zonder zelf financiële belanghebbende te zijn). Een goede afweging kan alleen als vooraf criteria en uitgangspunten zijn vastgelegd in een risico checklist. Voor het maken van een keuze geeft deze grondnota ook handreikingen. Het is noodzakelijk bij de ontwikkelingen op de grondmarkt in het algemeen en voor Haaren in het bijzonder aan te sluiten en daarvoor beleid vast te stellen dat enerzijds als richtlijn kan worden gebruikt maar anderzijds ook als verantwoordingsmogelijkheid .

Paragraaf 2.2 Inschrijving bouwkavels en (nieuwbouw)woningen

Huidig beleid.Om in aanmerking te komen voor toekenning van een bouwkavel worden er voorwaarden gesteld. Op dit moment moet iemand die in aanmerking wil komen voor een bouwkavel, om daarop in eigen beheer een woning te bouwen, inschrijfgeld betalen voor bouwgrond. Een ieder kan zich laten inschrijven voor toekenning van een bouwkavel. Er is verder geen prioriteitsvolgorde bepaald. Per 1 oktober 2007 stonden 711 personen ingeschreven als gegadigden voor bouwgrond of koopwoning.In de algemene verkoopvoorwaarden bouwgrond gemeente Haaren van 1997, gewijzigd in 2003, zijn de voorwaarden opgenomen die in acht moeten worden genomen.Kort aangeduid zijn de volgende bepalingen van belang.-Bouwplicht.-Anti-speculatiebeding.De gemeente heeft als eigenaar van bouwgrond veel mogelijkheden om ook nadat de bouwgrond is uitgegeven de beleidsdoelstellingen te handhaven. Dit gebeurt door zogenaamde kwalitatieve bedingen of erfdienstbaarheden.De Algemene verkoopvoorwaarden bouwgrond gemeente Haaren van 1997, laatstelijk gewijzigd in 2003 is als bijlage toegevoegd.Definities van doelgroepen en woningen.Op 28 juni 2007 heeft de raad een besluit genomen in de "Toewijzingsregeling voor woningen gemeente Haaren 2004 (gewijzigd in juni 2007). In deze regeling staan de definities van doelgroepen. In de "Regeling Tweede Spoor Bouwinitiatieven" zijn definities opgenomen ten aanzien van starterswoningen en seniorenwoningen (als bijlage toegevoegd). Tevens is beleid ten aanzien van het faciliteren van starters in voorbereiding. Naar verwachting wordt dit in het eerste kwartaal van 2008 vastgesteld.

Paragraaf 2.3 Volkshuisvestingsbeleid

Op 13 maart 2002 werd door de gemeenteraad de Volkshuisvestingsvisie voor de gemeente Haaren vastgesteld. De in de visie neergelegde uitgangspunten zijn/waren geënt op een toen in ontwikkeling zijnde StructuurvisiePlus, die uiteindelijk nooit de eindstreep heeft gehaald. De volkshuisvestingsvisie dient dan ook geactualiseerd te worden. Volgens het beleidsprogramma 2006 - 2010: "Bouwen en vertrouwen op sterke en levendige dorpen" worden dorpsontwikkelingsplannen opgesteld. Naar verwachting worden deze eind eerste kwartaal 2008 opgeleverd. Na vaststelling hiervan wordt de volkshuisvestingsvisie geactualiseerd.Een dorpsontwikkelingsplan gaat over leefbaarheid in de breedste zin van het woord. Voorwaarde is een actieve, participerende rol van betrokkenen zoals inwoners, ondernemers, verenigingen en maatschappelijke organisaties. Eindresultaat is een brede ontwikkelingsvisie op hoofdlijnen voor de dorpen aan de hand van thema's, zoals wonen, verkeer en vervoer, bedrijvigheid, recreatie en toerisme, voorzieningen, onderwijs, veiligheid, verenigingen en bestuur.Zo biedt de visie ook inzicht in de beproefde en gewenste sociale structuur. Daarmee wordt invulling gegeven aan de gedachte dat mensen er voor elkaar zijn en op elkaar een beroep moeten kunnen doen. De ontwikkelingsvisie vormt ook de basis voor de op te stellen woonvisie. Tevens vindt met het waterschap De Dommel afstemming plaats over de inrichtingsvisie voor de Essche Stroom.Er is eind augustus 2007 opdracht verleend aan het Provinciaal opbouw Orgaan Noord-Brabant (PON). De voorgestelde werkwijze is de aanpak die ons voor ogen staat. Een kort, intensief en zeer interactief proces. Voor elk van de vier dorpen worden met, voor en door de dorpen dorpsontwikkelingsplannen opgesteld. Leefbaarheidvraagstukken beperken zich niet tot de kernen, maar spelen ook nadrukkelijk een rol in het buitengebied. Ook voor het buitengebied, tussen en rondom de kernen wordt een apart ontwikkelingsplan gemaakt, waarbij ook burgers worden betrokken. Het verder kijken dan de kernen alleen en daarmee het betrekken van het buitengebied spreekt ons zeer aan. Tevens kan het traject "Ouderenproof" worden ingepast. Planning is om het proces aan het eind voor het eerste kwartaal 2008 te hebben afgerond, zodat de resultaten van de dorpsontwikkelingsplannen dat voorjaar kunnen worden betrokken bij de voorbereiding van de begroting voor het jaar 2009.De dorpsontwikkelingsplannen worden ook gebruikt om richting provincie te onderbouwen wat de werkelijke huidige en toekomstige woningbehoefte per dorp en per doelgroep is. Het kunnen voldoen aan deze woningbehoefte is essentieel voor de leefbaarheid in onze dorpen.Op grond van het beleidsprogramma wordt er in de komende periode veel aandacht geschonken aan bouwen. De bestaande bouwplannen (zoals Copal en WOB/Cello) worden uitgevoerd en niet aangetast. Daarnaast wil het college bijzondere aandacht schenken aan het bouwen van woningen voor starters.Voor de periode 2006 - 2010 heeft het college zich als kwantitatieve doelstelling gesteld het realiseren van minimaal 100 woningen voor starters en senioren, zoveel mogelijk verdeeld over de vier dorpen. Voorts zouden op individuele particuliere basis 10 tot 15 woningen per jaar op inbreidingslocaties gerealiseerd kunnen worden, mits ook deze woningen toevallen aan genoemde doelgroepen.

Paragraaf 2.4 Woningbouwprogramma

In onderstaande tabel wordt weergegeven welke woningbouwplannen zijn voorzien op gemeentelijke gronden.Sportvelden of Den Hoek bevinden zich in een te vroeg ontwikkelingsstadium om te beoordelen voor welke lokatie gekozen zal gaan worden .Eerste SpoorDe bouwprojecten die groter van omvang zijn en/of niet passen binnen de criteria van het Tweede Spoor worden Eerste Spoor genoemd. Het gaat om projecten, zoals de Copal terreinen (Haaren), de centrumplannen Haaren en Helvoirt, het WOB-Cello terrein (Helvoirt), de Woonstee en Sancta Monica (Esch).Tweede SpoorOm de bouw van starters- en seniorenwoningen extra te stimuleren voorziet het beleidsprogramma in een Tweede Spoor. Het betreft initiatieven van particulieren op plekken binnen de dorpen, gericht op het bouwen van woningen voor genoemde doelgroepen. Er kan ook sprake zijn van de verbouw van een bestaand pand tot één of meerdere woningen. Deze woningen worden zoveel mogelijk verdeeld over de vier dorpen. Besloten is om voor dit doel 10-15 woningen per jaar, gedurende 3 jaar beschikbaar te stellen voor de gehele gemeente. Buiten het Tweede Spoor vallen eerste en tweede (agrarische) bedrijfswoningen en boerderijsplitsingen. Ook zorgwoningen en Ruimte voor Ruimte woningen vallen buiten dit kader, omdat deze niet ten laste komen voor het richtgetal voor woningbouw.

Paragraaf 2.5 Risicoparagraaf

Grondexploitatie is een conjunctuur gevoelige zaak, waarbij veel en grote risico's worden gelopen welke direct invloed hebben op de grondexploitatie. Hierbij kan gedacht worden aan rentevoetwijzigingen in combinatie met looptijdaanpassingen, prijsstijgingen van kostenfactoren, hogere werkelijke grondverwervingskosten dan oorspronkelijk geraamd, onzekerheden rondom de exploitatiebijdragen van derden, verlaging van contingentering, stagnatie door bestemmingsplanprocedures en planschades. Ook de aanwezigheid van bijzondere fauna en flora of archeologische vondsten kunnen vertragend en kostenverhogend werken, waarbij het in het uiterste geval zelfs mogelijk is dat een plan geen doorgang kan vinden. Risico'sRisico's zijn het gevolg van interne en/of externe omstandigheden. Onderscheid kan gemaakt worden in:- financiële risico's;- risico's op eigendommen;- risico's die samenhangen met de interne bedrijfsvoering.Zoveel mogelijk wordt getracht om deze risico's in de planontwikkeling te ondervangen door middel van het doen van onderzoeken, te zorgen voor flexibiliteit, vroegtijdige verwerving, het tijdig nemen van maatregelen etc. In de exploitatieberekeningen wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met deze risico's. Desondanks blijven er aanzienlijke risico's met grondexploitatie gepaard gaan waardoor het noodzakelijk is om hiervoor middelen achter de hand te houden. Hiervoor is de bestemmingsreserve bouwgrondexploitatie gevormd.Overigens kunnen zich ook meevallers voordoen met betrekking tot bovenstaande aspectenVoorziening afwaarderingGronden welke (nog) niet in exploitatie worden genomen moeten worden afgewaardeerd ten laste van de exploitatie tot marktconforme prijzen door middel van het vormen van een voorziening afwaardering.

Paragraaf 2.6 Gronden in eigendom

De gronden welke de gemeente in eigendom heeft zijn te verdelen in: "In exploitatie genomen gronden", "In exploitatie te nemen gronden" en "Overige gronden".Van bouwgrond is sprake als de intentie bestaat om deze grond binnen een termijn van 20 jaren als bouwlokatie te (laten) ontwikkelen. Voor nieuwe aankopen geldt hierbij een termijn van 10 jaren. Dit is conform de kadernota grondbeleid 2005.

Sub-paragraaf 2.6.1 In exploitatie genomen gronden

Na vaststelling van het bestemmingsplan en de exploitatieopzet door de gemeenteraad, en verkregen goedkeuring door Gedupteerde Staten, is een gebied "in exploitatie". Te maken kosten en opbrengsten worden ingebracht in de administratie van de grondexploitatieopzet. Na de eerste vaststelling van een exploitatie zijn er natuurlijk altijd ontwikkelingen waardoor bijstelling nodig is. Wijzigingen in exploitaties dienen continu gevolgd te worden en jaarlijks zal een actualisatie aan de raad worden voorgelegdBij de in exploitatie genomen gronden zijn alle procedures en vooronderzoeken een gepasseerd station. De grootste risicofactor bij deze plannen is een stagnerende vraag naar bouwrijpe grond. Dit komt vaak voort uit niet beïnvloedbare economische omstandigheden. Te noemen zijn onder andere de werkloosheid en fluctuerende hypotheekrente. Essentieel voor een exploitatiegebied is inbouw van de mogelijkheid van tussentijdse bijstelling. Dit is een jaarlijks terugkerende activiteit.Per 1 januari 2007 zijn er twee lopende in exploitatie genomen gronden (Slijkhoef 1 en Venakkers A).Slijkhoef 1 (twee bouwkavels) te Biezenmortel.In 2005 zijn twee bouwkavels verkocht in Biezenmortel. De negatieve boekwaarde per 01-01-2007 betreffen een nog te betalen kosten voor dit plan van € 20.492. In 2007 heeft er een afbouw van het trottoir plaatsgevonden. De betalen kosten bedragen € 5.865 Hierdoor komt het bedrag ad.€ 14.627 in 2007 ten gunste van de bestemmingsreserve bouwgrondexploitatie. Daarmee verdwijnt het plan ook van de balanspost voorraad gronden.De Venakkers A (project van 6 vrije sector woningen), te Esch.De woningen zijn in 2005 opgeleverd. De negatieve boekwaarde per 01-01-2007 betreft nog te betalen kosten voor dit plan van € 51.254. De reden hiervoor is dat de straat gelegen aan het project van de 6 woningen herbestraat moet worden. Herbestrating vindt in 2007 plaats. Het resterende saldo wordt toegevoegd aan de bestemmingsreserve bouwgrondexploitatie. Dit heeft geen consequenties op het jaarresultaat Hierna zal Venakkers A van de balans verdwijnen.

Sub-paragraaf 2.6.2 In exploitatie te nemen gronden

Op enig moment in de procedure wordt duidelijk of een bepaalde locatie wordt ontwikkeld en op welke wijze. Dergelijke gebieden worden op korte termijn in exploitatie genomen. Deze gronden worden dan als "in exploitatie te nemen gronden" aangeduid en eventuele kosten kunnen dan geactiveerd worden ofwel als voorraad grondexploitatie worden verantwoord. Dit geldt alleen voor gebieden waarvan de vaststelling van het bestemmingsplan en exploitatieopzet binnen de geldende financiële planperiode gerealiseerd kunnen worden (nieuwe grond aankopen dienen immers volgens de Kadernota Grondbeleid binnen 10 jaar bestemd te worden). Is dit niet het geval dan worden de gronden aangemerkt als overige gronden ( zie onderdeel 2.6.3 "Overige gronden").Behalve onvoorzienbare risico's bestaat er bij voorraad gronden ook het risico van overwaardering. Dit speelt bijvoorbeeld indien gronden "duur" zijn aangekocht of indien aangekochte gronden gedurende lange tijd niet in exploitatie worden genomen. Als gevolg hiervan wordt dan ook veel rente op het plan bijgeschreven.Per 31 december 2006 heeft een beoordeling plaatsgevonden van de boekwaarden van de verschillende plannen. Hiervoor is een vergelijking gemaakt tussen de boekwaarde van de gronden en een schatting van de geactualiseerde (naar 31 december 2006) aanschafwaarde van de grondaankopen. Bij het maken van deze schatting is zowel rekening gehouden met de prijs per m2 voor grondaankopen als met het jaar van aankoop.Voor de in exploitatie te nemen gronden bestaat geen volledig inzicht in de boekwaarde per vierkante meter. In verband met het risico van afwaardering is met ingang van 2004 een aparte voorziening opgenomen. De stand van deze voorziening bedraagt per 1 januari 2007 een bedrag van € 1.190.767. De voorziening die verband houdt met de waardering van voorraden gronden zonder kostprijsberekening is in mindering gebracht op de balanspost voorraden gronden zonder kostprijsberekening.Voorgesteld wordt om de Mileustraat e.o., Gemeentewerf, Poirterstraat en Sportvelden te Helvoirt toe te voegen op de balans "in exploitatie te nemen gronden" omdat deze gronden in overeenstemming met het Masterplan Woningbouw op korte termijn ontwikkeld zullen worden. Een kanttekening dient te worden gemaakt voor Den Hoek 1/Sportvelden in Helvoirt. Slechts één van deze lokaties zal op korte termijn worden ontwikkeld. Een standpunt hierover moet nog worden ingenomen. Dit is dan ook de reden dat beide lokaties vermeld staan op de balans "In exploitatie te nemen gronden". De Sportvelden zijn gewaardeerd voor € 15 per m2 vanwege de huidige bestemming op deze gronden, namelijk "sport en recreatie".Voorgesteld wordt om een meer marktconforme wijze van waardering toe te passen op de voorraad gronden. Niet de aanschafwaarde en rentebijschrijving zijn hierbij leidend, als wel de verwachtingswaarde in het economische verkeer. Hiervoor zijn alle gemeentelijke percelen in beeld gebracht en getaxeerd. Naar aanleiding hiervan dient een extra afwaardering van € 700.471 plaats te vinden. Deze afwaardering heeft betrekking op Wijngaert III, 't Hopveld 2 en Den Hoek 2. Voorgesteld wordt om dit ten laste van de bestemmingsreserve bouwgrondexploitatie te brengen. Het heeft dus geen invloed op het jaarresultaat. Dit leidt tot onderstaand overzicht van in exploitatie te nemen plannen.De afwaardering van € 700.741 heeft wel gevolgen voor de balanspositie per 31 december 2007 (lagere bestemmingsreserve bouwgrondexploitatie, hogere voorziening afwaardering bouwgronden), maar heeft geen gevolgen voor de begroting 2008.Ten slotte wordt voorgesteld om de gemeentelijke gronden in Den Hoek 2 na afwaardering over te hevelen naar "Overige gronden". Naar verwachting kunnen de gronden in Den Hoek 2 immers niet worden ontwikkeld.Stille reservesDe gronden moeten worden gewaardeerd tegen aanschafwaarde of lagere marktwaarde. In een aantal gevallen is de marktwaarde meer dan de boekwaarde. Er is dan sprake van een stille reserve ter hoogte van het verschil tussen de marktwaarde en de boekwaarde. De stille reserve met betrekking tot de "In exploitatie te nemen gronden" bedraagt € 3.293.349Bij het bepalen van de marktwaarde wordt rekening gehouden met de hoogst mogelijke prijs onder de meest gunstige omstandigheden, rekening houdend met tal van waardebepalende factoren zoals de ligging, ontsluiting, en een (mogelijke toekomstige) bestemming van die onroerende zaak. Taxeren is echter geen wetenschap. Naast de benodigde theoretische kennis is het vooral de ervaring en verkregen informatie (Kadaster, makelaars, etc.) welke een verwachtingswaarde van die onroerende zaak tot stand brengt. Hoe concreter de plannen voor ontwikkeling, hoe hoger de waarde.De waarde van landbouwgrond binnen onze gemeente ligt momenteel tussen de € 3 en € 4,50 per m2 (bron Kadaster te Eindhoven en afhankelijk van de hiervoor genoemde criteria). Indien de bestemming van het perceel (van bestemming agrarisch naar woondoeleinden) (mogelijk) gaat veranderen, heeft deze directe invloed op de waarde.Met als uitgangspunt van de marktgegevens heeft waardering plaatsgevonden:Opgemerkt wordt dat de waardering gebaseerd kan zijn op een mix van inbrengwaarden: bijv: een perceel van 40.000 m2 t.b.v. woningbouw en sport/recreatie is als volgt onderverdeeld in 30.000 m2 woningen en 10.000 m2 sport/recreatie. De maximale waardering bedraagt dan: 30.000 X € 30 + 10.000 X € 15 = € 1.050.000.Bestemmingsreserve bouwgrondexploitatieDe kosten die door de gemeente moeten worden gemaakt voor de ontwikkeling van het gebied moeten uiteraard worden terug verdiend. Uitgangspunt bij een actieve grondpolitiek is dat de kosten kunnen worden gedekt uit de opbrengsten van de verkoop van grond. In principe wordt hiermee een negatieve exploitatie voorkomen. Mocht hier toch sprake van zijn dan moet dit worden gedekt uit een positieve balans van een andere lokatie. Daarnaast is voor het grondbeleid een bestemmingsreserve bouwgrondexploitatie gevormd. Deze bestemmingsreserve dient ter dekking van onvoorzienbare risico's en als voorziening (buffer) voor risico's op aangekochte (strategische) gronden die nog niet in exploitatie zijn genomen. Het bedrag van deze reserve bedraagt per 1 oktober 2007 € 2.105.012.. Op 16 maart 2000 heeft de gemeenteraad besloten dat een reserve van € 2.722.681 (f 6.000.000) hiertoe noodzakelijk is.Door de provincie wordt voor de berekening van de hoogte van deze buffer voor onvoorzienbare risico's uitgegaan van het voortschrijdende gemiddelde van de werkelijke verkoopopbrengst van de afgelopen vijf jaar en de verwachte verkoopopbrengst voor de komende vijf jaar.Overzicht werkelijke grondverkopen bouwprojecten:Overzicht (geraamde) grondverkopen:De geraamde opbrengsten voor de plannen Slijkhoef 2 en Wijngaert III zijn gebaseerd op exploitatieopzetten. De vermelde opbrengsten van de overige plannen berusten op een inschatting, omdat exploitatieopzetten voor deze plannen nog moeten worden opgesteld.De raming grondverkopen voor Den Hoek of Sportvelden te Helvoirt zijn nog niet meegenomen in het overzicht, omdat het stadium van de planvorming daarvoor nog te prematuur is.Benodigd weerstandvermogen in overeenstemming met voorgaande richtlijn:Benodigd weerstandvermogen per 1 januari 2008 € 1.933.750Benodigd weerstandvermogen per 1 januari 2009 € 2.067.933Wij stellen uw raad voor om bovenstaande systematiek volgens de leidraad van de provincie te volgen. Dit ter vervanging van het raadsbesluit van 16 maart 2000 waarbij het benodigde weerstandvermogen werd vastgesteld op € 2.722.681. 

 

Stand bestemmingsreserve bouwgrondexploitatie 1 oktober 2007

€ 2.105.012.

Voorgestelde afwaardering i.v.m. nieuwe waarderingssystematiek

-700.471

Stand per 31 december 2007 (na afwaardering)

1.404.541

Tussentijdse winstneming op bouwgrondexploitatie's in 2008

0

Onttrekking uit bestemmingsreserve i.h.k.v. Masterplan Woningbouw

-300.000

Verwachte omvang bestemmingsreserve per 31 december 2008

1.104.541

 

 

Benodigd weerstandvermogen per 1-1-2008.

1.933.750

Benodigd weerstandvermogen per 1-1-2009

2.067.933

Geconcludeerd kan worden dat de stand van de bestemmingsreserve naar verwachting noch per 1 januari, noch per 31 december 2008 voldoet aan de omvang in overeenstemming met de voorgestelde richtlijn. Overwegende dat:- er sprake is van een nieuwe waarderingssystematiek;- er naar verwachting vanaf 2009 sprake zal zijn van (tussentijdse) winstnemingen uit lopende exploitaties die de omvang van de bestemmingsreserve positief beïnvloeden;- de omvang van het totale gemeentelijke weerstandsvermogen zeer riant is, wordt voorgesteld om in het begrotingsjaar 2008 geen aanvullende storting ten laste van de algemene reserve te doen.ExploitatieopzettenDe projecten 't Hopveld 2, Wijngaert III en Slijkhoef 2 hebben dit jaar een economische haalbaarheidtoets ondergaan om onze gronden in exploitatie te nemen.'t Hopveld 2 (kleinschalig bedrijventerrein) te HaarenHet project 't Hopveld 2 is in 2006 van start gegaan. Uit onderzoek is gebleken dat er behoefte is aan uitbreiding van het bestaande bedrijventerrein 't Hopveld 1. Het betreft een realisatie van een kleinschalig bedrijventerrein, uitgeefbare oppervlakte 11.455 m2, woningbouw, uitgeefbare oppervlakte 1.200 m2, verharding, oppervlakte 2.950 m2 en openbaar groen en water, oppervlakte 2.200 m2.Kosten en opbrengstenraming per 31-12-2011 't Hopveld 2.Er is rekening gehouden met jaarlijkse opslagkosten vanaf 1 januari 2007 tot en met 31 december 2011 per kostensoort. De kostensoorten komen voort uit een Quick Scan van het bureau Arcadis. Voor een doorkijk vanaf 2007 tot en met 2011 wordt verwezen naar de vertrouwelijke bijlage "Doorkijk project 't Hopveld 2 te Haaren.Woningbouw Wijngaert IIIHet project Wijngaert III wordt gefaseerd ontwikkeld. Naar verwachting wordt fase 1 in 2008 bouwrijp gemaakt. Uitgifte is voorzien in 2008/2009: 42 woningen waarvan 16 wonen met zorg. Fase 3 wordt naar verwachting in de periode 2009 tot en met 2012 bouwrijp gemaakt waarbij de gronden in 2010, 2013 en 2016 worden uitgegeven voor 18 woningen.Fase 2 zal vermoedelijk aanvangen in 2017 voor het bouwrijp maken van 63 woningen waarbij de uitgifte van gronden in 2018 gepland staat en het woonrijp maken in 2019.Door bureau Metrum is een Quick Scan opgesteld voor de jaren 2007 tot en met 2019.Fase 2 van het project Wijngaert III wordt niet benoemd daar de gemeente hier geen gronden in eigendom heeft. Voor een doorkijk 2007 tot en met 2019 wordt verwezen naar de vertrouwelijke bijlage "Doorkijk project Wijngaert III" te Haaren.Woningbouw Slijkhoef 2Slijkhoef 2 heeft een tweetal woningbouwprogramma's (variant 1, woningbouw met vaste grondprijs en variant 2 woningbouw met gedifferentieerde grondprijzen). Het is nog niet bekend voor welke variant gekozen zal gaan worden. Dit leidt tot een andere verkoopopbrengst per variant. De kosten blijven hetzelfde. In beide varianten worden 24 woningen gebouwd. Het bouwrijp maken geschiedt in het 4e kwartaal van 2007 en/of in het 1e kwartaal van 2008. De uitgifte van de gronden vindt plaats in twee fases ( fase 1 in 2008 en fase 2 in 2008 en 2009). Het woonrijp maken zal plaatsvinden in het 2e kwartaal van 2009 tot en met het 4e kwartaal van 2010.Voor een doorkijk Slijkhoef 2 tot en met 2010 wordt verwezen naar de vertrouwelijke bijlage.WinstrealisatieConform vastgesteld beleid en het voorzichtigheidsbeginsel worden winsten pas genomen als deze ook daadwerkelijk gerealiseerd zijn en verliezen zodra ze blijken. Een complex is voltooid als alle gronden zijn uitgegeven en alle kosten vaststaan. Voor afgeronde deelplannen kan tussentijds ook winst worden genomen. Eventuele verliezen worden al genomen als deze tussentijds blijken en niet omgebogen kunnen worden.Met deze uitgangspunten bereiken we dat een financieel verantwoord beleid gevoerd wordt. Risico's worden beperkt, verliezen worden niet naar de toekomst verschoven en winsten worden niet te vroeg genomen.Tussentijdse winstnemingen op "In exploitatie genomen projecten"De Kadernota Grondbeleid 2005 geeft het volgende weer met betrekking tot het nemen van tussentijdse winstnemingen.Tussentijdse winstneming is alleen raadzaam onder bepaalde voorwaarden. Bij grotere projecten, die diverse jaren duren, is het denkbaar tussentijds winst te nemen. Het is wenselijk dat het project is onderverdeeld in duidelijk herkenbare delen (fasen). Tussentijdse winstneming is dan mogelijk als een deelproject is afgesloten, de winst op het deelproject is gerealiseerd en er geen verlies geraamd is op de andere deelprojecten, tenzij daarvoor voldoende voorzieningen binnen het plan zijn getroffen. Tussentijdse prestaties zijn verantwoord te bepalen als:•Er geen onzekerheid over de totale omvang van het project is; •Er een bestemmingsplan en/of grondexploitatieopzet is vastgesteld; •Er geen belangrijke onzekerheden bestaan over de ontvangst van de overeengekomen bedragen; •De nog te maken kosten en de mate van de voortgang van het project op verantwoorde wijze kunnen worden bepaald; •De vergelijking van de werkelijke kosten met de voorcalculatie per fase van het project mogelijk is; •Er een exploitatieopzet is vastgesteld en voor het gebied een geldend bestemmingsplan beschikbaar is. Er kan onder voorwaarden resultaat genomen worden;◦Begrotingstechnisch op basis van een door de raad vastgestelde actuele exploitatieopzet, echter niet eerder dan het jaar waarin de financiële afwikkeling van het totale plangebied gepland is. ◦Rekeningtechnisch als de winst als gerealiseerd aangemerkt kan worden. Dit betekent dat minimaal 75% van de verkopen en de kosten gerealiseerd moeten zijn. De exploitatie van gronden gaat gepaard met risico's waardoor er niet te snel over gegaan kan worden tot het nemen van de winst. Er is in bepaalde situaties geen reden om pas bij afsluiting van een complex winst te nemen en daardoor soms jarenlang stille reserves in de jaarrekening in stand te houden. In die zin kan gekeken worden welke plannen (grotendeels) administratief afgesloten kunnen worden Als aan deze voorwaarden kan worden voldaan mag de winstneming naar rato van de voortgang van het project plaatsvinden.De gemeente Haaren zal slechts onder strikte voorwaarden overgaan tot tussentijdse winstneming op grondexploitaties met een voorzien positief saldo. Naast genoemde algemene uitgangspunten rond winstneming zijn er nog enkele aanvullende randvoorwaarden, te weten:•Er vindt een jaarlijkse actualisatie van de exploitaties plaats, naar kosten, opbrengsten, programmering en planning. •Voor de negatieve plansaldi is een geactualiseerde voorziening of bestemmingsreserve gevormd. Naar verwachting zal er in 2008 geen sprake zijn van tussentijdse winstneming op in exploitatie genomen projecten.

Sub-paragraaf 2.6.3 Overige gronden

Onze gemeente heeft diverse percelen grond in eigendom welke geen directe relatie hebben met exploitatiegebieden. Ten aanzien van deze "Overige gronden" bestaat nog geen duidelijk beeld van de feitelijke ontwikkelingen. Mogelijk te maken kosten kunnen niet drukken op een bestaande en ook niet op een toekomstige grondexploitatie. Het laten drukken op een mogelijk toekomstige exploitatie verlegt de risico's naar de toekomst. Dit is vanuit bedrijfseconomische redenen niet acceptabel en is volgens de verantwoordingswijze van het BBV, het activeren van verliezen, niet toegestaan. Eventuele kosten die in deze fase al worden gemaakt zoals rentekosten, apparaatskosten en kosten derden komen dan ook ten laste van de reguliere exploitatie van de gemeente. Hetzelfde geldt voor de waardering van deze gronden. Jaarlijks wordt bekeken hoe de boekwaarde zich verhoudt tot de reële economische waarde. Afwijkingen in negatieve zin komen ten laste van het jaarresultaat.Ook deze gronden zijn opnieuw geïnventariseerd en getaxeerd. Dat leidt tot de volgende waardering:Stille reservesDe gronden moeten worden gewaardeerd tegen aanschafwaarde of lagere marktwaarde. In een aantal gevallen is de marktwaarde meer dan de boekwaarde. Er is dan sprake van een stille reserve ter hoogte van het verschil tussen de marktwaarde en de boekwaarde. De stille reserve met betrekking tot de "Overige gronden" gronden bedraagt: € 3.787.700In totaliteit bedraagt de stille reserve voor onze gronden per 31 december 2007 derhalve € 7.081.049. Deze stille reserve kan worden gerealiseerd bij aanwending van de betreffende eigendommen, bijv. bij verkoop / realisatie van een bouwgrondexploitatieplan.Huur en PachtOnze gemeente heeft diverse percelen (ongebouwd) in eigendom, welke verpacht of verhuurd worden. Gronden welke strategisch worden aangekocht met als doel deze te bestemmen binnen tien jaar worden telkens voor 1 jaar verpacht tot het moment van ontwikkeling is aangebroken. Hierdoor heeft onze gemeente inkomsten van het aangekochte perceel. De Grondkamer Zuid bepaalt uiteindelijk de pachtprijs en geeft haar goedkeuring aan de verpachting. Ontbinding van een pachtovereenkomst dient eveneens voorgelegd en goedgekeurd te worden door de Grondkamer Zuid. Percelen kunnen ook verhuurd worden. Hieronder vallen percelen welke verdeeld zijn in volkstuintjes of in gebruik zijn als dierenweide.In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de verhuurde en verpachte percelen, uitgesplitst naar dorp. 

 

Dorp

Verpacht Ha

Verhuur Ha

Opbrengst verpachting per jaar totaal

Opbrengst verhuur per jaar totaal

Haaren

7.8075 Ha

10.3850 Ha

3.098,94

1.588,31

Esch

8.1175 Ha

2.6000 Ha

2.438,70 

1.009,40

Helvoirt

74.2190 Ha

8.4600 Ha

16.688,45 

606,86

Biezenmortel

-

0.1250 Ha

-

1

Totaal

90.1440Ha

21.5700 Ha

22.226,09

3.205,57

Aan de hand van bovenstaande tabel wordt de opbrengst per m2 in beeld gebracht.Onze gemeente kent oude pachtprijzen. Dit komt voort uit oude langdurende pachtovereenkomsten (6-jarige pacht). Het is noodzakelijk om de oude pachtprijzen te actualiseren naar de huidige pachtnormen. Volgens het pachtnormenbesluit van 1995, 1998 en 2001 kunnen de langdurende pachtovereenkomsten per hectare worden verhoogd in 1995 met 15% met een maximum van € 38,75, in 1998 met 20% met een maximum van € 54,45 en in 2001 met 15% met een maximum van € 56,72. De afgelopen jaren is jaarljiks de pachtprijs met 15% verhoogd om te komen tot actuele pachtprijzen. In het tweede kwartaal van 2008 wordt een lokaal pachtbeleid voorbereid ter vaststelling.Vanaf 2003 heeft onze gemeente uniforme huurovereenkomsten voor verhuur van (rest)stroken grond. Huurovereenkomsten welke zijn afgesloten voor 2003 (volkstuintjes, dierenweide, etc.) dienen geactualiseerd te worden naar de huidige tijd. In het tweede kwartaal van 2008 wordt een verhuurbeleid voorbereid.ReststrokenOm aan eigenaars van percelen (lees woningen) de mogelijkheid te bieden om een reststrook (strook grond, met bestemming openbaar groen) aan te kopen of te huren is in 2003 de nota "Uitgifte reststroken 2003" opgesteld en door de raad geaccordeerd op 9 oktober 2003. Daarnaast heeft er een evaluatie van de nota "Uitgifte reststroken 2003" plaatsgevonden van "Pilot Tempeliersdal, welke op 31 maart 2005 door de raad is vastgesteld. De nota "Uitgifte reststroken 2003 geldt voor 5 jaar en dient in het jaar 2008 herzien te worden.Om in aanmerking te komen voor een reststrook moet aan een aantal criteria zijn voldaan. Deze criteria staan beschreven in de nota "Uitgifte reststroken 2003" en haar evaluatie "Pilot Tempeliersdal" van 2005. Een criterium uit deze nota betreft de bestemming van de reststrook. Een reststrook zal verkocht worden in de staat waarin deze zich bevindt ten tijde van het verzoek tot aankoop. Op of in een reststrook mag niet gebouwd worden. Een reststrook kleiner dan 75 vierkante meter kost € 130 per vierkante meter (de vierkante meterprijs betreft de helft van de bouwgronduitgifteprijs in 2003). BTW is niet van toepassing; men is wel overdrachtsbelasting verschuldigd. Indien een reststrook groter is dan 75 vierkante meter kan de verzoeker de reststrook laten taxeren door een onafhankelijk beëdigde taxateur/makelaar. De kosten van taxatie zijn voor rekening van de verzoeker.Een reststrook kan ook verhuurd worden. De huurprijs voor een reststrook per vierkante meter bedraagt € 5,95 per jaar (geïndexeerd door middel van het CBS huurindexcijfer) met een totaal minimumbedrag van € 25 per jaar. Ook is het mogelijk om een "plaagstrook" te huren. Dit is een reststrook welke onze gemeente nodig heeft ten behoeve van een toekomstige ontwikkeling. Het verschil tussen een verhuurde reststrook en plaagstrook is dat een plaagstrook direct opeisbaar is door de gemeente. Vandaar dat de huurprijs voor een plaagstrook aanmerkelijk lager is dan de huurprijs voor een reststrook. De huurprijs van een plaagstrook is vastgesteld op de helft van de huurprijs van een reststrook.

Paragraaf 2.7 Mutaties in gronden

Jaarlijks zal in de grondnota verantwoording worden afgelegd ten aanzien van de aangegane overeenkomsten die leiden tot mutaties ten aanzien van de gemeentelijke gronden. Dit kan betrekking hebben op eigendomsmutaties (aan- en verkoop) en op gebruiksmutaties (huur en verhuur, pacht en verpacht). In deze grondnota wordt inzicht verstrekt in de mutaties die hebben plaatsgevonden tussen 1 januari 2006 en 1 oktober 2007.

Paragraaf 2.8 Grondbeleid en gronduitgifte prijzen

Vormen van grondbeleidTen aanzien van grondbeleid zijn verschillende vormen mogelijk. Qua vormen wordt onderscheid gemaakt tussen actief en passief (inclusief publiek-private-samenwerking, i.c. PPS) grondbeleid. Deze vormen kennen verschillende kenmerken en voor- en nadelen. Kiezen voor een bepaalde vorm van grondbeleid is een keuze voor toepassing van bepaalde instrumenten met meer of minder sturingsmogelijkheden.Actief grondbeleidBij een bestemmingsplan voor een bouwlocatie kiest de gemeente ervoor deze zelf bedrijfsmatig te exploiteren door de ruwe gronden en opstallen te verwerven, de grond bouwrijp te maken, de publieke voorzieningen en in beginsel alle grondproductiekosten in de gronduitgifte prijzen door te berekenen, waarna de gemeente de gronden aan derden uitgeeft.Met actief grondbeleid kan in bepaalde gevallen de gemeentelijke regiefunctie beter worden ingevuld. Bij actief grondbeleid is er juridisch en financieel meer te sturen dan alleen met ruimtelijke plannen, het bestemmingsplan in het bijzonder. Middels actief grondbeleid is er bovendien meer te sturen op kwaliteit en het programma van plannen en het bouwtempo. Gewenste toedeling van schaarse grond naar functies of gegadigden en prijsregulering is hiermee goed mogelijk.Een belangrijk motief voor actief grondbeleid is dat de gemeenschap kan profiteren van waardestijging van te ontwikkelen bouwgrond als gevolg van publieke investeringen in wegen en andere stedelijke infrastructuur (groen, water, gebouwde voorzieningen).Voorts kan er bij actief grondbeleid verevend worden binnen het plan (tussen 'goedkoop' en 'duur') en tussen locaties, zodat ook locaties met een grondexploitatietekort kunnen worden ontwikkeld.Hier tegenover staat dat er bij actief grondbeleid financiële risico's kunnen worden gelopen bij jaarlijkse risicodragende netto investeringen in grond en gebouwen. De risico's betreffen de afzet (tempo en omvang), de bouw- en ontwikkelingskosten, planschaderisico, en de verwervingskosten.Resumerend de voor- en nadelen van actief grondbeleid nog eens op een rij:Voordelen:- Regiefunctie met betrekking tot realisering publiekrechtelijke doelstellingen (ruimtelijke ontwikkeling, economie, verkeer, milieu, wonen en financiën);- Bepaling uitgifte prijs en voorwaarden;- Exploitatiewinsten komen ten goede aan de gemeenschap;- Rechtvaardige verdeling van grondNadeel:- De gemeente loopt financieel risico als gevolg van niet beïnvloedbare economische omstandigheden (o.a. rente en stagnerende vraag).Passief grondbeleidBij een bestemmingsplan voor een bouwlocatie kan de gemeente ook kiezen voor faciliterende rol. De gemeente loopt dan geen financiële risico's. Aan de ontwikkeling worden randvoorwaarden gesteld middels het bestemmingsplan. De grondexploitatie wordt overgelaten aan een particuliere grondexploitant (ontwikkelaar of corporatie). De gemeentelijke rol beperkt zich tot de aanleg of afname van voorzieningen van openbaar nut of bepaalde bijzondere bestemmingen (zoals grond voor een basisschool). Er is sprake van een grondexploitatieovereenkomst of baatbelasting, waarbij de kosten die de gemeente maakt voor bepaalde publieke voorzieningen (mede) ten nutte van het plan worden verhaald.PPSBij de uitvoering van een bestemmingsplan kunnen de gemeente en marktpartijen ook samen de grondexploitatie ter hand nemen middels publiek-private-samenwerking (PPS). Bij deze vorm van faciliterend grondbeleid voert de gemeente een relatieve sterke en 'actieve' rol. Bezit van gronden en opstallen door marktpartijen en hun voornemens om zelf aan de slag te gaan kan een reden vormen voor de samenwerking. Ook het delen van risico kan een reden hiervoor zijn. Bij deze vorm van faciliterend grondbeleid zijn opbrengsten en risico's tussen partijen te delen en kunnen betrokkenen door de samenwerking door combinatie van grondposities het plan makkelijker uitvoerbaar maken en meer van elkaars expertise gebruik maken om een locatie te (her)ontwikkelen.Gezien de goede grondpositie is in de meeste gevallen sprake van actief grondbeleid.Gronduitgifte prijzen.De laatste grondnota dateert uit het jaar 2000. Hierin staan gronduitgifteprijzen welke niet meer reëel zijn in verband met de fluctuaties op de markt van onroerende zaken en stijgingen van kostprijzen voor woningbouw en bedrijven. Om tot een reëel beeld te komen van actuele grondprijzen moet jaarlijks bekeken worden hoe de markt reageert op grondprijzen zowel binnen onze gemeente als soortgelijke gemeente in de regio. Daarnaast moet rekening worden gehouden met de kostprijs voor onder andere het bouwrijp maken van bouwkavels. De uitgifteprijzen voor bouwkavels zijn exclusief BTW.In 2003 heeft onze gemeente bouwkavels verkocht in de wijk Slijkhoef in Biezenmortel en in de wijk de Venakkers in Esch t.b.v. vrije sector woningen. De uitgifteprijzen van de bouwkavels in de wijk Slijkhoef en de Venakkers zijn tot stand gekomen na marktanalyse van soortgelijke verkochte objecten, rekening houdend met kostprijsberekeningen van onder andere het bouwrijp maken van de grond. Er is een m2 prijs exclusief BTW tot stand gekomen van € 260 per m2 bouwkavel, welke door de raad is vastgesteld. Na deze periode heeft onze gemeente geen bouwgrond meer verkocht.In onze uitgeefbare grondprijzen zitten de volgende kosten verdisconteerd:•Inkoopwaarde grond (verwervingskosten) •Sloop en sanering •Bijzondere kosten (bijdrage ontsluitingen etc.) •Eventuele omslagkosten (bijdrage bovenwijkse voorzieningen) •Bouw en woonrijp (riool, verharding, huisaansluiting, etc.) •Planontwikkelingskosten (planvoorbereiding, uitvoeringbegeleiding, etc.) •Kostenstijging •Reconstructie Rood voor Groen Dit betreft een toeslag van € 2 per m2 om elders groen te realiseren. De toeslag wordt toegevoegd aan de bestemmingsreserve Groen voor RoodGrondprijzen 2006 diverse gemeenten in de regio versus gemeente HaarenOm een juiste gronduitgifte prijs te bepalen is door de gemeentetaxateur een marktanalyse verricht.Transacties zijn onderzocht en geanalyseerd. Daarnaast zijn de grondprijzen van andere gemeenten in de regio in beeld gebracht.Voor de uitgifteprijzen van bedrijfsgrond is uitsluitend gekeken naar de uitgifteprijzen van regiogemeenten, aangezien vrijwel geen transacties in onze gemeente hebben plaatsgevonden.Ter vergelijking kunnen de volgende overzichten worden gegeven van de grondprijzen voor woningbouw en bedrijfsgrond zoals deze in de regio worden gehanteerd voor 2006.WoningbouwDe gronduitgifteprijzen zijn per m2 en exclusief 19% BTW.Wat wordt verstaan onder vrije sector goedkoop?De vierkante meter bouwuitgifteprijzen "vrije sector goedkoop" is herleid uit de te maken kosten voor het bouw- en woonrijp maken van de grond. De vierkante meter bouwuitgifteprijs is bedoeld om projectmatige bouw ( rijtjes- en tussenwoningen, geschakelde woningen en twee onder één kap woningen) van woningen te realiseren waardoor de bouw- en uitgiftekosten zo laag mogelijk blijven. De gemeente heeft over het algemeen geen positief resultaat op de vierkante meter uitgifteprijs.Hieronder volgt de berekening "Vrije sector goedkoop".Noot: Bovenstaande berekening betreft een kostenberekening waarbij van niets tot iets verwezenlijkt moet worden. Dit wil zeggen; er zijn in de directe omgeving van het te ontwikkelen gebied geen voorzieningen voorhanden voor het bouwrijp maken van de lokatie.Wat wordt verstaan onder vrije sector duur?In vergelijking met de "vrije sector goedkoop"' zijn de kosten voor het bouw- en woonrijp maken van de grond aanzienlijk hoger. Dit is gelegen door de individuele gestelde woningbouw(eisen) van de kaveleigenaar. De kavel "vrije sector duur" wordt over het algemeen bedoeld om een vrijstaande woning op de kavel te realiseren. Per uitgegeven kavel bepaald de eigenaar welke aannemer de woningbouw realiseert (geen projectmatige bouw). Naast de hogere kosten in het bouw- en woonrijp maken van de grond wil de gemeente (als marktpartij) een positieve opbrengst per vierkante meter realiseren van de uit te geven grond met als doel het resultaat ten gunste van de bestemmingsreserve bouwgrondexploitatie te laten vallen om eventuele tegenvallende woningbouwprojecten op te vangen.Rekening houdend met de verkochte m2 prijzen in het jaar 2003 ( € 260 per m2), de hedendaagse markt, de prijzen welke gehanteerd worden in de regio en de hiervoor genoemde kosten wordt voorgesteld de grondprijzen voor woningbouw als volgt vast te stellen;De hieronder genoemde prijzen zijn in euro's per m2, inclusief € 2 per m2 voor het fonds Rood voor Groen, en exclusief 19% BTW.Grondprijs per m2 geldend voor alle dorpen:Vrije sector goedkoop*                                         € 275 tot de eerste 175 m2                                                                                     daarna vrije sector duurVrije sector duur                                                     € 335Maatschappelijk gebonden eigendom             Min. € 275, max. € 335Wonen met zorg                                                    € 275Voorziening t.b.v. wonen met zorg                     € 215 Bouwkostennota 2006,* Om starters een mogelijkheid te geven op de woningmarkt wordt voorgesteld de gronduitgifteprijs voor starterswoningen tot de eerste 175 m2 te koppelen aan de uitgifteprijs "Vrije sector goedkoop" en vanaf 175 m2 "Vrije sector duur".De maximale vrij op naam prijs (v.o.n) voor een starterswoning bedraagt € 175.000 (prijspeil 2006 en voor het jaar 2007 niet geïndexeerd). Voorgesteld wordt om voor het jaar 2008 de vrij op naam prijs voor een starterswoning te indexeren volgens de "Consumenten Prijs Index" (CPI) voor alle huishoudens.**Wat wordt verstaan onder uitgifteprijs "Maatschappelijk gebonden eigendom"Om starters een kans te geven op de woningmarkt wordt voorgesteld de uitgifteprijs "Maatschappelijk gebonden eigendom", vast te stellen op € 275 per vierkante meter voor de eerste 175 m2 daarna maximaal € 335 zijnde uitgifteprijs "Vrije sector duur". Hierdoor is de uitgifteprijs voor de eerste 175 m2 gekoppeld aan de uitgifteprijs "Vrije sector goedkoop" om een starterswoning te realiseren.Wat wordt verstaan onder "Wonen met zorg"Steeds meer mensen met een beperking worden geïntegreerd in woonwijken. Door het bouwen van gezinsvervangende tehuizen, waarbij personeel 24 uur aanwezig is om de bewoners te begeleiden, wordt dit gerealiseerd. De uitgeefbare vierkante meterprijs voor "Wonen met zorg" is herleid uit het bouw- en woonrijp maken van de grond ("vrije sector goedkoop"). Dit is in tegenstelling tot de gronduitgifteprijs per vierkante meter conform de landelijk gehanteerde "Bouwkostennota zorgwoningen 2006". In deze bouwkostennota staat per doelgroep "mensen met een beperking" een lagere bouwgronduitgifteprijs per vierkante meter genoemd voor gezinsvervangende tehuizen ( € 215 per vierkante meter). Door de bouw- en constructiewijze van een gezinsvervangend tehuis is een gezinsvervangend tehuis eenvoudig te verbouwen tot een ééngezinswoning of twee onder één kap woning. Dit is dan ook de reden dat voorgesteld wordt om € 275 per vierkante meter te hanteren voor "Wonen met zorg".Wat wordt verstaan onder "Voorziening t.b.v. wonen met zorg".In een project waar meerdere gezinsvervangende tehuizen worden gerealiseerd is het gebruikelijk om voorzieningen te treffen voor de bewoners van de gezinsvervangende tehuizen. Onder een voorziening kan worden verstaan een kantoorruimte, gezamenlijke eetlokaal, sportgelegenheid, grote keukenruimte, ruimte voor de technische dienst en dergelijke ruimten). Een "Voorziening t.b.v. wonen met zorg" is een toevoeging om het (haalbare) woongenot van de bewoners te bevorderen.Prijzen bedrijfsgrond/kantoren en dienstverlening per m2 exclusief 19% BTWVoorgesteld wordt de grondprijs voor bedrijfsgrond 2007 als volgt vast te stellen;De gemeente heeft lange tijd geen bedrijfsgrond uitgegeven. Om toch een grondprijs voor bedrijfsgrond te bepalen is een vergelijking gemaakt met de regio gemeenten. Voorgesteld wordt de grondprijs voor bedrijfsgrond vast te stellen op € 126 per m2 exclusief BTW (met genoemde uitgifteprijs is ook gerekend voor project 't Hopveld2 ).Voorgesteld wordt de grondprijs op een bedrijventerrein voor kantoren/dienstverlening 2007 als volgt vast te stellen;De grondprijs in vergelijking met regio gemeente Hilvarenbeek (welke goed vergelijkbaar is met onze gemeente) vast te stellen op € 140 per m2 exclusief BTW.Reststroken.De verkoopprijs voor een reststrook bedraagt € 130, - per m2 (BTW is niet verschuldigd).De huurprijs voor een reststrook bedraagt € 5,95 per m2 per jaar.De huurprijs voor een plaagstrook bedraagt € 2,97per m2 per jaar.

Hoofdstuk 3 Conclusie en aanbevelingen

 

 

 

 

 

 

 

 

De gemeentelijke gronden zijn geïnventariseerd, de doelstellingen voor de gronden zijn geformuleerd en gewaardeerd. 

Het uitvoeren van het actieprogramma om de doelstellingen te bereiken.

In te stemmen met het actieprogramma en de uitvoering daarvan om de doelstellingen te bereiken.

 

 

 

Het voeren van een actief grondbeleid heeft meer voordelen dan het voeren van een passief grondbeleid.Het beleidsprogramma 2006-2010 van het college "Bouwen en vertrouwen op sterke en levendige dorpen" heeft tot doel bijzondere aandacht te besteden aan het bouwen van woningen voor starters en senioren. Om dit te bereiken is het gewenst dat de gemeente de regie in eigen handen heeft.

Zoveel mogelijk een actief grondbeleid voeren.

In te stemmen met een actief grondbeleid waar mogelijk.

 

 

 

Financiële risico's kunnen het gevolg zijn van interne en/of externe omstandigheden bij exploitaties.

Het opstellen van een risico checklist in het tweede kwartaal van 2008 bij elke exploitatie waar een actief grondbeleid wordt gevoerd.

In te stemmen met het opstellen van een risico checklist voor de grondexploitaties.

 

 

 

Door een verplichte andere benadering van de gronden "Nog niet in exploitatie genomen gronden" in marktwaarde (verplichting uit de BBV) is op de balans een extra last ontstaan van € 700.471 voor het jaar 2007.

De gronden op een juiste manier te waarderen en daarom de ontstane last van € 700.471 in mindering te brengen op de balans en te dekken uit de bestemmingsreserve bouwgrondexploitatie.

In te stemmen met een marktconforme manier van waarderen en de hieruit voortvloeiende last van € 700.471 te dekken uit de bestemmingsreserve bouwgrondexploitatie.

 

 

 

De hoogte van de bestemmingsreserve bouwgrondexploitatie wordt bepaald door een methode welke de provincie adviseert. Hierdoor bedraagt de benodigde omvang per 1 januari 2008 € 1.933.750 en per 31 december 2008 € 2.067.933. Geconcludeerd kan worden dat de stand van de bestemmingsreserve naar verwachting noch per 1 januari 2008, noch per 31 december 2008 voldoet aan de omvang in overeenstemming met de voorgestelde richtlijn.

Het jaarlijks berekenen van de benodigde omvang bestemmingsreserve bouwgrondexploitatie zoals de provincie deze adviseert. Naar verwachting zal er vanaf 2009 sprake zijn van (tussentijdse) winstnemingen uit lopende exploitaties die de omvang van de bestemmingsreserve positief beïnvloeden. De omvang van het totale gemeentelijke weerstandsvermogen is zeer riant.

In te stemmen om in het begrotingsjaar 2008 geen aanvullende storting aan de bestemmingsreserve bouwgrondexploitatie te doen.

 

 

 

Conclusie

Aanbeveling

Besluitvorming

 

 

 

Om financiële risico's te beperken moet jaarlijks de gemeentelijke voorraad gronden geactualiseerd worden. Daarnaast worden jaarlijks de in exploitatie genomen gronden geactualiseerd.

Het jaarlijks actualiseren van gemeentelijke gronden en van gronden welke in exploitatie zijn genomen.

In te stemmen met het jaarlijks actualiseren van de gehele gemeentelijke voorraad gronden en van gronden welke in exploitatie genomen zijn.

 

 

 

Gemeentelijke gronden worden verpacht en verhuurd. Er is geen beleid in het verhuren en verpachten van gemeentelijke gronden.

Het opstellen van een verhuurbeleid en pachtbeleid in het tweede kwartaal van 2008 en deze voor te leggen aan de raad.

In te stemmen met het opstellen van een pacht- en verhuurbeleid en dit zo nodig jaarlijks te actualiseren.

 

 

 

De laatste grondnota dateert uit 2000. De hierin genoemde gronduitgifteprijzen zijn niet meer marktconform

Het jaarlijks actualiseren van gronduitgifteprijzen.

In te stemmen met het jaarlijks actualiseren van de bouwgrond uitgifteprijzen en deze jaarlijks vast te stellen.

 

 

 

De vrij op naam prijs voor starterswoningen hebben een prijspeil 2006 en zijn voor 2007 niet geïndexeerd.

Voor het jaar 2008 de vrij op naam prijs voor starterswoningen te indexeren volgens CPI alle huishoudens.

In te stemmen met het indexeren van de vrij op naam prijs voor starterswoningen voor het jaar 2008.

 

 

 

De gemeente heeft gronden in eigendom. Hierdoor is een aktief grondbeleid mogelijk. Dit brengt echter wel financiële risico's met zich mee. Het is noodzakelijk de grondmarkt te volgen en zo veel mogelijk risico's te ondervangen.

Het is raadzaam om jaarlijks de grondnota te actualiseren en ter vaststelling voor te leggen aan de Raad.

In te stemmen met het jaarlijks actualiseren van de grondnota en deze ter vaststelling aan de Raad voor te leggen.

  

Algemene verkoopvoorwaarden bouwgrond gemeente Haaren 1997, laatstelijk gewijzigd 9 juli 2003. 1  

Artikel 1 GeldigheidDeze Algemene Verkoopvoorwaarden behoren bij iedere koopover­een­komst tussen de gemeente Haaren en haar koper(s) waarin ze uitdrukkelijk van toepas­sing zijn verklaard en vormen daarmee één onverbrekelijk ge­heel.Artikel 2 Staat van aflevering

  • a.

    De koper aanvaardt uitdrukkelijk alle hem bij de koop kenbaar ge­maakte heersende en lijdende erfdienstbaarheden, andere zakelijke rechten, kwali­tatieve verplichtin­gen en/of andere lasten en beper­kingen, zoals kettingbedin­gen. Daarnaast aanvaardt koper uitdrukkelijk díe uit de openbare registers kenbare lasten en beperkingen, die voor koper ook uit de feitelijke situatie kenbaar zijn, of voor hem geen wezenlijk zwaardere belasting betekenen.

  • b.

    De gemeente staat er voor in dat zij gerechtigd is de eigendom te leveren en dat de grond de eigen­schappen bezit die voor een normaal gebruik daar­van nodig zijn en die koper op grond van de koop­overeen­komst mag verwach­ten.

Artikel 3 Aanduiding, terreingrenzenVoor de datum van de feitelijke ingebruikneming van de grond zullen de grenzen door de gemeente in het ter­rein worden aangeduid en aan de koper op diens verzoek worden aangewezen.De koper verplicht zich bij het plaatsen of doen plaatsen van gebou­wen met de daartoe door de gemeente aangewezen ambtenaar overleg te plegen over de juiste plaatsing binnen de grenzen van het gekochte perceel.Artikel 4 Over- en ondermaatVerschil tussen de werkelijke grootte zoals deze zal blijken na opmeting en de grootte zoals die door de gemeente is aangegeven, wordt niet verrekend.Artikel 5 Levering en aanvaarding

  • a.

    Tenzij in de koopovereenkomst een ander moment is overeen­geko­men, kan de koper de grond in eigen gebruik en genot aanvaarden, zodra de koopsom, alsmede eventuele rente en omzetbelasting volledig is betaald en de notariële akte van levering is ondertekend.

  • b.

    De notariële akte van levering wordt ondertekend uiterlijk binnen zes weken nadat koper in kennis is gesteld van het besluit tot grondverkoop.*

  • c.

    De koopsom vermeerderd met de ten laste van de koper ko­mende omzetbe­lasting, moet uiterlijk op het tijdstip waarop de akte van levering wordt onderte­kend, zijn voldaan. Indien deze dag na de in lid b gestelde termijn valt, is de koper, over­eenkomstig het bepaalde in artikel 6:83 van het Burgerlijk Wet­boek, zonder ingebrekestelling in verzuim en zal hij vanaf die datum tot aan de datum van de nota­riële akte van levering over het nog niet betaalde gedeelte van de koopprijs de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 van het Burgerlijk Wet­boek verschuldigd zijn.

  • d.

    De akte van levering wordt opgemaakt door een door koper aan te wijzen notaris. Indien deze geen notaris aanwijst, dan zal de akte gepasseerd worden door de gemeente aan te wijzen notaris.

 

Artikel 6 Lasten en belastingen

  • a.

    Alle kosten, rechten en belastingen met betrekking tot de verkoop en levering, waaronder begrepen de kosten van de kadastrale meting, zijn voor rekening van de koper.

  • b.

    Alle lasten en belastingen, die van de onroerende zaak worden geheven, komen vanaf de datum van de akte van levering, casu quo van eerdere ingebruik­neming, voor rekening van de koper.

Artikel 7 Milieukundig onderzoekWanneer de grond bestemd is voor woningbouw, wordt omtrent de aanwezig­heid van voor het milieu of de volksgezondheid gevaarlijke of niet aanvaardbare stoffen in de uit te geven grond, een in de uitgifte­overeenkomst nader aangege­ven indicatief onderzoek ver­richt.De resultaten van dit onderzoek worden vastgelegd in een rapport waarin de toestand van de grond wordt omschreven en waaruit blijkt dat er geen reden is om aan te nemen dat zich in de grond in onaan­vaardbare mate stoffen bevin­den, die naar de huidige maatstaven schadelijk zijn te achten voor het milieu of de volks­gezondheid, of die anderszins onaanvaardbaar zijn. De koper heeft recht op inzage in het rapport.De gemeente verklaart dat er geen reden is om aan te nemen dat dergelijke stoffen zich in de grond zouden bevinden.Wanneer de resultaten van het onderzoek zodanig zijn dat deze verklaring niet kan worden afgegeven, zal met de koper hierover overleg worden gevoerd en zijn partijen niet verplicht de koopovereen­komst na te komen.

Artikel 8 Ontbinding in geval van verontreiniging

  • a.

    De koper heeft het recht de koopovereenkomst eenzijdig te ontbin­den indien hij in het gekochte alsnog voor het milieu gevaarlijke of "niet aanvaardbare" stoffen aantreft, waarvan hij aannemelijk maakt, dat deze al aanwezig waren op het tijdstip van het sluiten van de koopovereenkomst en dat deze van zoda­nige aard zijn dat van hem niet kan worden gevergd dat hij - zonder dat wordt gesa­neerd - de grond aanvaardt (met name ook als door deze verontreini­ging de realisering van de door partijen op het ge­kochte beoogde bestemming in gevaar komt). Indien koper een bouwondernemer of belegger is, bestaat het recht tot ontbinding van de koopovereenkomst tot de datum waarop begonnen wordt met het aanbrengen van de fundering van de opstallen op het betrokken perceel, of als dit perceel verkaveld wordt: op de betrokken kavel, doch in geen geval later dan één jaar na het sluiten van de koopovereen­komst.

  • b.

    Een recht op ontbinding bestaat niet indien de redelijkheid en billijkheid zich wegens de geringe ernst van de verontreiniging verzetten tegen ontbinding en/of indien de gemeente zich (in geval van ernstiger veront­reiniging) verplicht om op haar kosten passende maatregelen te nemen tot opheffing van de verontrei­niging casu quo de schadelijke gevolgen daarvan.

  • c.

    Het vorenstaande laat onverlet het recht van de koper op schadevergoe­ding indien en voor zover daarvoor wettelijke of contractuele gronden zijn.

  • d.

    Als niet aan de gemeente toe te rekenen verontreiniging wordt aange­merkt de aanwe­zigheid van stoffen waarvan de gemeente op het tijdstip van het sluiten van de koopovereenkomst niet een verontreinigend karakter als bedoeld in dit artikel behoefde aan te nemen op grond van de toen in dit opzicht be­staande gezaghebbende inzichten.

  • e.

    Onder voor het milieu gevaarlijke of niet aanvaardbare stoffen wordt niet verstaan: funderingsrestanten, puin of andere res­tanten van bouwkundige aard, noch stobben van bomen of struiken, noch de aanwezigheid van de draagkracht van de grond beïnvloe­dende omstandigheden. Op deze zaken heeft dit artikel dus geen betrekking.

 

Artikel 9 Verplichting tot bebouwing

  • a.

    De koper is verplicht de grond te bebouwen met de in de koopovereen­komst aangege­ven bebouwing, welke naar gelang de bestemming van de grond (een) woning(en), kanto(o)r(en) of bijzondere -of andere nader om­schreven- bebouwing kan betreffen.

  • b.

    Koper is verplicht binnen een half jaar na dagtekening van de kennis­geving aan koper van het raadsbesluit tot grondverkoop voor de op te richten bebou­wing bouwvergun­ning(en) aan te vragen.

  • c.

    Binnen zes maanden nadat de voor de bouw benodigde bouw­vergunning is verleend, moet met de bebouwing van het ver­kochte zijn begonnen.

  • d.

    De bouw moet regelmatig worden voortgezet en de gebouwen moe­ten binnen een jaar na het verlenen van de bouwvergun­ning glas- en water­dicht zijn voltooid.

  • e.

    Binnen twee jaar na datum van het ondertekenen van de nota­riële akte van levering moet de op de grond te stichten bebou­wing voltooid en gebruiks­klaar zijn.

  • f.

    In bijzondere gevallen, te hunner beoordeling, kunnen burge­meester en wethouders de termijnen in de leden b, c, d en e van dit artikel gesteld, telkens met een door hen te bepalen termijn verlengen.

  • g.

    Zolang niet is voldaan aan de in lid e vermelde verplichting mag de koper de grond niet zonder vooraf verkregen schriftelijke toestemming van burgemeester en wethou­ders in juridische eigendom of in economische eigen­dom overdragen, met beperkte rechten bezwaren, verhuren of verpachten. Aan deze toestemming kunnen voor­waarden worden verbonden. Voor de vestiging van het recht van hypo­theek is geen toestem­ming nodig. Artikel 16 is van toepassing.

  • h.

    Het bepaalde in lid g is niet van toepassing in geval van execu­toriale ver­koop op grond van artikel 3:268 van het Burgerlijk Wetboek en van verkoop op grond van artikel 3:174 van het Burgerlijk Wetboek.

  • i.

    De in lid g bedoelde toestemming wordt geacht te zijn ver­leend als de levering van de grond in kwestie geschiedt ter uitvoe­ring van een tussen de in de koopovereenkomst genoem­de koper en diens wederpar­tij(en) gesloten koop-/aannemings­overeenkomst, waarbij genoemde koper zich tegenover die wederpartij(en) verplicht, de in de koopovereenkomst genoem­de en op de bij de koop-/aannemingsovereenkomst vermelde tekening nader gedetailleerde opstallen te bouwen.

  • j.

    Het in dit artikel in lid i gestelde, geldt uitsluitend voor de in de koopover­eenkomst genoemde koper(s) en gaat niet over op diens rechtsopvolgers en geldt slechts voor zover de koper(s) met burgemeester en wethouders overeenstemming heeft (hebben) bereikt over de aanvaardbaarheid van de wederpar­tij(en) van de koper(s).

  • k.

    Indien na verloop van de in lid e genoemde termijn of de verlengde termijn indien toepassing is gegeven aan lid f de bebou­wing niet voltooid en gebruiksklaar is, is de koper aan de gemeente een schadever­goe­ding verschuldigd ter grootte van tien procent (10%) van de koopsom van de grond, onvermin­derd het recht van de gemeente om de volledige nako­ming van de bouwplicht van koper te vorde­ren.

Artikel 10 Verplichting zelfbewoning en verbod doorverkoop

  • a.

    De koper verplicht zich de op de gekochte grond te bouwen woning na gereedkoming, uitsluitend zelf (met zijn eventuele gezinsleden) te bewo­nen en die woning met de daartoe beho­rende grond niet aan derden te zullen doorverkopen, een en ander behoudens het vermelde in de hierna volgende leden. Artikel 16 is van toepassing.

  • b.

    Het bepaalde in lid a is niet van toepassing in geval van:1 verkoop op grond van een machtiging van de rechter als bedoeld in artikel 3:174 van het Burgerlijk Wetboek;2 executoriale verkoop als bedoeld in artikel 3:268 van het Burgerlijk Wetboek;3 schriftelijke ontheffing van burgemeester en wethouders als be­doeld in lid d.

  • c.

    Het bepaalde in lid a en b vervalt nadat de koper de desbetref­fende woning gedurende tien achtereenvolgende jaren heeft bewoond.

  • d.

    Als maatstaf geldt hierbij de datum waarop en de tijd geduren­de welke de koper als bewoner van het desbetreffende adres in het bevolkings­register is ingeschreven.

  • e.

    De ontheffing als bedoeld in lid b, onder 3 dient schriftelijk en gemoti­veerd aange­vraagd te worden en wordt steeds ver­leend in geval van:1 verandering van werkkring van de koper op grond waar­van redelij­ker­wijs verhuisd dient te worden;2 overlijden van de koper of diens echtgenote of partner;3 verhuizing waartoe wordt genoodzaakt door de gezond­heid van de koper of van een van zijn gezinsleden;4 verhuizing waartoe wordt genoodzaakt vanwege de financiële draag­kracht van de koper, doch uitsluitend ter voorkoming van een verkoop als bedoeld in lid b onder 2.

  • f.

    Ingeval ontheffing wordt verleend als bedoeld in lid e, onder 1 t/m 4 is koper een boete per m² verschuldigd ter grootte van het verschil tussen de verkoopprijs en de marktprijs ten tijde van het aangaan van de koopovereenkomst. Het concrete boetebedrag per m² wordt in de koopovereenkomst vermeld.

Artikel 11 Bijzondere verplichtingen

  • a.

    Koper dient te dulden dat door of vanwege de gemeente binnen een afstand van twee meter van de voorliggende en/of zijdeling­se perceels­grens beplan­tingen worden aangebracht, zonder dat hij daarvoor enig recht kan doen gelden op een schadevergoe­ding, hoe ook genaamd, ten laste van de gemeente.

  • b.

    De onder a opgenomen bepaling worden aangemerkt als (kwalitatieve) verplich­tingen bedoeld in artikel 6:252 van het Burgerlijk Wetboek en zullen als zodanig uitdrukkelijk en duidelijk herken­baar moeten worden opgenomen in de notariële akte van levering.

Artikel 12 Kettingbeding/derdenbeding

  • a.

    De koper is verplicht en verbindt zich jegens de gemeente, die dit voor zich aanvaardt, het bepaalde in artikel 9, leden a, b, c, d en e van deze Algemene Verkoopvoorwaar­den, bij overdracht van het geheel of een gedeelte van de onroerende zaak, alsme­de bij de verlening daarop van een beperkt casu quo zakelijk recht, aan de nieuwe eigenaar of beperkt casu quo zakelijk gerech­tigde op te leggen en in verband daarmee, om het in dat artikel bepaalde in de notariële akte van levering of verlening van beperkt casu quo zakelijk recht woordelijk op te nemen, zulks op verbeurte van een direct opeisbare boete van vijfenveertigduizenddriehonderdachtenzeventig euro (€ 45378) ten behoeve van de gemeente, met de bevoegdheid voor deze laatste om daarnaast nakoming en/of de eventueel meer geleden schade te vorderen.

  • b.

    Op gelijke wijze als hierboven onder lid a bepaald, verbindt de koper zich jegens de gemeente tot het bedingen bij wijze van derdenbeding van de nieuwe eigenaar of beperkt casu quo zakelijk gerechtigde dat ook deze zowel het bepaalde in het in lid a bedoelde artikel, als de in lid a en de in het onderhavige lid b opgenomen verplichting om dit door te geven zal opleggen aan diens rechtsopvolger(s)/beperkt casu quo zakelijk gerechtig­de(n). Elke vervreemder neemt daarbij namens en ten behoeve van de gemeente het beding aan.

Artikel 13 Faillissement en beslag, garantieplicht

  • a.

    Indien de koper voor de datum van de ondertekening van de notariële akte van levering in staat van faillissement wordt verklaard of surséance van betaling heeft gekregen, alsmede wanneer er voor de datum van onderteke­ning van de notariële akte van levering executoriaal beslag op zijn roerende en/of onroerende zaken wordt gelegd, is de gemeente bevoegd de overeen­komst als ontbonden te beschouwen, zonder dat enige ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst zal zijn vereist.

  • b.

    Reeds betaalde gedeelten van de koopsom zullen worden gerestitueerd voor zover deze het bedrag van de kosten en boeten ingevolge deze Algemene Verkoopvoorwaarden te boven gaan.

  • c.

    Koper verplicht zich de op de onderhavige grond te bouwen woningen of appartemen­ten te (doen) verkopen of te (doen) leveren met garantie en met waarborgcertificaat conform de desbetreffende Garantie- en waar­borgregeling(en) van de Stichting Garantie Instituut Woningbouw (GIW) te Rotterdam, behalve in gevallen die ingevolgde de GIW-regelingen buiten het toepassingsgebied van die regelingen vallen.

 

Artikel 14 HoofdelijkheidIndien in de koopovereenkomst omtrent één en hetzelfde object meer dan één natuurlijke- of rechtspersoon als koper van de gemeente staat genoemd, zijn deze personen ieder hoofdelijk aansprakelijk voor de nakoming van de verplich­tingen die uit de koopovereen­komst voortvloeien.Artikel 15 Voorwaarden van financiering

  • a.

    Deze overeenkomst is ontbonden, indien de koper voor de in de koop­over­een­komst genoemde datum geen hypothecaire lening onder de naar op dat moment op de geldmarkt redelijk te achten condities heeft kunnen verkrij­gen, nodig voor de financie­ring van de aan hem verkochte grond en de daarop te stichten bebouwing.

  • b.

    Bij vervulling van deze ontbindende voorwaarde moet de koper binnen 7 dagen na de bedoelde datum de ontbinding van de overeenkomst per aangetekende brief aan burgemeester en wethouders inroepen.

Artikel 16 Boetebepaling

  • a.

    Bij niet-nakoming van enige verplichting, die voortvloeit uit de koopover­eenkomst en/of deze Algemene Verkoopvoorwaarden, verbeurt de nalatige partij, na ingebreke­stelling en na verloop van de daarin bepaalde termijn, ten behoeve van de wederpartij een onmiddellijk opeisbare boete ter hoogte van de koopsom van de grond, op welk bedrag de in verband met de wanpresta­tie te lijden schade onveranderlijk wordt bepaald. Ingebreke­stelling moet schriftelijk en met inachtneming van een termijn van acht dagen gebeuren.Bovendien kan de wederpartij de overeenkomst zonder rechterlijke tussen­komst ontbinden.

  • b.

    Naast het gestelde in lid a behouden de gemeente en de koper het recht om bij niet-nakoming van enige verplichting nakoming te vorderen.

  • c.

    Als de gemeente ontbindt, heeft de koper de verplichting het verkochte aan de gemeente terug te verkopen en te leveren in de staat waarin het zich op het moment van levering of van vervroegde ingebruikneming bevond en een onmiddellijk opeisbare boete te betalen van 10% van de koopsom, vermeerderd met de omzetbelasting.

  • d.

    Voorzover in geval van ontbinden door de gemeente of door de koper kosten worden gemaakt om de geleverde prestaties ongedaan te maken en om het verkochte terug te brengen in de staat, waarin het zich op het in lid c bedoelde moment bevond, komen deze kosten voor rekening van de koper.

  • e.

    Indien koper, voordat met de bebouwing van het verkochte is begonnen, verzoekt de koop te ontbinden en de gemeente daaraan haar medewer­king verleent, zijn lid c en d ook van toepassing.

Artikel 17 GeschillenregelingAlle geschillen, die naar aanleiding van de koopovereenkomst mochten ont­staan, van welke aard en omvang ook, daaronder mede begrepen die, welke slechts door één van de partijen als zodanig worden beschouwd, zullen worden voorge­legd aan de bevoegde rechter.VERSCHULDIGDHEID VAN OMZETBELASTINGArtikel 18 Vaststellingsovereenkomst.Met betrekking tot elke overeenkomst van koop en verkoop van een bouwter­rein wordt vastgesteld:

  • a.

    dat het bouwterrein de bepaalde specifiek te vermelden bewerkingen heeft ondergaan;

  • b.

    dat de bepaalde specifiek te vermelden voorzieningen uitsluitend ten behoe­ve van het bouwterrein zijn getroffen;

  • c.

    dat het bouwterrein bouwrijp is gemaakt en daarom beschouwd moet worden als een vervaardigd goed als bedoeld in artikel 11, eerste lid, letter a, onder 1e van de Wet op de omzetbelasting 1968, zoals deze bepaling is te verstaan in het arrest van de Hoge Raad der Nederlanden van 21 novem­ber 1990, rolnummer 26.362, gepubliceerd in BNB 1991/­19;

  • d.

    dat verkoper daarom over de aan de orde zijnde levering omzetbelasting verschuldigd is en gerechtigd is deze aan koper in rekening te brengen.

Artikel 19 VerrekeningPartijen onderkennen dat met betrekking tot de feitelijke invulling van "het bewer­ken van de grond zelf" en "het treffen van voorzieningen uitsluitend dienstbaar aan deze grond" onzekerheden (blijven) bestaan.Of omzetbelasting geheven wordt dan wel overdrachtsbelasting, is voor verkoper van belang omdat de kosten van de betrokken grond voor hem beïnvloed worden door het al of niet aftrekbaar zijn van de aan de verkoper in rekening gebrachte omzet­belasting (voorbelasting), over de kosten van het bouwrijp maken en de kosten van de zogenaamde gemeenschapsvoorzieningen, zoals straten, plantsoe­nen, wegen en pleinen.Al naar gelang omzetbelasting dan wel overdrachtsbelasting geheven wordt, is verkoper genoodzaakt een verschillende koopprijs te hanteren.Daarom komen zij als volgt overeen:In het geval dat

  • a.

    met betrekking tot de verkochte bouwkavel door de rechter bij onherroe­pelij­ke rechterlijke uitspraak wordt vastgesteld dat de door partijen in de vast­stellingsovereen­komst (artikel 18) omschreven bewerkingen en voorzienin­gen niet hebben geleid tot het bouwrijp gemaakt zijn van de bouwkavels als bedoeld in het arrest van de Hoge Raad van 21 november 1990, rolnummer 26.362, gepubliceerd in BNB 1991/19,dan wel

  • b.

    b de hiervoor in artikel 18 weergegeven vaststellingsovereenkomst bij onher­roepelijke rechterlijke uitspraak wordt vernietigd of ontbonden en deze vernietiging of ontbinding tot gevolg heeft dat in de relatie tussen partijen bij de onderhavige koopovereenkomst geldt dat de door partijen in de vaststel­lings­overeenkomst omschreven bewerkingen en voorzienin­gen niet hebben geleid tot het bouwrijp gemaakt zijn van de bouwkavel als bedoeld in het arrest van de Hoge Raad van 21 november 1990, rolnum­mer 26.362, gepubliceerd in BNB 1991/19,gelden tussen partijen de volgende bedingen:1 verkoper moet aan koper wegens onverschuldigde betaling terug­beta­len de op het moment van verkoop door verkoper aan koper over de koopsom in rekening gebrachte omzetbelasting;2 tussen partijen geldt voor de koop in kwestie als koopsom:100/1­06 van de oorspronkelijke bruto koopprijs inclusief omzetbe­lasting;3 koper machtigt verkoper en verkoper verplicht zich ten opzichte van koper en vrijwaart hem op dat punt om het hiervoor vermelde bedrag aan omzetbelasting dat teruggegeven moet worden met de verschul­digde overdrachtsbelasting over de hiervoor onder sub b vermelde koopsom te verrekenen en in zijn naam aan de belasting­dienst te voldoen;4 voorts machtigt koper verkoper om met het terug te geven bedrag aan omzetbelas­ting te verrekenen het in dat geval door hem nog aan de verkoper verschuldigde restant van de sub b vermelde koopsom.

Artikel 20 SlotbepalingDeze voorwaarden kunnen worden aangehaald onder de titel "Algemene verkoopvoor­waarden bouwgrond gemeente Haaren 1997".

Regeling Tweede Spoor Bouwinitiatieven 2  

AanleidingHet bouwen van woningen vormt een belangrijk onderdeel van ons beleidsprogramma 2006-2010.Er is sprake van een aantal projecten, zoals de voormalige Boerenbond en melkfabriek (Haaren), de centrumplannen Haaren en Helvoirt, het WOB-Cello terrein (Helvoirt), de Woonstee en Sancta Monica (Esch). In Biezenmortel starten in 2007 de voorbereidingen voor Slijkhoef, fase II.Deze bouwprojecten die groter van omvang zijn duiden we aan als Eerste Spoor.Om de bouw van starters- en seniorenwoningen extra te stimuleren voorziet het beleidsprogramma in een Tweede Spoor. Het betreft kleine particuliere bouwprojecten op plekken binnen de dorpen gericht op het bouwen van woningen voor genoemde doelgroepen. Er kan ook sprake zijn van de verbouw van een bestaand pand tot één of meerdere woningen.Besloten is om voor dit doel elk jaar 10-15 woningen beschikbaar te stellen voor de gehele gemeente. Deze woningen moeten zoveel als mogelijk worden verdeeld over de vier dorpen.Buiten het Tweede Spoor vallen eerste en tweede (agrarische)bedrijfswoningen en boerderijsplitsingen. Ook zorgwoningen vallen buiten dit kader, omdat deze niet ten laste komen van het richtgetal voor woningbouw.Deze regeling betreft Tweede Spoor bouwinitiatieven. Ingegaan wordt op de mogelijkheid tot het schriftelijk kenbaar maken van een initiatief, de rol van de initiatiefnemer, de afwegingscriteria en de definities.Kenbaar maken initiatievenIn de loop van de tijd hebben wij al diverse verzoeken ontvangen voor het mogen bouwen van woningen. Deze verzoeken worden betrokken bij de selectie voor plannen binnen het Tweede Spoor.Wij willen ook anderen die tot op heden hun wensen nog niet aan ons hebben voorgelegd in de gelegenheid stellen dit alsnog te doen. Dit kan het gehele jaar door. De op 1 januari van een kalenderjaar bekende verzoeken worden betrokken bij de keuze van plannen die dat jaar voor realisatie in aanmerking komen. In oktober van het voorafgaande jaar zal via een publicatie de aandacht worden gevestigd op de mogelijkheid tot het kenbaar maken van Tweede Spoor bouwinitiatieven.Als alle wensen zijn geïnventariseerd zullen wij tot en met 2009 elk kalenderjaar een keuze maken van plannen die dat jaar voor realisatie in aanmerking komen.Rol initiatiefnemerMet het Tweede Spoor willen wij binnen kaders particulieren in de gelegenheid stellen een woning te realiseren. Uitgangspunt is dat de plannen op eigen kosten en voor eigen risico vorm worden gegeven en moeten worden onderbouwd.In nagenoeg alle gevallen zal het bouwen van een woning in strijd zijn met het geldende bestemmingsplan. Dit betekent, dat een zware procedure moet worden gevolgd, waarbij ook de medewerking van de provincie Noord-Brabant nodig is (Wet op de Ruimtelijke Ordening).Door een goede ruimtelijke onderbouwing van een plan zal de kans van slagen toenemen.Op voorhand kan echter nooit de garantie worden gegeven, dat de benodigde vergunningen ook daadwerkelijk kunnen worden verleend. Zo kan de provincie goedkeuring onthouden, maar kunnen ook zienswijzen van derden gegrond zijn.De kosten die gemoeid zijn met een bouwplan, dat voortvloeit uit een Tweede Spoor Bouwinitiatief komen voor rekening en risico van de initiatiefnemer. Ook als blijkt dat een plan geen doorgang kan vinden.Kosten waaraan u moet denken betreffen onder meer het opstellen van een ruimtelijke onderbouwing door een ter zake gespecialiseerd bureau, noodzakelijke onderzoeken, leges voor de aanvraag bouwvergunning en het volgen van de wettelijke procedures, architect en natuurlijk bouwkosten. Ook eventuele planschade komt voor rekening van de initiatiefnemer.SysteemWil een bouwplan in aanmerking komen voor realisatie binnen het Tweede Spoor dan moet voldaan worden aan de afwegingscriteria. Het jaarlijks aantal te realiseren woningen in dit Tweede Spoor bedraagt 10-15.Plannen die in een bepaald jaar niet opgenomen worden vanwege overschrijding van dit totaal aantal te realiseren woningen binnen het Tweede Spoor schuiven automatisch door naar een volgend jaar.Vanaf het kalenderjaar volgend op de eerste inschrijving wordt jaarlijks per 1 januari één punt toegekend aan het betreffende bouwinitiatief. Voorbeeld: een op 5 juli 2005 ingediend plan krijgt één punt per 1 januari 2006 en één punt 1 januari 2007 en heeft in 2007 totaal 2 punten voor de duur van inschrijving.Plannen die voldoen aan beleidsmatig belangrijke uitgangspunten krijgen extra punten. Hoe hoger het aantal punten hoe hoger de plaats op de lijst. Bij een gelijk aantal punten geldt, dat binnen een dorp voorrang wordt gegeven aan het plan, dat het eerst schriftelijk is kenbaar gemaakt aan het College.Bij de definitieve bepaling van welk plan in een bepaald jaar mag worden opgestart wordt ook nadrukkelijk het aantal te realiseren woningen binnen het Eerste Spoor in de diverse dorpen betrokken.Oftewel worden in een bepaald jaar in een dorp veel Eerste Spoor projecten gerealiseerd, dan wordt aan de andere dorpen meer prioriteit toegekend binnen het Tweede Spoor.DefinitiesHet is belangrijk, dat de begrippen die we hanteren duidelijk zijn. Er is aangesloten bij de definities van de Toewijzingsregeling voor woningen gemeente Haaren 2004. Deze is vastgesteld door de gemeenteraad op 17 februari 2004 en gewijzigd in de vergadering van de raad van 28 juni 2007. De regeling is van toepassing verklaard op de verkoop van te realiseren woningen binnen het Tweede Spoor. Een afschrift van die regeling en het besluit van de gemeenteraad van 28 juni 2007 treft u bijgaand aan.Voor de toepassing van de Regeling Tweede Spoor bouwinitiatieven wordt verstaan onder:Eerste SpoorDe bouwprojecten die groter van omvang zijn en/of niet passen binnen de criteria van het Tweede Spoor.Het gaat om projecten, zoals de voormalige Boerenbond en melkfabriek (Haaren), de centrumplannen Haaren en Helvoirt, het WOB-Cello terrein (Helvoirt), de Woonstee en Sancta Monica (Esch). In Biezenmortel starten in 2007 de voorbereidingen voor Slijkhoef, fase II.Tweede SpoorHet jaarlijks aantal van 10 tot 15 woningen, dat is opgenomen in het beleidsprogramma 2006-2010, om de bouw van starters- en seniorenwoningen te bevorderen in de vorm van kleine particuliere bouwprojecten op plekken binnen de dorpen.InitiatiefnemerDe persoon of rechtspersoon op wie zijn naam en voor wiens rekening en risico een plan wordt ontwikkeld en die formeel degene is met wie contractuele verplichtingen worden aangegaan.StarterswoningEen woning met inbegrip van eventuele bijgebouwen en tuin met een maximale verkooprijs van € 175.000,-- vrij op naam (prijspeil 2006, jaarlijkse indexering is mogelijk).StarterDegene die zich voor het eerst als koper op de woningmarkt begeeft. De persoon heeft niet eerder een bouwkavel of een koopwoning toegewezen gekregen.SeniorenwoningEen woning waarbij alle voorzieningen aanwezig zijn op de begane grond. Indien sprake is van een seniorenwoning in de vorm van een appartement dienen alle voorzieningen gelijkvloers te zijn en voorzien van een liftinstallatie, met uitzondering van een op de begane grond gesitueerd appartement. De woning is drempelvrij, alle voorzieningen zijn rolstoeltoegankelijk en latere noodzakelijke sanitaire voorzieningen kunnen zonder bouwkundige ingrepen worden aangebracht.SeniorDegene die op het moment van toewijzing van een woning 55 jaar of ouder is.Grondgebonden woningEen woning die beschikt over een eigen tuin en geen deel uitmaakt van een appartementengebouw.ZorgwoningEen zelfstandige woning in een woongebouw geschikt voor de huisvesting van mensen die zorgbehoevend zijn, zoals mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking. Deze woningen vallen buiten het richtgetal.PrijsniveauDe maximale verkoopprijs v.o.n. van een woning met bijgebouwen en bijbehorende tuin.IngezeteneDegene die op het moment van inschrijving in het register van gegadigden in de Gemeentelijke Basis Administratie Persoonsgegevens van de gemeente Haaren is ingeschreven en daadwerkelijk in de gemeente woont in een daarvoor bestemde en geschikte ruimte;Economisch gebondeneDegene, geen ingezetene zijnde, die voor de voorziening in het bestaan op het moment van het verzoek om inschrijving in het register van gegadigden minimaal gedurende twee jaar is aangewezen op het verrichten van arbeid binnen of vanuit de gemeente in vaste dienst, gedurende tenminste 20 uur per week;Sociaal gebondene:de oud-inwoner of oud-inwoonster die tenminste 10 aaneengesloten jaren in de gemeente Haaren heeft gewoond en

  • a.

    op het moment van vertrek ingeschreven stond voor een koopwoning c.q. bouwkavel en te kennen heeft gegeven ingeschreven te willen blijven staan in het register van gegadigden;

  • b.

    op het moment van vertrek niet ingeschreven stond voor een koopwoning c.q. bouwkavel, maar zich binnen vijf jaar na vertrek heeft laten inschrijven in het register van gegadigden.

Planologisch solitairEen perceel dat geen onderdeel uit maakt van een groter geheel van (onbebouwde) percelen in de directe omgeving die eventueel voor bebouwing in aanmerking zouden kunnen komen.Milieuhinderlijk bedrijf:Een bedrijf wordt als milieuhinderlijk beschouwd als het op basis van de VNG-uitgave bedrijven en milieuzonering is ingedeeld in categorie 3 of hoger.Op basis van onderstaande criteria is een formulier opgesteld voor het kenbaar maken van een verzoek tot het realiseren van een Tweede Spoor bouwplan. Dit treft u bij deze regeling aan.Afwegingscriteria.· Het betreft starterswoningen of seniorenwoningen, Om de bouw van starterswoningen te bevorderen wordt hiervoor een extra aantal punten van 2 per initiatief toegekend.Voorbeeld: of een plan nu voorziet in 3 of 5 starterswoningen, het initiatief krijgt in beide gevallen 2 extra punten toegekend.· Het betreft maximaal 5 woningen.Doel van het Tweede Spoor is particuliere initiatieven een kans te geven. Het aantal te realiseren woningen per initiatief is daarom beperkt tot 5. Initiatieven die meer woningen omvatten worden beschouwd als projectontwikkeling en horen daarmee thuis in het Eerste Spoor.· De eerste eigenaar/bewoner van een starterswoning dient een startende ingezetene van, een economisch of sociaal gebondene aan de gemeente Haaren te zijn. De toewijzingsregeling voor woningen gemeente Haaren 2004 is van toepassing verklaard. Dit betekent, dat toewijzing plaatsvindt op basis van datum van inschrijving in het register van gegadigden. Op basis van artikel 9 van deze regeling kan het college ontheffing verlenen in bijzondere gevallen. Een uitzondering kan worden gemaakt indien sprake is van een ouder die een starterswoning verkoopt aan een kind, die zich voor het eerst als koper op de woningmarkt begeeft. Er wordt dan afgeweken van de volgorde. Binnen het Tweede Spoor worden geen inkomens- of vermogenseisen gesteld.· De eerste eigenaar/bewoner van een van seniorenwoning dient een ingezetene van, een economisch of sociaal gebondene aan de gemeente Haaren te zijn. De toewijzingsregeling voor woningen gemeente Haaren 2004 is van toepassing. Dit betekent, dat toewijzing plaatsvindt op basis van datum van inschrijving in het register van gegadigden. Op basis van artikel 9 van deze regeling kan het college ontheffing verlenen in bijzondere gevallen. Een uitzondering kan worden gemaakt indien sprake is van een kind dat een seniorenwoning verkoopt aan een ouder. Er wordt dan afgeweken van de volgorde.· Er is sprake van één initiatiefnemer/aanspreekpunt, ook in het geval dat sprake is van meerdere grondeigenaren.· Als het bouwplan uitsluitend betrekking heeft op grondgebonden woningen wordt per initiatief een extra aantal punten van 2 toegekend. Binnen het Tweede Spoor wordt de voorkeur gegeven aan dergelijke woningen boven appartementen.· Van zwaarwegende betekenis is de planologische inpasbaarheid van de te realiseren woningen binnen de bestaande omgeving. Een eerste toetsing op hoofdlijnen zal door ons plaatsvinden. Om die reden hoeft aan het verzoek slechts een eenvoudige inrichtingsschets te worden toegevoegd.Indien het plan door de eerste selectie komt zal op initiatief en op kosten van de initaitiefnemer een uitgebreide planologisch onderbouwing moeten worden ingediend.· Als sprake is van een bouwinitiatief dat planologisch solitair is gelegen worden twee extra punten toegekend.Maakt een perceel onderdeel uit van een groter geheel dan bestaat het gevaar, dat het nu verlenen van medewerking de bouwmogelijkheden in de toekomst beperkt. Om dit te voorkomen vallen initiatieven op percelen die onderdeel uitmaken van een groter geheel en die leiden tot een mogelijke beperking van woningbouw in de toekomst, buiten het kader van het Tweede Spoor.Het al dan niet opgenomen zijn van een locatie binnen de StructuurvisiePlus is geen criterium op zich.· De omgeving is sterk bepalend voor de vraag of op een locatie medewerking kan worden verleend aan de bouw van één of meerdere woningen. De aanwezigheid van bijvoorbeeld milieuhindercirkels of een te hoge geluidsbelasting van weg- of spoorwegverkeer kunnen in de weg staan aan woningbouw. Op basis van de te verstrekken gegevens op het aanvraagformulier zal door ons een eerste toetsing op hoofdlijnen plaatsvinden.Indien het plan door de eerste selectie komt zullen op initiatief en kosten van de initiatiefnemer de noodzakelijke onderzoeken moeten worden verricht.· In een beperkt aantal gevallen is in een dorp een bedrijf gevestigd, dat milieuhinder naar de omgeving oplevert. Bij sanering van een dergelijk bedrijf wordt per initiatief een extra aantal punten van 3 toegekend.· Het bouwinitiatief dient gelegen te zijn in de bebouwde kom of een kernrandzone. Het realiseren van zogenaamde ruimte voor ruimte woningen valt buiten het kader van het Tweede Spoor. Reden hiervoor is dat deze niet ten laste komen van de richtgetallen.· Indien sprake is van het behoud van een gemeentelijk of rijksmonument of anderszins sprake is van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing wordt aan het initiatief één punt extra toegekend.· Draagvlak onder omwonenden is van essentieel belang voor de kans van slagen van een initiatief.Kortom een Tweede Spoor initiatief komt voor extra punten in aanmerking op de volgende onderdelen. Het genoemde aantal punten op de onderdelen b tot en met f is het maximaal haalbare per initiatief.- Duur van inschrijving(vanaf het kalenderjaar volgend op de eerste inschrijving jaarlijks per 1 januari één punt)- Starters woning(en) (2)- Grondgebonden woning(en) (2)- Planologisch solitaire locatie (2)- Sanering milieuhinderlijk bedrijf (3)- Behoud cultuurhistorisch waardevolle bebouwing (1).VervolgHet opstellen van de afwegingscriteria en het toekennen van wegingsfactoren betekent het maken van keuzes. In 2007 doen wij ervaring op en zullen aan de hand daarvan op onderdelen mogelijk tot bijstelling van de uitgangspunten overgaan.U kunt een initiatief voor een Tweede Spoor bouwvoornemen schriftelijk kenbaar maken aan het College van burgemeester en wethouders. U dient gebruik te maken van bijgevoegd formulier.Voor dit verzoek volstaat het overleggen van een beperkt aantal gegevens. U hoeft nu dus nog geen kosten te maken voor bijvoorbeeld het opstellen van een ruimtelijke onderbouwing of het maken van een schetsplan. Dit komt aan de orde als van de zijde van de gemeente een eerste beoordeling heeft plaatsgevonden en uw plan in beginsel in aanmerking komt voor ontwikkeling in een bepaald jaar binnen het Tweede Spoor.Voor vragen of nadere inlichtingen kunt u contact opnemen met mevrouw A. Goijaarts van de Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling. Zij is telefonisch bereikbaar op telefoonnummer 0411-627263 (dinsdag tot en met donderdag en vrijdagochtend) of de heer S. Bosch. Hij is telefonisch bereikbaar op telefoonnummer 0411-627276.AANVRAAG/VERZOEK REALISEREN WONING(EN) BINNEN TWEEDE SPOORWij adviseren u eerst de algemene informatie te lezen. Daarin wordt ingegaan op de achtergrond van Tweede Spoor bouwplannen en de voorwaarden die gelden. Ook lichten wij daarin een aantal criteria nader toe.S.v.p. aankruisen wat van toepassing is.Initiatiefnemer:Naam: ______________________________________________________Correspondentie adres: ______________________________________________________Gegevens perceel:Adres ______________________________________________________Kadastraal bekend ______________________________________________________Perceelseigenaar/eigenaren __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________S.v.p. een kadastrale kaart bijvoegen waarop het perceel staat aangegeven.Bij meerdere eigenaren dient één initiatiefnemer te worden aangewezen. De overige eigenaren dienen het formulier mede te ondertekenen.Omringende percelen 0 Bebouwd0 OnbebouwdEerder schriftelijk verzoek 0 Nee0 Ja, d.d._______________________________________S.v.p. afschrift meezenden.Bouwvoornemen:Aantal woningen _____________________________________________________Er is uitsluitend sprake van een Tweede Spoor initiatief als er sprake is van maximaal 5 woningen.Doelgroep 0 Starterswoning (maximaal € 175.000 prijspeil 2007)Aantal: ___0 SeniorenwoningAantal: ___Woningbouw voor andere doelgroepen vallen buiten het kader van het Tweede Spoor.Toekomstig eigenaarbewoner 0 Ingezetene gemeente Haaren0 Economische binding gemeente Haaren0 Sociale binding gemeente HaarenDe toekomstig eigenaar/bewoner dient een ingezetene, een economisch of sociaal gebondene te zijn.Voor de begripsbepalingen verwijzen wij naar de algemene informatie. Mogelijk dat deze gegevens op het moment van indienen van het verzoek niet bekend zijn, in dat geval dient u de volgende verklaring aan te kruisen.0 De te realiseren woningen worden verkocht en/of verhuurd aan een ingezetene van de gemeente Haaren of een persoon met een economische of sociale binding met de gemeente Haaren.Eigendom 0 Huur0 KoopType woning 0 Grondgebonden0 AppartementPlanologisch inpasbaar De eerste toetsing op hoofdlijnen zal door de gemeente plaatsvinden. Om die reden hoeft aan het verzoek slechts een eenvoudige inrichtingsschets te worden toegevoegd.Belemmeringen 0 Binnen een straal van 100 meter is een bedrijf gevestigd,(mogelijke) namelijk

Naam: _______________________________________Adres: _______________________________________0 Binnen een straal van 200 meter is een drukke weg gelegen, namelijk__________________________________________0 Binnen een straal van 200 meter is een spoorlijn gelegen.Sanering milieuhinderlijkBedrijf 0 Ja, namelijkNaam: _______________________________________Adres: _______________________________________0 NeeEen bedrijf wordt als milieuhinderlijk beschouwd als het op basis van de VNG-uitgave bedrijven en milieuzonering is ingedeeld in categorie 3 of hoger.Cultuurhistorische waarde 0 Gemeentelijk monument0 Rijksmonument0 Overig, __________________________________Draagvlak omwonenden 0 Ik verwacht geen bezwaren vanuit de omgeving0 Ik verwacht bezwaren vanuit de omgeving0 Onbekend.Wij willen u erop attenderen dat aan het verzoek en de informatie geen rechten kunnen worden ontleend.In de vergadering van de gemeenteraad 28 juni 2007 is een raadsmededeling en een raadsvoorstel aan de orde die gerelateerd zijn aan Tweede Spoor Bouwinitiatieven. Er geldt een voorbehoud in verband met de besluitvorming in de raad van 28 juni 2007.De informatie en het aanvraagformulier zijn onder nadrukkelijk voorbehoud van wijzigingen.Plaats:__________________________ Datum:__________________________Naam:___________________________ Naam:___________________________Handtekening initiatiefnemer, Handtekening overige eigenaren,

TOEWIJZINGSREGELING VOOR WONINGEN GEMEENTE HAAREN 2004 3  

De raad van de gemeente Haaren;in zijn vergadering van 22 april 2004;gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 februari 2004;gelet op het advies van de commissie Ruimtelijke zaken c.a. van 30 maart 2004;gelet op de Gemeentewet.BESLUIT:vast te stellen de volgendeTOEWIJZINGSREGELING VOOR WONINGEN GEMEENTE HAAREN 2004Hoofdstuk I Algemene bepalingenArtikel 1 BegripsbepalingenVoor de toepassing van de Regeling wordt verstaan onder:Ingezetene degene die op het moment van inschrijving in het persoonsregister van de gemeente Haaren is inge­schreven en daadwerkelijk in de gemeente woont in een daarvoor bestemde en geschikte ruimte;

 

Economisch gebondene degene, geen ingezetene zijnde, die voor de voorziening in het bestaan op het moment van het verzoek om inschrijving mini­maal gedurende twee jaar is aangewezen op het verrich­ten van arbeid binnen of vanuit de gemeente in vaste dienst, gedurende ten minste 20 uur per week;Sociaal gebondene de oud-inwoner of oud-inwoonster die ten minste 10 aaneen­gesloten jaren in de gemeente Haaren heeft gewoond en

  • a.

    op het mo­ment van vertrek inge­schreven stond voor een koopwoning c.q. bouw­kavel en te kennen heeft gegeven ingeschreven te willen blijven staan;

  • b.

    op het moment van vertrek niet ingeschreven stond voor een koopwoning c.q. bouw­kavel, maar zich binnen vijf jaar na vertrek heeft laten inschrijven;

Starter degene, die niet beschikt over een zelfstandige woonruimte en aan wie nooit eerder een bouwkavel c.q. koopwoning is toegewezen. Onder starter wordt tevens verstaan degene die niet ouder is dan 35 jaar en die ten tijde van het aanbod van een bouwkavel c.q. koopwoning een huurwoning bewoont;Senior degene die op het moment van inschrijving 55 jaar of ouder is;Ingeschrevene degene die voldoet aan de in artikel 3 genoemde inschrijvingseisen, met dien verstande dat voor de toewijzing hieronder tevens degene wordt verstaan die als mede-ingeschrevene als zodanig op het inschrijfformulier is vermeld;Huurwoning een woonruimte waarvoor de gebruiker een vergoeding verschuldigd is aan de zakelijk gerechtigde of ten aanzien waarvan de gebruiker een huurovereenkomst is aangegaan, met uitzondering van woningen die op basis van een zakelijk gebruiksrecht worden bewoond;Sociale koopwoning het college van burgemeester en wethouders bepaalt periodiek, na raadpleging van de commissie Ruimtelijke zaken c.a., wat onder een sociale koopwoning wordt verstaan;Goedkope vrije sector woning koopwoning, niet zijnde een sociale koopwoning, welke woningen jaarlijks als zodanig worden aangegeven;Vrije sector woning koopwoning, niet zijnde een sociale- dan wel goedkope vrije sector woning.Hoofdstuk II BouwprogrammaArtikel 2 Register van gegadigdenTen behoeve van een doelmatige verdeling van ter beschikking gekomen bouwgrond voor woningen hanteert de gemeente een register van gegadigden.Artikel 3 Inschrijvingseisen en -procedure

  • 1.

    Voor de inschrijving voor een bouwkavel c.q. koopwoning in het in artikel 2 genoemde register dient men de leeftijd van 18 jaar te hebben bereikt.

  • 2.

    Meerdere inschrijvingen voor een bouwkavel c.q. koopwoning op één naam of een tweede inschrijving op naam van de partner is niet mogelijk.

  • 3.

    De aanvraag tot inschrijving in het in artikel 2 bedoelde register vindt plaats door indiening van een daartoe door de gemeente te verstrekken en door de aanvrager in te vullen formulier.

  • 4.

    Inschrijving vindt plaats nadat een bedrag van € 25,-- aan inschrijfgeld is ontvangen.

  • 5.

    Met ingang van 1 januari 2005 wordt het inschrijfgeld van € 25, -- jaarlijks geïndexeerd met 2,5% en vervolgens afgerond op een veelvoud van € 0,25.

  • 6.

    Binnen zes weken nadat de oorspronkelijke inschrijving heeft plaats gevonden, ontvangt de ingeschrevene een schriftelijke bevestiging van de inschrijving met vermelding van de inschrijfdatum.

  • 7.

    De inschrijving dient jaarlijks verlengd te worden; verlenging vindt plaats nadat het in het kader van de jaarlijkse opschoning toegezonden formulier ingevuld is geretourneerd én het inschrijfgeld, als onder 4 bedoeld, is overgemaakt voor een in de begeleidende brief aangegeven datum.

  • 8.

    Er is geen inschrijfgeld meer verschuldigd nadat men vijf achtereenvolgende jaren inschrijfgeld heeft betaald.

Artikel 4 Uitschrijvingscriteria

  • 1.

    Uitschrijving uit het in artikel 2 genoemde register vindt plaats indien en nadata. de ingeschrevene heeft verklaard geen prijs meer te stellen op handhaving van deinschrijving;b. de ingeschrevene bij opschoning niet heeft gereageerd, of niet volledig aan de inartikel 3 lid 7 genoemde voorwaarden voor verlenging heeft voldaan;c. de akte gepasseerd is waarbij levering van een bouwkavel c.q. koopwoning - welke bouwkavel c.q. koopwoning op basis van de toewijzingscriteria van deze Regeling is toegewezen - aan de ingeschrevene heeft plaatsgevonden.

  • 2.

    Indien toepassing gegeven wordt aan het onder b genoemde uitschrijvingscriteri­um wordtde betrokkene hiervan door middel van een gemotiveerde brief binnen een termijn van vier weken na uitschrijving in kennis gesteld.

 

Artikel 5 Bouwprogramma / uit te geven bouwkavels/koopwoningen

  • 1.

    Jaarlijks worden voor het desbetreffende jaar door de gemeenteraad de bouwprojecten en de uit te geven bouwkavels c.q. koopwoningen in de diverse kernen vastgesteld.

  • 2.

    Met het vastgestelde volkshuisvestingsbeleid als uitgangspunt wordt in het bouwprogramma, als onder 1 bedoeld, een onderverdeling gemaakt naar aantallen uit te geven koopwoningen voor de verschillende doelgroepen.

Hoofdstuk III Toewijzingscriteria uitgifte bouwkavels/koopwoningenArtikel 6 Algemene toewijzingscriteria

  • 1.

    Voor toewijzing van een bouwkavel c.q. koopwoning komen in aanmerking zij, die in het in artikel 2 genoemde register staan ingeschreven.

  • 2.

    Voor bouwgrond voor sociale koopwoningen geldt als nadere toewijzingsvoorwaarde dat wordt voldaan aan de inkomens- en vermogenseisen, die door het college van burgemeester en wethouders periodiek worden vastgesteld.

Artikel 7 Bijzondere toewijzingscriteria per bouwproject / uit te geven koopwoningen

  • 1.

    Woningen die overeenkomstig het bepaalde in lid 2 van artikel 5 zijn aangewezen voor bepaalde doelgroepen, kunnen uitsluitend aan die doelgroepen worden toegewezen.

  • 2.

    Indien de raad de noodzaak daartoe aanwezig acht, worden aan één of meerdere van de projecten bijzondere toewijzingscriteria verbonden.

Artikel 8 Wijze en volgorde van toewijzing

  • 1.

    Zodra een bouwproject voor uitgifte gereed is, wordt een advertentie in een in de gemeente verschijnend dag- of weekblad geplaatst, waarin belangstellenden worden opgeroepen binnen een nader te bepalen termijn schriftelijk hun belangstelling voor dat project aan het college van burgemeester en wethouders kenbaar te maken.

  • 2.

    Bij de toewijzing hebben de onder 1 bedoelde belangstellenden, die tevens ingeschreven staan in het in artikel 2 bedoelde register van gegadigden voorrang.

  • 3.

    Toewijzing van bouwkavels c.q. koopwoningen geschiedt op volgorde van de plaats die de onder 2 bedoelde belangstellenden innemen in het Register van gegadigden als bedoeld in artikel 2.

  • 4.

    Verkoop van een toegewezen bouwkavel door de gemeente vindt plaats onder de Algemene verkoopvoorwaarden bouwgrond gemeente Haaren 1997, laatstelijk gewijzigd 9 juli 2003.

 

 

Hoofdstuk IV Overige bepalingenArtikel 9 Bijzondere gevallen

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd in bijzondere gevallen ontheffing van deze Regeling te verlenen en doet daarvan mededeling aan de raad.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders beslist in de gevallen waarin deze Regeling niet voorziet, waarbij zij zich laten leiden door overwegingen betrekking hebbende op de doelmatige verdeling van de beschikbare grond voor woningbouw.

Artikel 10 OvergangsregelingTen aanzien van ingeschrevenen die vóór de inwerkingtreding van deze Regeling ingeschreven stonden op basis van de "Toewijzingsregeling voor bouwgrond gemeente Haaren 1996", gewijzigd 5 juni 1997, en die bij opschoning te kennen hebben geven ingeschre­ven te willen blijven staan, wordt als inschrijfdatum dezelfde datum gehanteerd als de datum van inschrijving op grond van laatst genoemde regeling.Artikel 11 Slotbepaling

  • 1.

    Deze Regeling kan worden aangehaald als "Toewijzingsregeling voor woningen gemeente Haaren 2004".

  • 2.

    De Regeling treedt in werking met ingang van de dag, na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De "Toewijzingsregeling voor bouwgrond gemeente Haaren 1996", laatstelijk gewijzigd 5 juni 1997" wordt ingetrokken met ingang van de datum van inwerkingtreding van de "Toewijzingsregeling voor woningen gemeente Haaren 2004".

 

 

 

 

 

 

De raad van de gemeente Haaren,raadsgriffier, voorzitter,Drs. S.H.G.A. van der Schans-Jacobs. F.H.G.M. Ronnes