Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Wageningen

Beleidsregels uitstroompremie Wageningen 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWageningen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels uitstroompremie Wageningen 2023
CiteertitelBeleidsregels uitstroompremie Wageningen 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 31, tweede lid, van de Participatiewet
  2. Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Wageningen 2022
  3. titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-05-2023nieuwe regeling

09-05-2023

gmb-2023-209602

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels uitstroompremie Wageningen 2023

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Wageningen,

gelet op:

  • -

    artikel 31, lid 2, onder j van de Participatiewet;

  • -

    artikel 4.4 van de Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Wageningen 2022.

Mede gelet op titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Overwegende:

  • -

    Het college op grond van artikel 7 van de Participatiewet haar inwoners ondersteunt bij arbeidsinschakeling;

  • -

    Dat een uitstroompremie kan dienen als stimulans voor langdurig werklozen om uit te stromen naar (fulltime) werk;

  • -

    Dat het college het eerlijk vindt om inwoners te belonen die na een langdurig beroep op een uitkering van het college hier niet langer van afhankelijk zijn door uitstroom naar werk;

  • -

    Dat door de gemeenteraad van Wageningen de uitstroompremie als re-integratievoorziening is opgenomen in de Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Wageningen 2022;

  • -

    Dat het gewenst is om beleidsregels vast te stellen voor de uitvoering van de uitstroompremie als re-integratievoorziening;

  • -

    Dat het college uitstroom naar werk blijvend wil stimuleren;

Besluit vast te stellen de volgende beleidsregels:

 

Beleidsregels uitstroompremie Wageningen 2023

Artikel 1. Definities

  • 1.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      college: het college van burgemeester en wethouders van gemeente Wageningen;

    • b.

      klant: een inwoner van de gemeente Wageningen die jonger is dan de AOW-gerechtigde leeftijd en die een uitkering levensonderhoud ontvangt ingevolge de Participatiewet, een uitkering op grond van de Inkomensvoorziening voor oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) of een uitkering op grond van de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ);

    • c.

      langdurig werkloze: een klant die gedurende minimaal 12 aaneengesloten maanden afhankelijk is geweest van een uitkering van het college;

    • d.

      inkomsten uit arbeid: inkomsten uit arbeid in loondienst of uit werkzaamheden uit eigen onderneming c.q. zelfstandige en/of bedrijfs- of beroepsmatige werkzaamheden op bescheiden schaal;

    • e.

      uitstroompremie: een éénmalige premie die kan worden toegekend aan een langdurig werkloze die minstens 7 maanden niet langer afhankelijk is van een uitkering van het college;

    • f.

      verordening: de Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Wageningen 2022;

    • g.

      wettelijke vrijlatingsregelingen: de regelingen omtrent het vrijlaten van inkomsten zoals geregeld in de Participatiewet (artikel 31, lid 2, onder n, r, of y);

    • h.

      wet: de Participatiewet.

  • 2.

    De overige begrippen in deze beleidsregels worden in dezelfde betekenis gehanteerd als in de wet en in de verordening.

Artikel 2. Voorwaarden uitstroompremie

  • 1.

    Het college kan een uitstroompremie toekennen aan een langdurig werkloze die uitstroomt naar algemeen geaccepteerde arbeid en daardoor niet langer afhankelijk is van een uitkering van het college. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:

    • a.

      De klant heeft een aaneengesloten periode van 12 maanden of langer recht gehad op een uitkering van het college;

    • b.

      De klant heeft nog niet eerder een uitstroompremie ontvangen;

    • c.

      De klant stroomt uit naar algemeen geaccepteerde arbeid;

    • d.

      De klant vraagt de uitstroompremie aan na 7 maanden maar binnen 12 maanden na ingang van zijn dienstverband;

    • e.

      De uitstroompremie draagt bij aan arbeidsinschakeling van de klant.

  • 2.

    De uitstroompremie kan per uitkeringsdossier maximaal één keer worden toegekend. Bij terugval in de bijstand kan de uitstroompremie niet een tweede keer worden toegekend als de klant opnieuw langdurig werkloos wordt en uitstroomt;

  • 3.

    Er wordt geen uitstroompremie toegekend als:

    • a.

      Aan de klant op grond van het niet voldoen aan zijn arbeids- of re-integratieverplichtingen (artikel 9 van de wet) een maatregel werd opgelegd (artikel 18 van de wet); of

    • b.

      Aan de klant op grond van het niet voldoen aan de inlichtingenplicht (artikel 17, lid 1 van de wet) een bestuurlijke boete werd opgelegd (artikel 18a van de wet).

    Dit geldt bij a. voor de duur van de opgelegde maatregel en bij b. voor een periode van maximaal 12 maanden vanaf de datum van het opleggen van deze maatregel of de boete.

Artikel 3. Hoogte uitstroompremie

  • 1.

    De uitstroompremie bedraagt eenmalig €1.500,-;

  • 2.

    Indien de klant een premie parttime werk, een premie vrijwilligerswerk en/of een premie onbetaalde arbeid ontvangt, kan de hoogte van de uitstroompremie worden verlaagd zodat het totaal aan ontvangen premies de maximale jaarlijkse vrijlating zoals bedoeld in artikel 31, lid 2, sub j, van de wet niet overschrijdt;

  • 3.

    Voor gehuwden geldt dat het bepaalde in het vorige lid voor hen tezamen geldt.

Artikel 4. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op 1 mei 2023;

  • 2.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als: ‘Beleidsregels uitstroompremie Wageningen 2023’.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 9 mei 2023.

burgemeester en wethouders van Wageningen,

de secretaris,

J. de Wit

de burgemeester,

F. Vermeulen

Artikelsgewijze toelichting Beleidsregels uitstroompremie Gemeente Wageningen 2023

Inleiding

Het college heeft als wettelijke taak om klanten te ondersteunen bij arbeidsinschakeling. Werk maakt dat men (naar vermogen) kan meedoen, verantwoordelijkheden heeft, sociale contacten legt en zichzelf ontwikkelt. Werk maakt ook dat men uitkeringsonafhankelijk wordt. Dit draagt bij aan daling van de bijstandslasten.

 

Om inwoners naar werk te begeleiden kent gemeente Wageningen verschillende voorzieningen. Deze voorzieningen zijn vastgelegd in de Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Wageningen 2022. Eén van de voorzieningen die de gemeente kan inzetten om uitstroom naar betaald werk mogelijk te maken is de uitstroompremie. Hierbij ontvangt een langdurig werkloze een eenmalig bedrag als beloning voor uitstroom naar (fulltime) werk.

 

De voorziening uitstroompremie voorziening maakt het mogelijk om te stimuleren dat uitkeringsgerechtigden uitstromen naar werk en kunnen voorzien in hun eigen levensonderhoud.

 

Het toekennen van een uitstroompremie kan een inwoner stimuleren om algemeen geaccepteerd arbeid te ervaren. Bijvoorbeeld wanneer werk beschikbaar is dat niet voldoet aan de wensen van de werkzoekende, maar dat wel bijdraagt aan terugkeer op de arbeidsmarkt. De uitstroompremie kan tevens bijdragen aan het verminderen van armoedeval wanneer iemand uitkeringsonafhankelijk wordt. Inkomensafhankelijke toeslagen kunnen komen te vervallen wanneer iemand vanuit een uitkering uitstroomt naar werk. Een uitstroompremie kan inwoners met een uitkering ook stimuleren om de overstap van parttime werk (eventueel met een premie) naar fulltime werk te maken.

 

Artikel 1. Definities

De uitstroompremie wordt toegekend aan personen die minstens 12 maanden afhankelijk zijn geweest van een uitkering van het college. Bij deze personen is er sprake van een relatief lange afstand tot de arbeidsmarkt. Het is niet de bedoeling dat inwoners die relatief snel aan het werk kunnen worden gecompenseerd voor uitstroom; zij hebben immers een korte afstand tot de arbeidsmarkt.

 

Er is gekozen voor een uitstroompremie ter hoogte van €1.500,-. Dit is onder voorbehoud van verrekening met overige (lokale) premies. In artikel 31, lid 2, sub j, van de wet is een maximale hoogte van een één- of tweemalige premie vastgesteld. Met een uitstroompremie van €1.500,- is het mogelijk om gedurende 6 maanden de maximale premie parttime werk te ontvangen om vervolgens uit te stromen naar fulltime werk. Dit maakt dat parttime werken, eventueel als opstap naar fulltime werk, nog steeds zal lonen.

 

Op grond van de maximale vrijlating zoals deze op 1 januari 2023 in de wet is opgenomen illustreert een rekenvoorbeeld de samenloop van de premie parttimewerk en de uitstroompremie het best. Hierin is uitgegaan van de maximale vrijlating van €2.934,-.

 

Maximale premie parttime werk

Maximale uitstroompremie

Totaal aan premies

Per maand

€240,-

-

-

Per jaar

€1.440,-*

€1.500,-

€2.940,-**

 

* De premie parttime werk kan voor maximaal 6 maanden worden toegekend.

** Het totaal aan maximale premies uit parttime werk en uitstroompremies overschrijdt de maximale vrijlating met €6,-. Op grond van artikel 3 lid 2 van deze beleidsregels kunnen deze premies met elkaar verrekend worden om te komen tot een maximum vrijlating van €2.934,- (geldig vanaf 1 januari 2023). Bij het beoordelen van een aanvraag voor een uitstroompremie zal dus gekeken moeten worden of iemand in datzelfde kalenderjaar ook de volledige premie parttime werk (of een overige premie) heeft ontvangen. In de praktijk zal dit in een zeer enkel geval voorkomen.

 

Artikel 2. Voorwaarden uitstroompremie

In artikel 2, lid 1, sub c van deze beleidsregels is opgenomen dat de inwoner moet uitstromen naar algemeen geaccepteerde arbeid. Het gaat dan om werk dat algemeen maatschappelijk geaccepteerd is. En dat altijd passend is, ook al voldoet het werk niet volledig aan alle wensen van de werkzoekende. Onder sub d is opgenomen dat de uitstroompremie aangevraagd kan worden tussen de 7 en 12 maanden na ingang van het dienstverband. De termijn van 7 maanden is duurzaam genoeg om iemand te belonen. De keuze voor een aanvraag is gemaakt omdat het college na 7 maanden niet langer over de informatie beschikt om te besluiten tot toekenning van de premie. De inwoner zal dus moeten aantonen dat hij minstens 7 maanden uitkeringsonafhankelijk is. Bijvoorbeeld door middel van het meesturen van een loonstrookje bij de aanvraag. Onder sub e is opgenomen dat de uitstroompremie moet bijdragen aan arbeidsinschakeling van de klant. Het is immers bedoeld als re-integratievoorziening. Wel kan het college actief wijzen op de aanvraagmogelijkheid van de uitstroompremie.

 

In artikel 2, lid 2 is opgenomen dat een uitstroompremie één keer kan worden toegekend. Het moet immers lonen om duurzaam uit te stromen.

 

Onder lid 4 is opgenomen dat een uitstroompremie niet wordt toegekend als een klant zijn arbeids-, inlichtingen- of re-integratieverplichtingen niet nakomt en hierop een maatregel is opgelegd. Hiermee wordt voorkomen dat de uitstroompremie als betaalmiddel voor handhavingsmaatregelen kan worden ingezet. De uitstroompremie dient immers als beloning. Bij het niet nakomen van de inlichtingenplicht gaat het bijvoorbeeld om het niet doorgeven van extra inkomsten, zoals een erfenis.

 

Artikel 3. Hoogte uitstroompremie

De keuze voor de hoogte van de uitstroompremie is nader uitgewerkt onder de toelichting van artikel 1. Voor lid 3 geldt dat gehuwden, of in het algemeen als partners geregistreerden, gezamenlijk een maximale jaarlijkse vrijlating kennen zoals in artikel 31, lid 2, sub j van de wet. Dit om terugvordering te voorkomen.

 

Artikel 4. Inwerkingtreding en citeertitel

Dit artikel spreekt voor zich.