Organisatie | Sliedrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Financiële verordening gemeente Sliedrecht 2023 |
Citeertitel | Financiële verordening gemeente Sliedrecht 2023 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 212 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-05-2023 | Nieuwe regeling | 18-04-2023 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
netto schuld: bruto schuld minus de omvang van de geldelijke bezittingen die niet zijn ingezet voor de publieke taak. Onder bruto schuld wordt verstaan het totaal van langlopende leningen, kortlopende schulden, crediteuren en overlopende passiva. Onder geldelijke bezittingen die niet zijn ingezet voor de publieke taak wordt verstaan het totaal van langlopende uitzettingen, vorderingen, liquide middelen en overlopende activa; en
Hoofdstuk 2 Begroting en verantwoording
De raad stelt op voorstel van het college per programma relevante indicatoren vast voor het meten van en het afleggen van verantwoording over de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid. De indicatoren bevatten ten minste de verplichte beleidsindicatoren, bedoeld in artikel 25, tweede lid, onder a, van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV)1.
Artikel 3 Planning en control cyclus
De raad wordt geïnformeerd over de beheersing van het beleid via de planning en control cyclus. Naast de begroting met de meerjarenraming en de jaarstukken, die verplichte uitvoeringsinformatie zijn volgens het BBV, wordt de raad geïnformeerd via de kadernota, de voorjaarsnota en de winternota. De planning en control cyclus wordt gevormd door de volgende planning en control producten;
Artikel 5 Inrichting begroting en jaarstukken
Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven en wordt van de lopende investeringen het geautoriseerde investeringskrediet en de raming van de uitputting van het krediet in het lopende boekjaar weergegeven.
Artikel 8 Autorisatie begroting en investeringskredieten
Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.
Artikel 9 Waardering en afschrijving vaste activa
Artikel 12 Kostprijsberekening
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten van de gemeente, die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een extracomptabel systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten, de overhead kosten en de rente van de inzet van vreemd vermogen, reserves en voorzieningen voor de financiering van de in gebruik zijnde activa betrokken. Voor de overhead geldt dat deze worden betrokken voor zover deze activa van economisch nut is.
Bij de directe kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa en de afschrijvingskosten van de in gebruik zijnde activa. Voor rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, bijvoorbeeld rioolheffing en afvalstoffenheffing, worden daarbij ook de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW) en de kosten van het kwijtscheldingsbeleid betrokken.
Voor de toerekening van de overheadkosten worden de overheadkosten die kunnen worden toegerekend aan activiteiten welke geheel of deels worden bekostigd met een specifieke uitkering of subsidie, binnen het taakveld overhead apart geadministreerd en in de desbetreffende verantwoordingen over de besteding toegerekend aan die activiteiten.
Voor de toerekening van de overheadkosten aan de kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken, diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, voor zover dat niet activiteiten als bedoeld in het derde en vierde lid betreffen, wordt uitgegaan van een aandeel in de overheadkosten. De berekening van het betreffende aandeel wordt in de begroting opgenomen.
In afwijking van het zesde lid wordt bij een verstrekte lening, voor de bepaling van de rentekosten van de inzet van vreemd vermogen in de kostprijs, uitgegaan van de rente van de lening die voor de financiering van de verstrekte lening is aangetrokken. Deze rente wordt verhoogd met een opslag voor het debiteurenrisico.
Artikel 13 Prijzen economische activiteiten
Voor de levering van goederen, diensten of werken aan overheidsbedrijven en derden en met welke bijbehorende activiteiten de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt tenminste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking doet het college vooraf voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de activiteit wordt gemotiveerd.
Bij het verstrekken van kapitaal door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden gaat het college uit van een vergoeding van tenminste de geraamde integrale kosten van de verstrekte middelen. Bij afwijking doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de kapitaalverstrekking wordt gemotiveerd.
Artikel 18 De paragrafen in de begroting en de jaarstukken
Volgens artikel 9 van het BBV moeten gemeenten een aantal verplichte paragrafen opnemen in de begroting en de jaarstukken. In de artikelen 18 t/m 24 van deze verordening worden aanvullingen gegeven op de verplichte paragrafen.
Artikel 20 Weerstandsvermogen & risicobeheersing
Artikel 21 Onderhoud kapitaalgoederen
Het college biedt de raad een onderhoudsplan openbare ruimte aan en beziet tenminste iedere vier jaar of er aanleiding is het onderhoudsplan te actualiseren en stemt dit af met de auditcommissie.
Het plan geeft het kader weer voor het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud en de kosten van het onderhoud voor het openbaar groen, water, wegen, kunstwerken en straatmeubilair. De raad stelt het plan vast.
Het college biedt de raad een gemeentelijk rioleringsplan aan en aan en beziet tenminste iedere vier jaar of er aanleiding is het rioleringsplan te actualiseren en stemt dit af met de auditcommissie. Het plan geeft het kader weer voor het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud, de uitbreiding van de riolering en de kosten van het onderhoud en de eventuele uitbreidingen. De raad stelt het plan vast.
Het college biedt de raad een onderhoudsplan gebouwen aan en beziet tenminste iedere vier jaar of er aanleiding is het onderhoudsplan te actualiseren en stemt dit af met de auditcommissie. Het onderhoudsplan bevat voorstellen voor het te plegen onderhoud en de bijbehorende kosten aan de gemeentelijke gebouwen. De raad stelt het plan vast.
Naast de verplichte paragrafen volgens artikel 9 van het BBV neemt het college de paragraaf Grote Projecten op in de begroting en de jaarstukken. Welke projecten worden aangemerkt als grote projecten wordt vastgesteld met de begroting. In de paragraaf grote projecten geeft het college de stand van zaken weer van de grote projecten. Voor de projecten wordt in ieder geval opgenomen;
Hoofdstuk 5 Financiële organisatie en financieel beheer
Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder a van de Gemeentewet, en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder b van de Gemeentewet, voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheers handelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.
Het college zorgt voor de systematische controle van de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van de gemeente met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de debiteurenvorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen, de kortlopende schulden en de vorderingen van crediteuren jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen tenminste eenmaal in de vier jaar. Bij afwijkingen in de registratie neemt het college maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.
Artikel 29 Intrekken oude verordening en overgangsrecht
De verordening op de inrichting van de financiële organisatie, het financiële beheer en de uitgangspunten van het financiële beleid van de gemeente Sliedrecht wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar voorafgaand aan het jaar waarin deze verordening in werking treedt en op de begroting, jaarrekening en jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar dat samenvalt met het jaar waarin deze verordening in werking treedt.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Sliedrecht op
18 april 2023.
De griffier, De voorzitter,
mr. R.P.A. van Aalst mr. drs. J.M. de Vries