Beleidsregel inrij- en parkeerontheffingen Dinkelland 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie	Dinkelland
Organisatietype	Gemeente
Officiële naam regeling	Beleidsregel inrij- en parkeerontheffingen Dinkelland 2023
Citeertitel	Beleidsregel inrij- en parkeerontheffingen, Gemeente Dinkelland 2023
Vastgesteld door	college van burgemeester en wethouders
Onderwerp	ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen
Datum inwerkingtreding	Terugwerkende kracht tot en met	Datum uitwerkingtreding	Betreft	Datum ondertekening Bron bekendmaking	Kenmerk voorstel
25-05-2023			nieuwe regeling	16-05-2023 gmb-2023-223447	757726

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel inrij- en parkeerontheffingen Dinkelland 2023

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dinkelland

gelet op: de Wegenverkeerswet 1994 (hierna WVW), het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet.

b e s l u i t :

vast te stellen de Beleidsregel inrij- en parkeerontheffingen Dinkelland 2023 voor het aanvragen en verlenen van een inrij- en parkeerontheffingen op basis van artikel 87 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990).

Inleiding

Algemeen kader artikel 87 RVV 1990

Voor de uitvoering van sommige werkzaamheden of dienstverlening in de kern is het noodzakelijk om verkeerstekens en verkeersregels te overtreden. De mogelijkheid om ontheffing te verlenen van een aantal verkeersregels en verkeerstekens is geregeld in artikel 87 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990).

Juridische basis, afbakening en opbouw beleidsregels

Ingevolge artikel 149 lid 1 sub d, van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW) is het verlenen van ontheffing op grond van artikel 87 RVV 1990 een bevoegdheid van het college van Burgemeester en Wethouders (hierna het college). De mogelijkheid om voorschriften te verbinden aan de ontheffing vindt zijn basis in artikel 150 van de WVW.

In de nu voorliggende beleidsregels zijn de criteria en voorwaarden opgenomen voor wat betreft het aanvragen en afgeven van ontheffingen voor parkeren op plekken waar een parkeerverbod geldt of waar bijzondere regels van kracht zijn. In gebieden waar parkeren voor vergunninghouders en parkeerschijfzone parkeren geldt en deze beide mogelijkheden aantoonbaar onvoldoende oplossing biedt kan in voorkomende gevallen een ontheffing worden afgegeven. In die gevallen wordt wanneer noodzakelijk ook ontheffing afgegeven van het inrijverbod. Deze beleidsregel richt zich alleen op het afgeven van ontheffingen van de artikelen 23, eerste lid onder b en g, 24 eerste lid onder d, e en g, 25, 26, 46 eerste lid en artikel 62 uit het RVV 1990.

Ontheffing voor het overtreden van de verkeerstekens en regels van artikel 87 van het RVV 1990 is niet vanzelfsprekend. De Gemeente Dinkelland is daarom terughoudend met het afgeven van een ontheffing.

1. Definities

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

1.
motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990;
2.
ontheffing: een (schriftelijke) beschikking dat een verkeersmaatregel als bedoeld in artikel 87 van het RVV 1990, niet geldt voor de houder van deze schriftelijke beschikking;
3.
parkeerontheffing: ontheffing voor het tijdelijk parkeren op een plek waar dat verboden is.
4.
inrijontheffing: ontheffing voor of het berijden van en het aanwezig zijn in de vergunninghouderzone en de parkeerschijfzone in de kernen;
5.
RVV 1990: Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;
6.
de kernen: de kernen van de gemeente Dinkelland.

2. Aanvraag ontheffing

1.
Het is verboden de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan.
2.
Het college kan ontheffing verlenen van het verbod.
3.
De ontheffing wordt verleend voor maximaal één jaar waarbij de aard van de werkzaamheden bepalend is voor de geldigheidsduur van de ontheffing.

3. Procedure

1.
Een aanvraag voor een ontheffing kan via de (digitale) balie worden ingediend.
2.
Het college beslist binnen 10 werkdagen na ontvangst van een aanvraag voor een ontheffing.
3.
Er worden maximaal 15 ontheffingen voor één jaar verstrekt aan één organisatie of instelling.

4. Gegevens op de ontheffing

Op de ontheffing staan de volgende gegevens:

1.
de gegevens van de aanvrager;
2.
het kenteken;
3.
de werkzaamheden en de motivatie waarvoor de ontheffing is verstrekt;
4.
de artikelen en verkeerstekens waarvoor ontheffing is verleend;
5.
de datum en tijdsduur vanaf en tot wanneer de ontheffing geldig is en;
6.
de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkende bepalingen.

5. Gronden voor verlenen ontheffing

1.
Een ontheffing kan worden verleend aan:
- a.
  huisartsen die bewoners in de betreffende kern moeten bezoeken;
- b.
  zorginstellingen voor het verlenen van zorg aan huis;
- c.
  storingsdiensten;
- d.
  rouw- en trouwdiensten;
- e.
  bouw-, installatie- en reparatieverkeer, die gemotiveerd aan kunnen geven dat zij ter plaatse hun voertuig nodig hebben.

6. Voorschriften en beperkingen

De volgende voorschriften zijn van toepassing:

1.
de ontheffing mag slechts worden gebruikt voor de door de aanvrager omschreven grond die in de ontheffing is opgenomen;
2.
wanneer er parkeeralternatieven zijn dan is de ontheffing niet van kracht. Bijvoorbeeld door de aanwezigheid van reguliere beschikbare (parkeerschijfzone) parkeerplaatsen is het niet nodig om buiten het parkeervak te parkeren;
3.
de ontheffing is geldig binnen de parkeerschijf- en vergunninghouderszone met uitzondering van de parkeervakken die voor deze specifieke doelgroepen bestemd zijn.
4.
de ontheffing is niet geldig op de terreinen waar op dat moment de warenmarkt en of een evenement wordt gehouden, voorbereid of opgeruimd;
5.
de ontheffing geldt voor een inrijverbod zoals weergegeven door het bord C1 van het RVV 1990 en;
6.
wanneer gebruikt wordt gemaakt van de ontheffing mag het verkeer niet worden belemmerd en mag de verkeersveiligheid op de weg niet in gevaar worden gebracht.

7. Intrekken of wijzigen van de ontheffing

Het college kan de ontheffing intrekken of wijzigen:

1.
op verzoek van de ontheffinghouder;
2.
wanneer de ontheffinghouder geen beroep of bedrijf meer uitoefent in het afgesloten gebied, waarvoor de ontheffing is verleend komt de grondslag tot het verlenen van de ontheffing te vervallen;
3.
wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant zijn voor het verlenen van de ontheffing;
4.
wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van ontheffingen komt te vervallen;
5.
wanneer de ontheffing houder niet of niet tijdig aan zijn betalingsverplichting voor zijn ontheffing heeft voldaan;
6.
wanneer de ontheffing houder handelt in strijd met de aan de ontheffing verbonden voorschriften;
7.
bij geconstateerd misbruik vastgesteld door een daartoe bevoegd ambtenaar;
8.
wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de ontheffing onjuiste gegevens zijn verstrekt en;
9.
om redenen van openbaar belang en of de verkeersveiligheid.

8. Handhaving

1.
Handhaving vindt plaats op basis van artikel 150, lid 2 en artikel 160 lid 1, lid 2 en lid 3 Wegenverkeerswet 1994 en de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften.
2.
Het toezicht wordt uitgeoefend door controle van de opgegeven kentekens.
3.
Handhaving wordt uitgeoefend door daartoe bevoegde ambtenaren van de gemeente Dinkelland en de politie.

9. Afwijken van het beleid

Het college handelt overeenkomstig de beleidsregels, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen. Dit met dien verstande dat gelijke gevallen gelijk worden behandeld. In gevallen waarin de beleidsregel inrij- en parkeerontheffingen Dinkelland 2023 niet voorziet, beslist het college.

10. Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: “Beleidsregel inrij- en parkeerontheffingen, Gemeente Dinkelland 2023”.

11. Slot- en overgangsbepalingen

1.
Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na publicatie.
2.
Ontheffingen verleend voor inwerkingtreding van deze beleidsregel blijven – voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken – gedurende de looptijd van de ontheffing van kracht. De bij de ontheffing vermelde voorschriften blijven eveneens van kracht.