Subsidieregeling creatieve makers 2023

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

• a.

  Creatieve makers: ZZP’ers en freelancers, gevestigd en/of werkzaam in de culturele sector in Delft, die met creatieve uitingen/producten in hun inkomen voorzien. Denk aan creatieve makers op het gebied van muziek, theater, beeldende kunst, urban, mode, design, letteren, games, film, dans, strip of een mix van deze stijlen;

• b.

  Culturele instellingen: instellingen met rechtspersoonlijkheid zonder winstoogmerk die zich inzetten voor actieve cultuur of cultuureducatie;

• c.

  Freelancer: persoon die voor de voorziening in het bestaan aangewezen is op zelfstandige werving van arbeid in de vorm van losse opdrachten of kortstondige dienstverbanden, niet is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en zich laat verlonen door een verloningsbedrijf;

• d.

  Verloningsbedrijf: onderneming die als juridisch werkgever optreedt ten behoeve van een freelancer bij de uitvoering van een opdracht door de freelancer als bedoeld in deze subsidieregeling;

• e.

  ZZP’er: zelfstandige zonder personeel die voor de voorziening in het bestaan aangewezen is op arbeid in eigen bedrijf of zelfstandig beroep in Nederland, die daarbij geen personeel in dienst heeft en die als zodanig ingeschreven staat bij de Kamer van Koophandel. In deze regeling wordt met een ZZP’er een eenmanszaak bedoeld en geen BV.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in deze subsidieregeling bedoelde activiteiten.

Artikel 3. Doel

Het doel dat met de subsidie wordt beoogd, is het stimuleren van werkgelegenheid van creatieve makers en om daarmee te zorgen voor een levendig cultureel leven in Delft.

Artikel 4. Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan creatieve makers en culturele instellingen.

Artikel 5. Aanvraag

• 1.

  In afwijking van artikel 8 van de ASV wordt een aanvraag om subsidie uiterlijk op 18 juni 2023 ingediend.

• 2.

  Een aanvraag om subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het college met gebruikmaking van het aanvraagformulier. Bij de aanvraag wordt, in afwijking van artikel 7 van de ASV en in aanvulling op het aanvraagformulier, tevens ingediend:

  • a.

    een activiteitenplan;

  • b.

    een sluitende begroting; en

  • c.

    voor de aanvrager zijnde een:

    • i.

      ZZP’er: een uittreksel van de KVK (niet ouder dan 3 maanden);

    • ii.

      Freelancer: een (kopie van een) arbeidsovereenkomst met het verloningsbedrijf;

    • iii.

      Culturele instelling: een uittreksel van de KVK (niet ouder dan 3 maanden), het jaarverslag en de jaarrekening van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de aanvraag is gedaan en de statuten.

• 3.

  Alleen volledige aanvragen die tijdig zijn ingediend worden behandeling genomen.

Artikel 6. Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor de uitvoering van culturele of cultuur-educatieve activiteiten met een eenmalig of tijdelijk karakter in de gemeente Delft die gericht zijn op inwoners van Delft.

Artikel 7. Kosten die voor subsidie in subsidie in aanmerking komen

De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de redelijkerwijs gemaakte kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college direct zijn verbonden aan de uitvoering van de activiteiten als bedoeld in artikel 6. Hierbij wordt gestreefd naar verloning volgens de Fair Practice Code (Fair Pay).

Artikel 8. Kosten die niet voor subsidie in aanmerking komen

• 1.

  De volgende kosten komen in ieder geval niet in aanmerking voor subsidieverlening:

  • a.

    kosten die behoren tot de reguliere bedrijfsvoering en de bedrijfscontinuïteit en/of die worden gefinancierd vanuit de Jaarlijkse of Periodieke subsidie;

  • b.

    kosten die samenhangen met huur of eigendom van permanente locaties.

Artikel 9. Hoogte van de subsidie

• 1.

  De subsidie voor culturele instellingen bedraagt maximaal € 10.000,-.

• 2.

  De subsidie voor creatieve makers bedraagt maximaal € 3.000,-.

• 3.

  Het college stelt de hoogte van het te ontvangen bedrag vast met inachtneming van de maximale subsidie zoals bedoeld onder lid 1 en 2.

Artikel 10. Subsidieplafond en verdeelsleutel

• 1.

  Het college stelt het subsidieplafond vast op € 100.000,-.

• 2.

  Aanvragen die tijdig zijn ingediend, volledig zijn en die voldoen aan de voorwaarden genoemd in deze subsidieregeling worden beoordeeld aan de hand van de criteria van artikel 12. De aanvragen worden op basis van kwalitatieve criteria gerangschikt.

Artikel 11. Subsidievoorwaarden

• 1.

  Subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 6 wordt uitsluitend verstrekt indien en voor zover:

  • a.

    de activiteit uiterlijk op 31 december 2023 in zijn geheel wordt uitgevoerd, dan wel waarvan het maakproces volledig is afgerond;

  • b.

    de creatieve maker of culturele instelling is gevestigd in de regio Haaglanden, waarbij uitgesloten gemeenten die zelf een soortgelijke makersregeling hebben;

  • c.

    de activiteit is gericht op het maken en uitvoeren van een cultureel of cultuur-educatief product of evenement;

  • d.

    de activiteit plaatsvindt in Delft;

  • e.

    de activiteit is gericht op inwoners van Delft.

• 2.

  Per aanvrager kan slechts één subsidieaanvraag worden gehonoreerd.

Artikel 12. Beoordelingscriteria

• 1.

  De aanvragen worden beoordeeld aan de hand van (één van) de programmalijnen / doelstellingen van het cultuurkader 2021-2030:

  • a.

    Meedoen met Cultuur: oog voor inclusie, verbinding en talentontwikkeling;

  • Geef aan hoe de activiteit:

    • i.

      gericht is op en (zo veel mogelijk) toegankelijk voor alle inwoners van Delft (3 punten);

    • ii.

      aantoonbaar aansluit op een behoefte van een bredere groep dan de aanvrager(s) zelf (3 punten);

    • iii.

      de actieve participatie van deelnemers bevordert (4 punten).

  • b.

    Stedelijke aantrekkelijkheid: cultuur als motor van een stad in ontwikkeling;

    Geef aan hoe de activiteit bijdraagt aan:

    • i.

      het onderscheidende aanbod van Delft. Naast projecten die het erfgoed en de historie van Delft tot uiting brengen, zetten we ook in op de waarden innovatie, technologie en creativiteit (4 punten);

    • ii.

      een vindbaar aanbod, door specifiek in te zetten op een marketingstrategie waarmee de verwachting is dat de Delftenaar en de bezoeker het aanbod beter weet te vinden (2 punten);

    • iii.

      de bezoekerseconomie, door bezoekers te verleiden naar Delft te komen. De reikwijdte is regionaal en verwacht kan worden dat het een bezoekersstroom naar de stad op gang brengt (4 punten).

  • c.

    Cultuur & Innovatie: waar cultuur, wetenschap en Delft elkaar ontmoeten.

    Geef aan hoe de activiteit bijdraagt aan:

    • i.

      het laten ervaren van de spannende wisselwerking tussen cultuur en innovatie (4 punten);

    • ii.

      het beter zichtbaar worden van Delft als stad van cultuur & innovatie (3 punten);

    • iii.

      het stimuleren van de wisselwerking tussen creatieve makers en andere partijen (bijvoorbeeld: ondernemers, culturele instellingen, zorg- en sportorganisatie of andere innovatieve samenwerkingen) (3 punten).

• 2.

  De aanvragen worden naar aanleiding van de beoordeling genoemd in lid 1 gerangschikt op basis van het aantal toegekende punten. Wanneer een aanvraag zich richt op één van de drie activiteiten worden de toegekende punten vermenigvuldigd met 3, op twee van de drie activiteiten met 1,5 en op drie van de drie met 1. Wanneer een lagere rangschikking leidt tot weigering wegens overschrijding van het subsidieplafond, zal het college motiveren waarom de aanvraag een lagere rangschikking krijgt.

Artikel 13. Wijze van verstrekking en vaststelling subsidie

In afwijking van artikel 17 lid 2 van de ASV kan het college bepalen op basis van een te trekken steekproef dat een subsidieontvanger bij een subsidiebedrag van minder dan € 5.000,- alsnog een verantwoording moet indienen.

Artikel 14. Afwijking van deze subsidieregeling / Hardheidsclausule

• 1.

  In alle gevallen waarin deze subsidieregeling niet voorziet of onduidelijk is, beslist het college.

• 2.

  Het college kan in bijzondere gevallen van een of meer bepaalde artikelen of artikelleden van deze regeling afwijken als daaraan vasthouden, gelet op het belang of de belangen die met deze bepalingen worden gediend, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 15. Citeertitel en inwerkingtreding / Slotbepalingen

• 1.

  Deze regeling wordt aangehaald als “Subsidieregeling creatieve makers 2023”.

• 2.

  Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking.

• 3.

  De regeling geldt tot en met 1 juni 2024.