Organisatie | Almere |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel artikel 35 Drank- en Horecawet |
Citeertitel | Beleidsregel artikel 35 Drank- en Horecawet |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-09-2014 | nieuwe regeling | 09-09-2014 |
op grond van artikel 35, lid 1, van de Drank- en Horecawet, een ontheffing kan worden verleend van het in artikel 3 gestelde verbod, ten aanzien van het verstrekken van zwakalcoholhoudende drank, bij een in de beschikking aangewezen bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen, mits de verstrekking geschiedt onder onmiddellijke leiding van een persoon die de leeftijd van eenentwintig jaar heeft bereikt en niet in enig opzicht van slecht levensgedrag is;
Vast te stellen de hierna volgende beleidsregel artikel 35 Drank- en Horecawet
Hoofdstuk 2 Tijdelijke ontheffing artikel 35 Drank- en Horecawet
Indien een aanvraag voor een ontheffing wordt ingediend minder dan vier weken voor het tijdstip waarop de aanvrager de ontheffing nodig heeft, kan de burgemeester besluiten de aanvraag niet te behandelen.
TOELICHTING BELEIDSREGEL ARTIKEL 35 DRANK- EN HORECAWET
Wanneer bij een bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard (een evenement1) bedrijfsmatig zwakalcoholhoudende drank wordt verstrekt voor gebruik ter plaatse, is daarvoor een ontheffing nodig op grond van artikel 35 van de Drank- en Horecawet. In deze beleidsregel wordt beschreven hoe de burgemeester omgaat met het verlenen van deze ontheffingen.
Met de wijziging van de nieuwe Drank- en Horecawet op 1 januari 2013 (per 1 januari 2014 wijziging leeftijdsgrens van 16 naar 18 jaar), is ook artikel 35 van de wet gewijzigd. De eis van een verklaring van sociale hygiëne voor een persoon die leiding geeft aan de verstrekking van zwakalcoholhoudende drank is uit de wet geschrapt. De burgemeester heeft zelf de bevoegdheid gekregen om de eis van sociale hygiëne te verplichten met een beleidsregel (zie verder artikel 3 van deze toelichting). Verder moet de ontheffing, of een afschrift daarvan, ter plaatse aanwezig zijn. Daarnaast maakt de wet het mogelijk om één ontheffing te verlenen voor jaarlijks terugkerende identieke evenementen, mits de alcoholverstrekking geschiedt onder leiding van dezelfde persoon.
Een ontheffing kan worden verleend, mits de verstrekking geschiedt onder onmiddellijke leiding van een persoon die de leeftijd van 21 jaar heeft bereikt en niet in enig opzicht van slecht levensgedrag is.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Dit artikel bevat onder andere begripsbepalingen uit de Drank- en Horecawet (hierna: de wet) die van toepassing zijn op de beleidsregel. Verder is er een omschrijving gegeven van een bijzondere gelegenheid van tijdelijke aard. In Almere worden de meeste ontheffingen verleend ten behoeve van de verstrekking van zwakalcoholhoudende drank bij evenementen. Daarnaast worden er ook ontheffingen verleend voor activiteiten die veel op een evenement lijken. Denk hierbij aan een uitgiftepunt bij een sporttoernooi.
Dit artikel beschrijft binnen welke kaders de ontheffing artikel 35 wordt toegepast.
De ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de wet biedt de burgemeester de mogelijkheid om ontheffing te verlenen voor het bedrijfsmatig verstrekken van zwakalcoholhoudende drank in geval er sprake is van bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard voor een aangesloten periode van ten hoogste twaalf dagen.
Bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijk aard
Bij het begrip bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard moet worden gedacht aan kortdurende activiteiten zoals evenementen. Ontheffingen worden onder andere verleend bij muziekevenementen, kermissen, jaarmarkten en braderieën. Geen ontheffing is nodig als alcohol niet bedrijfsmatig wordt verstrekt. Meestal is hiervan sprake bij een receptie, een bedrijfsborrel of een buurtfeestje waar gezamenlijk wordt zorggedragen voor boodschappen.
Onder het begrip “bedrijfsmatig” moet worden verstaan: alle verrichtingen waarmee er aan het economische verkeer wordt deelgenomen. De uitoefening van een horecabedrijf betreft uiteraard een bedrijfsmatige activiteit. Als niet bedrijfsmatig kunnen bijvoorbeeld worden aangemerkt bijeenkomsten met een besloten karakter waarbij de zwakalcoholhoudende drank “om niet” wordt verstrekt. Het moet daarbij gaan om een bijeenkomst van mensen tussen welke een duidelijke en min of meer duurzame band bestaat. Op deze wijze wordt met de activiteit niet aan het economisch verkeer deelgenomen en is de activiteit dus niet bedrijfsmatig.
Hoofdstuk 2 Tijdelijke ontheffing artikel 35 Drank- en Horecawet
In het eerste lid is de eis van een Verklaring Sociale Hygiëne opgenomen. Deze eis is met de wetswijziging van 2013 komen te vervallen. De wet geeft echter de burgemeester wel de mogelijkheid om beperkingen op te leggen om in aanmerking te komen voor een ontheffing. Via deze beperking is de verplichting gesteld dat tenminste één persoon met een verklaring van sociale hygiëne aanwezig is toezicht houdt op de verstrekking van zwakalcoholhoudende drank. Bij grote evenementen met meerdere uitgiftepunten kan het gewenst zijn om meerdere leidinggevenden aan te stellen. Bij grote evenementen liggen uitgiftepunten vaak verder van elkaar zodat het voor één leidinggevende onmogelijk is om toezicht te houden op de drankverstrekking uit alle uitgiftepunten. Om die reden kan de verplichting worden opgelegd om meerdere leidinggevenden aan te stellen.
In het kader van het alcoholmatigingsbeleid van de gemeente Almere2 wordt samen met maatschappelijke partners en alcoholverstrekkers gewerkt aan het tegengaan van alcoholverstrekking aan jongeren onder de 18 jaar en aan het verantwoord alcoholgebruik boven de 18 jaar. Op basis van dit beleid is het noodzakelijk dat alcoholverstrekkers op de hoogte zijn van de risico’s van alcoholmisbruik en hoe om te gaan met verantwoord verstrekken van alcoholhoudende drank. Om die reden wordt de verplichting opgelegd dat personen die direct leiding geven op een uitgifte punt in het bezit moeten zijn van een verklaring van sociale hygiëne om in aanmerking te komen voor een ontheffing op grond van artikel 35 van de wet.
Een aanvraag moet worden ingediend middels het vastgestelde “aanvraagformulier ontheffing artikel 35 Drank- en Horecawet”.
Een aanvraag voor een ontheffing wordt getoetst aan artikel 35 van de wet en deze beleidsregel. Voor de aanvraagprocedure geldt de algemene behandelingstermijn van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Indien een aanvraag voor een ontheffing wordt ingediend minder dan vier weken voor het tijdstip waarop de aanvrager de ontheffing nodig heeft, kan de burgemeester besluiten de aanvraag niet te behandelen. In de meeste gevallen wordt een dergelijke aanvraag gelijktijdig met een aanvraag voor een evenementenvergunning ingediend. Deze aanvragen worden doorgaans acht weken voor aanvang van het evenement ingediend.
De persoon die leiding geeft aan de alcoholverstrekking tijdens een bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard mag niet van slecht levensgedrag te zijn. Een onderdeel van de aanvraagprocedure is dan ook een onderzoek in justitiële en politiële informatiebronnen. Om te kunnen beoordelen of de persoon op de ontheffing mogelijk van slecht levensgedrag is wordt er getoetst aan het “Besluit eisen zedelijk gedrag Drank- en Horecawet 1999”.
Op grond van geldende jurisprudentie worden geen beperkingen opgelegd ten aanzien de feiten en omstandigheden die bij de beoordeling het levensgedrag van betrokkene mogen worden betrokken. Dit houdt in dat burgemeester de bevoegdheid heeft om te kunnen beoordelen of de persoon die op de ontheffing staat van slecht levensgedrag.
Toestemming organisator evenement
Het kan voorkomen dat de aanvrager voor een ontheffing artikel 35 DHW een ander persoon is als de organisator van het evenement. Indien hiervan sprake is, moet de aanvrager om de ontheffing een schriftelijke toestemming van de organisator bij de aanvraag voegen. In deze toestemming moet zijn aangegeven dat de persoon toestemming heeft om op het evenemententerrein alcoholhoudende dranken te verstrekken.
Naast de eis van een verklaring van sociale hygiëne, moet ook een alcoholverstrekkkingsplan worden ingediend bij de aanvraag. In dit plan moet worden aangetoond welke maatregelen worden getroffen om de bepalingen van de Drank- en Horecawet na te leven. De nadruk moet hierbij liggen op de voorkoming van verstrekking van zwakalcoholhoudende drank aan jongeren onder de 18 jaar en op het verantwoord verstrekken van zwakalcoholhoudende drank aan 18+. Het is daarom wenselijk dat organisatoren van evenementen actief omgaan met preventie op dit gebied. Aanbevolen wordt onder andere om een informatiestand te plaatsen tijdens het evenement.
Daarnaast moet het plan tenminste bevatten:
Voor het geven van voorlichting op het evenemententerrein worden organisatoren aanbevolen om daarin samen te werken met Tactus verslavingszorg www.tactus.nl. Ook wordt aanbevolen om Tactus een gratis informatiestand aan te bieden op het evenemententerrein.
Tactus beoogt de risico's voor de gezondheid en veiligheid van haar doelgroepen en de samenleving als gevolg van middelengebruik en verslavingsgedrag zoveel mogelijk te beperken. Daarnaast biedt Tactus de mogelijkheid tot het geven van voorlichting over de risico’s van (overmatig) alcoholgebruik. De informatie wordt gebracht in preventieve sfeer en kan op verzoek op maat worden aangeboden.
De in het eerste lid vermelde weigeringsgrond vloeit voort uit de vereisten van de DHW. De verstrekking geschiedt onder onmiddellijke leiding van een persoon die de leeftijd van 21 jaar heeft bereikt en niet in enig opzicht van slecht levensgedrag is. Ten aanzien van dat laatste moet daarom van de persoon die onmiddellijk leiding geeft een kopie van de geldig legitimatiebewijs te worden gevoegd bij de aanvraag. Met behulp van de persoonsgegevens kan informatie opgevraagd worden bij het justitieel documentatieregister.
Het tweede weigeringsgrond verwijst naar de indieningsvereisten van de aanvraag.
Op grond van het derde lid kan een ontheffing worden geweigerd als er vermoedens zijn dat de feitelijke situatie niet overeenstemt met het in de aanvraag vermelde. Hiervan is bijvoorbeeld sprake als er vermoedens zijn dat een ander persoon zich voordoet als leidinggevende dan in de aanvraag vermeld of als er vermoedens zijn dat de maatregelen in het alcoholverstrekkingsplan niet zullen worden nageleefd.
Als er vermoedens zijn dat de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid in het gedrang kan komen bij de bijzondere gelegenheid als de ontheffing verleend zou worden, kan de ontheffing op grond van het vierde lid geweigerd worden. Uit interne (gemeentelijke) of politie informatie zullen deze vermoedens moeten blijken.
Een aanvraag voor een ontheffing wordt bij voorkeur gelijktijdig met de evenementenaanvraag ingediend. Deze termijn ligt op acht weken voor datum van het evenement (dit is de termijn die voor middelgrote evenementen wordt aangehouden). Wanneer de aanvraag voor een ontheffing niet gelijktijdig is ontvangen moet deze in ieder geval 4 weken voor aanvang van evenement zijn ingediend.
Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na die waarop deze bekend is gemaakt en wordt aangehaald als “beleidsregel artikel 35 Drank- en Horecawet”.