Beleidsregels van de publieke taak bij verlenen van geldleningen en garanties door de gemeente

1. Begripsbepalingen

• a.

  lening: een lening door de gemeente Krimpen, die kan worden verstrekt in de vorm van een hypothecaire lening of in de vorm van een onderhandse lening voor roerende en onroerende zaken;

• b.

  garantie: een borgstelling van de gemeente Krimpen ten behoeve van een door de aanvrager bij een financiële instelling aan te trekken lening en de daaruit voortvloeiende verplichtingen;

• c.

  voorschot: een door de gemeente Krimpen te verstrekken bedrag van maximaal 6 maanden ter overbrugging van een acuut liquide probleem;

• d.

  financiële instelling: al dan niet commerciële instellingen, zoals banken, leveranciers, leasemaatschappijen en waarborgfondsen, die leningen etc kunnen verstrekken.

2. Reikwijdte beleidsregels

• a.

  leningen, garanties en voorschotten worden slechts verstrekt aan maatschappelijke organisaties op het gebied van sport, welzijn, zorg en opvang, volksgezondheid, onderwijs en cultuur;

• b.

  organisaties mogen geen winstoogmerk hebben;

• c.

  organisaties mogen geen besloten karakter en geen politieke of religieuze doelstelling hebben;

• d.

  organisaties dienen rechtspersoonlijkheid te bezitten;

• e.

  organisaties moeten in de gemeente Krimpen gevestigd dan wel werkzaam zijn;

3. Inhoudelijke criteria

• a.

  de te financieren zaken moeten nodig zijn in het kader van de uitvoering van een publieke taak in de gemeente Krimpen. Dat wil zeggen, dat ze moeten passen binnen en bijdragen aan het gemeentelijk beleid en het openbaar belang. Tevens moet er met de financiering een voor de gemeente relevant maatschappelijk doel worden gediend. De gemeenteraad geeft door middel van de vaststelling van de begroting (inclusief eventuele wijzigingen) en beleidsnota’s het richtinggevende en budgettaire kader;

• b.

  de te financieren zaken moeten essentieel zijn voor het voortbestaan of het in voldoende mate kunnen functioneren van de aanvrager;

• c.

  de te financieren zaken moeten in overwegende mate ten goede komen aan de inwoners van de gemeente Krimpen;

• d.

  de zaken zijn zonder gemeentelijke lening of borgstelling niet te realiseren. Eerst dienen zelfwerkzaamheid, eigen middelen, subsidiegelden, middelen van sponsoren, etc. door de aanvrager te worden benut;

• e.

  een lening wordt niet verstrekt indien de te financieren zaken niet voldoende zekerheid bieden voor verhaal van rente en aflossing van de te verstrekken garantie of lening. Dit betekent, dat in geval de te financieren zaak een onroerende zaak is, het recht van hypotheek wordt verleend en voor roerende zaken een recht van pand wordt verleend.

4. Financiële criteria

• a.

  een rentevoordeel ten opzichte van een financiële instelling is onvoldoende reden voor verstrekking van een lening door de gemeente;

• b.

  verzoeken om leningen worden geweigerd als de betreffende lening zonder onoverkomelijke bezwaren voor de aanvrager door een financiële instelling kunnen worden verleend;

• c.

  een gemeentegarantie heeft de voorkeur boven een gemeentelijke lening. Indien een garantie voldoende is wordt geen gemeentelijke lening verstrekt;

• d.

  de financiële positie en prognoses van de aanvrager moeten zodanig zijn, dat rente en aflossing betaald kunnen blijven worden;

• e.

  geen garantie of lening is mogelijk indien een beroep kan worden gedaan op een voorziening in de vorm van een (nationaal) waarborgfonds. De gemeente heeft dan vaak wel een zogenaamde achtervangfunctie;

• f.

  specifiek voor de sport geldt, dat wordt samengewerkt met de Stichting Waarborgfonds Sport (SWS). Zonder medewerking van deze stichting wordt in beginsel geen lening of borgstelling door de gemeente verstrekt. Deze stichting biedt naast een borgstelling van 50% ook de mogelijkheid tot een aanvullende toetsing van bijvoorbeeld de begroting en jaarrekening. Er wordt aansluiting gezocht bij de eisen aan een borgstelling van het SWS;

• g.

  een aanvraag voor een lening of garantie lager dan € 7.500 wordt niet in behandeling genomen. De mogelijkheid tot het verstrekken van een voorschot kan hiervoor wellicht uitkomst bieden.

5. De aanvraag

• a.

  aanvragen moeten vóór het aangaan van verplichtingen met betrekking tot de gevraagde garantie of lening volledig en schriftelijk worden ingediend bij het college;

• b.

  aanvragen moeten zijn voorzien van (1) de jaarrekeningen van de afgelopen twee jaar, (2) een exploitatiebegroting waarin rente en aflossing van de geldlening zijn verwerkt en (3) een gespecificeerde opstelling van de wijze van financiering van de voorgenomen investering. Betreft het een aanvraag voor een gemeentegarantie dan moet deze ook voorzien zijn van de concept-leningsovereenkomst met de beoogde financiële instelling;

• c.

  een verzoek om een lening of garantie wordt in ieder geval afgewezen indien de gemeente niet de zekerheid heeft dat (1) de investeringen zullen plaatsvinden, (2) de aanvrager zal voldoen aan de aan de lening of garantieverstrekking verbonden verplichtingen, (3) aan de betalingsverplichting van rente en aflossing naar behoren zal worden voldaan en (4) de aanvrager in het kader van de aanvraag de juiste of volledige gegevens heeft verstrekt.

6. Overige criteria en uitgangspunten

• a.

  de hoogte van in rekening te brengen rentepercentage en/of administratiekosten wordt bepaald aan de hand van een door de gemeente vastgestelde rekenmethode. Eventuele notariskosten zijn voor rekening van de aanvrager;

• b.

  de looptijd van de lening of garantie moet zijn afgestemd op de te verwachten technische (dan wel economische levensduur als deze korter is) gebruiksduur van de activa;

• c.

  de aanvrager moet instemmen met een aantal voorwaarden zoals voorafgaande toestemming van de gemeente voor een aantal juridische handelingen, zoals statutenwijzigingen, wijziging bestemming van het onderpand en vervreemding van het onderpand door de aanvrager tijdens de contractperiode;

• d.

  de gemeente verstrekt in beginsel alleen lineaire leningen;

• e.

  gedurende de looptijd vindt een volledige aflossing plaats, waardoor het financiële risico voor de gemeente in de loop der jaren steeds verder afneemt;

• f.

  de aanvrager heeft een instandhouding- en onderhoudsverplichting van het onderpand. De aanvrager verplicht zich daarom tot het afsluiten van opstal- en inboedelverzekeringen tegen herbouwwaarde en het in goede staat houden van het onderpand gedurende de gehele looptijd van de lening of garantie;

• g.

  de aanvrager verstrekt periodiek op door het college aangegeven data inlichtingen aan het college in de vorm van een exploitatiebegroting en een financieel verslag, welke nodig zijn voor de beoordeling van het financiële beheer van de aanvrager.

7. Hardheidsclausule

Wanneer een aanvraag voor een lening, garantie of voorschot niet (geheel) aan deze beleidsregels voldoet, kan het college gemotiveerd een besluit nemen, zodat deze alsnog verstrekt zou kunnen worden.

8. Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na behandeling van deze beleidsregels in de gemeenteraad.