Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Steenwijkerland

Verordening participatie Steenwijkerland 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSteenwijkerland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening participatie Steenwijkerland 2023
CiteertitelParticipatieverordening Steenwijkerland
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na haar bekendmaking, maar artikel 11 treedt pas in werking op het moment dat de Omgevingswet in werking treedt.

Deze regeling vervangt de Inspraakverordening Steenwijkerland.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 149 van de Gemeentewet
  2. artikel 150 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-05-2023nieuwe regeling

25-04-2023

gmb-2023-204692

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening participatie Steenwijkerland 2023

De raad van de gemeente Steenwijkerland;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 maart 2023;

 

gelet op de artikelen 149 en 150 van de Gemeentewet;

 

gezien de Visie op (inwoner)participatie, die de raad op 28 september 2021 heeft vastgesteld;

 

besluit vast te stellen de volgende:

 

Verordening participatie Steenwijkerland 2023

 

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    participatie: het deelnemen van inwoners en belanghebbenden aan de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van gemeentelijk beleid en gemeentelijke plannen (= inwoner-participatie) en het deelnemen van de gemeente aan maatschappelijke initiatieven

  • (= overheidsparticipatie). Participatie is ook het door een andere initiatiefnemer dan de gemeente betrekken van belanghebbenden bij de voorbereiding van een activiteit met betrekking tot de fysieke leefomgeving;

  • b.

    inwonerparticipatie: het op initiatief van de gemeente betrekken van inwoners en belanghebbenden bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van gemeentelijk beleid en gemeentelijke plannen. Dit kan in de vorm van informeren, raadplegen, adviseren, samenwerken en meebeslissen;

  • c.

    overheidsparticipatie: het door de gemeente ondersteunen van maatschappelijke initiatieven;

  • d.

    maatschappelijk initiatief: een initiatief van inwoner(s) en/of belanghebbende(n) met een lokaal maatschappelijk doel;

  • e.

    inspraak: een door de gemeente georganiseerde mogelijkheid voor inwoners en belanghebbenden om concrete gemeentelijke beleidsvoornemens te bespreken en hun mening daarover te geven;

  • f.

    uitdaagrecht: het recht van inwoners en lokale maatschappelijke partijen om een voorstel te doen om de uitvoering van een gemeentelijke taak over te nemen;

  • g.

    bestuursorgaan: de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester van Steenwijkerland, die of dat bevoegd is om de beslissing te nemen.

Artikel 2 Reikwijdte

Deze verordening is niet van toepassing op participatiemogelijkheden voor zover die in andere regelingen staan.

 

Paragraaf 2 Inwonerparticipatie

Artikel 3 Onderwerp inwonerparticipatie

  • 1.

    Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inwonerparticipatie wordt toegepast.

  • 2.

    Inwonerparticipatie vindt altijd plaats als de wet daartoe verplicht.

  • 3.

    Inwonerparticipatie wordt niet toegepast als:

    • a.

      participatie volgens de wet is uitgesloten;

    • b.

      het bestuursorgaan regelingen van hogere overheden moet uitvoeren, maar hierbij geen of weinig ruimte heeft om eigen keuzes te maken;

    • c.

      het gaat om wijzigingen van gemeentelijk beleid of gemeentelijke plannen met beperkte gevolgen;

    • d.

      het de vaststelling van de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen als bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet betreft;

    • e.

      het betrekking heeft op de gemeentelijke bedrijfsvoering;

    • f.

      de uitvoering van beleid of plannen zoveel haast heeft, dat participatie niet kan worden afgewacht.

Artikel 4 Procedure inwonerparticipatie

  • 1.

    Bij de start van elk traject van inwonerparticipatie neemt het bestuursorgaan een beslissing over in ieder geval de volgende onderwerpen en legt dit vast in een participatieparagraaf:

    • a.

      het doel van de participatie;

    • b.

      de doelgroepen die bij de participatie worden betrokken;

    • c.

      hoe de doelgroepen worden uitgenodigd en geïnformeerd;

    • d.

      de participatievraag;

    • e.

      het niveau van participatie, waarbij gekozen wordt uit: informeren, raadplegen, adviseren, samenwerken en meebeslissen of een combinatie hiervan;

    • f.

      de manier waarop de deelnemers kunnen participeren;

    • g.

      hoe en hoelang de deelnemers kunnen reageren;

    • h.

      de duur van en beslismomenten in de participatieprocedure;

    • i.

      hoe de reacties van de deelnemers meewegen in de besluitvorming;

    • j.

      de manier waarop de deelnemers worden geïnformeerd over het eindverslag en het (uiteindelijke) besluit;

    • k.

      de gemeentelijke contactpersoon die het participatieproces begeleidt.

  • 2.

    Als gekozen wordt voor het participatieniveau ‘informeren’, dan wordt alleen een beslissing genomen over:

    • a.

      het doel van de participatie;

    • b.

      de doelgroepen die worden geïnformeerd;

    • c.

      de manier waarop de doelgroepen worden geïnformeerd over de stukken en het (uiteindelijke) besluit;

    • d.

      de gemeentelijke contactpersoon.

  • 3.

    Het bestuursorgaan nodigt de doelgroepen uit om te participeren op de voor die doelgroepen meest geschikte wijze. In de kennisgeving worden de doelgroepen in begrijpelijke taal geïnformeerd over de onderwerpen die in het eerste lid staan, of, als het alleen om ‘informeren’ gaat, die in het tweede lid staan.

  • 4.

    Als het nodig is om tijdens de participatieprocedure de kaders of de inrichting van deze procedure aan te passen, informeert het bestuursorgaan de deelnemers hierover zo snel mogelijk.

  • 5.

    In uitzonderlijke gevallen kan het bestuursorgaan na afloop van de participatieprocedure afwijken van de keuze, genoemd in het eerste lid, onderdeel i. Deze wijziging wordt nadrukkelijk gemotiveerd en gecommuniceerd aan de deelnemers.

Artikel 5 Procedure inspraak

  • 1.

    Op inwonerparticipatie in de vorm van inspraak is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kan het bestuursorgaan voor een beleidsvoornemen een andere inspraakprocedure vaststellen.

  • 3.

    Om de doelgroep zo goed mogelijk te bereiken, kan het bestuursorgaan, naast de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, een andere geschikte wijze van informeren toepassen.

Artikel 6 Eindverslag inwonerparticipatie

  • 1.

    Het bestuursorgaan maakt een eindverslag van de participatieprocedure.

  • 2.

    Deze verplichting geldt niet als (alleen) voor het participatieniveau ‘informeren’ is gekozen.

  • 3.

    In het eindverslag staat in ieder geval:

    • a.

      een overzicht van de gevolgde participatieprocedure op hoofdlijnen;

    • b.

      een overzicht van de reacties die tijdens de participatieprocedure mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;

    • c.

      de reactie van het bestuursorgaan op deze bijdragen, waarbij wordt aangegeven op welke punten de bijdragen de besluitvorming hebben beïnvloed.

  • 4.

    Het bestuursorgaan maakt het eindverslag openbaar op de daarvoor geschikte wijze.

     

Paragraaf 3 Overheidsparticipatie

Artikel 7 Onderwerp overheidsparticipatie

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen op verzoek van inwoner(s) en/of belanghebbende(n) een maatschappelijk initiatief ondersteunen als naar de mening van burgemeester en wethouders het initiatief bijdraagt aan de doelstellingen van het gemeentelijk beleid of op een andere manier een positieve bijdrage levert aan de lokale samenleving.

  •  

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen afzien van overheidsparticipatie als het maatschappelijk initiatief:

    • a.

      vooral privébelangen van initiatiefnemer(s) dient;

    • b.

      commerciële, politieke of religieuze activiteiten betreft:

    • c.

      onvoldoende draagvlak heeft onder de betrokken inwoners;

    • d.

      over een onderwerp gaat dat niet bij de taak of bevoegdheid van de gemeente hoort of waar de gemeente geen ruimte heeft om eigen keuzes te maken;

    • e.

      naar de mening van burgemeester en wethouders op financiële, juridische of praktische gronden niet haalbaar is;

    • f.

      doelstellingen beoogt die in strijd zijn met de wet, het gemeentelijk beleid of het algemeen belang;

    • g.

      over een onderwerp gaat waartegen een bezwaarprocedure of een procedure bij de rechter loopt.

Artikel 8 Procedure en besluitvorming overheidsparticipatie

  • 1.

    Burgemeester en wethouders informeren inwoners en belanghebbenden actief over de mogelijkheid van overheidsparticipatie.

  • 2.

    Als initiatiefnemers dit willen, helpt een medewerker van de gemeente bij het opstellen van een verzoek om ondersteuning van het maatschappelijk initiatief.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders informeren initiatiefnemer(s) gemotiveerd over het besluit om wel of niet overheidsparticipatie toe te passen.

  • 4.

    Als overheidsparticipatie wordt toegepast, staat in dat besluit in ieder geval:

    • a.

      een omschrijving van het maatschappelijk initiatief, de wijze waarop het wordt gerealiseerd en een raming van de kosten;

    • b.

      de (eventuele) gemeentelijke ondersteuning in de vorm van: ambtelijke deskundigheid, administratieve of praktische ondersteuning, subsidie of andere financiële middelen, huisvesting, materiaal en materieel, regelgeving en vergunningen en/of andere vormen van ondersteuning;

    • c.

      de vaste contactpersoon die de initiatiefnemer(s) vanuit de gemeente begeleidt.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders maken het besluit dat de gemeente een maatschappelijk initiatief ondersteunt op de daarvoor geschikte wijze openbaar.

     

Paragraaf 4 Uitdaagrecht

Artikel 9 Onderwerp uitdaagrecht

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen op verzoek van inwoners en/of lokale maatschappelijke partij(en) de uitvoering van een gemeentelijke taak aan de initiatiefnemer(s) overdragen als zij deze taak naar de mening van burgemeester en wethouders beter en/of goedkoper kunnen uitvoeren.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders zien in ieder geval af zien van toepassing van het uitdaagrecht als:

    • a.

      de overname vooral privébelangen van initiatiefnemer(s) dient;

    • b.

      de opdrachtwaarde boven de drempelbedragen voor Europees aanbesteden uitkomt;

    • c.

      overname van de gemeentelijke taak in strijd is met wettelijke voorschriften en procedures, gemeentelijk beleid of het algemeen belang;

    • d.

      het een lopend uitvoeringstraject of lopende overeenkomst betreft.

Artikel 10 Procedure en besluitvorming uitdaagrecht

  • 1.

    Burgemeester en wethouders informeren inwoners en lokale maatschappelijke partijen actief over de mogelijkheid van het uitdaagrecht.

  • 2.

    Een voorstel om de uitvoering van een gemeentelijke taak over te nemen wordt ingediend bij burgemeester en wethouders. In het voorstel staat in ieder geval:

    • a.

      een omschrijving van de taak die initiatiefnemer wil overnemen;

    • b.

      een uitleg waarom of hoe initiatiefnemer deze taak beter en/of goedkoper kan uitvoeren;

    • c.

      een toelichting op de betrokkenheid, kennis en ervaring van initiatiefnemer;

    • d.

      een indicatie van het draagvlak onder de betrokken inwoners;

    • e.

      een raming van de kosten van de uitvoering van de taak;

    • f.

      hoe initiatiefnemer met de gemeente wil samenwerken of welke ondersteuning van de gemeente nodig is;

    • g.

      hoe initiatiefnemer de kwaliteit en uitvoering van de taak op langere termijn kan garanderen.

  • 3.

    Als initiatiefnemer dit wil, ondersteunt een medewerker van de gemeente bij het maken van het voorstel. Burgemeester en wethouders wijzen in ieder geval een vaste contactpersoon aan die initiatiefnemer vanuit de gemeente bij de uitvoering begeleidt.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders wijzen een verzoek gemotiveerd af als onvoldoende aannemelijk is dat het voorstel voldoet aan de voorwaarden die in het tweede lid staan of als zij overname van de gemeentelijke taak om andere redenen onwenselijk vinden.

  • 5.

    Als burgemeester en wethouders het voorstel overnemen, maken zij met initiatiefnemer afspraken over in ieder geval budget, looptijd, resultaat, tussentijdse evaluatie, verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid. De afspraken worden vastgelegd in een overeenkomst.

  • 6.

    Burgemeester en wethouders maken het besluit dat de uitvoering van een gemeentelijke taak is overgenomen op de daarvoor geschikte wijze openbaar.

     

Paragraaf 5 Participatie Omgevingswet

Artikel 11 Participatie Omgevingswet

  • 1.

    Op inwonerparticipatie bij de omgevingsvisie, het (omgevings)programma, het omgevingsplan (als de gemeente initiatiefnemer is) en de omgevingsvergunning (als de gemeente aanvrager is) zijn de artikelen 4, 5 en 6 van deze verordening van toepassing voor zover in de Omgevingswet en daarbij behorende regelingen niet anders is bepaald.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders maken een praktische handreiking die een aanvrager van een omgevingsvergunning (anders dan de gemeente) helpt bij toepassing van het aanvraagvereiste van participatie, genoemd in artikel 7.4 van de Omgevingsregeling.

  • 3.

    Als de gemeenteraad participatie bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning verplicht heeft gesteld, geven burgemeester en wethouders in een beleidsnotitie aan, aan welke criteria wordt getoetst bij de beoordeling of de aanvrager voldoende aan participatie heeft gedaan.

     

Paragraaf 6 Evaluatie en monitoring

Artikel 12 Evaluatie

De uitvoering van deze verordening wordt eenmaal per twee jaar geëvalueerd. Burgemeester en wethouders maken daarvoor een verslag van de inwonerparticipatie, de overheidsparticipatie, het uitdaagrecht en de overige participatie over die periode. Dit participatieverslag wordt door de gemeenteraad besproken.

 

Paragraaf 7 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 13 Intrekking oude regeling en overgangsbepaling

  • 1.

    De Inspraakverordening Steenwijkerland wordt ingetrokken.

  • 2.

    Op inspraakprocedures die zijn gestart voor de inwerkingtreding van deze verordening blijft de Inspraakverordening Steenwijkerland van toepassing.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na haar bekendmaking, maar artikel 11 treedt pas in werking op het moment dat de Omgevingswet in werking treedt.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Participatieverordening Steenwijkerland.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 25 april 2023,

de griffier,

A. ten Hoff

de voorzitter,

R. Bats ,