Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veere

Plaatsingsleidraad voor openbare laadinfrastructuur

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeere
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingPlaatsingsleidraad voor openbare laadinfrastructuur
CiteertitelPlaatsingsleidraad voor openbare laadinfrastructuur
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpPlaatsingsleidraad voor openbare laadinfrastructuur

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-05-2023Nieuwe regeling

11-04-2023

gmb-2023-205830

23b.03434

Tekst van de regeling

Intitulé

Plaatsingsleidraad voor openbare laadinfrastructuur

Plaatsingsleidraad voor openbare laadinfra

Criteria en eisen van de gemeente Veere bij het aanwijzen van locaties voor publieke laadpalen of het opstellen van een laadkaart.

Versie 1 april 2023

 

Wanneer de gemeente Veere een verzoek van een (aanstaande) e-rijder ontvangt en deze goedkeurt, is het belangrijk een geschikte locatie te kiezen voor het realiseren van een laadpaal. In veel gevallen is deze locatie al aangewezen op de strategische plankaart. In sommige gevallen wordt er een nieuwe locatie aangewezen.

Bij de keuze voor een locatie dient er met een aantal veiligheids- en technische aspecten rekening gehouden te worden. Zorgvuldig gekozen locaties voor laadpalen zorgen voor een laadnetwerk dat veiliger is, effectiever wordt gebruikt, en sneller te realiseren is.

De locatie kan zodanig gekozen worden dat de gebruikersgroep die bediend wordt met de laadpaal zo groot mogelijk is. Het beoogt een betere acceptatie van laadpalen (er worden geen palen neergezet die nauwelijks gebruikt worden) en effectief gebruik van de openbare ruimte omdat met minder laadpalen meer mensen bediend kunnen worden.

Deze beleidsregel is ter uitvoering van het bepaalde in artikel 2.10 van de Algemene plaatselijke verordening.

 

Eisen en criteria

Om doorlooptijden te versnellen en de kwaliteit van de laadlocaties te verhogen, dient bij het kiezen van een nieuwe oplaadlocatie rekening gehouden te worden met verschillende criteria en eisen. We maken een onderscheid tussen criteria en eisen voor de keuze van de locatie.

• Alle locaties moeten aan de eisen voldoen.

• De criteria sturen de afweging voor de juiste locatie.

Tezamen helpen de verschillende soorten criteria en eisen om de (maatschappelijke) kosten van de ontwikkeling van elektrisch vervoer te beheersen. De criteria en eisen zijn geordend volgens onderstaande thema’s. Daarnaast zijn achteraan dit document een aantal veel voorkomende opstellingsvoorbeelden bijgevoegd.

1. Algemeen

 

 

1.1 Criteria

  • Zo veel mogelijk gebruikersgroepen worden bediend, zoals bewoners, forenzen, bezoekers en toeristen.

  • Zo veel mogelijk zichtbaarheid en vindbaarheid.

  • Mogelijkheid tot uitbreiding van de locatie naar een opstelling met meerdere Oplaadobjecten op één aansluiting.

  • De gemeente stelt zich zo goed mogelijk op de hoogte van eventueel geplande werkzaamheden in het gebied om te voorkomen dat laadpalen op korte termijn verwijderd en/of verplaatst dienen te worden.

  • • Type parkeerplek, aflopend naar voorkeur:

    i. Parkeerterrein: Parkeervakken tegenover elkaar, vanaf 4 parkeervakken;

    ii. haaks parkeren;

    iii. Langsparkeren.

 

2. Installatie & onderhoud

2.1 Eisen

 

  • Onderhoud en installatie moet veilig uitgevoerd kunnen worden (gelet op oriëntatie ten opzichte van verkeersstromen).

  • Oplaadobject dient in het midden tussen twee vakken geplaatst te worden.

  • Oplaadobject dient minimaal op gelijke hoogte met de parkeervakken geplaatst te worden en maximaal op gelijke hoogte met het trottoir. Binnen die bandbreedte is ook mogelijk.

  • Oplaadobject dient op grond in eigendom van de gemeente geplaatst te worden.

  • Rondom het Oplaadobject dient tenminste 50cm ruimte voor onderhoud beschikbaar te zijn.

  • Het Oplaadobject dient minimaal 1 meter buiten de kroonprojectie van een boom te staan.

  • Openbreken van een betonnen- of asfalt weg is niet mogelijk voor het aansluiten van het Oplaadobject. Boringen uitvoeren onder een betonnen- of asfaltweg is wel mogelijk.

  • Uitgangspunt niet in een groenstrook.

  • • Indien wel in groenstrook gewenst dient de gemeente zorg te dragen voor:

    o Het aanbrengen van verharde ondergrond rondom het Oplaadobject (bijvoorbeeld rij stoeptegels);

    o Het vrijhouden van minimaal 50cm bosschages/groenwerk rondom het Oplaadobject.

  • • Oplaadobject dient niet aanrijdgevoelig opgesteld te worden:

    o Minimale afstand vanaf stoeprand: 1 stoeptegel + band ( +/- 45 cm);

    o Indien toch gekozen wordt voor locatie met aanrijdrisico, dan dient de exploitant zorg te dragen voor het aanbrengen van aanrijdbeveiliging.

 

2.2 Criteria

  • Kortst mogelijke afstand tot aanwezige laagspanningsnet (LS-net) en bij voorkeur binnen 25 meter.

  • LS-net bij voorkeur aan dezelfde kant van de weg als het Oplaadobject.

  • Minimale hoeveelheid noodzakelijke opbrekingen en graafwerkzaamheden.

  • Het voorkomen van beschadiging van boomwortels en bomen, niet onder de kruin van een boom.

  • Niet tussen het struikgewas of (boom)wortels.

  • Oplaadobjecten kunnen niet worden geplaatst op een schuin talud.

 

3. Gebruiksvriendelijkheid & veiligheid

 

 

3.1 Eisen

  • Minimale doorgang van het trottoir na plaatsing Oplaadobject: 120 cm (4 stoeptegels 30 x 30 cm);

    o Een uitstapstrook is een uitzondering, want hier is doorloopruimte geen factor.

    o Het is niet mogelijk om een trottoir de functie van uitstapstrook te geven om de mogelijkheid tot het plaatsen van Oplaadobjecten te creëren.

  • Voorkomen van wegversperring voor aanrijdroutes van hulpdiensten.

  • Aannemers die een kabelgoot aanleggen voor een vergunningshouder dienen dit over de kortst mogelijke afstand te doen.

  • Vergunninghouders die gebruik maken van een kabelgoot dienen hun laadkabel altijd in de kabelgoot te leggen. Goed onderhoud van de kabelgoot is eigen verantwoordelijkheid.

 

3.2 Criteria

  • • Voorkomen struikelgevaar door kabels;

    o Streven naar minimale afstand van parkeervakken tot Oplaadobject.

  • Voorkomen van belemmering voor doorstroming van het overige wegverkeer, langzame verkeersstromen etc.

  • Voorkomen van Oplaadobjecten aan hoofdverkeerswegen.

  • Voorkomen van Oplaadobjecten in gebieden met een afwijkend parkeerregime (zoals winkelstraten of andere locaties met een parkeerduurbeperking).

  • • Het Oplaadobject wordt bij voorkeur niet geplaatst voor de deur of het raam van een woonhuis. We hanteren de volgende oriëntatie t.o.v. bebouwing, aflopend naar voorkeur:

    i. Blinde gevel;

    ii. Zijgevel;

    iii. Voorgevel.

  • Oplaadobject niet in de directe nabijheid van andere objecten in de openbare ruimte zoals fietsenrekken, vuilcontainers, struiken, bomen en straatmeubilair.

  • • Houd rekening met de toegankelijkheid van het laadobject voor minder valide e-rijders:

    o Zo mogelijk bij een reeds aanwezige gereserveerde mindervalide parkeerplaats;

  • Bij voorkeur niet midden tussen andere parkeervakken (i.v.m. ruimte voor uitstappen);

  • Bij voorkeur zo dicht mogelijk in de buurt van meest gebruikte bestemming.

 

 

4. Kabelgoot

 

De nieuwe kabelgoot maakt het opladen vanaf eigen terrein mogelijk. In de tegel bevindt zich een goot voor de laadkabel. De stoep blijft hierdoor veilig begaanbaar. De bewoner moet de kabel na het opladen zelf opruimen. De tegel wordt geplaatst door (en blijft eigendom van) de gemeente. De kosten die worden gemaakt voor het aanleggen van de kabelgoot berekenen we door aan de aanvrager.Om in aanmerking te komen voor de kabelgoottegels, gelden de volgende voorwaarden:

  • U heeft geen eigen oprit.

  • Er ligt alleen een stoep tussen de openbare parkeerplaats en uw huis of tuin, geen gras- of groenstrook, weg of fietspad.

  • U beschikt op het moment van aanmelden over werkende zonnepanelen.

  • U betaalt de kosten voor het aanleggen van de tegels.

  • Om gebruik te kunnen maken van de kabelgoottegels voor het opladen van uw elektrische auto, vragen we u akkoord gaan met de volgende voorwaarden:

  • De parkeerplaats blijft door iedereen te gebruiken. Na gebruik ruimt de bewoner de kabel op. De parkeerplaats is dan weer toegankelijk voor iedereen en is niet te claimen.

  • Wij leggen de kabelgoottegels voor u in de stoep. Hier zijn kosten aan verbonden.

  • Moeten we een kabelgoottegel vervangen door uw toedoen? Dan verhalen wij de kosten op u.

  • Wanneer de tegels niet meer nodig zijn, laat u dat aan ons weten.

  • De gemeente plaatst de tegels en blijft eigenaar.

  • Deze aanvraag is persoonlijk op dit adres. Gaat u verhuizen en wil de volgende bewoner wil ook gebruik maken van de kabelgoottegel? Dan vraagt de nieuwe bewoner dit zelf aan bij de gemeente. U bent verplicht dit aan de volgende bewoner te laten weten.

  • Wanneer de straat opengebroken moet worden voor werkzaamheden, kunt u geen gebruikmaken van de stroom uit uw eigen huis voor het opladen van uw auto. De gemeente is hiervoor niet aansprakelijk.

  • Bij een complete herinrichting van de straat, wordt geen rekening gehouden met de tegels. Het kan zo zijn dat u na een herinrichting geen gebruik meer kunt maken van de tegels, omdat bijvoorbeeld de parkeervakken op een andere plek zijn aangelegd.

  • Er mag geen elektrische kabel over de openbare weg worden neergelegd.

  • In het geval dat het gebruik van de kabelgoottegel leidt tot immateriële of materiële schade bij derden, bent u daarvoor aansprakelijk. U vrijwaart de gemeente voor aansprakelijkheid en schade.

  • Wanneer er oneigenlijk gebruikgemaakt wordt van de tegels, mogen wij de tegels zonder opgave van redenen verwijderen.

  • De elektrische kabel is in goede staat, gekeurd en onbeschadigd en na gebruik ruimt u de kabel op.

  • De kabel wordt op deugdelijke wijze in de kabelgoot geplaatst, zodat andere gebruikers van het voetpad geen hinder ondervinden en hier niet over kunnen struikelen. De eigenaar van de kabel blijft ten alle tijde verantwoordelijk. Bij eventueel schade of letsel (bijvoorbeeld als een voorbijganger struikelt), bent u als eigenaar van de kabel verantwoordelijk.

 

In de online aanvraag moet u aangeven dat u deze voorwaarden gelezen heeft en hiermee akkoord gaat.

 

 

 

5. Laadkaart

 

 

Bij het opstellen van laadkaart wordt een locatievoorstel niet naar aanleiding van een verzoek van een inwoner of bedrijf opgesteld. Hierdoor is bij de locatiebepaling het adres van het bedrijf of de inwoner niet vanzelfsprekend het startpunt voor het aanwijzen van een nieuwe laadlocatie. Ook is niet al vooraf bepaald of de e-rijder terecht kan bij een private parkeervoorziening. Daarom benoemen we hieronder de volgende aanvullende criteria bij het opstellen van laadkaarten:

  • Binnen door gemeente bepaalde reële loopafstand (zie beleidsregels) van potentiële vraag vanaf het woon- of werkadres van bewoners of forenzen.

  • • Doelgroep stuurt de locatie van het Oplaadobject:

    i. Bewoners (dominante doelgroep) centraal in de wijk;

    ii. Bezoekers / forenzen (dominante doelgroep): zichtlocatie;

  • • Bij locatiebepaling van meer dan één Oplaadobject hanteren we ten behoeve van een balans tussen spreiding en verdichting de onderstaande logica. Dit geldt niet voor plaatsing van Oplaadobjecten op parkeerterreinen:

    i. Binnen elk hexagoon van 200m diameter: 2 locaties, daarna clustering;

    ii. Minimum aantal geclusterde laadpunten: 4 laadpunten;

    iii. Maximaal aantal geclusterde laadpunten: 8 laadpunten.

  • • Oplaadobjecten mogen in het centrum worden geplaatst:

    o Wanneer het mogelijk is om uit wijken naar laadlocatie buiten het centrumgebied (waarbij loopafstand van 200-300m niet in geding komt) heeft dit de voorkeur;

    o Met uitzondering van historische centra (zie 4.6).

  • Concentratie of dekking: eerst zorgen voor een dekkend netwerk en dan pas clusteren.

 

5. Historische centra

 

In de gemeente Veere beschouwen we de kern Veere als een historisch centrum. Hier gelden afwijkende plaatsingsregels.

 

5.1 Eisen

  • In historische centra worden alleen Oplaadobjecten geplaatst op aanvraag van en voor gebruik door bewoners.

  • Er geldt een afwijkende eis voor het type Oplaadobject dat zorgt voor het behoud van ruimtelijke kwaliteit.

  • Oplaadobjecten worden niet in de zichtlijnen van monumenten geplaatst.

Voor de kern Veere geldt verder de aanpak waarbij de afwijkende Oplaadobjecten in één opdracht worden gerealiseerd. Zie voor deze aanpak het Programma openbare laadinfrastructuur.

 

6. Toeristische locaties

 

 

De gemeente Veere is een toeristische trekpleister met veel gebieden met een aantrekkende werking zoals strand, natuurgebieden en historische centra. Dit zorgt voor een toestroom van uitzonderlijk veel voertuigen van buiten de gemeente die willen parkeren en in toenemende mate een laadbehoefte hebben. Deze laadbehoefte komt tot uiting bij toeristische bestemmingen en verblijfsplaatsen op de daartoe aangewezen parkeerterreinen. Er gelden afwijkende eisen en criteria voor laadvoorzieningen die specifiek worden geplaatst om in de laadbehoefte van toeristische bezoekers te voorzien.

 

6.1 Criteria

De Oplaadobjecten bij toeristische bestemmingen worden minst aantrekkelijke plekken van het parkeerterrein geplaatst. De laadplekken kunnen daardoor niet misbruikt worden om “de beste plek” op het parkeerterrein in te nemen:

• Hierbij blijft de beschikbaarheid van een netaansluiting leidend.

 

7. Opstellingsvoorbeelden

 

Onderstaande opstellingsvoorbeelden zijn een concrete toepassing van de verschillende criteria en eisen, ze maken op zich geen onderdeel uit van het toetsingskader.

 

7.1 Opstellingsvoorbeeld: plaatsing Oplaadobject op trottoir bij haaksparkeren

 

Toelichting minimale afmetingen zoals weergeven in afbeelding:

  • Minimale afmetingen haakse parkeervakken:500 x 250 cm .

  • Lengte bestelbussen: ~600 cm.

  • Minimale doorloopruimte o.b.v. beleidsregels: 120 cm (+/- 4 stoeptegels).

  • Oppervlak Oplaadobject:~1 stoeptegel (30 x 30 cm).

  • 50 cm ruimte rondom om de Oplaadobject voor werkzaamheden.

  • Minimale afstand tussen Oplaadobject en parkeervak: +- 45 cm (1 stoeptegel + trottoirband) .

  • Let op: in nieuwbouwwijken kom het steeds vaker voor dat een stoep een afmeting heeft van max. 180 cm, in dit geval kan overwogen worden om toch de afstand van parkeervak tot laadpaal in te korten teneinde wel de beoogde doorloopruimte van 120 cm te bereiken, dit dient per geval te worden beoordeeld.

 

7.2 Opstellingsvoorbeeld: plaatsing Oplaadobject op vrije / groene ruimte

Toelichting minimale afmetingen zoals weergeven in afbeelding

  • Minimale afmetingen parkeervak 500 x 250 cm bij haaksparkeren en 200 x 600 cm bij langsparkeervakken.

  • Lengte bestelbussen: ~600 cm.

  • Minimale doorloopruimte o.b.v. beleidsregels 120 cm (+/- 4 stoeptegels).

  • Oppervlak Oplaadobject ~1 stoeptegel (30 x 30 cm).

  • 50 cm ruimte rondom om de Oplaadobject voor werkzaamheden.

  • Minimale afstand tussen Oplaadobject en parkeervak: +- 45 cm (1 stoeptegel + trottoirband) .

 

7.3 Opstellingsvoorbeeld: plaatsing Oplaadobject bij langs parkeervakken

Toelichting minimale afmetingen zoals weergeven in afbeelding:

  • Minimale afmetingen parkeervak: 200 x 600 cm.

  • Lengte bestelbussen: ~600 cm.

  • Minimale doorloopruimte o.b.v. beleidsregels: 120 cm (+/- 4 stoeptegels).

  • Oppervlak Oplaadobject: ~1 stoeptegel (30 x 30 cm).

  • 50 cm ruimte rondom om de Oplaadobject voor werkzaamheden.

  • Minimale afstand tussen Oplaadobject en parkeervak: +- 15 cm (trottoirband)