Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leeuwarden

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen te Leeuwarden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeeuwarden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen te Leeuwarden
CiteertitelBeheersverordening gemeenteljike begraafplaatsen Leeuwarden 2001
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

n.v.t.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-12-200720-12-2007intrekking

29-10-2007

Huis aan Huis; 7 november 2007

-
26-01-2002nieuwe regeling

17-12-2001

Huis aan Huis; 16 januari 2002

23757

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen te Leeuwarden

(Rb. 17-12-2001, nr. 23757)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. begraafplaatsen:

de Noorderbegraafplaats, gelegen op het terrein kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie D, nrs. 1149, 1673, 1676;

de Huizumerbegraafplaats, gelegen op het terrein kadastraal bekend gemeente Huizum, sectie G, nr. 516;

b. eigen graf:

een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

- het doen begraven en begraven houden van lijken;

- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen;

- het doen verstrooien van as;

c. eigen kindergraf:

een graf, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

- het doen begraven en begraven houden van lijken van kinderen beneden de leeftijd van twaalf jaar;

- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen;

- het doen verstrooien van as;

d. eigen urnengraf:

een graf, urnenkelder daaronder begrepen, waarvoor het uitsluitend recht is verleend tot:

- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen;

- het doen verstrooien van as;

 

 

e. asbus:

een bus ter berging van as;

 

 

f. urn/urnenkeldertje:

een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

 

 

g. verstrooiingsplaats:

een plaats waarop as wordt verstrooid;

 

 

h. grafbedekking:

gedenkteken en/of winterharde beplanting op een graf of urnengraf;

 

 

i. grafkelder:

een uit steenachtige materialen gebouwde grafruimte;

 

 

j. beheerder:

de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen of degene die hem vervangt;

 

 

k. rechthebbende:

degene die het uitsluitend recht heeft verkregen zoals omschreven bij eigen graf, kindergraf en urnengraf.

Artikel 2 Openstelling begraafplaatsen

  • 1.

    De begraafplaatsen zijn voor een ieder dagelijks toegankelijk gedurende de door het college burgemeester en wethouders bij nadere regels vast te stellen tijden.

  • 2.

    Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3.

    Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 3 Ordemaatregelen

  • 1.

    Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmede gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van het college van burgemeester en wethouders, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaatsen te verrichten. Deze toestemming kan mondeling worden gegeven.

  • 2.

    Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaatsen te rijden:

    • a.

      elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen anders dan voor een begrafenis of voor het vervoeren van materialen;

    • b.

      sneller dan 10 km per uur.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van het verbod, gesteld in het tweede lid van dit artikel, aanhef en onder a.

  • 4.

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaatsen hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 5.

    Degenen, die zich niet aan de in het vierde lid bedoelde aanwijzingen houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaatsen verwijderen.

  • 6.

    Schade toegebracht aan enig goed op de begraafplaatsen door aldaar werkende bedrijven en/of personen moet op de eerste aanzegging vakkundig en kosteloos worden hersteld dan wel worden vergoed.

  • 7.

    Het is op de begraafplaatsen verboden honden mee te nemen.

  • 8.

    Het is op de begraafplaatsen verboden handel te drijven of reclame te maken.

Artikel 4 Herdenkingen

  • 1.

    Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaatsen moeten vijf dagen tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

  • 2.

    De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 5 Opgravingen en ruimen

Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast.

Artikel 6 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1.

    Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het, overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2.

    Het lijk, danwel het omhulsel en de asbus moeten zijn voorzien van een duurzaam identiteitssteentje. De gegevens van het steentje moeten worden opgenomen in de administratie van de begraafplaatsen.

  • 3.

    Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaatsen op aanwijzingen en onder toezicht, van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.

Artikel 7 Gebouwen en muziekinstallatie

  • 1.

    Het gebruik van de ontvangstruimten, de aula alsmede van de muziekinstallatie moet uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan de dag waarop van de ruimte of de aula gebruik zal worden gemaakt, worden aangevraagd bij de beheerder.

  • 2.

    De ruimten en de muziekinstallatie staan voor iedere plechtigheid gedurende een per keer vooraf te bepalen tijdsduur ter beschikking van de aanvrager.

Artikel 8 Over te leggen stukken

  • l.

    Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven of de bezorging van as is overgelegd aan de beheerder. Tevens dient een document te worden overgelegd als bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de Wet op de lijkbezorging.

  • 2.

    Bij begraving van een vrucht, na een zwangerschap korter dan 24 weken, dient een verklaring van de behandelend arts te worden overgelegd.

  • 3.

    Indien de begraving of de bezorging van as in een eigen graf, eigen kindergraf of eigen urnengraf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd en ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 4.

    Indien de bijzetting van een asbus in een eigen graf, eigen kindergraf of eigen urnengraf zal plaatsvinden, dient daartoe tevens een machtiging, ondertekend door de rechthebbende of diens rechtverkrijgende, tot verstrooiing na afloop van de uitgiftetermijn te worden overgelegd.

  • 5.

    Begraving of bijzetting in een eigen graf, eigen kindergraf of eigen urnengraf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen genoemd in artikel 14, tweede lid.

  • 6.

    De beheerder onderzoekt de genoegzaamheid van de overgelegde stukken.

Artikel 9 Tijden van begraving en asbezorging

  • 1.

    De tijd van begraven en het bezorgen van as is: op maandag t/m vrijdag van 10.15 tot 15.15 uur; op zaterdag 10.15 tot 12.15 uur;

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

Artikel 10 Inrichting begraafplaatsen/indeling graven

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders regelt de inrichting van de begraafplaatsen, waarbij het college er voor zorgdraagt dat op de Noorderbegraafplaats een gedeelte wordt bestemd voor het begraven van stoffelijke overschotten van Islamieten.

  • 2.

    Op de begraafplaatsen kunnen worden uitgegeven:

    • a.

      eigen graven;

    • b.

      eigen kindergraven;

    • c.

      eigen urnengraven.

  • 3.

    In elk eigen graf of eigen kindergraf mogen maximaal twee lijken hoven elkaar worden begraven.

  • 4.

    In elk eigen graf of urnengraf mogen maximaal drie asbussen boven elkaar worden bijgezet.

  • 5.

    Het college van burgemeester en wethouders kan in, naar haar mening, bijzondere gevallen van het bepaalde in het derde en vierde lid afwijken.

Artikel 11 Termijnen/verlenging eigen graven

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte op de begraafplaatsen zulks toelaat, op een daartoe schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van 20 of 40 jaren het uitsluitend recht op een eigen graf, eigen kindergraf of eigen urnengraf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het eigen graf is uitgegeven.

  • 2.

    Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd met telkens 10 jaren, mits de aanvraag binnen twee jaar voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders kan in naar haar oordeel bijzondere gevallen, de verlenging van het uitsluitend recht, zoals genoemd in het eerste lid, alsmede de overschrijving van het recht, zoals genoemd in artikel 14, tweede lid, toestaan zolang het graf nog niet is geruimd, ook al wordt het verzoek daartoe niet binnen de gestelde termijn gedaan.

  • 4.

    Een recht als bedoeld in dit artikel kan slechts aan één rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor personen genoemd in artikel. 14, eerste lid. Verlenging van het recht ten behoeve van een ander is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

Artikel 12 Asbestemmingen

  • 1.

    Asbussen kunnen worden bijgezet in eigen graven, eigen kindergraven of eigen urnengraven.

  • 2.

    Asbussen dienen bijgezet te worden in een door de gemeente beschikbaar te stellen en te plaatsen keldertje.

  • 3.

    Verstrooiing van as, als bedoeld in artikel 10, eerste lid sub a van het Besluit op de lijkbezorging, geschiedt uitsluitend op een daartoe ingericht strooiveld of op een eigen graf, eigen kindergraf of eigen urnengraf.

Artikel 13 Grafkelder

Het college van burgemeester en wethouders kan aan de rechthebbende op een eigen graf, indien daartoe de mogelijkheid aanwezig is, vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door haar te stellen voorwaarden.

Artikel 14 Overschrijving van verleende rechten

  • 1.

    Het recht op een eigen graf kan op aanvraag van de rechthebbenden worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 2.

    Na het overlijden van de rechthebbende kan het eigen graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits het verzoek hiertoe schriftelijk wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de in de -vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 3.

    Indien na het overlijden van de rechthebbende het schriftelijk verzoek tot overschrijving aan burgemeester en wethouders niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, zijn burgemeester en wethouders bevoegd het recht op het eigen graf te doen vervallen.

  • 4.

    Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van een jaar kan het college van burgemeester en wethouders het eigen, graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een eigen graf dat inmiddels is geruimd.

Artikel 15 Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op een eigen graf. Van de ontvangst van een zodanige verklaring doet het college van burgemeester en wethouders Schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Artikel 16 Sluiting van graven

  • 1.

    Op schriftelijk verzoek van de rechthebbende kan het college van burgemeester en wethouders een graf gesloten verklaren. Gedurende de tijd dat een graf gesloten is mag daarin geen andere begraving plaatshebben, of asbus worden bijgezet, dan wel as worden verstrooid, dan die van de stoffelijke overschotten van de personen die de rechthebbende in zijn verzoek met name heeft genoemd.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders bepaalt in overleg met de rechthebbende de periode waarvoor de in het eerste lid bedoelde sluiting zal geschieden. Zij stelt de bijzondere voorwaarden vast, waaraan moet zijn voldaan alvorens het graf gesloten wordt verklaard.

Artikel 17 Vergunning grafbedekking

  • l.

    Voor het hebben van een grafbedekking is de schriftelijke vergunning nodig van het college van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Een vergunning voor het hebben van grafbedekking wordt alleen verleend als het jaarlijks onderhoud van het gedenkteken wordt overgedragen aan de gemeente.

  • 3.

    Omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen kan het college van burgemeester en wethouders nadere regels vaststellen.

  • 4.

    De vergunning wordt gesteld op naam van de in het register ingeschreven rechthebbende. Overgang van het recht wordt geacht mede in te houden de overgang van de uit de vergunning voortvloeiende rechten en plichten.

  • 5.

    Het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde nadere regels.

  • 6.

    Het college van burgemeester en wethouders kan de vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde regels;

    • b.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de betreffende begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

  • 7.

    De gemeente is niet aansprakelijk voor beschadiging of vermissing van de onder de vergunning begrepen voorwerpen of beplantingen, of van andere voorwerpen die op het graf worden geplaatst.

Artikel 18 Grafbeplanting

Beplantingen, op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren of storend zijn voor het aanzien van de begraafplaatsen kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende 12 weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe tevoren een mondeling of schriftelijk verzoek heeft gedaan bij de beheerder.

Artikel 19 Verwijdering grafbedekking

  • 1.

    De grafbedekking kan na het verstrijken van de graftermijn door het college van burgemeester en wethouders worden verwijderd en vernietigd.

  • 2.

    Het voornemen tot verwijdering en vernietiging van de grafbedekking wordt gedurende ten minste één jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd op het te ruimen graf d.m.v. een aanplakking op of bij het graf door het college van burgemeester en wethouders bekend gemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende bij het college van burgemeester en wethouders bekend is. In dat geval stellen zij haar uiterlijk één jaar voor het genoemde tijdstip per brief van hun voornemen in kennis.

  • 3.

    Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij het college van burgemeester en wethouders ingediend schriftelijk verzoek, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende 12 weken ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 18 was verleend. Het schriftelijk verzoek kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.

  • 4.

    De grafbedekking vervalt aan de gemeente indien:

    • a.

      geen verzoek op grond van het derde lid is ingediend en de termijn waarbinnen dit verzoek had kunnen worden ingediend is verstreken;

    • b.

      de grafbedekking niet binnen 12 weken nadat de grafrechten zijn vervallen, is afgehaald:

Artikel 20 Onderhoud door de rechthebbende

  • 1.

    De rechthebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

  • 2.

    Indien de rechthebbende nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college van burgemeester en wethouders de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende 12 weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 3.

    De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt, als het adres van de rechthebbende niet bekend is, door plaatsing op het mededelingenbord op de begraafplaats of door plaatsing op het graf.

Artikel 21 Onderhoud door de gemeente

Zolang een vergunning als bedoeld in artikel 17 van kracht is voorziet het college van burgemeester en wethouders in het schoonmaken, verven van de letters en het na erge verzakking opnieuw stellen van het gedenkteken.

Artikel 22 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1.

    Het voornemen van het college burgemeester en wethouders om een graf te ruimen wordt gedurende ten minste één jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden op een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbenden gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan haar bekend is. In dat geval stelt het college hem uiterlijk een jaar voorafgaande aan het bedoelde tijdstip per brief van haar voornemen in kennis.

  • 2.

    De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van lijken worden begraven en de as wordt verstrooid op een voor de daartoe bestemde gedeelten van de begraafplaatsen.

  • 3.

    De rechthebbende op een eigen graf, eigen kindergraf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de overblijfselen te doen verzamelen om deze weer in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze elders opnieuw te doen begraven, teneinde het graf opnieuw te gebruiken.

  • 4.

    De rechthebbende op een eigen graf, eigen kindergraf of eigen urnengraf kan bij de beheerder schriftelijk een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders te doen bijzetten of te doen verstrooien.

Artikel 23 Graven met historische betekenis

  • l.

    Het college van burgemeester en wethouders houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2.

    Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoekt het college van burgemeester en wethouders of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 3.

    De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

Artikel 24 Inrichting registers

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders stelt voorschriften vast voor het register van de begraven lijken, de bezorgde as en gegevens van de rechthebbende op een graf.

  • 2.

    De rechthebbende is verplicht zijn adres en geboortedatum aan de beheerder op te geven, alsmede de wijziging van het adres.

  • 3.

    Het register wordt bijgehouden door de beheerder.

Artikel 25 Klachten: indiening, behandeling en beslissing

  • 1.

    Ingezetenen in de gemeente en belanghebbende natuurlijke- en rechtspersonen, kunnen omtrent feitelijke handelingen of het nalaten van feitelijke handelingen betreffende de begraafplaatsen bij het college van burgemeester en wethouders een schriftelijke klacht indienen.

  • 2.

    De klachtenregeling van de gemeente Leeuwarden is voor dit artikel van toepassing.

Artikel 26 Overgangsbepaling

De rechten en verplichtingen met betrekking tot eigen graven die voortvloeien uit de ingevolge artikel 27 ingetrokken verordening, worden geacht ingevolge deze verordening te zijn ontstaan.

Artikel 27 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Leeuwarden 2001".

  • 2.

    De verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de "Beheersverordening gemeentelijke Begraafplaatsen Leeuwarden 1994", sedertdien gewijzigd.

De bekendmaking van deze verordening heeft plaatsgevonden op 16 januari 2002.