Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
West Betuwe

Integraal Veiligheidsplan 2023-2026 West Betuwe

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWest Betuwe
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingIntegraal Veiligheidsplan 2023-2026 West Betuwe
CiteertitelIntegraal Veiligheidsplan 2023-2026 West Betuwe
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 38b, eerste lid, van de Politiewet 2012

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-05-2023nieuwe regeling

25-04-2023

gmb-2023-208796

Tekst van de regeling

Intitulé

Integraal Veiligheidsplan 2023-2026 West Betuwe

 

1 | Inleiding

In artikel 38b lid 1 van de Politiewet 2012 is vastgelegd dat de gemeenteraad de doelen en prioriteiten op het gebied van veiligheid één keer per vier jaar bepaalt. De gemeenteraad heeft daarmee een middel om te sturen op het lokale veiligheidsbeleid en de prioriteiten in de aanpak van veiligheidsproblemen. Deze doelen en prioriteiten worden vastgelegd in een Integraal Veiligheidsplan (IVP), een beleidsplan op hoofdlijnen. Dit IVP 2023-2026 beschrijft het veiligheidsbeleid van de gemeente West Betuwe voor de komende vier jaren. Het bouwt voort op de behaalde resultaten uit het IVP 2020-2022. Deze voorloper had als missie: “Het streven naar een veilige, leefbare en gezonde samenleving voor bezoekers en inwoners. Het bereiken van zowel fysieke als sociale veiligheid moet worden gerealiseerd door middel van integraal samenwerken van partners, preventief optreden en gebiedsgericht werken. Ook bewoners spelen hierin een belangrijke rol door ook een eigen verantwoordelijkheid te nemen en bij te dragen aan een veilige en leefbare samenleving”. In de afgelopen drie jaar is hier hard aan gewerkt, waardoor het merendeel van de gestelde doelen is behaald.

 

Het voorliggend IVP 2023-2026 is gebaseerd op een aantal pijlers, te weten:

  • 1.

    De landelijke veiligheidsagenda.

  • 2.

    Het Meerjarenbeleidsplan (MJBP) van de politie Oost-Nederland.

  • 3.

    Het coalitieakkoord “West Betuwe In Beweging 2022-2026”.

  • 4.

    Prioritering thema’s naar aanleiding van de beeldvormende gemeenteraad 4 oktober 2022.

  • 5.

    Programmabegroting 2023.

  • 6.

    Uitkomsten van de veiligheidsanalyse (o.a. uitkomsten Swipocratie, gemeentelijke cijfers, Waar staat je gemeente, aandachtspunten en landelijke/regionale/lokale ontwikkelingen).

Dit plan laat zien welke thema’s, doelen en aanpak zijn gekozen voor de periode 2023 tot en met 2026. In de keuze van de geprioriteerde thema’s hebben wij ons laten leiden door de vraag waar wij vanuit gemeentelijk oogpunt invloed op hebben en/of een bijdrage aan kunnen leveren. Het is een richtinggevend plan op hoofdlijnen. In vier jaar tijd kan veel gebeuren. Het laat dan ook ruimte voor flexibiliteit. Zo kunnen we inspelen op de actualiteit, zonder daarbij het einddoel uit het oog te verliezen. Veiligheid staat niet op zichzelf, maar maakt deel uit van een breder beleidsspectrum. In dit IVP benoemen we raakvlakken en leggen we verbindingen. Daarnaast maakt veiligheid deel uit van een bovenlokale aanpak. Deze is beschreven in deel A van dit veiligheidsplan.

 

Eens in de twee jaar stelt het college een uitvoeringsprogramma vast waarin het de eventuele afzonderlijke doelen per thema vastlegt. Met trots bieden wij u het Integraal Veiligheidsplan 2023-2026 van de gemeente West Betuwe aan. Uw veiligheid is onze veiligheid.

 

Het college van burgemeester en wethouders

2 | In een breder perspectief

2.1 Reikwijdte | Van landelijk naar lokaal

Voor de planvorming en prioriteiten van de Landelijke Veiligheidsagenda, de Eenheid Oost-Nederland, het District Gelderland-Zuid en Basisteam De Waarden verwijzen wij u naar het Integraal Veiligheidsplan De Waarden 2023-2026 (zie bijlage 1) als zijnde “Deel A”. Het IVP de Waarden kent de volgende vier prioriteiten: Zorg en Veiligheid, Jeugd, Drugs en Cybercrime.

 

West Betuwe

De problemen die in gemeenten op openbare orde en veiligheidsgebied spelen, zijn sterk uiteenlopend van aard. Drugsoverlast, huiselijk geweld, wanordelijkheden, branden en crises zijn slechts een greep uit een groter geheel. Gemeenten, specifiek burgemeesters, moeten daarbij zorgen voor toezicht en handhaving en wanneer regels, zoals de Algemene plaatselijke verordenring (Apv) niet worden nageleefd, soms maatschappelijk gevoelige en gecompliceerde juridische afwegingen maken.

 

Sociale veiligheid betreft, in algemene zin, de veiligheid rond sociale (intermenselijke) relaties en activiteiten. In die zin is er een directe relatie met de beleidsterreinen binnen het sociaal domein bijvoorbeeld op het terrein van jeugd en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De samenwerking met het sociaal domein is nodig voor preventie, vroegsignalering, begeleiding en ondersteuning van kwetsbare mensen op het gebied van (gezondheids-)zorg, jeugd, welzijn en onderwijs. Hiermee proberen we risico’s op veiligheidsproblemen voor henzelf en hun omgeving te voorkomen. In dit plan komt deze relatie expliciet naar voren binnen de thema’s jeugd en zorg & veiligheid (kwetsbare inwoners).

 

Fysieke veiligheid betreft de zorg voor bijvoorbeeld verkeersveiligheid, brandveiligheid en externe veiligheid (dit laatste betreft bijvoorbeeld de risico's voor mens en milieu bij gebruik, opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen).

 

Het IVP 2023-2026 bestaat uit een regionaal deel op Basisteam De Waarden niveau (deel A) en een lokaal deel voor West Betuwe (deel B). Het betreft beleid met daarin onze prioriteiten voor de komende vier jaar, waarbij ruimte is voor ieders lokale inbreng en dat is opgesteld en vormgegeven in samenwerking met onze veiligheidspartners.

 

Het regionaal IVP 2023-2026 (deel A) heeft met name betrekking op de (sociale) veiligheid. Fysieke veiligheid1 valt daarmee in principe buiten de scope van dit regionale beleidskader. Daarom benoemen we veiligheidsvraagstukken op het gebied van fysieke veiligheid in de lokale prioriteiten.

3 | De Basis

3.1 Uitgangspunten

Bij het opstellen van dit beleid hebben we een aantal uitgangspunten geformuleerd. Deze uitgangspunten zijn de leidraad geweest bij het maken van keuzes in de prioritering en de aanpak. We kunnen immers niet alles oppakken en het aanbrengen van focus helpt ons om de goede dingen te doen. En de goede dingen goed te doen.

  • 1.

    We willen kerngericht werken

  • We zetten in op veiligheid, leefbaarheid en het veiligheidsgevoel van onze inwoners in een kern. Bij de kerngerichte aanpak worden thema’s en de hotspots in de kern in kaart gebracht en bekeken wat de achterliggende (sociale) oorzaken zijn. Goede informatiedeling en integrale samenwerking met en tussen het sociaal domein, team handhaving, de wijkagenten, de woningcorporaties, inwoners en ondernemers zijn hierbij noodzakelijk.

  • 2.

    We zetten in op het vergroten van de weerbaarheid en het vergroten van zelfredzaamheid van inwoners, bedrijven en onze ketenpartners

    Onze inwoners, bedrijven en ketenpartners mogen verwachten dat de gemeente zich inzet voor de veiligheid. De gemeente kan echter niet overal voor zorgen. De inwoners, bedrijven en ketenpartners zijn daarom belangrijker geworden in de aanpak van veiligheidszaken. Zij hebben ook een verantwoordelijkheid als het om veiligheid gaat. Sociale cohesie is hierbij belangrijk. Dit betekent dat we oog voor elkaar hebben en elkaar waar dat nodig is helpen en aanspreken. Initiatieven van inwoners/instellingen op het gebied van veiligheid moedigen we aan.

  • 3.

    We willen aan de voorkant komen van de problematiek. Preventief en vroeg signaleren heeft de voorkeur boven achteraf reageren; waar nodig treden we repressief op

    Naast een duidelijke prioritering, is het voor een effectief veiligheidsbeleid van belang dat er sprake is van een passend en volledig pakket maatregelen. Er moet een logische opbouw en samenhang zitten in de combinatie van alle maatregelen. Eén van de belangrijke elementen waar we in de combinatie naar kijken is de verhouding tussen preventieve en repressieve maatregelen. Als gemeente hebben we voornamelijk een rol in het voorkomen van problemen op het gebied van veiligheid, daarom zijn preventieve maatregelen voor ons van grote waarde. Er zijn echter ook repressieve maatregelen nodig om de veiligheid te waarborgen. Deze repressieve maatregelen kunnen een basis hebben in zowel het bestuursrecht als het strafrecht. Hard ingrijpen waar nodig en voorkomen waar dat kan. Oftewel: symptomen kun je blijven bestrijden, de oorzaak hoef je maar één keer weg te nemen. Vanuit deze gedachte zetten wij zoveel mogelijk in op vroegsignalering en preventie.

  • 4.

    We werken integraal en betrekken onze partners (lokaal en regionaal)

    Partnerschap is een belangrijke succesfactor. Het is belangrijk om een probleem samen aan te pakken en te investeren op netwerken, want dan bereik je het meest. Partnerschap is ook wederkerig. Samen met ketenpartners willen we zoveel mogelijk barrières opwerpen tegen (het gevoel van) onveiligheid en overlast. Bestuurlijke, strafrechtelijke en fiscale instrumenten kunnen hierbij gecombineerd worden. Ook privaatrechtelijke mogelijkheden en zorginterventies behoren tot het instrumentarium. In de aanpak zoeken we ook naar bredere en aanvullende coalities.

  • 5.

    We willen onze informatiepositie blijven versterken en werken waar nodig data- en informatiegestuurd

    Veiligheid in de gemeenten is niet alleen af te lezen aan cijfers. Dat geeft soms een vertekend beeld van de werkelijkheid. De afgelopen jaren is de noodzaak tot het versterken van de informatiepositie steeds meer zichtbaar geworden. Door het verder benutten en analyseren van beschikbare data en het combineren van informatie is effectief en efficiënt sturen op veiligheid steeds meer mogelijk. Het biedt handvatten voor proactieve inzichten en preventieve acties. We kiezen onze maatregelen op basis van goede analyses. We zijn daarbij flexibel en spelen met onze aanpak in op ontwikkelingen en onverwachte gebeurtenissen.

  • 6.

    We hebben oog voor de menselijke maat in alle veiligheidsvraagstukken

    In elke situatie maken we een zorgvuldige afweging wat noodzakelijk is en wat bijdraagt aan onze integrale veiligheid- en leefbaarheidsdoelen. Als het gaat om veiligheidsvraagstukken van onze inwoners en ondernemers is een integrale benadering de rode draad in de aanpak. In multidisciplinaire overleggen wordt een integraal plan van aanpak gemaakt, waarin de nadruk kan liggen op civielrechtelijke, strafrechtelijke of bestuursrechtelijke maatregelen, hulpverlening of een combinatie hiervan. Denk hierbij aan een gebiedsverbod, samenscholingsverbod, bemoeizorg, inzet van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), gedragsaanwijzingen in het kader van de Wet aanpak woonoverlast of de Wet tijdelijk huisverbod, etc.

3.2 Trends en ontwikkelingen

Wanneer we kijken naar de cijfers en ontwikkelingen in de samenleving over de laatste twee jaren (2021 en 2022), zien we het volgende:

  • een lichte daling van het aantal meldingen bij de politie: van 2.302 (20212 ) naar 2.215 (2022);

  • een flinke daling van het aantal meldingen overlast jeugd, van 411 (2021) naar 235 (2022);

  • een toename van incidenten met kwetsbare- en/of personen met onbegrepen gedrag, van 173 (2021) naar 214 (2022);

  • een redelijk gelijk blijvend aantal woninginbraken en kans op slachtofferschap, van 49 (2021) naar 51 (2022);

  • het aantal incidenten op het gebied van horizontale fraude/digitale oplichting daalt, van 310 (2021) naar 232 (2022);

  • een verharding van ondermijnende criminaliteit;

  • een toename van maatschappelijke en sociale onrust;

  • een dalend vertrouwen in de overheid;

  • meer maatschappelijke vraagstukken worden bij de gemeente neergelegd, veelal (deels) bij veiligheid;

  • de huidige maatschappelijke ontwikkelingen (stijging energiekosten, inflatie3 ) zorgen voor een toename van de druk op een grotere groep inwoners en creëren nieuwe risico’s voor veiligheidsproblematiek.

3.2.1 Betekenis van cijfers

Cijfers alleen zeggen niet altijd alles. Zo is een stijging van overlastmeldingen niet altijd negatief als de politie en/of de gemeente inwoners juist oproept om overlast te melden of kunnen meerdere meldingen over één locatie of onderwerp gaan. Daarnaast kunnen we niet alles meten. We zullen dus altijd zaken moeten duiden, waarbij de achterliggende oorzaak van de problematiek net zo, of misschien wel interessanter kan zijn dan het cijfer zelf. En anderzijds, waar cijfers iets zeggen, is het vaak lastig om hierbij aan te geven in hoeverre een enkel instrument hier invloed op heeft.

 

3.3 (Keten)partners | Relevante beleidsvelden

De uitvoering van het IVP kan alleen effectief zijn wanneer alle betrokken partners, zowel intern als extern, op een goede manier samenwerken.

 

Voor toezicht en handhaving in de openbare ruimte en voor het opsporen van strafbare feiten worden, naast de politie, ook buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) ingezet. Deze boa’s vervullen een steeds belangrijkere rol en worden steeds zichtbaarder op straat. Dit is een landelijke tendens. We zetten boa’s in voor de leefbaarheid en veiligheid op lokaal niveau, waar ze onder andere toezicht houden en waar nodig handhaven op jeugd- en wijkoverlast (bijvoorbeeld ook vuurwerk), inzet bij evenementen en eventueel bij demonstraties. Daarnaast zien zij toe op de horeca en spelen zij een rol in integrale controles of ondermijningszaken. Dit doen zij zowel preventief als repressief. De afgelopen jaren hebben boa’s, onder andere vanwege diverse maatschappelijke ontwikkelingen en de knellende capaciteit bij de politie, extra taken en bevoegdheden gekregen en zijn ze meer op de voorgrond getreden. Het is cruciaal dat boa’s hun werk veilig kunnen doen en dat handhavingsjuristen opvolging kunnen geven aan het bestuurlijke traject. De samenwerking tussen boa’s en de politie is van belang voor de aanpak van lokale veiligheidsvraagstukken. Deze gaan we in deze beleidsperiode verder optimaliseren, waarbij de samenwerking niet afhankelijk is van individuele lokale stakeholders. De boa kan zelfstandig(er) optreden, maar ook rekenen op back-up van de politie als de situatie daarom vraagt. En andersom ook: de politie kan een beroep doen op inzet en ondersteuning van de boa. Bij samenwerking gaat het onder andere om het efficiënt en effectief inzetten van schaarse opsporings- en handhavingscapaciteit. Dit is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de gemeente en de politie. Operationele samenwerking vindt in de praktijk wel plaats, maar is nog niet overal geborgd in afspraken over bijvoorbeeld taakverdeling, back-up en informatiedeling. Lokale veiligheidsvraagstukken vragen een integrale aanpak. Deel A van het IVP is de basis voor de operationele samenwerking.

 

Daarnaast is ook samenwerking met vrijwel alle andere beleidsvelden binnen de gemeente belangrijk, denk daarbij aan communicatie, zorg/welzijn, jeugd, economie, verkeer, Apv vergunningen, milieu, bouwen en wonen, gebiedsmakelaars en juridische zaken. Evenals de samenwerking met bijvoorbeeld de externe partners, zoals de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ), Buurtbemiddeling Elk Welzijn, het OM, de Belastingdienst, Halt, de Omgevingsdienst Rivierenland (ODR), jongerenwerkers, het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC), het Zorg- en Veiligheidshuis (ZVH) in Tiel, het Landelijk Bureau Bibob (LBB) en Meld Misdaad Anoniem (M.)

4 | Doelen en prioriteiten 2023-2026

West Betuwe is een gemeente waar kinderen een veilige plek hebben om op te groeien, inwoners zich vrij kunnen bewegen, recreëren en prettig wonen. We handhaven het huidige veiligheidsniveau en versterken het daar waar dat nodig is. Om deze ambitie te bereiken, werken we intensief samen met inwoners, ondernemers, maatschappelijke instellingen en veiligheidspartners.

 

4.1 Algemene doelen

De algemene doelen voor de periode 2023-2026 zijn:

  • minimaal gelijk blijvend of een toename van het veiligheidsgevoel;

  • verhogen van de weerbaarheid;

  • verankeren van de veiligheid in de kernen, wijken en buurten;

  • afname van criminaliteit;

  • voorkomen en bestrijden van incidenten en verstoringen van de openbare orde.

4.2 Strategische doelen en prioriteiten

Omdat niet alles kan, moeten we aantal prioriteiten benoemen. Prioriteiten zorgen voor focus en richting. Prioriteren wil overigens niet zeggen dat andere veiligheidsthema’s geen aandacht krijgen: ze krijgen alleen géén extra aandacht de komende jaren.

 

Op basis van de benoemde kaders/pijlers4 , trends en ontwikkelingen is een drietal strategische thema’s en prioriteiten benoemd, waar we ons de komende jaren extra of aanvullend op de in deel A (bijlage 1) genoemde prioriteiten op gaan richten. Het gaat om de volgende overkoepelende strategische thema’s:

  • 1.

    Zorg en Veiligheid

  • 2.

    Ondermijning/georganiseerde criminaliteit en (digitale) weerbaarheid

  • 3.

    Zelfredzaamheid en bewustwording

In de hierop volgende paragrafen worden deze strategische thema’s en prioriteiten verder uitgewerkt. In separate Uitvoeringsprogramma Veiligheid 2023-2024 worden deze vertaald naar concrete (verbeter)projecten en acties. Veiligheidsproblematiek is echter niet altijd voorspelbaar. Er kunnen zich problemen voordoen die niet voorzienbaar zijn, maar die wel zo urgent zijn dat ze direct moeten worden aangepakt. Daarom houden we ook ruimte om flexibel in te kunnen spelen op (lokale) actuele problemen of urgente situaties.

 

4.3 Prioriteit 1 | Zorg en Veiligheid

Wekelijks krijgen de gemeente, politie en ketenpartners meldingen van overlast, (huiselijk) geweld en over personen met onbegrepen gedrag. De afgelopen jaren is de samenwerking tussen het sociaal domein en veiligheid geïntensiveerd. Maatschappelijke ontwikkelingen maakten dit mede nodig. Door onder andere de extramuralisering5 van de zorg, tekort aan woningen, tekort aan personeel en het effect van corona neemt de zorg/veiligheidsproblematiek toe. Zowel in volume als in complexiteit. Dit vraagt om een permanente stevige integrale samenwerking. In onze integrale aanpak streven we naar de juiste balans tussen preventie, zorg en repressie. Voorkomen waar dat kan en problemen aanpakken door er op tijd bij te zijn. Ingrijpen als de situatie daar om vraagt: indien zaken uit de hand lopen of dreigen te lopen. Voorbeelden van thema’s op het snijvlak van sociaal domein, zorg en veiligheid zijn:

  • Mensen met (ernstig) risicogedrag (ook wel verward of onbegrepen gedrag genaamd);

  • Huiselijk Geweld en Kindermishandeling.

  • Ex-gedetineerden.

  • Discriminatie.

  • Huisvesting arbeidsmigranten, vluchtelingen en statushouders.

  • Mensenhandel.

  • Jeugdoverlast en -criminaliteit.

  • Zorgfraude (zie 4.4).

  • Polarisatie en radicalisering.

Ambitie voor 2023-2026

  • Het verbeteren van de zorg voor kwetsbare mensen en het terugdringen van de daaraan gerelateerde veiligheidsproblematiek.

  • Verbeteren van de persoonsgerichte en kerngerichte aanpak.

  • De persoonsgerichte en/of groepsaanpak bij overlastgevende en/of criminele jeugdgroepen (op moment van schijven, niet aan de orde).

Waarom is dit een prioriteit?

  • Het aantal incidenten rond personen met onbegrepen gedrag stijgt:

    2020

    2021

    2022

    138

    173

    214

  • Mensen in deze doelgroep veroorzaken bovengemiddeld overlast en veiligheidsproblemen of zijn zelf het slachtoffer van misbruik en criminaliteit.

  • Door de coronapandemie zijn meer problemen ontstaan op het gebied van school, werk en vrijetijdsbesteding. Dit kan leiden tot meer problemen op het snijvlak van zorg en veiligheid.

  • De tolerantie in de samenleving neemt af: mensen ervaren vaker en sneller overlast en betrekken daarbij eerder instanties.

  • De impact van (huiselijk) geweld, kindermishandeling, mensenhandel, uitbuiting en overlast is groot voor de betrokkenen en de omgeving.

  • Geweld, overlast, uitbuiting en overige strafbare feiten kunnen (ernstige) economische en maatschappelijke effecten met zich meebrengen.

  • Het voorkomen en aanpakken van overlast en (strafbare) incidenten vraagt veelal om een integrale aanpak op het snijvlak van zorg en veiligheid.

  • Er zijn veel ketenpartners met diverse verantwoordelijkheden en mogelijkheden betrokken. De afstemming tussen zorg en veiligheid vergt veel coördinatie. Er valt in de samenwerking nog winst te behalen.

  • Een integrale, effectieve aanpak op preventie en zorg kan een efficiënte, slagvaardige inzet van de politie bevorderen en onnodige inzet voorkomen.

Wat gaan we de komende jaren doen?

  • 1.

    Het opstellen van een wijk/kern- en persoonsgerichte aanpak jeugd, gezin en persoon.

  • 2.

    Het opstellen van een lokaal plan van aanpak mensenhandel (er is nu alleen nog een leidraad).

  • 3.

    Het opzetten van ketenregie bij zorg en veiligheid.

De overige thema’s krijgen uiteraard ook de aandacht, maar vooralsnog geen extra prioriteit onder zorg en veiligheid.

 

4.4 Prioriteit 2 | Ondermijning/georganiseerde criminaliteit en weerbaarheid

Ondermijning is een verzamelnaam voor verschillende vormen van criminaliteit. Voorbeelden hiervan zijn de illegale productie van hard- en/of softdrugs, drugshandel, witwassen, mensenhandel zoals gedwongen prostitutie en arbeidsuitbuiting, criminele (motor)bendes, bedreiging en intimidatie, zorgfraude en vastgoedfraude. Criminelen maken voor illegale activiteiten gebruik van legale bedrijven en diensten. Hierdoor vervagen normen en neemt het gevoel van veiligheid en leefbaarheid in wijken en buurten af. Soms worden jongeren benaderd en ingezet voor criminele activiteiten. Drugsafval wordt in de natuur gedumpt. Criminelen schuwen niet om anderen te beïnvloeden of te intimideren of direct te bedreigen. Hierbij kan het gaan om inwoners en/of ondernemers, maar ook om volksvertegenwoordigers, bestuurders en ambtenaren. Daarbij passen criminelen soms ook zwaar geweld toe. Het effect is dat boven- en onderwereld met elkaar verweven raken. Dit ondermijnt en bedreigt onze samenleving en onze rechtsstaat.

 

Ambitie voor 2023-2026

  • 1.

    Het verder verbeteren van de informatiepositie zodat we beschikken over een actueel ondermijningsbeeld.

  • 2.

    Inzetten op een weerbare overheid en op maatschappelijke weerbaarheid, waarbij we nauw in verbinding zijn met inwoners en ondernemers.

  • 3.

    Efficiënte en effectieve inzet zowel preventief als repressief op lokaal en basisteamniveau, van bestuursrechtelijke, strafrechtelijke en fiscale instrumenten.

Waarom is dit een prioriteit?

  • Ondermijning is lang niet altijd openlijk zichtbaar, zo blijkt uit de weerbaarheidsscan, het ondermijningbeeld, de meldingen via M. en de analyse veilig buitengebied (vertrouwelijke documenten).

  • Ondermijnende criminaliteit in de wijk of buurt doet grote afbreuk aan een veilige woon- en leefomgeving.

  • Ondermijning zorgt voor een oneerlijke samenleving. Overheidsgelden worden misbruikt en ondernemers kunnen niet concurreren met bedrijven die gefinancierd zijn met illegaal geld.

  • Wanneer de inwoners het vertrouwen verliezen in hun overheid tast dit de rechtsorde aan.

Wat gaan we de komende jaren doen?

  • 1.

    Uitvoering geven aan het “Uitvoeringsprogramma Aanpak Ondermijning 2023-2024” op.

  • 2.

    Uitvoering geven aan de aandachtspunten uit de weerbaarheidsscan en het protocol veilig publieke taak.

  • 3.

    Uitvoering geven aan het project “veilig buitengebied”.

  • 4.

    Extra aandacht besteden aan de aanpak van zorgfraude.

  • 5.

    De digitale weerbaarheid verbeteren6.

4.5 Prioriteit 3 | Zelfredzaamheid en bewustwording

Fysieke veiligheid is een relatief jong beleidsthema. In het begin lag de focus van dit thema hoofdzakelijk op het helpen en redden van inwoners. Hoewel dit nog altijd een belangrijk onderdeel van het beleidsveld is, verschuift het beeld steeds meer naar wat de inwoner zelf kan doen. Waar tien jaar geleden het beeld bij een ramp was dat iedere omstander opgevangen en verzorgd moest worden, heeft de praktijk ons geleerd dat meer dan negentig procent (niet gewonden) zichzelf redt en geen behoefte heeft aan hulp van de overheid. Dit is een voorbeeld van zelfredzaamheid van inwoners. Volgens Ruitenberg en Helsloot (2004)7 betreft zelfredzaamheid alle handelingen die door inwoners verricht worden:

  • ter voorbereiding op rampen en (zware) ongevallen;

  • tijdens en na rampen en (zware) ongevallen;

  • om zichzelf én anderen te helpen de gevolgen van de ramp of het (zware) ongeval te beperken (redzaamheid).

Gezien de grote impact die ook kleinschaligere incidenten en ongevallen kunnen hebben op (de veiligheid van) onze inwoners, kiezen wij ervoor om in dit kader het woord ‘zwaar’ als optioneel te beschouwen. Zelfredzaamheid gaat in dit beleid dus zowel om alledaagse situaties als rampen en crises. De voornaamste aspecten van zelfredzaamheid zijn:

  • 1.

    Sterkte van het sociale netwerk om geholpen te worden.

  • 2.

    Informatiepositie en kennis om te handelen.

  • 3.

    Beschikbaarheid van voldoende faciliteiten.

  • 4.

    Mate van voorbereiding op scenario’s die voor de inwoner relevant zijn.

  • 5.

    Fysiek vermogen om zichzelf en/of anderen te helpen en redden.

In dit IVP wordt niet gefocust op het vijfde aspect, omdat de gemeente hier niet veel aan kan veranderen. Wel wordt gefocust op de andere vier aspecten. Deze kunnen namelijk compenseren voor het fysieke aspect, in het kader van veiligheid.

 

Ambitie voor 2023-2026

  • 1.

    De verminderd zelfredzame inwoners te helpen om zelfredzamer te worden;

  • 2.

    De relatief zelfredzame inwoners te stimuleren om zich bewuster te zijn van veiligheid en risico’s in de omgeving.

Waarom is dit een prioriteit?

  • De gemeente kent een uitgestrekt karakter, met veel buitengebied en een vrij lage dichtheid van bevolking, wat de aanrijdtijden van hulpdiensten negatief beïnvloedt. Dit maakt zelfredzaamheid in het dagelijks leven extra belangrijk.

  • Volgens de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) zijn inwoners in Nederland onvoldoende voorbereid op een ramp, waar zij het 48 uur zouden moeten kunnen uithouden zonder elektriciteit, water en gas.

  • Het vierjaarbeleidsdoel, zoals vastgesteld in de begroting 2023, staat in het teken van het zo goed mogelijk voorbereiden van inwoners en ondernemers op rampen en zware ongevallen. Uit eerder benoemd onderzoek blijkt dat inwoners ten tijde van een ramp of crisis hoofdzakelijk niet in paniek raken, maar bewuste beslissingen nemen op basis van de voor hen beschikbare informatie. Een goede informatiepositie betekent dus dat inwoners betere beslissingen kunnen nemen ten tijde van een ramp en dus zelfredzamer zijn. Dit is belangrijk voor de crisisbeheersing en rampenbestrijding.

Wat gaan we de komende jaren doen?

  • 1.

    Project: Bevorderen van het gebruik van rookmelders voor een nog te bepalen doelgroep.

  • 2.

    Extra aandacht besteden aan risicocommunicatie.

  • 3.

    Verkenning om de toegankelijkheid van de gemeente als facilitator bij zelfredzaamheid te verbeteren.

  • 4.

    Stimuleren van uitbreiding van het aantal burgerhulpverleners.

  • 5.

    Stimuleren van een dekkend AED-netwerk.

5 | Middelen

5.1 Financiën

Om onze gezamenlijke ambities op het gebied van veiligheid waar te kunnen maken, hebben wij structureel – dus ook voor de komende beleidsperiode – een bedrag van circa 310.000 euro beschikbaar.

 

Voor de uitvoering van het IVP zijn extra financiële middelen nodig. Specifiek gaat het om kosten die voortvloeien uit het Uitvoeringsprogramma ‘Aanpak Ondermijning 2024-2025’. Dit betreft incidentele kosten voor de looptijd van dit programma. De uitkomsten hiervan kunnen leiden tot een verdere (structurele) behoefte aan middelen in de toekomst, maar dat is op dit moment nog niet inzichtelijk, zoals verdergaande regionale samenwerking.

 

De benodigde extra financiële middelen worden meegenomen bij de integrale financiële afweging bij de behandeling van de Perspectiefnota 2024.

Vastgesteld tijdens de openbare vergadering van de gemeenteraad van West Betuwe van 25 april 2023.

De griffier,

De voorzitter,


1

Voor onderwerpen die vallen onder de fysieke veiligheid wordt daarnaast verwezen naar specifiek voor deze gebieden ontwikkeld beleid zoals bij verkeer, externe veiligheid. Daarnaast zijn er de beleidsstukken van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ) en de Omgevingsdienst Rivierenland (ODR).

2

Bron: Politiecijfers VNG 3 januari 2023.

3

Wanneer dit een trend blijft of wordt.

4

Bron: Het coalitieakkoord “West Betuwe In Beweging 2022-2026”.

5

Bron: Het fysiek scheiden van wonen en zorg, waarbij lichtere zorg nu wordt geleverd in de thuissituatie en de aanspraak op verblijf in een intramurale omgeving vervalt.

6

Bron: Focusblad bij Kernbeleid Veiligheid van de VNG. Zowel interen “eigen huis op orde” als extern bij inwoners en ondernemers.

7

Bron: Crisislab, 2004