Organisatie | Wageningen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels uitstroompremie Wageningen 2023 |
Citeertitel | Beleidsregels uitstroompremie Wageningen 2023 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-05-2023 | nieuwe regeling | 09-05-2023 |
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
klant: een inwoner van de gemeente Wageningen die jonger is dan de AOW-gerechtigde leeftijd en die een uitkering levensonderhoud ontvangt ingevolge de Participatiewet, een uitkering op grond van de Inkomensvoorziening voor oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) of een uitkering op grond van de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ);
Artikel 2. Voorwaarden uitstroompremie
Artikel 3. Hoogte uitstroompremie
Indien de klant een premie parttime werk, een premie vrijwilligerswerk en/of een premie onbetaalde arbeid ontvangt, kan de hoogte van de uitstroompremie worden verlaagd zodat het totaal aan ontvangen premies de maximale jaarlijkse vrijlating zoals bedoeld in artikel 31, lid 2, sub j, van de wet niet overschrijdt;
Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 9 mei 2023.
burgemeester en wethouders van Wageningen,
de secretaris,
J. de Wit
de burgemeester,
F. Vermeulen
Artikelsgewijze toelichting Beleidsregels uitstroompremie Gemeente Wageningen 2023
Het college heeft als wettelijke taak om klanten te ondersteunen bij arbeidsinschakeling. Werk maakt dat men (naar vermogen) kan meedoen, verantwoordelijkheden heeft, sociale contacten legt en zichzelf ontwikkelt. Werk maakt ook dat men uitkeringsonafhankelijk wordt. Dit draagt bij aan daling van de bijstandslasten.
Om inwoners naar werk te begeleiden kent gemeente Wageningen verschillende voorzieningen. Deze voorzieningen zijn vastgelegd in de Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Wageningen 2022. Eén van de voorzieningen die de gemeente kan inzetten om uitstroom naar betaald werk mogelijk te maken is de uitstroompremie. Hierbij ontvangt een langdurig werkloze een eenmalig bedrag als beloning voor uitstroom naar (fulltime) werk.
De voorziening uitstroompremie voorziening maakt het mogelijk om te stimuleren dat uitkeringsgerechtigden uitstromen naar werk en kunnen voorzien in hun eigen levensonderhoud.
Het toekennen van een uitstroompremie kan een inwoner stimuleren om algemeen geaccepteerd arbeid te ervaren. Bijvoorbeeld wanneer werk beschikbaar is dat niet voldoet aan de wensen van de werkzoekende, maar dat wel bijdraagt aan terugkeer op de arbeidsmarkt. De uitstroompremie kan tevens bijdragen aan het verminderen van armoedeval wanneer iemand uitkeringsonafhankelijk wordt. Inkomensafhankelijke toeslagen kunnen komen te vervallen wanneer iemand vanuit een uitkering uitstroomt naar werk. Een uitstroompremie kan inwoners met een uitkering ook stimuleren om de overstap van parttime werk (eventueel met een premie) naar fulltime werk te maken.
De uitstroompremie wordt toegekend aan personen die minstens 12 maanden afhankelijk zijn geweest van een uitkering van het college. Bij deze personen is er sprake van een relatief lange afstand tot de arbeidsmarkt. Het is niet de bedoeling dat inwoners die relatief snel aan het werk kunnen worden gecompenseerd voor uitstroom; zij hebben immers een korte afstand tot de arbeidsmarkt.
Er is gekozen voor een uitstroompremie ter hoogte van €1.500,-. Dit is onder voorbehoud van verrekening met overige (lokale) premies. In artikel 31, lid 2, sub j, van de wet is een maximale hoogte van een één- of tweemalige premie vastgesteld. Met een uitstroompremie van €1.500,- is het mogelijk om gedurende 6 maanden de maximale premie parttime werk te ontvangen om vervolgens uit te stromen naar fulltime werk. Dit maakt dat parttime werken, eventueel als opstap naar fulltime werk, nog steeds zal lonen.
Op grond van de maximale vrijlating zoals deze op 1 januari 2023 in de wet is opgenomen illustreert een rekenvoorbeeld de samenloop van de premie parttimewerk en de uitstroompremie het best. Hierin is uitgegaan van de maximale vrijlating van €2.934,-.
* De premie parttime werk kan voor maximaal 6 maanden worden toegekend.
** Het totaal aan maximale premies uit parttime werk en uitstroompremies overschrijdt de maximale vrijlating met €6,-. Op grond van artikel 3 lid 2 van deze beleidsregels kunnen deze premies met elkaar verrekend worden om te komen tot een maximum vrijlating van €2.934,- (geldig vanaf 1 januari 2023). Bij het beoordelen van een aanvraag voor een uitstroompremie zal dus gekeken moeten worden of iemand in datzelfde kalenderjaar ook de volledige premie parttime werk (of een overige premie) heeft ontvangen. In de praktijk zal dit in een zeer enkel geval voorkomen.
Artikel 2. Voorwaarden uitstroompremie
In artikel 2, lid 1, sub c van deze beleidsregels is opgenomen dat de inwoner moet uitstromen naar algemeen geaccepteerde arbeid. Het gaat dan om werk dat algemeen maatschappelijk geaccepteerd is. En dat altijd passend is, ook al voldoet het werk niet volledig aan alle wensen van de werkzoekende. Onder sub d is opgenomen dat de uitstroompremie aangevraagd kan worden tussen de 7 en 12 maanden na ingang van het dienstverband. De termijn van 7 maanden is duurzaam genoeg om iemand te belonen. De keuze voor een aanvraag is gemaakt omdat het college na 7 maanden niet langer over de informatie beschikt om te besluiten tot toekenning van de premie. De inwoner zal dus moeten aantonen dat hij minstens 7 maanden uitkeringsonafhankelijk is. Bijvoorbeeld door middel van het meesturen van een loonstrookje bij de aanvraag. Onder sub e is opgenomen dat de uitstroompremie moet bijdragen aan arbeidsinschakeling van de klant. Het is immers bedoeld als re-integratievoorziening. Wel kan het college actief wijzen op de aanvraagmogelijkheid van de uitstroompremie.
In artikel 2, lid 2 is opgenomen dat een uitstroompremie één keer kan worden toegekend. Het moet immers lonen om duurzaam uit te stromen.
Onder lid 4 is opgenomen dat een uitstroompremie niet wordt toegekend als een klant zijn arbeids-, inlichtingen- of re-integratieverplichtingen niet nakomt en hierop een maatregel is opgelegd. Hiermee wordt voorkomen dat de uitstroompremie als betaalmiddel voor handhavingsmaatregelen kan worden ingezet. De uitstroompremie dient immers als beloning. Bij het niet nakomen van de inlichtingenplicht gaat het bijvoorbeeld om het niet doorgeven van extra inkomsten, zoals een erfenis.
Artikel 3. Hoogte uitstroompremie
De keuze voor de hoogte van de uitstroompremie is nader uitgewerkt onder de toelichting van artikel 1. Voor lid 3 geldt dat gehuwden, of in het algemeen als partners geregistreerden, gezamenlijk een maximale jaarlijkse vrijlating kennen zoals in artikel 31, lid 2, sub j van de wet. Dit om terugvordering te voorkomen.