Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Cranendonck

Uitvoeringsregels behorend bij de Wegsleepverordening gemeente Cranendonck 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieCranendonck
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingUitvoeringsregels behorend bij de Wegsleepverordening gemeente Cranendonck 2012
CiteertitelUitvoeringsregels behorend bij de Wegsleepverordening gemeente Cranendonck 2012
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 170 van de Wegenverkeerswet 1994
  2. artikel 171 van de Wegenverkeerswet 1994
  3. artikel 172 van de Wegenverkeerswet 1994
  4. artikel 173 van de Wegenverkeerswet 1994
  5. artikel 174 van de Wegenverkeerswet 1994
  6. Wegsleepverordening Cranendonck
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-05-2023nieuwe regeling

09-05-2023

gmb-2023-223972

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsregels behorend bij de Wegsleepverordening gemeente Cranendonck 2012

Inleiding

In deze notitie wordt ingegaan op de uitvoering van de Wegsleepverordening, zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Cranendonck op 29 mei 2012.

 

Deze uitvoeringsregels zijn afgeleid van de landelijke standaard wegsleepverordening.

Aantreffen foutief geparkeerd voertuig/motorrijtuig

De procedure start met het aantreffen van een foutief geparkeerd voertuig, motorrijtuig. (artikel 1 Wegsleepverordening gemeente Cranendonck 2012)

 

De volgende drie criteria zijn van toepassing, waarvan ieder afzonderlijk criterium al voldoende is om de wegsleepregeling toe te passen:

 

  • a.

    De veiligheid op de weg wordt in gevaar gebracht.

  • b.

    De vrijheid van het verkeer wordt belemmerd.

  • c.

    Er wordt geparkeerd op één van de wegen of weggedeelten, die zijn aangewezen in het Besluit wegslepen van voertuigen waarop de gemeentelijke wegsleepverordening van toepassing is.

In de Bijlage van de verordening staan de volgende situaties vermeld:

Veiligheid op de weg en vrijheid van het verkeer

Als gevallen waarin verwijdering, overbrenging en inbewaringstelling van voertuigen als primair belang voor de veiligheid op de weg en de vrijheid van het verkeer (zie artikel 170, eerste lid, aanhef en onder a en b WVW 1994) noodzakelijk zijn, kunnen worden genoemd:

 

Plaats op de weg

  • a.

    Een voertuig is tot stilstand gebracht op een trottoir, voetpad of fietspad, tenzij het een fiets, bromfiets, of invalidenvoertuig betreft (zie artikel 10 en artikel 5 tot en met 8 RVV 1990).

Laten stilstaan

  • a.

    Een voertuig is tot stilstand gebracht:

    • 1.

      op een kruispunt, rotonde of een overweg;

    • 2.

      op een fietsstrook of de rijbaan langs een fietsstrook;

    • 3.

      op een oversteekplaats of binnen een afstand van 5 meter daarvan;

    • 4.

      in een tunnel;

    • 5.

      bij een bord “bushalte”, ter hoogte van de geblokte markering of, indien die markering niet is aangebracht, op een afstand van minder dan 12 meter van het bord, tenzij het stilstaan dient voor het onmiddellijk in- en uitstappen van passagiers;

    • 6.

      op de rijbaan langs een busstrook;

    • 7.

      op een busbaan of een busstrook met uitzondering van een lijnbus;

    • 8.

      langs een gele doorgetrokken streep of in strijd met bord E2 van bijlage 1 RVV 1990;

    • 9.

      op de rijbaan, inclusief de invoeg- en uitrijstrook, van een autosnelweg of autoweg, of – behoudens in noodgevallen – op de vluchtstrook, de vluchthaven of de berm van zo’n weg. (zie artikel 23, artikel 43 tweede en derde lid en artikel 81 RVV 1990 en bord E2 van bijlage 1 bij het RVV 1990)

Parkeren

  • a.

    Een voertuig is geparkeerd:

    • 1.

      bij een kruispunt op een afstand van minder dan 5 meter daarvan;

    • 2.

      voor een inrit of een uitrit;

    • 3.

      buiten de bebouwde kom op de rijbaan van een voorrangsweg;

    • 4.

      langs een gele onderbroken streep of in strijd met bord E1 van bijlage RVV 1990;

    • 5.

      op een wijze waardoor er sprake is van dubbel parkeren;

    • 6.

      binnen een erf waarbij – voor zover het een motorvoertuig betreft – geen gebruik is gemaakt van de parkeerplaatsen die als zodanig zijn aangeduid of aangewezen;

    • 7.

      op een weg waarvoor een gesloten verklaring geldt;

    • 8.

      zonder dat de voorgeschreven voertuigverlichting in werking is gesteld (zie artikel 24, 25, 38 ev. en 46 RVV 1990 en bord E1 van bijlage 1 van het RVV 1990).

Bevel of aanwijzing

  • a.

    Een voertuig is tot stilstand gebracht in strijd met een bevel of een aanwijzing, gegeven door een daartoe bevoegd en als zodanig herkenbare ambtenaar of ander persoon (zie artikel 82 RVV 1990).

Gevaarlijk of hinderlijk gedrag

  • a.

    Een voertuig is overigens zodanig tot stilstand gebracht of geparkeerd dat gevaar op de weg wordt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt of kan worden gehinderd (zie artikel 5 WVW 1994).

Vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen

Verwijdering, overbrengen en inbewaringstelling van voertuigen in het belang van het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen (zie artikel 170, eerste lid, aanhef en onder c WVW 1994 en artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen) kunnen noodzakelijk zijn in het geval dat een voertuig geparkeerd is:

 

  • a.

    Op een weg of weggedeelte waar door middel van bord E1 van bijlage 1 van het RVV 1990 of door middel van een gele onderbroken streep als bedoeld in artikel 24, lid 1 onder e RVV 1990 wordt aangegeven dat ter plaatse een parkeerverbod geldt;

  • b.

    op een weg of weggedeelte waar door middel van bord E2 van die bijlage of door middel van een gele doorgetrokken streep als bedoeld in artikel 23, lid 1 onder 9 RVV 1990 wordt aangegeven dat er ter plaatse een verbod stil te staan geldt;

  • c.

    op een parkeerplaats nader aangeduid door bord E4 van die bijlage (al dan niet met onderbord) voor zover:

    • -

      het voertuig niet behoort tot de toegelaten categorie of groep voertuigen;

    • -

      het voertuig op een andere dan de aangegeven wijze is geparkeerd;

    • -

      het voertuig op andere dagen of uren dan aangegeven is geparkeerd.

  • d.

    op een taxistandplaats, nader aangeduid door bord E5 van die bijlage, tenzij het parkeren gebeurd met een taxi;

  • e.

    op een invalidenparkeerplaats, nader aangeduid met bord E6 van die bijlage;

    • -

      tenzij het parkeren gebeurt met een invalidenvoertuig;

    • -

      tenzij gebruik wordt gemaakt van een geldig en duidelijk zichtbaar aangebrachte invalidenparkeerkaart;

    • -

      die gereserveerd is voor een bepaald voertuig, tenzij het parkeren gebeurt met dat voertuig.

  • f.

    op een laad- of losplaats, nader aangeduid door bord E7 van die bijlage (met uitzondering van de aangegeven dagen of uren), tenzij de bestuurder van het voertuig bezig is met laden en lossen van goederen;

  • g.

    op een parkeerplaats, nader aangeduid door bord E8 van die bijlage voor zover het voertuig niet behoort tot de toegelaten categorie of groep voertuigen;

  • h.

    op een parkeerplaats, nader aangeduid door bord E9 van die bijlage, met uitzondering van plaatsen – tevens aangeduid met de tekst “Gemeentelijke Verordening” – die door het college zijn aangewezen als parkeerplaatsen waar tegen betaling van parkeerbelasting, bedoeld als in artikel 1, onderdeel a van de Verordening parkeerplaatsen en vergunningen mag worden geparkeerd;

  • i.

    op een parkeerplaats, nader aangeduid door bord E9 van die bijlage en bestemd voor vergunninghouders, tenzij het parkeren gebeurt met het voertuig waarvoor een parkeervergunning is afgegeven;

  • j.

    in een voetgangersgebied, nader aangeduid door bord G7 van die bijlage;

  • k.

    in een gebied, nader aangeduid door bord C1 van die bijlage.

Noodzaak

Is wegslepen noodzakelijk?

Bijvoorbeeld: het wegslepen van een voertuig om 4.00 uur ’s nachts vanaf een laad- en of losterrein of bijv. het marktterrein is niet noodzakelijk. De automobilist begaat een overtreding, maar er is geen noodzaak tot wegslepen.

Wanneer geldt de wegsleepverordening niet?

Let op! Bij aanrijding of diefstal is er sprake van ‘bergen’ van een voertuig en geen ‘wegslepen’. Het Landelijk Centraal Meldpunt (LCM) verzorgt dit bergen. Het veiligstellen van een voertuig na inbraak valt ook vaak onder deze regeling. De wegsleepverordening is in die gevallen niet van toepassing. Ook het gerechtelijk wegslepen of fiscaal wegslepen (openstaande betalingen belastingen) valt niet onder deze wegsleepverordening.

 

De wegsleepverordening geldt niet op wegen waarop Incident Management van toepassing is zoals provinciale en rijkswegen.

Wie kan tot actie overgaan?

Alleen ambtenaren die vanuit hun functie bij de gemeente belast zijn met toezicht, handhaving en openbare orde en door de gemeente gemandateerd zijn.

 

Indien er sprake is van een wegsleepwaardige situatie, wordt de wegsleep- en bewaarprocedure gestart. Deze procedure is als volgt:

Waarnemingstijd

Om de overtreding te constateren kan – zoals bij andere parkeerovertredingen – een waarnemingstijd nodig zijn.

 

Verbod om stil te staan

Voor constatering van een gedraging in strijd met een verbod stil te staan is geen waarnemingstijd nodig.

 

Parkeerverboden

Bij parkeerverboden is een waarnemingstijd van elf minuten (meer dan tien minuten) reëel voordat er kan worden geconstateerd dat er sprake is van parkeren.

 

Parkeren op laad- en loshavens

Bij laad- en loshavens wordt een onafgebroken waarnemingstijd van elf minuten aanbevolen, gedurende welke geen laad- en losactiviteiten worden geconstateerd. Pas daarna wordt geconstateerd dat er sprake is van parkeren.

Toepassing procedure

De bevoegde ambtenaar van de gemeente schakelt bij een wegsleepwaardige situatie het wegsleepbedrijf in. Bij de oproep wordt vermeld om welk type auto het gaat. Het wegsleepbedrijf weet dan of zij een kleine of grote takelauto moet inzetten.

 

Indien een auto met zichtbaar aanwezige gevaarlijke stoffen wordt aangetroffen (met bekende oranje kentekens / bordjes erop), wordt er pas weggesleept na overleg met de Inspectie Rijksdienst voor het Wegverkeer.

 

De bevoegde functionaris wacht in de nabijheid van het voertuig tot de komst van de takelauto.

 

Na de komst van de takelwagen maakt het personeel van de takelwagen een foto van de situatie.

 

Op de foto dient de overtreding zoveel mogelijk zichtbaar te zijn. Het kan nodig zijn meerdere foto’s te maken.

 

De foto wordt in het bewaringsregister opgenomen. Daarna controleert de het personeel van de takelwagen het voertuig op beschadigingen/schade en/of in de auto aanwezige voorwerpen. Ook hiervan worden foto’s gemaakt.

 

Het personeel van het wegsleepbedrijf vult alvorens de werkzaamheden ter plaatse het wegsleepformulier in. Dit document wordt ondertekend door een medewerker van het wegsleepbedrijf.

 

De bevoegde ambtenaar of een eventueel aanwezige politiefunctionaris informeert via telefoonnummer 0900-8844 direct de meldkamer van de politie dat de auto met kenteken XX-XX-XX is weggesleept. De eigenaar die zijn auto mist, zal in eerste instantie zich melden bij de politie.

 

Na aankomst op de bewaarplaats controleert het personeel van het wegsleepbedrijf het voertuig nogmaals op beschadigingen. De bevindingen worden eveneens ingevuld op het wegsleepformulier. Het formulier wordt opgenomen in het ‘Bewaringsregister’.

 

Het noteren van schade is van belang, omdat het wegsleepbedrijf verantwoordelijk is voor ontstane schade tijdens het wegslepen. Het wegsleepbedrijf houdt zich aan de regeling Algemene Vervoers Condities. Hierin is alles geregeld met betrekking tot de aansprakelijkheid van het wegsleepbedrijf ten gevolge van schade ontstaan tijdens het bergen respectievelijk het vervoer van het voertuig, vervoer van personen en de met die personen meereizende bagage.

Wet-Mulder en wegslepen

Wanneer een voertuig fout geparkeerd staat en kan worden weggesleept, bestaan er twee manieren om hier tegen op te treden:

 

  • 1.

    Er wordt een beschikking gemaakt door politie en justitie op grond van de wet Mulder administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wet-Mulder);

  • 2.

    Er wordt uitvoering gegeven aan de last onder bestuursdwang (lees: het laten wegslepen en bewaren van dat voertuig) door het college van burgemeester en wethouders.

Het opmaken van een proces verbaal op grond van de Wet Mulder voordat tot het wegslepen van een voertuig kan worden overgegaan is niet meer vereist, maar kan nog steeds wel samengaan.

Slepen en kosten

Fase 1: Een wegsleepvoertuig is besteld door de bevoegde functionaris. Indien de eigenaar / houder / bestuurder ter plaatse komt voordat het wegsleepbedrijf ter plaatse is, betaalt de eigenaar / houder / bestuurder de voorrijkosten (niet ter plaatse, er wordt een besluit tot toepassing last onder bestuursdwang nagezonden. Buitenlandse kentekens dienen wel direct te betalen.

 

Fase 2: Het wegsleepvoertuig is ter plaatse en het voertuig bevindt zich op de takelwagen. Dan is er sprake van een volledige berging en dient de eigenaar / houder / bestuurder zowel de voorrijkosten als de kosten voor het overbrengen van een voertuig te betalen.

 

Fase 3: Het voertuig is weggesleept en in bewaring gesteld. Dan zijn de kosten: voorrijkosten, kosten overbrengen van het voertuig en bewaarkosten per etmaal.

 

Geen kosten zijn verschuldigd:

 

  • 1.

    Als niet tot overbrenging en inbewaringstelling had mogen worden overgegaan;

  • 2.

    Als de omstandigheden waaronder de overtreding is begaan van dien aard zijn, dat de kosten redelijkerwijs niet verschuldigd zijn;

  • 3.

    Als aannemelijk is dat het voertuig tegen de wil van de rechthebbende is gebruikt en hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

Deze situaties dient de rechthebbende aan te tonen door een afschrift van het vonnis c.q. de uitspraak in bezwaar c.q. beroep.

 

NB: Indien de gemeente niet tot overbrenging had mogen overgaan, betaalt de gemeente de voorrijkosten, de kosten van het overbrengen van een voertuig en de bewaarkosten per etmaal.

 

De tarieven inzake de voorrijkosten, het wegslepen en het in bewaring nemen van een voertuig zijn opgenomen in het aanwijzingsbesluit tarieven behorende bij de Wegsleepverordening gemeente Cranendonck 2012.

Bewaren van voertuigen

Start van bewaren

Het tijdstip van bewaren gaat in op het moment van loskoppelen van het voertuig op de bewaarplaats. Vanaf dat moment gaan de bewaarkosten gelden.

 

Plaats van bewaren

Dit is het terrein van het wegsleepbedrijf. In bepaalde gevallen kan dit eveneens de gemeentewerf zijn.

 

Procedure

  • 1.

    Het voertuig wordt geplaatst op de bewaarplaats en eventuele aanwezige contactsleutels worden overgedragen aan de bewaarder.

  • 2.

    Het wegsleepbedrijf zorgt ervoor dat het voertuig op de juiste wijze wordt ingeschreven in het bewaringsregister (zie Besluit wegslepen van voertuigen).

  • 3.

    Het wegsleepbedrijf is verantwoordelijk voor het registreren van het weggesleepte voertuig (inclusief kenteken).

  • 4.

    Van het in bewaring stellen (en wegslepen) maakt het wegsleepbedrijf het proces verbaal meevoeren en opslaan op.

Het voertuig is nu overgedragen aan de bewaarder, het wegsleepbedrijf dat door het college van burgemeester is gemandateerd.

Teruggave van voertuigen

Betaling kosten

Alle kosten dienen betaald te zijn, voordat een voertuig kan worden teruggegeven. Een betalingsregeling is niet mogelijk. De betaling van de kosten kan niet worden geschorst omdat iemand het niet eens is met de reden van wegslepen. Wel kunnen in bepaalde omstandigheden geen kosten verschuldigd zijn.

 

De kosten moeten worden voldaan bij de gemeente. Indien het gemeentehuis gesloten is, tijdens bijvoorbeeld de avonduren of in het weekend, moet de overtreder wachten tot het gemeentehuis weer geopend is. Op het gemeentehuis is het slechts mogelijk met pin te betalen.

 

Indien de eigenaar / houder / bestuurder ter plaatse komt, voordat het wegsleepbedrijf ter plaatse is, betaalt de eigenaar / houder / bestuurder de voorrijkosten (niet ter plaatse, er wordt een besluit tot toepassing last onder bestuursdwang nagezonden. Buitenlandse kentekens dienen direct te betalen. De medewerker die hiertoe gemandateerd is door het college verzorgt de afrekening.

 

Aan wie teruggeven

Teruggave kan alleen aan degene die aantoont dat hij / zij eigenaar, houder of gemachtigde (huurder, lener, leaser of pandhouder) is van het voertuig. Deze wijze van legitimatie c.q. machtiging dient in het bewaringsregister vermeld te worden.

 

Teruggave weggesleept voertuig

Als alle kosten zijn betaald en legitimatie heeft plaatsgevonden, moet het voertuig worden teruggegeven. Bij het afhalen verstrekt het wegsleepbedrijf een bewijs van afhalen. Dit dient tevens als vrijwaringbewijs voor het wegsleepbedrijf. Er ontstaan dan geen misverstanden over het moment dat de rechthebbende weer beschikking heeft over het voertuig.

 

Niet afgehaalde voertuigen

Als een voertuig niet binnen 48 uur is afgehaald, dan laat de bewaarder, d.w.z. het wegsleepbedrijf – als gemandateerde namens het college van burgemeester en wethouders – een onderzoek instellen naar de eigenaar / houder van het voertuig. Bij een kentekenplichtig voertuig gebeurt dit onderzoek bij de Rijksdienst voor het wegverkeer.

 

Als de eigenaar / houder bekend is, sturen burgemeester en wethouders – na melding door het wegsleepbedrijf – binnen 5 werkdagen per aangetekende brief een kennisgeving.

 

In deze kennisgeving wordt vermeld:

 

  • 1.

    De gepleegde overtreding;

  • 2.

    Dat het voertuig in bewaring is genomen;

  • 3.

    Voorwaarden waaraan voldaan moet worden om het voertuig terug te krijgen.

De kosten van transport maken deel uit van de kosten van bewaring. De rechthebbende wordt conform artikel 5: 30 Awb over deze verplaatsing geïnformeerd.

 

Het wegsleepbedrijf is bevoegd, ingeval:

 

  • a.

    Een voertuig niet binnen 13 weken is opgehaald, of

  • b.

    De kosten van overbrenging, bewaring enz. hoger worden dan de waarde van het voertuig, het voertuig binnen 14 dagen na het uitgaan van de kennisgeving te verkopen, weg te geven.

Het wegsleepbedrijf heeft hiervoor toestemming nodig van het college van burgemeester en wethouders.

 

Het wegsleepbedrijf dient als bewaarder namens burgemeester en wethouders zorg te dragen voor bewaring en eventuele verkoop van het voertuig en is bevoegd daarvoor alle handelingen (inclusief het inschakelen van een taxateur) te verrichten.

Bewaringsregister

Inschrijven

Het wegsleepbedrijf is aangewezen als bewaarder, die het bewaringsregister beheert. Elk voertuig dat op de bewaarplaats wordt gebracht, wordt ingeschreven in het bewaringsregister.

 

In het bewaringsregister wordt zo spoedig mogelijk na de inbewaringstelling opgenomen:

 

  • -

    Een afschrift van het formulier “Bewijs van ontvangst”;

  • -

    Datum en tijdschrift van inbewaringstelling;

  • -

    Een nauwkeurige omschrijving van het voertuig;

  • -

    De voorwaarden tot teruggave;

  • -

    Als het een kentekenplichtig voertuig betreft, de tenaamstelling van het kenteken;

  • -

    Als het een ander voertuig betreft, de naam van de eigenaar of houder voor zover deze bekend heeft kunnen worden.

Bij teruggave

  • -

    Datum en tijdstip waarop voertuig is afgehaald;

  • -

    De naam en adres van degene die het voertuig heeft afgehaald en de gegevens waaruit blijft dat deze gerechtigd was tot afhalen (afschrift legitimatiebewijs).

Bij verkoop / vernietiging / om niet afstaan

  • -

    De datum en het tijdstip van verkoop, de afstandsverklaring of de vernietiging;

  • -

    De opbrengst van de verkoop, naam en adres koper, het eventuele batig saldo van de verkoop;

  • -

    Bij afstandsverklaring de naam en het adres van degene aan wie het voertuig om niet is overgedragen;

  • -

    Bij vernietiging de geschatte verkoopwaarde van het voertuig.

Als restitutie wordt verleend

Datum waarop restitutie wordt verleend, bedrag en de grond van restitutieverlening en de naam en het adres van degene aan wie de restitutie is verleend.

Bewaren van gegevens

De gegevens blijven 5 jaar in het bewaringsregister bewaard. Deze termijn start na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de bewaarder het voertuig heeft teruggegeven, verkocht, om niet aan een derde in eigendom overgedragen dan wel vernietigd.

 

Verstrekken van gegevens

De gemeente verstrekt aan belanghebbende desgevraagd gegevens uit het bewaringsregister. De Wet persoonsregistratie wordt daarbij nageleefd.

 

Besluit tot toepassing last onder bestuursdwang en proces verbaal van meevoeren en opslaan

Een beslissing tot het toepassen van een last onder bestuursdwang, in dit geval het toepassen van een wegsleepverordening als bedoeld in artikel 170, lid 1 WVW 1994, wordt altijd op schrift gesteld. Deze schriftelijke beslissing is een beschikking (art. 5:24 tweede lid Awb zegt dat de beschikking moet vermelden welk voorschrift is of wordt overtreden).

 

Van het daadwerkelijk meevoeren en opslaan moet een proces-verbaal worden opgemaakt. Hiervan wordt een afschrift verstrekt aan degene, die het voertuig onder zich had. Het proces-verbaal is tevens een verklaring als bedoeld in de Algemene Wet bestuursrecht (Awb). Een proces-verbaal wordt opgemaakt in het belang van de rechtszekerheid van de belanghebbende.

Bezwaar en beroepsmogelijkheid

Elke beschikking is een besluit waartegen op grond van het bepaalde in de artikelen 8:1 en 7:1 Awb bezwaar en beroep openstaat.

 

In het besluit tot toepassing last onder bestuursdwang, dat wordt bekend gemaakt aan de rechthebbende, staat vermeld dat iedere belanghebbende tegen het genomen besluit bezwaar kan maken. Ook staat vermeld aan welke voorwaarden een bezwaarschrift moet voldoen. Bij het bezwaarschrift dient een afschrift van het besluit toepassing last onder bestuursdwang te worden gevoegd

Rapportage door wegsleepbedrijf aan gemeente Cranendonck

Het wegsleepbedrijf houdt de gemeente Cranendonck periodiek op de hoogte van de voertuigen die op dat moment nog in bewaring zijn genomen.

Overleg en evaluatie

Tijdens de uitvoering van de overeenkomst tussen de gemeente Cranendonck en het wegsleepbedrijf vindt periodiek overleg plaats tussen de gemeente en het wegsleepbedrijf.

Wettelijk voorgeschreven overleg met justitie

Het Besluit wegslepen van voertuigen schrijft voor dat regelmatig overleg wordt gepleegd met justitie over de wegsleepverordening. Hiervoor kan worden aangesloten bij het reeds bestaande overleg met justitie, via het driehoeksoverleg.

Financiële risico’s gemeente Cranendonck

De gemeente loopt een financieel risico in twee situaties:

 

  • 1.

    Na bezwaar en beroep blijkt dat de gemeente ten oprechte heeft weggesleept. De gemeente dient dan de gemaakte kosten terug te betalen. Dat zijn de voorrij- en wegsleepkosten en bewaarkosten.

  • 2.

    Een auto wordt niet opgehaald en de dagwaarde bij verkoop is lager dan de kosten van het wegslepen. Het wegsleepbedrijf krijgt in deze situatie door de gemeente de voorrijkosten en wegsleepkosten vergoedt. Daarop wordt eventuele opbrengsten uit verkoop in mindering gebracht.

De situatie onder 1 kan voorkomen worden door juiste toepassing van de Wegsleepverordening.

 

De situatie onder 2 ligt buiten de invloedssfeer van de gemeente.

Slot

Basis vormen de artikelen 170 – 174 Wegenverkeerswet en het Besluit wegslepen van voertuigen alsmede de tekst van de Wegsleepverordening.

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Cranendonck d.d. 9 mei 2023.

Budel,

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN CRANENDONCK,

De secretaris,

E. Jacobs

De burgemeester,

F.A.P. van Kessel