Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rotterdam

Vaststelling aanwijzen gevallen verplichte participatie omgevingsvergunningen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRotterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVaststelling aanwijzen gevallen verplichte participatie omgevingsvergunningen
CiteertitelLijst met gevallen waarvoor participatie verplicht is bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

23-03-2023

gmb-2023-223687

Tekst van de regeling

Intitulé

Vaststelling aanwijzen gevallen verplichte participatie omgevingsvergunningen

De Raad van de gemeente Rotterdam,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 november 2022 (raadsvoorstel nr. 22bb007953/22bo06189);

 

gelet op artikel 16.55, zevende lid van de Omgevingswet;

 

overwegende dat:

 

het vanuit het oogpunt van de door de wetgever voorgestane rol van participatie onder de Omgevingswet wenselijk is te komen tot het vaststellen van gevallen van activiteiten waarvoor participatie verplicht is bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit waarvoor het college van burgemeester en wethouders bevoegd gezag is;

 

besluit:

 

Lijst met gevallen waarvoor participatie verplicht is bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit vast te stellen.

Artikel 1

Onder een buitenplanse omgevingsplanactiviteit die bestaat uit het bouwen wordt verstaan het ruimtelijk bouwen, in stand houden en gebruiken van een bouwwerk in afwijking van het omgevingsplan.

Artikel 2

Als categorieën van gevallen als bedoeld in artikel 16.55, zevende lid, van de Omgevingswet worden aangewezen:

 

  • a.1.

    het bouwen (oprichten) van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van de woonfunctie inclusief de bij die functie bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde en voorzieningen, vanaf 2 woningen;

  • a.2.

    het herbouwen, vernieuwen, uitbreiden van gebouwen en bouwwerken en het omzetten van bestaande functies ten behoeve van de woonfunctie inclusief de bij die functie bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde en voorzieningen, bij meer dan 120 woningen;

  • b.

    het bouwen, herbouwen, vernieuwen, uitbreiden van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde en het omzetten van bestaande functies in functies ten behoeve van educatie, sport, recreatie, voorzieningen van culturele, medische, maatschappelijke en levensbeschouwelijke aard inclusief de bij die functies behorende voorzieningen, bij meer dan 1.000 m² bruto vloeroppervlak;

  • c.

    het gebruik van bij een gebouw behorende gronden ten behoeve van de woonfunctie, educatie, sport, recreatie, voorzieningen van culturele, medische, maatschappelijke en levensbeschouwelijke aard behorende bij een gebouw met meer dan 1.000 m² bruto vloeroppervlak;

  • d.

    het realiseren van winkels, bedrijven en kantoren en de daarbij behorende voorzieningen en het omzetten van bestaande functies naar winkel-, bedrijfs-, en kantoorfuncties, bij meer dan 500 m² kantoren en bij meer dan 500 m² detailhandel;

  • e.

    het bouwen van kiosken, paviljoens en overige bebouwing van beperkte omvang voor openbare nutsvoorzieningen, voorzieningen voor het openbaar vervoer of het wegverkeer, bij een oppervlakte van meer dan 65 m² en bij een hoogte van meer dan 3 meter per bouwwerk.

Artikel 3

Voor projecten die in overeenstemming zijn met een reeds door de gemeenteraad vastgestelde stedenbouwkundige visie, stedenbouwkundige randvoorwaarden, masterplan, gebiedsvisie, Stadsvisie Rotterdam, ontwerp-omgevingsplan of ander ruimtelijk kader, waarbij een participatietraject al heeft plaatsgevonden, geldt geen participatieplicht.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de Omgevingswet in werking treedt.

Artikel 5

Dit besluit wordt aangehaald als:

 

Lijst met gevallen waarvoor participatie verplicht is bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 23 maart 2023.

De griffier,

I.C.M. Broeders

De voorzitter,

N.D.Z.R. Mohamed-Hoesein

Toelichting  

Algemene toelichting:

  • 1.

    Wanneer een bepaald project valt onder artikel 3, geldt voor de categorieën uit artikel 2, lid 1 tot en met lid 5 geen participatieplicht.

  • 2.

    Wanneer een project bestaat uit een combinatie van functies, mogen de onder artikel 2, lid 1 tot en met lid 5 genoemde categorieën bij elkaar worden opgeteld. Een project met minder dan 500 m2 detailhandel en minder dan 2 woningen valt niet onder de reikwijdte van dit besluit. In een dergelijk geval is participatie niet verplicht.

Artikelsgewijze toelichting:

Artikel 2, onder a

Bij bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en voorzieningen kan gedacht worden aan garages, carports, zwembaden, serres, etc.

 

Artikel 2, onder b

Bij bovenomschreven functies kan gedacht worden aan scholen, sportvoorzieningen, gezondheidscentra, kerken, wijkgebouwen, kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang, etc.

 

Artikel 2, onder c

Gedacht kan worden aan het wijzigen van het gebruik van gronden ten behoeve van buitenruimte bij kantoor, kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang etc.

 

Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIC): 010-267 2514 of bir@rotterdam.nl