Organisatie | Maasgouw |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels duurzame installatiesystemen voor beschermde monumenten en in beschermde stads- en dorpsgezichten in de gemeente Maasgouw 2023 |
Citeertitel | Nadere regels duurzame installatiesystemen voor beschermde monumenten en in beschermde stads- en dorpsgezichten in de gemeente Maasgouw 2023 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Artikel 5 lid 2 sub a van deze nadere regels treedt in werking op de dag nadat de dakenkaarten bekend zijn gemaakt.
Deze regeling vervangt de nadere regels duurzaamheid rijksmonumenten, gemeentelijke monumenten en beschermde stads- en dorpsgezochten Maasgouw 2018.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-05-2023 | nieuwe regeling | 04-04-2023 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maasgouw;
gelet op artikel 21 van de Erfgoedverordening 2018 in samenhang met artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, en artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
burgemeester en wethouders met de toepassing van de artikelen in deze nadere regels voorwaarden stellen voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor duurzame installatietechnieken op monumenten en op panden in de beschermde stads- en dorpsgezichten en tevens richtlijnen bieden voor eigenaren van deze monumenten en overige panden binnen de beschermde stads- en dorpsgezichten die voornemens zijn duurzame installatietechnieken aan te brengen;
Besluiten vast te stellen de volgende nadere regels:
Nadere regels duurzame installatiesystemen voor beschermde monumenten en in beschermde stads- en dorpsgezichten in de gemeente Maasgouw 2023.
Deze nadere regels verstaan onder:
Installatie voor warmte en koude opwekking: een installatie, voor het functioneren van een bouwwerk of een gedeelte daarvan, die een noodzakelijke voorziening is, van niet-bouwkundige aard. Hieronder vallen installaties zoals airconditioningssystemen (airco’s) en warmtepompen, maar ook andere daarmee gelijk te stellen installaties of systemen.
Deze nadere regels hebben als doel regels vast te stellen voor instandhouding van beschermde monumenten en panden in de beschermde stads- en dorpsgezichten en de beeldkwaliteit van deze gebouwen bij plaatsing van duurzame energiesystemen op gevels, daken en terreinen.
Deze nadere regels zijn van toepassing op beschermde monumenten en op overige panden en bouwwerken in de beschermde stads- en dorpsgezichten volgens de definities vermeld in artikel 1.
Artikel 4 Voorwaarden bij toepassing van zonnecollectoren en -panelen bij monumenten
Voor het plaatsen van een zonne-energiesysteem op, aan of bij een monument wordt een omgevingsvergunning verleend, mits het systeem voldoet aan:
Artikel 5 Voorwaarden bij toepassing van zonnepanelen in de beschermde stads- en dorpsgezichten
Voor het plaatsen van een zonne-energiesysteem op, aan of bij gebouwen binnen de beschermde stads- en dorpsgezichten wordt een omgevingsvergunning verleend, mits het systeem voldoet aan:
[Artikel 5 lid 2 sub a van deze nadere regels treedt in werking op de dag nadat de dakenkaarten bekend zijn gemaakt.]
Artikel 6 Voorwaarden bij toepassing van installaties (buitenunits) voor warmte- en koude-opwekking op, aan of bij monumenten en panden binnen beschermde stads- en dorpsgezichten
Voor het plaatsen van buitenunits van installaties voor warmte- en koude-opwekking op, aan of bij een monument wordt een omgevingsvergunning verleend, mits het systeem voldoet aan:
Artikel 7 Afwijken van de criteria
In het geval van bijzondere ontwerpen en bij de innovatie van de verduurzaming van monumenten en panden in beschermde stads- en dorpsgezichten zijn, met een positief advies van de Omgevingscommissie MER, afwijkingen van de bovenstaande voorwaarden mogelijk.
De nadere regels duurzaamheid rijksmonumenten, gemeentelijke monumenten en beschermde stads- en dorpsgezochten Maasgouw 2018, raadsbesluit van 7 juni 2018, worden ingetrokken met ingang van de datum waarop deze nadere regels in werking treden.
Ondertekening
Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Maasbracht, in de vergadering van 4 april 2023.4
De burgermeester,
S. Strous
De secretaris,
K. Keersmaekers
Toelichting bij de nadere regels duurzame installatiesystemen voor beschermde monumenten en in beschermde stads- en dorpsgezichten in de gemeente Maasgouw 2023
De richtlijnen in deze nadere regels beogen om, met respect voor de historische kwaliteiten van de gemeente Maasgouw, zo stevig mogelijk invulling te geven aan de doelstellingen van de routekaart ‘Verduurzaming monumenten’ die onderdeel is van het Klimaatakkoord. Het betreft hier een actualisering en verruiming van de mogelijkheden in de eerdere gemeentelijke richtlijnen die sinds 2018 werden gehanteerd.
Ook beogen deze nadere regels om een eenduidig en begrijpelijk kader aan inwoners en eigenaren te bieden en criteria die daarmee qua toetsing en vergunningverlening eenvoudig en efficiënt werkt. De toetsing door burgemeester en wethouders en de advisering door de MER-Omgevingscommissie blijft, binnen deze criteria, altijd maatwerk.
Vanwege het relatief tijdelijke en reversibele karakter van de zonnepanelen is vooral de visuele impact ervan maatgevend. De voorwaarden zijn opgesteld om de monumentale beeldkwaliteit van de monumenten en beschermde dorpsgezichten te waarborgen.
In gemeente Maasgouw zijn drie beschermde stads- en dorpsgezichten met hun eigen ruimtelijke karakteristieken. Daarmee houden de criteria rekening, zonder dat voor de verschillende rijks en gemeentelijke gezichten aparte regels zijn opgenomen. De hoogste cultuurhistorische waarden van onze gemeente zijn te vinden binnen de historische kernen Thorn, Wessem en Stevensweert met zijn verscheidenheid van bebouwing die bijdraagt aan de bijzondere beeldkwaliteit van dit gebied. Binnen deze kernen zal daarom striktere toetsing mede op basis van de advieslijn van de RCE gelden voor het plaatsen van zonnepanelen in het zicht.
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) hanteert sinds 2020 de genoemde advieslijn voor zonnepanelen op rijksmonumenten en op panden in de rijksbeschermde stads- en dorpsgezichten. De advieslijn is gericht op gemeenten, die omgevingsvergunningen voor deze panden kunnen verstrekken. Het zijn dus geen richtlijnen van de RCE, maar de inhoud van de advieslijn is mede bepalend voor het gemeentelijk beleid. De advieslijn is daarom van toegevoegde waarde bij toetsing van de mogelijkheden voor zonnepanelen en zijn ook bruikbaar voor gemeentelijk monumenten. Bij toetsing zal de gemeente de advieslijn zoveel mogelijk volgen. Dat geldt met name voor gebouwen met een bijzondere dakbedekking, bijzondere ligging in beschermde stads- en dorpsgezichten en bijzondere complexen, zoals buitenplaatsen.
Burgemeester en wethouders beoordelen aanvragen voor het plaatsen van zonnepanelen op beschermde monumenten en beschermde stads- en dorpsgezichten aan de hand van de criteria genoemd in de artikelen 4 tot en met 6. Bij aanvragen voor een omgevingsvergunning, dus ook voor zonnepanelen, wordt een advies van de Omgevingscommissie MER gevraagd.
Artikel 4 Voorwaarden bij toepassing van zonnecollectoren en -panelen bij monumenten
Bij plaatsing van zonnecollectoren en -panelen bij, op of aan monumenten dient een goede afweging gemaakt te worden tussen duurzaamheids- en monumentenbelangen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een viertal onderdelen met specifieke regels om uiteindelijk te komen tot de meest geschikte oplossing voor het betreffende monument. Deze onderdelen zijn gebaseerd op de aanbevelingen van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (De Groene gids “zonne-energieplannen en monumenten”).
In eerste instantie dient de juiste locatie gekozen te worden. In onderdeel twee wordt bepaald welk systeem het meest geschikt is en dit wordt gevolgd door onderdeel drie: de juiste inpassing in de betreffende situatie. Als laatste onderdeel (vier) worden de technische voorwaarden nader bepaald.
Plaatsing van zonnepanelen, zonneboilers, bijbehorende installaties e.d. is reversibel, hieronder wordt verstaan dat plaatsing mogelijk is zonder blijvende schade aan de onderliggende dakconstructie en -bedekking of verlies aan monumentale waarden.
Artikel 5 Voorwaarden bij toepassing van zonnepanelen in de beschermde dorpsgezichten
De drie beschermde dorpsgezichten van gemeente Maasgouw vragen om bijzondere aandacht. Duurzaamheidsmaatregelen op, bij of aan monumentale en niet monumentale bebouwing binnen een beschermd dorpsgezicht mogen, voor zover zichtbaar vanaf het openbaar gebied, het waardevolle dakenlandschap en silhouet van de historische kern niet visueel verstoren. Op basis hiervan zijn voor de drie historische kernen Thorn, Wessem en Stevensweert dakenkaarten uitgewerkt waarop is aangegeven op welke daken vanuit cultuurhistorisch oogpunt zonne-energiesystemen mogelijk zijn.
Artikel 6 Voorwaarden bij toepassing van installaties voor warmte- en koude-opwekking op, aan of bijmonumenten en panden binnen beschermde stads- en dorpsgezichten
Bij het toepassen van buitenunits ten behoeve van installaties voor warmte- en koude-opwekking geldt in de basis dat deze niet zichtbaar zijn vanuit het openbaar gebied. In uitzonderlijke gevallen kunnen units op inzichtelijke locaties geplaatst worden mits deze visueel worden weggewerkt. In alle gevallen van plaatsing van buitenunits bij monumenten vindt toetsing plaatst door de Omgevingscommissie MER. Dit geldt tevens voor de plaatsing van buitenunits op inzichtelijke locaties bij niet monumenten in beschermde stads- en dorpsgezichten.
Artikel 7 Afwijken van de criteria
In het geval van bijzondere ontwerpen en bij de innovatie van de verduurzaming van monumenten zijn afwijkingen van de bovenstaande punten mogelijk. Afwijken is alleen mogelijk indien de Omgevingscommissie MER positief over het plan adviseert en van mening is dat met de afwijking de monumentale waarden niet onevenredig worden aangetast.