HOOFDSTUK 1
Artikel 1 Definities
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
- -
beschermd gezicht: een stads- c.q. dorpsgezicht dat als zodanig ingevolge artikel 3.7 van de Erfgoedwet of ingevolge van hoofdstuk 3 van de Erfgoedverordening 2018 is aangewezen;
- -
college: het college van burgemeester en wethouders van Roermond;
- -
commissie Beeldkwaliteit; de in de Verordening op de Commissie Beeldkwaliteit voorziene commissie;
- -
gesloten rechthoek: een volledig gevuld vlak of baan met vier rechte hoeken waarvan de hoeken door rechte, ononderbroken lijnen verbonden worden;
- -
monument: onroerende zaken die bij besluit van het college als gemeentelijk monument zijn aangewezen en onroerende zaken die zijn ingeschreven in de ingevolge de Erfgoedwet vastgestelde registers;
- -
omgevingsvergunning: een vergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
- -
schuin dakvlak: een dakvlak dat onder een hoek ten opzicht van het maaiveld is geplaatst;
- -
zonne-energiesysteem: panelen met zonnecellen die zonlicht omzetten in energie, vacuümbuiscollectoren en zonnecollectoren die warmte-energie opwekken uit zonlicht of een hybride systeem dat beide functies combineert;
- -
zonnebouwmaterialen: bouwmaterialen waarin één of meerdere zonne-energiesystemen zijn verwerkt.
Artikel 2 Doel
Deze beleidsregel heeft als doel regels vast te stellen voor de afweging van de belangen van eigenaren en het algemeen belang van instandhouding van monumenten en panden in de beschermde gezichten en de beeldkwaliteit van deze gebouwen en gezichten bij plaatsing van zonne-energiesystemen.
Artikel 3 Afbakening
Deze beleidsregel is van toepassing op monumenten en op de beschermde gezichten volgens de definities vermeld in artikel 1.
Artikel 4 Wijzen van meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
- a.
de afstand van zonne-energiesystemen tot de nok, de aandaken, frontons, kil- en hoekkepers, dakranden e.d. van schuine daken wordt in het schuine vlak gemeten.
- b.
de afstand van zonne-energiesystemen tot de nok, de aandaken, frontons, kil- en hoekkepers, dakranden e.d. van horizontale daken wordt in het horizontale vlak gemeten.
HOOFDSTUK 2
REGELS MET BETREKKING TOT HET PLAATSEN VAN ZONNE-ENERGIESYSTEMEN EN HET GEBRUIK VAN ZONNEBOUWMATERIALEN BINNEN BESCHERMDE GEZICHTEN
Artikel 5 Zonne-energiesystemen
Voor de plaatsing van zonne-energiesystemen binnen de grenzen van beschermde gezichten kan, voor zover het bestemmingsplan daarin voorziet, een omgevingsvergunning worden verleend mits:
- a)
de zonne-energiesystemen op een dak geplaatst worden;
- b)
wanneer er sprake is van een schuin dakvlak, de zonne-energiesystemen evenwijdig aan de nok en de aandaken van het dakvlak geplaatst worden en de afstand tot de frontons, kil- en hoekkepers, dakranden e.d. minstens 0,5 meter bedraagt;
- c)
de zonne-energiesystemen in een eenduidig, gesloten patroon worden aangebracht, afgestemd op reeds aanwezige voorzieningen zoals dakkapellen, dakvensters, loggia’s etc.
- d)
de zonne-energiesystemen terughoudend worden gedetailleerd.
- e)
de zonne-energiesystemen niet aangebracht worden op een van koper, zink, riet of een andere zeldzame dakbedekking voorzien dakvlak;
- f)
het dakvlak waarop de zonne-energiesystemen worden geplaatst in tact blijft;
- g)
er geen sprake is van een onevenredige aantasting van het beeld of de stedenbouwkundige of cultuurhistorische samenhang van het beschermde gezicht. Hiervan is onder andere sprake wanneer het gaat om:
- i.
een dakvlak dat door zijn hoogte of breedte domineert boven de gemiddelde bouwmassa van het beschermde gezicht;
- ii.
een dakvlak dat zich in een zichtas van straten, pleinen of parken bevindt;
- iii.
een dakvlak dat deel uitmaakt van een cultuurhistorisch waardevolle straat-, plein- of parkwand;
- iv.
een bijzondere dakvorm, zoals rond, spits of veelhoekig;
- v.
vacuümbuiscollectoren op een hellend dakvlak.
Artikel 6 Zonnebouwmateriaal
Voor het gebruik van zonnebouwmateriaal binnen de grenzen van beschermde gezichten kan, mits de cultuurhistorische waarden van het beschermd gezicht niet onevenredig worden aangetast door wezenlijke veranderingen in het stedenbouwkundig beeld, bepaald door situering, massa, kapvorm, hoogtematen, gevel- en raamindeling en gevelafwerking met kleur- en materiaalgebruik, zulks met inbegrip van waardevolle details, een omgevingsvergunning worden verleend.
Artikel 7 Complexen
In het geval van gebouwde complexen, bouwblokken, ensembles etc. binnen een beschermd gezicht zal de toepassing van zonne-energiesystemen en het gebruik van zonnebouwmaterialen op of aan de verschillende onderdelen in samenhang worden beoordeeld.
HOOFDSTUK 3
REGELS MET BETREKKING TOT HET BEVESTIGEN VAN ZONNE-ENERGIESYSTEMEN EN HET GEBRUIK VAN ZONNEBOUWMATERIALEN OP OF AAN MONUMENTEN
Artikel 8 Zonne-energiesystemen
Voor de plaatsing van zonne-energiesystemen op of aan een monument kan, voor zover het bestemmingsplan daarin voorziet, een omgevingsvergunning worden verleend mits:
- a)
de zonne-energiesystemen op een dak geplaatst worden;
- b)
wanneer er sprake is van een schuin dakvlak, de zonne-energiesystemen evenwijdig aan de nok en de aandaken van het dakvlak geplaatst worden en de afstand tot de frontons, kil- en hoekkepers, dakranden e.d. minstens 0,5 meter bedraagt;
- c)
de zonne-energiesystemen in een eenduidig, gesloten patroon worden aangebracht, afgestemd op reeds aanwezige voorzieningen zoals dakkapellen, dakvensters, loggia’s etc.
- d)
de zonne-energiesystemen terughoudend worden gedetailleerd;
- e)
het dakvlak waarop de zonne-energiesystemen worden geplaatst in tact blijft;
- f)
de zonne-energiesystemen niet aangebracht worden op een van koper, zink, riet of een andere zeldzame dakbedekking voorzien dakvlak;
- g)
de zonne-energiesystemen als losse elementen reversibel boven de bestaande dakbedekking gemonteerd worden;
- h)
de zonne-energiesystemen de aanwezige monumentale waarden niet aantasten;
- i)
er geen sprake is van andere alternatieven op het erf, op andere daken of dakvlakken, op bijgebouwen, op andere gebouwen of met andere energiesystemen;
- j)
er geen sprake is van een wezenlijke aantasting van het beeld van het monument of de directe omgeving daarvan. Van een wezenlijke verandering van het beeld is onder andere sprake wanneer een zonne-energiesysteem geplaatst wordt op:
- i.
een bijzondere dakvorm, zoals rond, spits of veelhoekig;
- ii.
bijzondere of kwetsbare materialen, zoals zeldzame typen dakpannen, riet, koper, zink, lood en leiden;
- iii.
pannen in een bijzonder of decoratief legpatroon;
- iv.
een dakvlak dat zich in een zichtas van straten, pleinen of parken bevindt;
- v.
of wanneer het gaat om vacuümbuiscollectoren op een hellend dakvlak.
Artikel 9 Zonnebouwmaterialen
Voor het gebruik van zonnebouwmateriaal op of aan monumenten kan, voor zover het bestemmingsplan daarin voorziet, een omgevingsvergunning worden verleend mits het zonnebouwmateriaal in voldoende mate visueel gelijk is aan het oorspronkelijke bouwmateriaal en er geen monumentale waarden worden aangetast.
Artikel 10 Zonnepanelen, zonnebouwmaterialen en zonnecollectoren binnen beschermde complexen, ensembles en beschermde tuinen en parken
Voor het aanbrengen van zonnepanelen en zonnecollectoren en het toepassen van zonnebouwmaterialen op daken van onderdelen van beschermde complexen, ensembles en op daken van gebouwen binnen beschermde tuinen en parken kan een omgevingsvergunning worden verleend mits:
- a.
er geen alternatieven zijn;
- b.
het plan voldoet aan de eisen voor monumenten zoals genoemd in art. 6;
- c.
het geen dak betreft in een zichtas van deze ensembles;
- d.
het niet gaat om een goed zichtbare plek in de groenaanleg.
HOOFDSTUK 4 SLOTBEPALINGEN
Artikel 11 Afwijkingsmogelijkheden
- 1.
Het college kan in afwijking van het bepaalde in de artikelen 5 tot en met 7 binnen de gebieden en boven de straat- en pleinwanden, zoals aangegeven op het bij deze beleidsregel behorende kaartoverzicht (bijlage 1, gebieden en straat- en pleinwanden waar cultuurhistorische waarden niet of nauwelijks aanwezig zijn of niet of nauwelijks worden geschaad) een omgevingsvergunning verlenen.
- 2.
Van het in artikel 8 tot en met 10 gestelde kan door het college in bijzondere gevallen worden afgeweken.
Artikel 12 Intrekking
De Beleidsregel zonne-energie op monumenten, vastgesteld op 7 mei 2019 wordt ingetrokken.
Artikel 13 Inwerkingtreding
Deze beleidsregel treedt in werking de dag na de bekendmaking.
Artikel 14 Citeertitel
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel zonne-energie op monumenten en in beschermde gezichten Roermond 2023.