Organisatie | Deurne |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Treasurystatuut 2023 |
Citeertitel | Treasurystatuut 2023 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Deze regeling vervangt het Treasurystatuut 2016.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-05-2023 | nieuwe regeling | 09-05-2023 |
De uitgaven en inkomsten van de gemeente lopen niet altijd synchroom. Soms leent de gemeente geld om tijdig aan verplichtingen te kunnen voldoen en soms heeft ze een (tijdelijk) overschot aan liquide middelen.
Deze inkomende en uitgaande geldstromen lopen via de treasuryfunctie. Doel van dit statuut is om deze geldstromen te sturen en te beheersen en toezicht te houden op de waarde van het vermogen, de financiele posities en de hieraan verbonden risico’s.
Het gemeentebestuur zal zorg moeten dragen voor een verantwoorde en adequate inrichting van treasury en moet de voorwaarden creeeren om treasury op een goede manier uit te voeren.
Naast het treasurystatuut neemt de gemeente jaarlijks een treasuryparagraaf op in zowel de begroting als in de jaarrekening.
Gelet op artikel 212 van de Gemeentewet en de Wet financiering decentrale overheden;
Gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 28 maart 2023;
Gezien het advies van de rekeningcommissie van 3 mei 2023;
Gelet op de Wet Financiering Decentrale Overheden;
In dit statuut wordt verstaan onder:
| Niet-verhandelbare belegging bij een bank (schatkist), waarbij een bedrag voor een vaste periode tegen een vast rentepercentage wordt weggezet. |
| Financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde. De onderliggende waarden kunnen financiële producten, zoals leningen of obligaties zijn. Derivaten worden onder andere ingezet om renterisico’s te sturen en financieringskosten te minimaliseren. |
| Landen hebben in het verdrag van Maastricht een norm afgesproken voor de beheersing van het financieringstekort. Het tekort mag in totaal niet meer bedragen dan 3% van het Bruto Binnenlands Product (BBP). Het tekort wordt per land bepaald aan de hand van het zogenaamde EMU-saldo. |
| Een instelling als bedoeld in artikel 1, onder b, van de Regeling uitzetting en derivaten decentrale overheden (Ruddo). |
| Het aantrekken van benodigde financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar. Deze middelen kunnen bestaan uit zowel eigen vermogen als vreemd vermogen. |
| De gemeente stelt zich borg voor een lening van een derde partij tegenover de geldverstrekker. Gedurende een bepaalde looptijd zoals vastgelegd in een overeenkomst verbindt de gemeente zich aan het nakomen van de rente- en aflossingsverplichtingen als de betrokken partij in gebreke blijft hiermee. |
| De activiteiten die nodig zijn om liquide middelen te beheren zowel binnen de organisatie zelf, als tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer). |
| De risico’s van mogelijke wijzigingen in de Liquiditeitenplanning en meerjaren investeringsplanning waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen. |
| Een bedrag op basis van de Wet Fido ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar. |
| Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen. |
| De risico’s op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van een tekort aan financiële middelen. |
| Het financieren en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar. |
| Een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven in de tijd. |
| Een overheid die bepaalde taken uitvoert binnen een bepaald ruimtelijk of inhoudelijk gebied. De belangrijkste openbare lichamen zijn het Rijk, de provincies, de gemeenten, gemeenschappelijke regelingen en de waterschappen. |
| |
| Taxatie van de kredietwaardigheid van een financiele onderneming of een land, bepaald door een ratingbureau |
| Systeem waarbij de (valutaire) debet- en creditsaldi van alle rekeningen van een organisatie worden samengevoegd tot één gecombineerd saldo, waarover de rente wordt berekend. |
| Het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeente door rentewijzigingen. |
| Een bij de aanvang van enig jaar op basis van de Wet Fido gefixeerd percentage van het begrotingstotaal van de gemeente dat bij de realisatie niet mag worden overschreden. |
| Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de voorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare, constante rentevergoeding. |
| |
| |
| Het door decentrale overheden verplicht aanhouden van overtollige middelen in de schatkist bij het ministerie van Financiën. |
| Hier wordt in dit statuut de provincie bedoelt die de taak heeft om financieel toezicht te houden op gemeenten |
| De treasuryfunctie zijn alle activiteiten voor het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De treasuryfunctie bestaat uit vier deelfuncties: risicobeheer, gemeentefinanciering, kasbeheer en debiteuren- en crediteurenbeheer. |
| Het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities. Kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode tot één jaar en langlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode van één jaar of langer. |
| Wet Financiering Decentrale Overheden. Hierin is het financieringsbeleid van openbare lichamen geregeld. |
4.3 Koersrisicobeheer/schatkistbankieren
De gemeente beperkt de koersrisico’s op uitzettingen waarbij de volgende uitgangspunten gelden:
Kredietrisicobeheer (of debiteurenrisicobeheer) is het in de hand houden van de risico’s die voortvloeien uit een mogelijke waardedaling van de vorderingspositie door het niet (tijdig) kunnen nakomen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van een tekort aan financiële middelen.
Bij het verstrekken van leningen uit hoofde van de publieke taak worden, indien mogelijk zekerheden of garanties geëist.
De uitgangspunten voor het debiteurenbeheer zijn vastgelegd in het invorderingsbeleid.
Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:
De gemeente wil gunstige c.q. marktconforme condities realiseren voor af te nemen financiële diensten. Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten:
Financiële instellingen moeten onder Nederlands of anders onder EER-toezicht1 vallen, zoals De Nederlandsche Bank en de Verzekeringskamer.
7. Administratieve organisatie en interne controle
7.1 Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle
In het kader van de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle:
De accountant toetst, in het kader van zijn algemene controleopdracht, de opzet, bestaan en werking van de administratieve- en interne controlemaatregelen.
De verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasuryfunctie van de gemeente staan in de tabel gedefinieerd. Zie bijlage 1.
Het vastleggen van bevoegdheden start vanuit het College van B&W. In onderstaande matrix zijn voor de belangrijkste treasury activiteiten de bevoegdheden opgenomen. Hierbij wordt rekening gehouden met een functiescheiding tussen: voorbereiden, beslissen, uitvoeren, registreren en controleren van de treasury activiteiten.
Het treasurystatuut geeft de kaders weer, waarbinnen de treasuryactiviteiten dienen te worden uitgevoerd. Het college stelt daarnaast jaarlijks een financieringsparagraaf op bij de begroting. Hierin wordt ingegaan op de wijze waarop concreet invulling wordt gegeven aan het treasurybeleid.
Het opstellen en hanteren van operationele informatie is de verantwoordelijkheid van de functionarissen die bij de uitvoering betrokken zijn. Zie hiervoor artikel 7.2.
In de financieringsparagraaf van de jaarrekening wordt opgenomen in hoeverre de beleidsvoornemens uit de paragraaf bij de begroting zijn uitgevoerd en wat de oorzaken zijn van eventuele afwijkingen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 9 mei 2023.
De griffier,
R.J.C.M. Rutten
De voorzitter,
G.T. Buter
Bijlage 1 Verantwoordelijkheden