Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Assen

Gewijzigde beleidsregel energietoeslag gemeente Assen 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAssen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGewijzigde beleidsregel energietoeslag gemeente Assen 2023
CiteertitelBeleidsregel energietoeslag gemeente Assen 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 35 van de Participatiewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-03-202401-09-2024wijzigingsregeling

26-03-2024

gmb-2024-141461

20-05-202301-01-202330-03-2024Nieuwe regeling

11-05-2023

gmb-2023-218578

Tekst van de regeling

Intitulé

Gewijzigde beleidsregel energietoeslag gemeente Assen 2023

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Assen gelet op:

 

  • titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • artikel 35, lid 4 en 5 van de Participatiewet;

 

overwegende dat:

  • het kabinet huishoudens met een laag inkomen ook voor het jaar 2023 een energietoeslag van eenmalig € 1.300,-- in het vooruitzicht heeft gesteld (Kamerbrief d.d. 20 september 2022) en hierbij bepaald heeft dat het mogelijk is een voorschot op de energietoeslag te verstrekken van € 500,--;

  • het college het wenselijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden huishoudens in aanmerking komen voor het voorschot op de energietoeslag;

  • het kabinet op 28 december 2022 een wetsvoorstel tot wijziging van de Participatiewet in verband met het eenmalig categoriaal verstrekken van een energietoeslag aan huishoudens met een laag inkomen in 2023 heeft gepubliceerd;

  • op basis van dit wetsvoorstel de volledige energietoeslag voor 2023 eerst vanaf 1 juli 2023 mag worden verleend;

  • gelet op bovenstaande het wenselijk is de Gewijzigde Beleidsregel Energietoeslag gemeente Assen 2023 vast te stellen.

Besluit:

De Gewijzigde Beleidsregel Energietoeslag gemeente Assen 2023 als volgt vast te stellen;

 

 

 

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze beleidsregel worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet.

  • 2.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      belanghebbende: de persoon die voor zichzelf, zijn partner en/of tot het gezin behorende kinderen een eenmalige energietoeslag verzoekt.

    • b.

      college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Assen;

    • c.

      energietoeslag: de eenmalige uitkering in 2023 op grond van categoriale bijzondere bijstand ter compensatie van stijgende energielasten.

    • d.

      huishouden: de leefsituatie die een alleenstaande, kostendeler of (eenouder)gezin duurzaam in stand houden en waarvoor zij noodzakelijke kosten maken, zoals energiekosten.

    • e.

      Inkomen: het inkomen zoals bedoeld in artikel 31, 32 en 33 van de Participatiewet, verminderd met de ontvangen vakantietoeslag. Tot het inkomen wordt ook gerekend de bijstand voor algemeen noodzakelijke kosten van bestaan, zoals genoemd in artikel 5 van de Participatiewet. Tot inkomen wordt ook gerekend studiefinanciering op grond van art. 3.1 lid 1 en 2 Wet studiefinanciering 2000. Er wordt voor de energietoeslag uitgegaan van de som van het inkomen van belanghebbende en zijn partner.

    • f.

      schuldenaren: een inwoner die dienstverlening voor schuldproblemen krijgt van de gemeente Assen en/of die is toegelaten tot de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP).

    • g.

      thuisinwonend: meerderjarig kind dat inwoont bij zijn ouder(s).

    • h.

      voorstel tot wijziging: voorstel van wet tot wijziging van de Participatiewet in verband met het eenmalig categoriaal verstrekken van een energietoeslag aan huishoudens met een laag inkomen in 2023.

    • i.

      zelfstandige: de persoon van 21 jaar of ouder die voor de voorziening in het bestaan geheel of gedeeltelijk is aangewezen op arbeid in eigen bedrijf of een zelfstandig beroep en die de financiële risico’s daarvoor draagt.

 

Artikel 2 Doelgroep energietoeslag en inkomen

  • 1.

    De energietoeslag is bedoeld voor de inwoner met een zelfstandig huishouden, die door de stijgende prijzen voor energie te maken heeft met hogere energielasten.

  • 2.

    Om voor de energietoeslag in aanmerking te komen:

    • a.

      moet belanghebbende 21 jaar of ouder zijn; en

    • b.

      staat belanghebbende ingeschreven in de Gemeentelijke Basisregistratie Personen van de gemeente Assen; en

    • c.

      is belanghebbende uitwonend / zelfstandig wonend; en

    • d.

      heeft belanghebbende ten laste van het inkomen regelmatige energiekosten en;

    • e.

      mag het inkomen van belanghebbende op peildatum 1 januari 2023 niet meer bedragen dan 120% van de geldende bijstandsnorm.

    • f.

      heeft belanghebbende op peildatum 1 januari 2023 een inkomen tussen de 120% en 130% van de geldende bijstandsnorm én in het jaar 2022 een energietoeslag ontvangen.

  • 3.

    Als het inkomen van belanghebbende door wisselende of eenmalige inkomsten in de maand van aanvraag hoger is dan 120% van de norm wordt uitgegaan van een gemiddeld inkomen. Het gemiddeld inkomen wordt berekend door de som van het inkomen dat gedurende 12 maanden voorafgaand aan de aanvraag is genoten, te delen door 12.

  • 4.

    Voor bepaling van het inkomen van een zelfstandige wordt uitgegaan van de inkomsten over de maanden januari, februari en maart 2023. Dit is het inkomen na aftrek van de verschuldigde inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen. Deze belasting en premies worden gesteld op het percentage, zoals vermeld in artikel 6, lid 2, van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004. Hierbij wordt een teruggave inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen niet als inkomen aangemerkt.

 

Artikel 3 Schuldenaren

In afwijking van het gestelde in artikel 2 kan een belanghebbende, ongeacht de hoogte van het inkomen voor de tegemoetkoming, in aanmerking komen als hij in het kader van een schuldregeling een relatie heeft met de gemeentelijke Schuldhulpverlening of een opgelegde schuldregeling op grond van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen en hij alleen het vrij te laten bedrag van zijn inkomen overhoudt om te besteden.

 

Artikel 4 Uitsluitingsgronden

  • 1.

    Op grond van artikel 11 Participatiewet moet worden vastgesteld of de belanghebbende rechthebbende is en of de energiekosten verbonden zijn met Nederland (territorialiteitsbeginsel);

  • 2.

    Als sprake is van een van de uitsluitingsgronden van artikel 13 lid 1 Participatiewet, bestaat er in beginsel geen recht op de eenmalige energietoeslag;

  • 3.

    Bewoners van een inrichting hebben geen recht op de energietoeslag, tenzij zij de lasten voor wonen en energie zelf dragen;

  • 4.

    Jongmeerderjarigen van 18, 19 of 20 jaar hebben geen recht op de energietoeslag;

  • 5.

    Personen die in aanmerking komen voor studiefinanciering op grond van art. 3.1 lid 1 en 2 Wet studiefinanciering 2000 hebben geen recht op de energietoeslag;

  • 6.

    Personen die volgens de BRP alleen een briefadres in de gemeente hebben, zijn uitgesloten van het recht op de energietoeslag;

  • 7.

    Personen die als dak- of thuisloze worden aangemerkt hebben geen recht op de energietoeslag;

  • 8.

    De gestegen bedrijfslasten van een zelfstandige of een bedrijf ten gevolge van hogere energieprijzen vallen buiten het bereik van deze regeling.

 

Artikel 5 Voorwaarden eenmalige energietoeslag

  • 1.

    Het college verstrekt de landelijke energietoeslag aan de belanghebbende, ingevolge artikel 2, die te maken heeft met energielasten.

  • 2.

    Belanghebbende moet indien gevraagd middels overlegging van de (maand)rekening van een energieleverancier of het huurcontract de energielasten aantonen.

  • 3.

    De energietoeslag voor de (gestegen) energielasten is bedoeld voor de woning waarin de belanghebbende woonachtig is.

 

Artikel 6 Vermogen

Het vermogen waarover de belanghebbende met partner en inwonende minderjarige kinderen beschikken, blijft buiten beschouwing.

 

Artikel 7 Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag voor de energietoeslag kan worden ingediend vanaf 1 @@ 2023.

  • 2.

    De aanvraag voor de energietoeslag wordt digitaal ingediend. In afwijking van deze digitale aanvraag is een schriftelijke aanvraag mogelijk, indien naar het oordeel van het college bijzondere omstandigheden in het individuele geval hiertoe aanleiding geven.

  • 3.

    Belanghebbende overlegt bij de aanvraag:

    • a.

      salarisspecificaties van inkomsten over de maand januari 2023. Wanneer er sprake is van flexibele inkomsten, overlegt de belanghebbende salarisspecificaties over de maanden januari, februari en maart 2023;

    • b.

      de meest recente belastingaangifte en de kolommenbalans over de afgelopen maanden januari, februari en maart 2023, voorafgaande aan de aanvraag indien er sprake is van inkomsten uit onderneming of inkomsten als ZZP’er;

    • c.

      de bewijzen van de maandelijkse energielasten bijvoorbeeld (maand)rekening van de energieleverancier;

    • d.

      Een aanvraag energietoeslag kan worden ingediend tot 1 juli 2024 en wordt uiterlijk op 31 augustus 2024 uitbetaald.

 

Artikel 7a Hoogte energietoeslag

  • 1.

    De energietoeslag 2023 bedraagt € 1300 voor huishoudens met een inkomen tot 120% van de geldende bijstandsnorm en voor schuldenaren.

  • 2.

    De energietoeslag 2023 bedraagt € 500 voor huishoudens die op de peildatum 1 januari 2023 een inkomen hadden tussen de 120% en 130% van de geldende bijstandsnorm.

 

Artikel 8 Ambtshalve toekenning en uitbetaling

De energietoeslag wordt ineens uitbetaald onder aftrek van een eventueel ontvangen voorschot.

 

Artikel 9 Vorm van de eenmalige energietoeslag

De energietoeslag wordt verstrekt in de vorm van categoriale bijzondere bijstand.

 

Artikel 10 Inlichtingenplicht en terugvordering

  • 1.

    Op de aanvraag van de energietoeslag is de inlichtingenplicht, zoals bedoeld in artikel 17 lid 1 Participatiewet, van toepassing.

  • 2.

    Het college trekt de energietoeslag in en vordert terug voor zover de toeslag ten onrechte of tot een te hoog bedrag is ontvangen door onjuiste of onvolledige inlichtingen.

 

Artikel 11 Inwerkingtreding en duur beleidsregel

Deze beleidsregel treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking en met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2023 en vervalt op 1 september 2024.

 

Artikel 12 Citeertitel

Deze beleidsregel worden aangehaald als: Beleidsregel energietoeslag gemeente Assen 2023.

 

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 11 mei 2023 door burgemeester en wethouders van Assen,

burgemeester

secretaris

Artikelsgewijze Toelichting

Artikel 1 begrippen

Voor het definiëren van de begrippen is aangesloten bij de Participatiewet. Deze wet geeft structuur aan veel situaties op het terrein van armoedebeleid.

Huishouden

Het begrip huishouden staat niet in de Participatiewet. We nemen het begrip op om te verduidelijken dat de compensatie van de energierekening gaat per huishouden met een aansluiting gas en/of elektra. Een inwoner hoeft voor het recht op compensatie niet per se zelf rechtstreeks de energierekening te betalen. Een gezin, alleenstaande of kostendeler betaalt zelf of draagt bij aan de energierekening. Denk bijvoorbeeld aan een persoon die huur inclusief de energiekosten betaalt. In geval van meerdere kostendelers in een woning ontvangt iedere kostendeler de compensatie. Zij dragen namelijk allemaal bij aan de energierekening.

 

Artikel 2, 2A, 3 en 4 Wie komt wel of niet voor energietoeslag in aanmerking?

• alleen inwoners met aantoonbare energielasten worden tegemoetgekomen.

• alleen rechtmatig verblijf in Nederland recht op tegemoetkoming geeft.

• bedrijven, gedetineerden, studenten, jong meerderjarigen tot 21 jaar, dak- en thuislozen, aanvragers met een briefadres en mensen in een inrichting die niet zelfstandig voorzien in energielasten komen niet voor de energietoeslag in aanmerking.

 

120% van het sociaal minimum

Uit de Memorie van Toelichting behorende bij het voorstel tot wijziging blijkt dat het kabinet richtlijnen zal opstellen ten aanzien van de doelgroep. Met deze richtlijnen wil de regering bevorderen dat in ieder geval huishoudens met een inkomen tot circa 120% van het sociaal minimum in aanmerking komen voor de eenmalige energietoeslag.

 

De inkomensgrenzen zijn niet gekoppeld aan het soort inkomen. Deze toeslag is niet beperkt tot mensen die een uitkering op grond van de Participatiewet ontvangen. Ook mensen met een inkomen uit werk of uit zelfstandigheid of een andere uitkering kunnen in aanmerking komen.

 

Vaststellen inkomen bij aanvragen

Het inkomen is relevant bij het bepalen van het recht op de eenmalige energietoeslag. De energietoeslag is bedoeld voor huishoudens met een inkomen tot 120% van de geldende bijstandsnorm. Van inwoners die de energietoeslag ambtshalve ontvangen weten we het inkomen en zij hoeven dat verder niet aan te tonen.

 

Bij het aanvragen van de energietoeslag wordt om een inkomensbewijs gevraagd. Voor het vaststellen van het inkomen wordt bij loondienst uitgegaan van de salarisstrook van januari 2023.

Het spreekt voor zich dat het college in een individueel geval kan afwijken van deze beleidsregel, indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven en noodzaken

 

Zelfstandige

Een zelfstandige kan ook in financieel moeilijke omstandigheden verkeren. Naast het volledig uitoefenen van het ondernemerschap kunnen ook zelfstandige activiteiten worden verricht in combinatie met bijvoorbeeld arbeid in loondienst. Deze zelfstandige activiteiten hebben in dat geval een bescheiden karakter.

 

Voor het bepalen van het inkomen van een zelfstandige of voor zelfstandige activiteiten gaan we uit van het inkomen over de maanden januari, februari en maart 2023.

 

Schuldenaren

Mensen met schulden die een hoger inkomen hebben, hebben als gevolg van inhoudingen of beslagleggingen vaak een besteedbaar inkomen dat veel lager is. Het volgen van een schuldregelingstraject is een langdurige en financieel moeilijke opgave. Als stimulans om een dergelijk traject te volgen en vol te houden, geeft deze regeling aan dat iemand die een relatie heeft met de gemeentelijke Schulddienstverlening ongeacht de hoogte van het inkomen in aanmerking kan komen voor de tegemoetkoming. Het besteedbare inkomen van de inwoner blijft dan gelijk aan het “vrij te laten bedrag (VTLB)”. Dit geldt ook voor een opgelegde schuldregeling op grond van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Artikel 3 bepaalt dat deze groep van mensen recht hebben op de tegemoetkoming indien in de peilmaand januari 2023 het VTLB van toepassing is.

 

Inrichting

Gemeenten kunnen beleid voeren waarmee bewoners van zorg-, revalidatie- en verpleeginstellingen en van instellingen voor beschermd of begeleid wonen van de energietoeslag worden uitgesloten, wanneer de instelling voorziet in de energiekosten. Of iemand in een instelling verblijft, is voor inwoners met een Participatiewet-uitkering eenvoudig na te gaan: de groep met een uitkering volgens de inrichtingsnorm kan worden uitgesloten. Voor alleenstaanden met een IOAW- of IOAZ-uitkering en voor overige inwoners kan de gemeente nagaan of de bewoner zelf de kosten draagt voor energie. In deze situaties is de financiering van wonen en zorg dus gescheiden. Dit is bijvoorbeeld het geval bij bewoners met een persoonsgebonden budget of Volledig Pakket Thuis waaruit de zorg wordt gefinancierd, maar niet de kosten voor wonen. Deze kosten, inclusief energie, dragen de bewoners zelf. Het ligt in de rede dat deze laatste groep wel aanspraak kan maken op de energietoeslag, als ze ook aan de overige voorwaarden voldoen.

 

Studenten

De regering stelt een eerste uitzondering voor personen voor die in aanmerking komen voor studiefinanciering op grond van artikel 3.1 eerste en tweede lid van de Wet studiefinanciering 2000. Het gaat hierbij om studenten die studiefinanciering ontvangen of studenten die aanspraak kunnen maken op studiefinanciering maar hun recht niet effectueren, omdat zij bijvoorbeeld geen studielening willen aangaan. Er bestaat volgens de regering een redelijke en objectieve rechtvaardiging om studenten anders te behandelen waar het gaat om het toekennen van de energietoeslag.

 

Jongeren tot 21 jaar

Op grond van het Burgerlijke Wetboek hebben ouders een wettelijke onderhoudsplicht voor meerderjarige kinderen die jonger zijn dan 21 jaar. Dit werkt ook door in de Participatiewet. Op grond van die bepaling heeft een jongere van 18, 19 of 20 jaar geen recht op bijzondere bijstand als de ouders aan de kosten kunnen bijdragen. Als deze jongeren bijzondere bijstand aanvragen, moeten gemeenten dus steeds toetsen of zij geen beroep op hun ouders kunnen doen.

 

Dat onderscheid is in de eerste plaats legitiem. Jongeren van 18 tot 21 jaar onderscheiden zich vanwege de wettelijke onderhoudsplicht van hun ouders. Als gevolg daarvan kan slechts een zeer gering aantal jongeren een beroep doen op de bijzondere bijstand. Gezien het grote aantal jongeren is het voor gemeenten onmogelijk om voor deze categorie zorgvuldig te toetsen of jongeren al dan niet een beroep op hun ouders kunnen doen.

 

Ten slotte is het onderscheid proportioneel, omdat de nadelige gevolgen voor jongeren die geen beroep op hun ouders kunnen doen worden ondervangen. Voor deze jongeren zijn maatwerkoplossingen mogelijk via het bestaande instrument van de individuele bijzondere bijstand.

 

Briefadres en dak- en thuislozen

De regering stelt voor om dak- en thuislozen uit te sluiten van de eenmalige energietoeslag. Het gaat hierbij om mensen zonder vaste woonplaats of verblijfplaats. De reden hiervoor is dat dak- en thuislozen door het ontbreken van een vaste verblijfsplaats niet geconfronteerd worden met energiekosten. Dit geldt ook voor mensen die een (vast) briefadres hebben, ook dan ontbreken energiekosten. Om die reden is geen sprake van strijd met het gelijkheidsbeginsel; er is geen sprake van gelijke gevallen.

 

Artikel 5

De energietoeslag wordt toegekend per huishouden. Vaak is er per huishouden één aansluiting voor levering van energie maar dit is niet doorslaggevend. Meer mensen in één woning betekent ook een groter energieverbruik. De energietoeslag wordt derhalve toegekend aan gezinnen maar ook aan alleenstaanden, zoals kostendelers of individuele onderhuurders. Overeenkomstig het landelijke advies zijn thuisinwonende jongmeerderjarige kinderen en studerenden uitgesloten. Ouders die daardoor in de financiële problemen komen, kunnen bijzondere bijstand aanvragen. De toeslag is niet bedoeld voor de lasten van tweede woningen zoals vakantiehuisjes of woningen in het buitenland.

Ter verduidelijking drie voorbeelden:

  • Vb 1) Een echtpaar met een inwonende 30-jarige zoon die allen periodieke bijstand genieten ontvangen dus 2 x € 1.300,00- aan compensatie. Het echtpaar 1x en de kostendelende zoon eveneens € 1.300,00

  • Vb 2) Een echtpaar dat periodieke bijstand geniet met een inwonende 20-jarige studerende dochter die WSF krijgen, ontvangen dus 1 x € 1.300,00 aan compensatie. Het echtpaar 1x en de studerende dochter niet.

  • Vb 3) In een oud herenpand wonen 4 huurders met gezamenlijk gebruik van keuken en badkamer die elk aan de huurbaas een all-in huur ad €450, - betalen. Elke huurder heeft een eigen huishouden en is een alleenstaande. Dus 4x compensatie ad € 1.300,00. Dit verandert niet indien één van de bewoners optreedt als hoofdhuurder en de andere drie van de hoofdhuurder onderhuren.

 

Artikel 6 vermogen

Om voor deze energietoeslag in aanmerking te komen is het vermogen niet relevant.

 

Artikel 7 aanvraag

Huishoudens aan wie de energietoeslag niet automatisch kan worden toegekend, kunnen zelf een aanvraag doen voor de energietoeslag. Hiervoor zal een afzonderlijk digitaal loket worden ingericht. Het gaat daarbij onder meer om zelfstandigen met een laag inkomen voor hun privéwoning, werkenden met een inkomen beneden de 120% en AOW-gerechtigden zonder aanvullend pensioen of met een erg klein aanvullend pensioen, waardoor ook zij onder de 120% blijven.

 

Artikel 8 Ambtshalve toekennen

Gemeenten krijgen de bevoegdheid om de eenmalige energietoeslag zonder schriftelijke aanvraag te verstrekken. Op deze wijze kan een relatief groot deel van de doelgroep snel ambtshalve worden bediend zonder dat de betrokkenen hier iets voor behoeven te doen. We zullen de inwoners met een Participatiewet-uitkering de toeslag ambtshalve toekennen.

 

Artikel 10 Vorm van de eenmalige energietoeslag

De toeslag wordt, bij inwerkingtreding van het wetsvoorstel energietoeslag 2023, als categoriale bijzondere bijstand in eenmaal betaalbaar gesteld, onder aftrek van het eventueel verstrekte voorschot.

 

De toeslag heeft geen gevolgen voor de bijstandsuitkering en zal, behoudens indien onjuiste informatie is verstrekt, nooit worden teruggevorderd bij de ontvanger. Er zal niet worden gecontroleerd op daadwerkelijke stijging van de energielasten maar wel op het hebben van energielasten.

 

Artikel 11 Inlichtingenplicht en terugvordering

De belanghebbende is verplicht om alle relevante inlichtingen te verstrekken aan de gemeente. De onvoldoende naleving van deze verplichting kan leiden tot terugvordering (zie artikel 58 Participatiewet).

 

Artikel 12 Inwerkingtreding

De beleidsregel treedt in werking op de dag van het collegebesluit.