Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Son en Breugel

Beleidsregels verwijderen voorwerpen in de openbare ruimte

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSon en Breugel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels verwijderen voorwerpen in de openbare ruimte
CiteertitelBeleidsregels verwijderen voorwerpen in de openbare ruimte
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpBeleidsregels verwijderen voorwerpen in de openbare ruimte

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 5:21 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 5:31 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-05-2023Nieuwe regeling

09-05-2023

gmb-2023-220315

1637411

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels verwijderen voorwerpen in de openbare ruimte

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Son en Breugel;

overwegende dat

  • op diverse locaties in de gemeente Son en Breugel, voertuigen, vaartuigen, voorwerpen zoals aanhangwagens en trailers staan, waar deze niet zijn gewenst;

  • in veel gevallen niet bekend is wie de rechtmatige eigenaar is;

  • strafrechtelijke handhaving naar verwachting niet het gewenste effect heeft;

  • de wegsleepverordening hier niet in voorziet;

  • deze voorwerpen verwijderd moeten worden;

  • dit kan door het toepassen van bestuursdwang conform de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

gelet op de wettelijke grondslag, 5:21 en 5:31 van de Awb

 

BESLUIT:

vast te stellen de hieronder beschreven:

Beleidsregels verwijderen voorwerpen in de openbare ruimte.

1 Inhoud

 

  • 2.

    Aanleiding

  • 3.

    Werkwijze

    • 3.1.

      Wanneer handhaven

      • 3.1.1.

        Handhavingsverzoeken

      • 3.1.2.

        Risicogericht

    • 3.2.

      Te gebruiken instrument

      • 3.2.1.

        Bestuursdwang

      • 3.2.2.

        (Zeer) spoedeisende bestuursdwang

    • 3.3.

      Definities

    • 3.4.

      Bezwaren, vernietigen en/of verkopen

  • 4.

    Toepassen protocol

    • 4.1.

      Besluit bestuursdwang

      • 4.1.1.

        Schade noteren

      • 4.1.2.

        Sleepfasen en kosten

    • 4.2.

      Bewaren van voertuigen

      • 4.2.1.

        Plaats van het bewaren

      • 4.2.2.

        Teruggave van voertuigen

2 Aanleiding

 

In de gemeente Son en Breugel worden op diverse plaatsen in de openbare ruimte, niet zijnde de weg, caravans, aanhangwagens, voertuigwrakken, defecte voertuigen, bootjes en overige voorwerpen aangetroffen. Genoemde objecten kunnen tot verrommeling van de openbare ruimte leiden, overlast opleveren en de bruikbaarheid van de weg of de locatie waar de voorwerpen worden aangetroffen verminderen of teniet te doen.

Gezien de problematiek is het wenselijk dat er een protocol wordt opgesteld waarin uiteen wordt gezet hoe de gemeente handelt met dergelijke casussen.

Het beleid is met name voor intern gebruik. Het handhavingsproces is complex. Daarom worden er beleidsmatige keuzen gemaakt om het proces te versimpelen. Het beleid biedt ook een kader aan inwoners, zodat zij weten waar ze aan toe zijn tijdens een handhavingstraject.

 

3 Werkwijze

 

 

3.1 Wanneer handhaven

Handhaven op dit onderwerp heeft niet de hoogste prioriteit. Er kan toch een aanleiding zijn hiertegen op te treden.

 

3.1.1Handhavingsverzoeken

Als de gemeente een overtreding van wet- en regelgeving constateert of een verzoek van een belanghebbende tot handhaving tegen de overtreding binnenkrijgt, dan dient de gemeente (in beginsel) tot handhaving over te gaan. Afzien van handhaving kan slechts in uitzonderlijke gevallen. Op de gemeente rust namelijk de zogenaamde ‘beginselplicht tot handhaving’. In geval van een overtreding van een wettelijk voorschrift is het bevoegde bestuursorgaan in de regel verplicht om hiertegen op te treden, vanwege het algemeen belang dat met handhaving is gediend.

 

3.1.2Risicogericht

In de Uitvoering en handhavingsstrategie wordt beschreven hoe uitvoering wordt gegeven aan risico gestuurd handhaven. De beschrijving is vooral gericht op illegale bouwwerken en activiteiten, maar is op dit thema ook van toepassing.

Overtredingen met een:

  • ‘hoog’ risico worden direct opgepakt, bij voorkeur tijdens de uitvoering.

  • ‘gemiddeld’ risico vindt er steekproefgewijs toezicht plaats.

  • ‘laag’ risico worden alleen opgepakt indien er een formeel verzoek om handhaving is ingediend.

 

De volgende uitgangpunten worden hierbij in acht genomen:

  • Bij constateringen van overtredingen met acuut gevaar wordt direct opgetreden.

  • Er wordt altijd eerst overwogen of problemen kunnen worden opgelost zonder dat er formele stappen worden gezet.

  • (Actieve en transparante informatieverstrekking over het beleid en wet- en regelgeving, voorlichting, eerst waarschuwen)

  • Bij het bepalen van de beste aanpak is ruimte voor de menselijke maat; maatwerk waar mogelijk en/of acceptabel is. (de concrete feiten en omstandigheden zijn daarvoor bepalend)

  • Gelijke gevallen worden gelijk behandeld.

  • (consequent toepassen vaste procedures en processtappen)

  • Een passende reactie op overtredingen wordt gebaseerd op de ernst van de overtreding en het gedrag van de overtreder. (goed (naleef-)gedrag wordt beloond)

 

3.2 Te gebruiken instrument

 

3.2.1Bestuursdwang

Driestappenplan

Bij het handhaven van objecten geplaatst in de openbare ruimte wordt gebruik gemaakt van het instrument “last onder bestuursdwang” (artikel 5:21 Awb).

Burgers hebben een eigen verantwoordelijkheid met betrekking tot het voldoen aan de geldende wet- en regelgeving. Als een burger een overtreding begaat door een voorwerp te plaatsen op een openbare plaats waar dit niet is toegestaan, dient de desbetreffende burger in de mogelijkheid gesteld te worden om de overtreding zelf ongedaan te maken voordat de overheid de overtreding ongedaan maakt.

Dit draagt bij aan de bewustwording dat de openbare ruimte bedoeld is voor alle inwoners en deze ook veilig betreden moet kunnen worden.

 

Stap 1

Als de eigenaar van het voorwerp bekend is en in de gemeente Son en Breugel woont wordt er gewerkt met een waarschuwing. Hiermee wordt de overtreder in staat gesteld de overtreding ongedaan te maken zonder dat er een officieel handhavingstraject wordt gestart.

Als het niet duidelijk is wie de eigenaar van het voorwerp is wordt het voorwerp voorzien van een sticker. De sticker functioneert als vooraankondiging van bestuursdwang en de casus wordt gepubliceerd via overheid.nl. In de publicatie wordt een hersteltermijn bekend gemaakt.

Indien het voorwerp een wrak is conform de criteria in 3.3 en de eigenaar onbekend is, wordt het voorwerp direct verwijderd en wordt de casus gepubliceerd via overheid.nl. Het voorwerp wordt ook direct verwijderd en gepubliceerd via overheid.nl als de eigenaar onbereikbaar is (geen adresgegevens of andere contactgegevens bekend).

Let wel:

Er moet rekening worden gehouden met een wachttijd voordat de berger ter plaatse kan zijn. Advies is om afspraak te maken voor een tijdstip.

 

Stap 2

Als de overtreder geen gehoor geeft aan de mondelinge waarschuwing of dat de overtreder niet in de gemeente Son en Breugel woont wordt er een voornemen tot last onder bestuursdwang toegestuurd aan de overtreder. Hiermee krijgt de overtreder een hersteltermijn en wordt de overtreder in de gelegenheid gesteld om een zienswijze in te dienen.

 

Stap 3

Als de overtreding niet ongedaan is gemaakt gedurende het hersteltermijn, dan past de gemeente bestuursdwang toe. Als de eigenaar bekend is, worden de kosten voor het uitvoeren van de last in rekening gebracht bij de overtreder. Als de eigenaar niet bekend is komen de kosten voor de rekening van de gemeente.

Let wel: maak een afspraak met de berger om een voertuig te takelen.

 

In bijlage 1 wordt het stappenplan schematisch uiteengezet.

 

3.2.2(Zeer) spoedeisende bestuursdwang

Als het voorwerp een direct gevaar is voor het gebruik van de openbare ruimte, de verkeersveiligheid of de veiligheid van de burgers, kan er gebruik gemaakt worden van spoedeisende bestuursdwang (artikel 5:31, eerste lid van de Awb) of zeer spoedeisende bestuursdwang (artikel 5:31, tweede lid van de Awb).

Bij spoedeisende bestuursdwang kan het bevoegd bestuursorgaan het besluit nemen om bestuursdwang toe te passen zonder een voorafgaande last. Bij zeer spoedeisende bestuursdwang kan het bevoegd bestuursorgaan bestuursdwang toepassen zonder een officieel besluit. Dit besluit dient wel zo spoedig mogelijk na het toepassen van bestuursdwang genomen en bekend gemaakt te worden.

Bij (zeer) spoedeisende bestuursdwang is het van belang om tijdig te handelen. Het is lastig te beargumenteren dat er sprake is van spoed als de gemeente zelf alle tijd neemt. Een situatie kan dan zo zijn spoedeisende karakter verliezen.

 

3.3 Definities

Autowrak/camper:

Hieronder worden diverse criteria omschreven waaraan diverse voorwerpen moeten voldoen om aangemerkt te worden als een wrak.

Daarnaast wordt omschreven waaraan een camper moet voldoen om niet aangemerkt te worden als voertuig voor recreatief gebruik.

 

Autowrak

Een motorvoertuig op meer dan twee wielen kan als wrak worden aangemerkt als het rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en in een kennelijke verwaarloosde toestand verkeert (artikel 1, van het Besluit nadere omschrijving begrip autowrakken)

 

Het motorvoertuig verkeert in rijtechnisch onvoldoende staat van onderhoud en in een kennelijke verwaarloosde toestand als het voertuig:

  • a.

    niet voldoet aan de wettelijke inrichtingseisen, genoemd in de wegenverkeerswetgeving, of aan de APK keuringseisen;

  • b.

    grote ongevalschade heeft;

  • c.

    op verschillende belangrijke plaatsen (b.v. chassis) is doorgeroest; of

  • d.

    ernstig is versleten;

 

en/of er sprake is van minimaal twee van de onderstaande omstandigheden:

  • e.

    demontage van essentiële motor- of carrosserieonderdelen;

  • f.

    (deels) loshangende beplating;

  • g.

    ernstige roestschade;

  • h.

    ontbrekende vloerdelen;

  • i.

    een (deels) gedemonteerd interieur;

  • j.

    loshangende bedrading;

 

en/of er tenminste twee van de onderstaande onderdelen ontbreken:

  • k.

    kenteken;

  • l.

    één of meerdere ruiten (of zijn vernield);

  • m.

    de koplamp(en) en/of achterlicht(en);

  • n.

    één of meerdere wielen en/of banden;

  • o.

    interieur (of vernield);

  • p.

    dashboard (of vernield);

  • q.

    één of meerdere portieren;

  • r.

    bumper;

  • s.

    één of twee zijspiegels.

 

Als autowrak wordt tevens aangemerkt een motorvoertuig:

  • t.

    dat door zijn aanwezigheid het aanzien van de openbare ruimte en/of milieu schaadt dan wel overlast en/of hinder veroorzaakt, en

  • u.

    waarvan uit feiten en omstandigheden is gebleken dat hij langer dan drie maanden niet meer gebruikt is, en

  • v.

    waarvan de eigenaar onbekend en/of niet traceerbaar is.

 

Aanhangwagenwrak

Een aanhangwagen kan als wrak worden aangemerkt indien het rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud verkeert. De aanhangwagen verkeert in deze staat als:

  • a.

    het niet meer voor de oorspronkelijke staat is te gebruiken;

  • b.

    interieur is vernield (bij caravan e.d.);

 

en/of er tenminste twee van de onderstaande onderdelen ontbreken:

  • c.

    c. kenteken;

  • d.

    d. dissel/triangel;

  • e.

    e. één of meer wielen;

  • f.

    f. opbouw;

  • g.

    g. achterlichten.

 

Brom-/motorfiets- of scooterwrak

Een brom-/motorfiets of scooter kan als wrak worden aangemerkt indien het rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud verkeert. De brom-/motorfiets of scooter verkeert rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud als er tenminste twee van de onderstaande zichtbare onderdelen ontbreken:

  • a.

    stuur;

  • b.

    zadel/buddyseat;

  • c.

    één of meerdere wielen;

  • d.

    trappers/voetsteunen;

  • e.

    aandrijfmechanisme, waaronder motor;

  • f.

    benzinetank;

  • g.

    kenteken.

 

Fietswrak

Een fiets kan als wrak worden aangemerkt indien het rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud verkeert of niet meer voor het oorspronkelijke doel is te gebruiken. De fiets verkeert rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud als er tenminste twee van de onderstaande zichtbare onderdelen ontbreken:

  • a.

    stuur;

  • b.

    zadel;

  • c.

    één of meer wielen;

  • d.

    aandrijfmechanisme (trappers, ketting, tandwielen);

  • e.

    voorvork;

  • f.

    rem(men).

 

Bootwrak

Een boot kan als wrak worden aangemerkt indien de Wrakkenwet van toepassing is.

 

Camper

Een camper wordt gezien als een niet-regulier vervoermiddel en derhalve als een voertuig voor recreatief gebruik als het niet als dagelijks vervoer wordt gebruikt.

 

3.4Bewaren, vernietigen en/of verkopen

Na het toepassen van bestuursdwang kunnen voorwerpen worden opgeslagen. Voor voorwerpen waar op de gemeentewerf geen ruimte is of die niet door de gemeente verwijderd kunnen worden, wordt Logicx ingeschakeld voor het verwijderen en het bewaren van het voorwerp.

Dit bedrijf kan na een door de gemeente gegeven opdracht het voorwerp verwijderen en opslaan. Dit in afwachting van een eventuele procedure met daaraan gekoppelde termijnen van bewaring. Daarna kan het bedrijf na machtiging de verkoop of vernietiging van een voorwerp op zich nemen.

 

4 Toepassing protocol:

 

 

4.1 Besluit bestuursdwang

  • a.

    De bevoegde functionaris schakelt bij een wegsleepwaardige situatie de berger in.

  • b.

    De bevoegde functionaris wacht in de nabijheid van het voertuig tot de komst van de berger.

  • c.

    Let wel: houd rekening met een wachttijd. Advies: maak tijdig een afspraak met de berger.

  • d.

    Na de komst van de takelwagen maakt de berger een (digitale) foto van de situatie. Op de foto moet de overtreding zo veel mogelijk zichtbaar zijn. Hierdoor kan het nodig zijn enkele foto’s te maken.

  • e.

    De bevoegde functionaris noteert de gegevens die nodig zijn voor het vervolg in het kader van bijvoorbeeld, schade, kosten, afvoer etc.

  • f.

    De bevoegde ambtenaar stemt met de berger af over het vervolg en legt dit vast.

  • g.

    Na aankomst op de bewaarplaats controleert de berger het voertuig nogmaals op beschadigingen en maakt indien nodig een (digitale) foto.

 

4.1.1Schade noteren

In verband met de schadevergoedingsplicht van de gemeente op grond van artikel 172, lid 8, WVW 1994 moet het weg te slepen voertuig zorgvuldig worden gecontroleerd op reeds aanwezige schade. De schade wordt genoteerd. Ook schade, die wordt veroorzaakt tijdens het bevestigen in het juk of tijdens het overbrengen moet worden genoteerd en gefotografeerd.

 

4.1.2Sleepfasen en kosten

Het wegslepen van voertuigen is te verdelen in drie fasen:

FASE I:

Een wegsleepvoertuig is besteld. Er is sprake van een onvolledige berging als de eigenaar/houder/bestuurder van het voertuig ter plaatse komt, voordat het wegsleepvoertuig ter plaatse is en de eigenaar/houder/bestuurder het voertuig wil verplaatsen.

 

Toelichting:

De kosten overeenkomstig het tarief dat verbonden is aan de voorbereiding van de overbrenging van het voertuig, dienen te worden voldaan. De kosten worden door de berger bij de gemeente in rekening gebracht. Het is aan de gemeente deze kosten te verhalen bij de overtreder. De bevoegde functionaris dient de personalia vast te stellen.

 

FASE II:

De takelwagen is ter plaatse en het voertuig bevindt zich op de lepel van de takelwagen en is vastgesjord. Vanaf dat moment is er sprake van een volledige berging.

De eigenaar/houder/bestuurder komt ter plaatse en wil het voertuig verplaatsen.

Toelichting:

De kosten overeenkomstig het tarief dat verbonden is aan het overbrengen van het voertuig naar de bewaarplaats, dienen te worden voldaan. De bevoegde functionaris dient de personalia vast te stellen. De kosten voor de volledige berging worden bij de gemeente in rekening gebracht. Het is aan de gemeente deze kosten te verhalen op de overtreder.

 

FASE III:

Het voertuig is/wordt weggesleept en in bewaring gesteld.

Toelichting:

Teruggave kan slechts plaatsvinden aan de eigenaar of houder of gemachtigde van het voertuig, na betaling van de volledige kosten: de wegsleepkosten en de kosten van bewaring. Ook zal in een aantal gevallen eerst aan andere voorwaarden moeten worden voldaan, zoals beschreven in paragraaf 5.2.

 

Voor de kosten wordt verwezen naar de wegsleepverordening gemeente Son en Breugel 2023.

 

4.2 Bewaren van voertuigen

Aanvang van het bewaren.

Het is belangrijk te weten wanneer er een aanvang is gemaakt met het bewaren van een voertuig. Aan het bewaren van een voertuig zijn verhaalbare bewaarkosten verbonden.

Het tijdstip van bewaren van een weggesleept voertuig gaat in op het moment dat het voertuig van het wegsleepvoertuig is losgekoppeld op de plaats van bewaring.

 

4.2.1Plaats van het bewaren

Het bewaren geschiedt op de daarvoor bestemde plaatsen bij bergingsbedrijf Logicx uit Eindhoven.

 

Procedure

  • 1.

    Het voertuig wordt conform artikel 4.2 geplaatst op de daarvoor aangewezen plaats. Ingeval er van een motorvoertuig contactsleutels aanwezig zijn, worden deze overgedragen aan de bewaarder.

  • 2.

    De bewaarder draagt er zorg voor dat het voertuig op de juiste wijze wordt geregistreerd. Daarbij dienen de omstandigheden die verwijdering noodzakelijk maakten te worden vermeld. Tevens dient te worden vermeld onder welke voorwaarde(n) het betreffende voertuig mag worden terug gegeven.

  • 3.

    De bewaarder is verantwoordelijk voor het registeren van het weggesleepte voertuig (inclusief kenteken)

  • 4.

    De berger verwerkt de gegevens in hun eigen systeem

 

Toelichting:

Indien ter zake het feit waardoor het voertuig in bewaring is gesteld rapport wordt opgemaakt, moet daarin de melding van de inbewaringstelling (en wegslepen) worden vermeld.

Het voertuig is nu overgedragen aan de bewaarder. Als geen voorwaarden tot teruggave zijn vermeld, zal het voertuig zo spoedig mogelijk aan de eigenaar/ houder of gemachtigde worden teruggegeven. Een weggesleept voertuig dat met onjuiste of onvolledige informatie is ingeschreven, blijft onder de verantwoordelijkheid van de bewaarder.

 

4.2.2Teruggave van voertuigen

Betaling kosten

Voordat een voertuig kan worden teruggegeven dienen alle kosten betaald te zijn. Een betalingsregeling is niet mogelijk.

 

Voorwaarden tot teruggave

Buiten het betalen van de kosten, zoals hiervoor genoemd. kunnen er andere voorwaarden zijn waaraan voldaan moet zijn, voordat een voertuig kan worden teruggegeven.

 

Teruggave weggesleept voertuig

Een weggesleept en in bewaring gesteld voertuig wordt teruggegeven aan de rechthebbende. De eigenaar of houder moet aantonen dat hij rechthebbende is op het weggesleepte en in bewaring gestelde voertuig. De wijze van legitimatie c.q. machtiging dient vermeld te worden.

Het voertuig mag slechts worden afgegeven als alle kosten zijn betaald. De betaling van de kosten kan niet geschorst worden, omdat iemand het niet eens is met de reden van wegslepen. Wel kunnen in bepaalde omstandigheden geen kosten verschuldigd zijn.

Een voertuig dat op grond van de wegsleepregeling is weggesleept en in bewaring is gesteld, moet worden teruggegeven als alle kosten zijn betaald.

 

Procedure teruggave

De eigenaar/houder of gemachtigde gaat naar de bewaarplaats en toont daar de kentekenpapieren en een geldig rijbewijs. (Denk daarbij aan het gegeven dat de eigenaar/houder of gemachtigde niet de bestuurder hoeft te zijn)

De eigenaar/houder of gemachtigde moet eerst de totale kosten aan de bewaarder voldoen alvorens het voertuig wordt teruggegeven. Hiervoor ontvangt de eigenaar/houder of gemachtigde van de bewaarder een kwitantie (origineel van de rekening).

In het bijzijn van de eigenaar/houder of gemachtigde wordt het voertuig op eventuele schade gecontroleerd welke tijdens het wegslepen of bewaren veroorzaakt zou kunnen zijn.

Afgifte van een voertuig, geplaatst op een andere bewaarplaats, geschiedt na overleg met de bewaarder.

 

Niet afgehaalde voertuigen

Wordt een voertuig niet binnen 48 uur afgehaald, dan laat de bewaarder een onderzoek instellen naar de eigenaar/ houder van het voertuig. De bewaarder stuurt de gemeente een herinnering. Als de gemeente hierop niet reageert stuurt de bewaarder rechtstreeks een bericht aan de eigenaar.

Zodra die bekend is, stuurt het college of namens het college aan de eigenaar/houder van het voertuig binnen 7 dagen, per aangetekend schrijven een kennisgeving van het besluit tot toepassen van bestuursdwang ex. paragraaf 3.1. In deze kennisgeving dient te worden vermeld de gepleegde overtreding en het in bewaring nemen van het voertuig evenals de voorwaarden waaraan voldaan moet worden om het voertuig terug te krijgen.

Na een bewaartijd van 7 dagen kan het voertuig, in opdracht van de bewaarder, worden overgebracht naar een andere bewaarplaats. De kosten van dit transport zijn kosten van bewaring. De berger informeert de rechthebbende conform art 5:30 Awb over deze verplaatsing.

Ingeval een voertuig niet binnen 13 weken is opgehaald, dan wel indien de kosten van overbrenging, bewaring e.d. hoger worden dan de waarde van het voertuig, kan het voertuig worden verkocht, weggegeven e.d. vanaf 14 dagen na het uitgaan van de kennisgeving van dit besluit van het college aan de rechthebbende. De bewaarder draagt namens het college zorg voor de bewaring en eventuele verkoop van het voertuig. De opbrengst van de verkoop wordt in mindering gebracht op de rekening aan de gemeente. De bewaarder taxeert geen voertuigen. Ze werken met een vaste opkoper. Op basis van het gewicht van het voertuig wordt een vaste waarde toegekend aan het voertuig.

 

Aldus besloten in de collegevergadering van 9 mei 2023.

Burgemeester en wethouders van Son en Breugel,

De burgemeester, Suzanne Otters-Bruijnen

De secretaris, Jeroen Wesselink

 

 

Bijlage 1