Artikel 1 Begrippen
- a.
Het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Barendrecht
- b.
De commissie: de Erfgoedcommissie van de gemeente Barendrecht
- c.
De wet: Monumentenwet 1988
- d.
Monumentenadvies: Het advies dat betrekking heeft op aanvragen om een vergunning als bedoeld in artikel 15 van de Monumentenwet en art 11 van de Monumentenverordening van de gemeente Barendrecht alsmede het uitbrengen van advies inzake aanwijzingen als beschermd monument en plaatsing op of afvoer van de monumentenlijst respectievelijk de lijst van beschermde stads- en dorpsgezichten.
Artikel 2 Taken
- 1.
De commissie heeft tot taak het uitbrengen van:
- a.
Een monumentenadvies ten behoeve van een aanvraag voor een omgevingsvergunning;
- b.
Een advies ten behoeve van een aanwijzing, intrekking of een wijziging van een rijks- of gemeentelijk monument of beeldbepalende zaak;
- c.
Advisering over de aanwijzing tot beschermd dorpsgezicht;
- d.
Een gevraagd of ongevraagd advies over de aangelegenheden van de gemeente Barendrecht vanuit het monumentaal perspectief;
- e.
Standpunten over de eigen werkwijze;
- f.
Een jaarverslag over haar functioneren als adviseur over monumentenaangelegenheden;
- 2.
De commissie kan binnen het hiervoor aan haar middels de gemeentelijke begroting beschikbaar gestelde budget gebruik maken van de diensten van externe adviseurs.
Artikel 3 Vragen advies
Het advies als bedoeld in artikel 2 kan namens het college worden gevraagd door het afdelingshoofd of medewerkers van de afdeling Vergunningen van de Bar-organisatie.
Artikel 4 Benoemingsprocedure
- 1.
De leden van de commissie worden door het college benoemd.
- 2.
De voorzitter wordt in zijn functie door het college benoemd en mag geen ambtenaar zijn binnen de gemeente Barendrecht. De commissie draagt hiertoe een lid uit haar midden voor.
- 3.
Het college neemt geen besluit over een nieuw lid of over een voordracht voor een voorzitter dan na consultatie van de commissie waarbij de beoogde kandidaatstelling wordt besproken.
- 4.
Het college benoemt de secretaris van de commissie. Indien de secretaris tevens lid is van de commissie zal er door de commissie opnieuw een voordracht moeten worden gedaan opdat het college een nieuw lid kan benoemen.
Artikel 5 Openbaarheid vergaderingen
- 1.
De commissie beraadslaagt als regel openbaar, maar kan besluiten tot beraadslaging achter gesloten deuren als een meerderheid van de commissie dit in het belang van de monumentenzorg noodzakelijk acht.
- 2.
De zittingen van de commissie worden bekend gemaakt via publicatie op de gemeentepagina in de Schakel en de gemeentelijke website.
- 3.
Aan het begin van de vergadering inventariseert de voorzitter of er belanghebbenden zijn die een toelichting willen geven op de voorliggende aanvraag.
- 4.
De voorzitter verleent de belanghebbende tenminste een maal het woord om zijn aanvraag toe te lichten. De toelichtende fase wordt afgesloten door het laatste woord aan belanghebbende te gunnen.
- 5.
Na de toelichtende fase heeft de belanghebbende geen spreekrecht meer.
Artikel 6 Samenstelling monumentencommissie
De commissie telt inclusief de voorzitter ten minste 5 en ten hoogste 9 leden.
- 1.
De volgende disciplines dienen tenminste met één lid vertegenwoordigd te zijn in de commissie:
- a.
De Historische Vereniging Barendrecht;
- b.
- 2.
Behoudens de onder b. genoemde bouwkundige dienen de leden op het moment van benoeming inwoner te zijn van de gemeente Barendrecht.
- 3.
Alle leden worden geacht op grond van ervaring, expertise of gebleken belangstelling en kunde een waardevolle bijdrage aan de commissie te kunnen leveren.
Artikel 7 Besluitvorming
- 1.
Er dient tenminste de helft van het aantal leden bij de vergadering aanwezig te zijn. Indien de Commissie uit 9 leden bestaat, dienen er in ieder geval 5 leden aanwezig zijn. Indien de Commissie uit 5 leden bestaat, dienen er in ieder geval 3 leden aanwezig te zijn;
- 2.
Alle leden, inclusief de voorzitter hebben stemrecht;
- 3.
Er wordt besloten bij meerderheid van stemmen;
- 4.
In geval de stemmen staken, is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
Artikel 8 Mandaat namens de commissie
- 1.
De commissie kan enkele van haar leden mandateren om bepaalde taken uit te voeren. Minimaal drie gekwalificeerde leden dienen gemandateerd te worden waarbij de taken door minimaal twee gemandateerden worden uitgevoerd. De gemandateerden voeren de taken uit onder verantwoordelijkheid en namens de commissie, wat moet blijken uit onder meer de ondertekening.
- 2.
Eén van de taken die door de commissie aan deze leden kan worden gemandateerd is het uitbrengen van het monumentenadvies over aanvragen van een omgevingsvergunning voor wijzigen met relatief geringe betekenis voor het monument of van bouwplannen waar de mening van de commissie als bekend mag worden verondersteld. De gemandateerden hebben hierbij een volledig mandaat, dat wil zeggen dat zowel positieve als negatieve adviezen kunnen worden gegeven.
- 3.
De commissie kan tevens het voeren van vooroverleg met de plandindieners en/of ontwerpers mandateren aan de daartoe gemandateerde leden Bij dit vooroverleg dient de gemandateerde zorg te dragen voor een regelmatige terugkoppeling en verantwoording van het advieswerk richting de commissie. Daarbij doen de gemandateerden verslag van wat er tijdens het vooroverleg (namens de commissie) is besproken en besloten.
- 4.
Het vooroverleg kan worden gecombineerd met het mandaat voor het uitbrengen van het advies over aanvragen van een omgevingsvergunning. Bij enige vorm van twijfel leggen de gemandateerden het betreffende bouwplan voor aan de commissie.
- 5.
Voor behandeling van bouwplannen onder mandaat gelden verder dezelfde regels als voor behandeling van bouwplannen door de commissie.
Artikel 9: Vorm en tekenbevoegdheid
- 1.
Adviezen worden schriftelijk en gemotiveerd uitgebracht;
- 2.
Adviezen worden getekend door de bij het advies betrokken (vervangend) voorzitter en de secretaris.
Artikel 10: Vervangend voorzitter
De commissie wijst uit haar midden vervangende voorzitters aan. Deze aanwijzing geldt niet dan nadat het college daarvan kennis heeft genomen. Het college kan bij uitdrukkelijk besluit en gemotiveerd een aanwijzing blokkeren.
Artikel 11 Zittingsduur
- 1.
De leden worden benoemd voor de periode van vier jaar;
- 2.
Na deze periode treedt de volledige commissie af, maar is terstond herbenoembaar;
- 3.
De leden van de commissie kunnen te allen tijde kenbaar maken hun benoeming te willen beëindigen. Zij geven hiervan schriftelijk één maand tevoren kennis aan het college.
- 4.
Na inwerkingtreding van voorliggend reglement mogen leden voor maximaal drie periodes benoemd worden met een maximum van 12 jaar.
Artikel 12 Beoordeling
- 1.
Een lid van de monumentencommissie die als aanvrager, eigenaar of anderszins bij een door de commissie te beoordelen aanvraag is betrokken, onthoudt zich van de beoordeling daarvan.
- 2.
Een lid van de monumentencommissie zoals bedoeld in het vorige lid, is niet aanwezig bij de beoordeling.
- 3.
Na behandeling onthouden de bij het advies betrokken commissieleden zich van bemoeienis met eventuele aanpassingen van de beoordeelde aanvraag.
Artikel 13: Vergaderen
- 1.
De oproep voor de vergadering wordt, behoudens noodgevallen, tenminste een week voordat de vergadering plaatsvindt door de voorzitter verzonden.
- 2.
De agenda wordt van voldoende informatie voorzien om de vergadering efficiënt te laten verlopen.
Artikel 14: Wijziging
Dit reglement kan niet worden gewijzigd dan nadat de commissie is gehoord.
Artikel 15: Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
Dit reglement van orde treedt in werking met ingang van 1 april 2016, met dien verstande dat zolang de Monumentenverordening 2007 van de gemeente Barendrecht van kracht is het woord Erfgoedcommissie gelezen moet worden als Monumentencommissie.
- 2.
Met de inwerkingtreding van dit reglement vervalt het Reglement van orde omtrent de regels van de monumentencommissie (14 augustus 2007).
- 3.
Dit reglement kan worden aangehaald als het Reglement van orde voor de Erfgoedcommissie (2016).