Organisatie | Son en Breugel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels verwijderen voorwerpen in bermen. |
Citeertitel | Beleidsregels verwijderen voorwerpen in bermen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | Beleidsregels verwijderen voorwerpen in bermen |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-05-2023 | Nieuwe regeling | 09-05-2023 | 1619740 |
In de gemeente Son en Breugel worden op diverse plaatsen in de bermen paaltjes, betonblokken of overige voorwerpen aangetroffen. Genoemde objecten kunnen tot verrommeling van de openbare ruimte leiden, overlast opleveren en de bruikbaarheid van de weg verminderen of teniet doen.
Gezien de problematiek is het wenselijk dat er een protocol wordt opgesteld waarin uiteen wordt gezet hoe de gemeente handelt in dergelijke casussen.
Het beleid is voor met name intern gebruik. Het handhavingsproces is complex en ingewikkeld, daarom worden er beleidsmatige keuzen gemaakt om het proces te versimpelen. Het beleid biedt ook een kader aan inwoners, zodat zij weten waar ze aan toe zijn tijdens een handhavingstraject.
Handhaven op dit onderwerp heeft niet de hoogste prioriteit. Er kan toch een aanleiding zijn hiertegen op te treden.
Als de gemeente een overtreding van wet- en regelgeving constateert of een verzoek van een belanghebbende tot handhaving tegen de overtreding binnenkrijgt, dan dient de gemeente (in beginsel) tot handhaving over te gaan. Afzien van handhaving kan slechts in uitzonderlijke gevallen. Op de gemeente rust namelijk de zogenaamde ‘beginselplicht tot handhaving’. In geval van een overtreding van een wettelijk voorschrift is het bevoegde bestuursorgaan in de regel verplicht om hiertegen op te treden, vanwege het algemeen belang dat met handhaving is gediend.
In hoofdstuk 2.3.2 van de Uitvoering en handhavingsstrategie 2023-2026 wordt beschreven hoe uitvoering wordt gegeven aan risico gestuurd handhaven. De beschrijving is vooral gericht op illegale bouwwerken en activiteiten, maar is op dit thema ook van toepassing.
De volgende uitgangpunten worden hierbij in acht genomen:
Bij het handhaven van objecten geplaatst in de bermen wordt gebruik gemaakt van het instrument “last onder bestuursdwang” (artikel 5:21 Awb).
Burgers hebben een eigen verantwoordelijkheid met betrekking tot het voldoen aan de geldende wet- en regelgeving. Als een burger een overtreding begaat door een voorwerp te plaatsen in een berm waar dit niet is toegestaan, dient de desbetreffende burger in de mogelijkheid gesteld te worden om de overtreding zelf ongedaan te maken voordat de overheid de overtreding ongedaan maakt.
Als de overtreder die het voorwerp heeft geplaatst bekend is, wordt er gewerkt met een schriftelijke waarschuwing. Hiermee wordt de overtreder in staat gesteld de overtreding ongedaan te maken zonder dat er een officieel handhavingstraject wordt gestart.
Als het niet duidelijk is wie de overtreder is wordt het voorwerp door de gemeente verwijderd.
Indien de overtreder geen gehoor geeft aan de waarschuwing wordt er een voornemen tot last onder bestuursdwang toegestuurd aan de overtreder. Hiermee krijgt de overtreder een hersteltermijn en wordt de overtreder in de gelegenheid gesteld om een zienswijze in te dienen.
Als de overtreding niet ongedaan is gemaakt gedurende de hersteltermijn, dan past de gemeente bestuursdwang toe. Als de overtreder bekend is worden de kosten voor het uitvoeren van de last in rekening gebracht bij de overtreder. Als de overtreder niet bekend is komen de kosten voor rekening van de gemeente.
Als de overtreder niet bekend is, moet er wel eerst nog een besluit worden genomen voor het opleggen van een last onder bestuursdwang. Een voorwerp kan niet meteen worden verwijderd. Het besluit last onder bestuursdwang moet dan op een andere wijze worden bekendgemaakt, door publicatie in Gemeenteblad en DeMooiSonenBreugelkrant. In principe kan dan dezelfde werkwijze worden gehanteerd als de overtreder wel bekend is (m.u.v. de waarschuwing).
In bijlage 1 wordt het stappenplan schematisch uiteengezet.
3.2.2(Zeer) spoedeisende bestuursdwang
Als het voorwerp een direct gevaar is voor de verkeersveiligheid of de veiligheid van de burgers kan er gebruik gemaakt worden van spoedeisende bestuursdwang (artikel 5:31, eerste lid van de Awb) of zeer spoedeisende bestuursdwang (artikel 5:31, tweede lid van de Awb).
Bij spoedeisende bestuursdwang kan het bevoegd bestuursorgaan het besluit nemen om bestuursdwang toe te passen zonder een voorafgaande last. Bij zeer spoedeisende bestuursdwang kan het bevoegd bestuursorgaan bestuursdwang toepassen zonder een officieel besluit. Dit besluit dient wel zo spoedig mogelijk na het toepassen van bestuursdwang genomen en bekend gemaakt te worden.
Bij (zeer) spoedeisende bestuursdwang is het van belang om tijdig te handelen. Het is lastig te beargumenteren dat er sprake is van spoed als de gemeente zelf alle tijd neemt. Een situatie kan dan zo zijn spoedeisende karakter verliezen.
Na het toepassen van bestuursdwang kunnen voorwerpen worden opgeslagen. Gelet op de voorwerpen die in de regel worden geplaatst in bermen, worden de voorwerpen opgeslagen op de gemeentewerf.
Dit in afwachting van een eventuele procedure met daaraan gekoppelde termijnen van bewaring.
Het is belangrijk te weten wanneer er een aanvang is gemaakt met het bewaren van de voorwerpen. Aan het bewaren van de voorwerpen zijn verhaalbare bewaarkosten verbonden.
Het tijdstip van bewaren van verwijderde voorwerpen is op het moment dat het voorwerp op de plaats van bewaring is.
Voordat een voorwerp kan worden teruggegeven dienen alle kosten betaald te zijn. Een betalingsregeling is niet mogelijk. Als de eigenaar afstand doet van de voorwerpen kunnen deze worden vernietigd.
4.2.2Niet afgehaalde voorwerpen
Wordt een voorwerp niet binnen 13 weken afgehaald, dan kan het voorwerp worden verkocht. Indien verkoop niet mogelijk is, kan de zaak om niet aan een derde in eigendom worden overgedragen of worden vernietigd. Deze termijn kan korter zijn als de kosten voor het opslaan onevenredig hoog zijn in verhouding tot de waarde van de zaak. Verkoop (of vernietiging) kan in ieder geval niet binnen twee weken na verstrekking van het afschrift het proces-verbaal plaatsvinden.