Kwijtscheldingsregeling gemeentelijke belastingen 2023

Artikel 1. Heffingen waarvoor kwijtschelding kan worden verleend

• 1.

  Voor kwijtschelding komen de volgende heffingen in aanmerking:

  • a.

    onroerende zaakbelasting als bedoeld in de ‘Verordening op de heffing en de invordering van onroerende zaakbelastingen van de gemeente Laarbeek’ geldend op het moment van aanvraag om kwijtschelding;

  • b.

    afvalstoffenheffing als bedoeld in de ‘Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing van de gemeente Laarbeek’ geldend op het moment van aanvraag om kwijtschelding;

  • c.

    rioolheffing als bedoeld in de ‘Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing van de gemeente Laarbeek’ geldend op het moment van aanvraag om kwijtschelding

• 2.

  Geen kwijtschelding wordt verleend voor andere heffingen dan genoemd in het eerste lid.

Artikel 2. Natuurlijke personen die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefenen

Natuurlijke personen die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefenen kunnen niet in aanmerking komen voor kwijtschelding van de belastingen die je als natuurlijk persoon opgelegd krijgt, als gebruiker en/of eigenaar van een woning.

Artikel 3. Netto kosten kinderopvang

Als uitgaven als bedoeld in artikel 15, eerste lid van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 worden mede in aanmerking genomen de in artikel 28, derde lid van de genoemde regeling bedoelde netto kosten van kinderopvang.

Artikel 4. Termijn indienen verzoek tot kwijtschelding

• 1.

  Een verzoek tot kwijtschelding met betrekking tot volledig betaalde aanslagen moet worden ingediend binnen drie maanden nadat de (laatste) betaling op de belastingaanslag heeft plaatsgevonden.

• 2.

  Voor een verzoek tot kwijtschelding met betrekking tot niet (volledig) betaalde aanslagen geldt geen termijn.

• 3.

  Verzoeken zoals vermeld in het eerste lid die later worden ontvangen dan de in het lid vermelde termijn worden niet-ontvankelijk verklaard.

Artikel 5. Kosten van bestaan

• 1.

  Bij de bepaling van de kwijtschelding wordt in afwijking van artikel 16, eerste en tweede lid, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan gesteld op 100% procent.

• 2.

  Onverminderd het bepaalde in het eerste lid wordt overeenkomstig artikel 3 van de Regeling kwijtschelding belastingen medeoverheden voor de vaststelling van de kosten van bestaan van pensioengerechtigden in plaats van de bijstandsnorm het netto-ouderdomspensioen gehanteerd.

Artikel 6. Extra toegestane financiële middelen

In afwijking van artikel 12, tweede lid, onderdeel d, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 wordt het totale bedrag aan financiële middelen als bedoeld in dat onderdeel, verhoogd met:

• a.

  het maximumbedrag genoemd in artikel 4, onder a van de Regeling kwijtschelding belastingen medeoverheden voor de belastingschuldige en zijn echtgenoot;

• b.

  75% van het onder a. genoemde bedrag voor een belastingschuldige zijnde een alleenstaande, en;

• c.

  90% van het onder a. genoemde bedrag voor een belastingschuldige zijnde een alleenstaande ouder.

Artikel 7. Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel

• 1.

  Met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van heffing, wordt de in de vergadering van 19 maart 2020 vastgestelde ‘Kwijtscheldingsregeling gemeentelijke belastingen 2020’ ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

• 2.

  Deze verordening treedt in werking op de dag, na de dag waarop de verordening op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt en werkt terug tot en met 1 januari 2023.

• 3.

  Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Kwijtscheldingsregeling gemeentelijke belastingen 2023’.