Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Westerwolde

Nadere regels terrassen 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWesterwolde
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels terrassen 2023
CiteertitelNadere regels terrassen gemeente Westerwolde 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-05-2023nieuwe regeling

21-02-2023

gmb-2023-201853

nieuwe regeling

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels terrassen 2023

 

1. Inleiding

Een gezellig terras bij een openbare inrichting zorgt voor een langer verblijf van bezoekers die het leuk vinden om ‘een terrasje te pikken’. Terrassen zijn dus vanuit recreatief, toeristisch en economisch oogpunt belangrijk en kunnen voor alle ondernemers in de omgeving omzet verhogend werken.

 

In beginsel is het een openbare inrichting (horecabedrijf) toegestaan een terras te exploiteren, mits

het terras een positieve bijdrage levert aan de goede sfeer en levendigheid van een straat of dorps-centrum. Het terras is onderdeel van de openbare inrichting. Een terras mag niet voor overlast zorgen en de bruikbaarheid van de weg mag niet onevenredig belemmerd worden. Er mag in de gemeente Westerwolde een gevelterras, pleinterras of seizoensterras op eigen- en gemeentegrond geëxploiteerd worden, mits de openbare ruimte daartoe voldoende geschikt is ingericht.

 

Om ervoor te zorgen dat terrassen de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid, het milieu en de woon- en leefomgeving niet aantasten, worden er voorwaarden gesteld aan terras-sen. Terrassen worden beoordeeld bij de aanvraag voor een horecaexploitatievergunning ex. artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening Westerwolde 2020 (APV); voor terrassen op de weg / in de openbare ruimte is (extra) een ontheffing van het verbod van artikel 2:10 lid 1 van de APV nodig.

2. Wettelijke basis

APV artikel 2:27 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze afdeling wordt verstaan onder:

    • a.

      openbare inrichting:

      • i.

        een hotel, restaurant, pension, café, waterpijp café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis;

      • ii.

        elke andere voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie ter plaatse worden verstrekt of bereid;

    • b.

      terras: een buiten de besloten ruimte van de openbare inrichting liggend deel daarvan waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie ter plaatse kunnen worden bereid of verstrekt.

  • 2.

    Onder openbare inrichting wordt mede verstaan een buiten de besloten ruimte van de openbare inrichting liggend deel daarvan waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie ter plaatse kunnen worden bereid of verstrekt.

APV artikel 2:28 Exploitatie openbare inrichting

  • 1.

    Het is verboden een openbare inrichting te exploiteren zonder vergunning van de burgemeester.

  • 2.

    De burgemeester weigert de vergunning als de exploitatie van de openbare inrichting in strijd is met een geldend bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 1:8 kan de burgemeester de vergunning slechts geheel of gedeeltelijk weigeren als naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- of leefsituatie in de omgeving van de openbare inrichting of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed of als de exploitant of leidinggevende in enig opzicht van slecht levensgedrag is.

  • 4.

    Geen vergunning is vereist voor een openbare inrichting die zich bevindt in een:

    • a.

      winkel als bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet voor zover de activiteiten van de openbare inrichting een nevenactiviteit vormen van de winkelactiviteit;

    • b.

      zorginstelling;

    • c.

      museum; of

    • d.

      bedrijfskantine of -restaurant.

  • 5.

    De burgemeester verleent op verzoek of ambtshalve vrijstelling van het verbod aan openbare inrichtingen die horecabedrijf zijn als bedoeld in artikel 1 van de Drank- en Horecawet, als:

    • a.

      zich in de zes maanden voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze bepaling geen incidenten gepaard gaande met geweld, overlast op straat of drugsgebruik en -handel hebben voorgedaan in of bij de inrichting; of

    • b.

      de inrichting zich nieuw in de gemeente vestigt en er zich geen weigeringsgronden voordoen als bedoeld in artikel 1:8 of 2:28, tweede of derde lid.

  • 6.

    De vrijstelling wordt ingetrokken wanneer zich een incident heeft voorgedaan als bedoeld in het vijfde lid, onder a.

  • 7.

    Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing op de vergunning en de vrijstelling.

Artikel 2:10 Voorwerpen op of aan de weg

  • 1.

    Het is verboden de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, indien:

    • a.

      het gebruik schade toebrengt of kan toebrengen aan de weg, de bruikbaarheid van de weg belemmert of kan belemmeren, dan wel een belemmering vormt of kan vormen voor het beheer of onderhoud van de weg; of

    • b.

      het gebruik niet voldoet aan redelijke eisen van welstand.

  • 2.

    Van een belemmering voor de bruikbaarheid van de weg is in ieder geval sprake wanneer niet tenminste een vrije doorgang van 1,0 meter wordt gelaten op voetpaden en van 3,0 meter op de rijbaan voor fietsers of gemotoriseerd verkeer.

  • 3.

    Het college kan in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving nadere regels stellen ten aanzien van terrassen, uitstallingen en reclameborden.

  • 4.

    Het bevoegde bestuursorgaan kan ontheffing verlenen van het verbod in het eerste lid.

  • 5.

    In afwijking van het vierde lid kan het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het in het eerste lid bedoelde gebruik, voor zover dit een activiteit betreft als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j. of onder k. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

  • 6.

    Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op:

    • a.

      evenementen als bedoeld in artikel 2:24;

    • b.

      standplaatsen als bedoeld in artikel 5:18; en

    • c.

      overige gevallen waarin krachtens een wettelijke regeling een vergunning voor het gebruik van de weg is verleend.

  • 7.

    Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatwerken, artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, of het provinciaal wegenreglement.

  • 8.

    Op de ontheffing bedoeld in het vierde lid is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

     

Lid 3 van artikel 2:10 zegt dat het college nadere regels kan stellen in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving o.a. ten aanzien van terrassen. Dit doet het college door middel van deze beleidsnotitie.

Artikel 1:8 Weigeringsgronden

  • 1.

    De vergunning of ontheffing kan door het bevoegd gezag of het bevoegde bestuursorgaan worden geweigerd in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      de openbare veiligheid;

    • c.

      de volksgezondheid;

    • d.

      de bescherming van het milieu.

  • 2.

    Een vergunning of ontheffing kan ook worden geweigerd als de aanvraag daarvoor minder dan 8 weken voor de beoogde datum van de beoogde activiteit is ingediend en daardoor een behoorlijke behandeling van de aanvraag niet mogelijk is.

3. Begrippen

Terras

Een terras is een buiten de besloten ruimte van de openbare inrichting liggend deel daarvan waar

sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden ge-schonken of spijzen voor directe consumptie ter plaatse kunnen worden bereid of verstrekt. Een terras op eigen grond is onderdeel van de horeca-exploitatievergunning, voor een terras op de weg / in de openbare ruimte moet extra een ontheffing ex. artikel 2:10 APV aangevraagd worden.

 

Gevelterras

Een gevelterras is een terras net zo breed als de gevel van de openbare inrichting waar het bij hoort en staat direct voor de gevel van die openbare inrichting.

 

Pleinterras

Een pleinterras is een terras dat niet grenst aan de gevel van de openbare inrichting waar het bij hoort, maar wel binnen de breedte van de gevelafmeting blijft.

 

Seizoensterras

Een seizoensterras is een terras dat gedurende de periode 1 april tot 1 oktober geplaatst mag worden.

 

Terrasinrichting

Objecten die in ieder geval zijn gerelateerd aan het terras en ten dienste staan van het terras. De volgende objecten vallen in ieder geval onder terrasinrichting: stoelen, banken, tafels, parasols, niet aan de gevel bevestigde verlichting en terrasschermen.

 

Straatmeubilair

Straatmeubilair zijn objecten ter inrichting van de openbare ruimte, zoals banken, afvalbakken, bloembakken, geleidehekken, fietsenrekken, vlaggenmasten, verkeersborden, lantaarnpalen etc.

 

Openbare ruimte

Onder openbare ruimte verstaan we ruimte die voor iedereen toegankelijk is. Plaatsen die onder de openbare ruimte vallen zijn onder andere straten, pleinen en parken.[.

 

Weg (artikel 1 lid 1 sub b van de Wegenverkeerswet 1994)

Alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten.

4. Aanvraag ontheffing terras in de openbare ruimte en geldigheidsduur

Een ontheffing ex. artikel 2:10 van de APV moet aangevraagd worden bij het college van burgemeester en wethouders op het daarvoor door het college vastgestelde aanvraagformulier. Als de ontheffing wordt verleend, is dat voor onbepaalde tijd, maar bij wijziging van exploitant moet er een nieuwe ontheffing aangevraagd worden. De volgende gegevens moeten bij de aanvraag worden meegestuurd:

  • bij welke openbare inrichting het terras wordt geplaatst;

  • een plattegrond waarop de locatie en de afmetingen van het terras zijn ingetekend;

  • welk terrasmeubilair geplaatst wordt (met folder of foto).

5. Vergunningverlening

Een terras in de openbare ruimte moet verder aan een aantal voorwaarden voldoen:

  • een terras moet passen binnen het geldende bestemmingsplan;

  • er mogen geen terrassen worden geplaatst op verharde parkeerplaatsen, behalve op de parkeerstrook langs de Hoofdstraat in Ter Apel;

  • de verkeersveiligheid mag niet in gevaar komen door de plaatsing en inrichting van het terras;

  • de openbare orde en openbare veiligheid mag niet worden aangetast door de aanwezigheid van het terras;

  • het woon- en leefklimaat in de omgeving mag niet nadelig worden beïnvloed door de aanwezigheid van het terras.

Wordt niet aan de bovenstaande voorwaarden voldaan, dan wordt de aanvraag geweigerd.

6. Openbare veiligheid/verkeersveiligheid

Verder moet de inrichting van een terras aan een aantal voorschriften voldoen met het oog op veiligheid:

  • het terras mag niet breder zijn dan de gevel van de openbare inrichting waartoe het behoort (dit geldt ook voor een pleinterras);

  • objecten moeten minimaal 0,6 meter vanaf de kant van de weg worden geplaatst binnen de bebouwde kom. Voor buiten de bebouwde kom geldt 1,80 meter vanaf de kant van de weg voor het plaatsen van objecten;

  • vluchtwegen en nood in- en uitgangen van de openbare inrichting en van omliggende gebouwen worden vrijgehouden;

  • er moet te allen tijde een minimale vrije doorgangsruimte van 1,50 meter beschikbaar blijven voor voetgangers en rolstoelen. Uitzonderingen op deze voorwaarde zijn (vanwege de praktische uitvoerbaarheid ter plaatse):

    • -

      het Marktplein van Bourtange: minimale vrije doorgangsruimte is 1 meter;

    • -

      de Hoofdstraat in Ter Apel: minimale vrije doorgangsruimte is 2 meter;

  • terrasschermen mogen tot een meter van de onderkant ondoorzichtig zijn, de rest van het scherm moet transparant zijn. Terrasschermen mogen maximaal 1 ½ meter hoog zijn;

  • als parasols uitgeklapt zijn mogen zij de grenzen van het terras niet overschrijden. De parasols moeten na sluitingstijd worden ingeklapt;

  • knipperend / bewegend licht op een terras of terrasscherm is niet toegestaan;

  • de inrichting moet brandveilig zijn;

  • de inrichting wordt niet verankerd in de ondergrond;

  • de inrichting wordt niet bevestigd aan bomen of straatmeubilair.

De terrasinrichting moet bij voorkeur inpandig opgeslagen worden wanneer deze niet dagelijks wordt gebruikt. Als dit niet mogelijk is en als de verkeersveiligheid niet in gevaar komt, mag de terrasinrichting buiten worden opgeslagen. Alles moet dan wel deugdelijk met kettingen zijn vastgemaakt, zodat er niets weg kan waaien bij slechte weersomstandigheden.

7. Woon- en leefklimaat/openbare orde

Rekening houdend met het woon- en leefklimaat rondom de horeca-inrichtingen, wordt er alleen een ontheffing verleend voor de periode van 1 april tot 1 oktober van elk jaar.

 

Voor de beschermde dorpsgezichten Vesting Bourtange en Vesting Oudeschans geldt dat door landmeters van de gemeente de grenzen van het terras ter plaatse worden uitgemeten en op een kaart worden ingetekend die bij de ontheffing wordt gevoegd. Gelet wordt daarbij op duidelijk zichtbare herkenningspunten voor een ieder. Het terras, inclusief de gehele inrichting zoals bloembakken, moet binnen deze grenzen worden geplaatst.

 

Bij een aanvraag wordt standaard advies gevraagd aan de ambtenaar openbare orde en veiligheid of er gevaar aanwezig is voor verstoring van de openbare orde of aantasting van het woon- en leefklimaat. Eventuele aanvullende aangedragen voorschriften worden opgenomen in de ontheffing.

8. Tijdelijk verwijderen van het terras

Een terras moet tijdelijk verwijderd worden in de volgende situaties:

  • als het terras een belemmering vormt voor onderhoudswerkzaamheden aan, onder, op of boven de weg, dit moet 14 dagen van tevoren bij de terraseigenaren aan zijn gegeven;

  • als dat gevraagd wordt door een gemeentelijke toezichthouder of door hulpdiensten (ambulance, politie, brandweer);

  • als er een evenement plaatsvindt waarvoor het terras een belemmering is, behalve in de Vesting Bourtange.

9. Milieu

Het terras en de directe omgeving daarvan moet na sluitingstijd van de openbare inrichting en het terras worden ontdaan van afval.

10. Hardheidsclausule

Het college handelt volgens deze nadere regels, tenzij dat voor een of meer belanghebbende(n) gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de regels te dienen doelen.

11. Handhaving

Bij het overtreden van gemeentelijke regels zal worden gehandhaafd conform het geldende handhavingsbeleidsplan. Afhankelijk van de duur en ernst van de overtreding behoort intrekking van de ontheffing voor het terras voor bepaalde of onbepaalde tijd ook tot de mogelijkheden.

12. Inwerkingtreding en overgangsrecht

Deze nadere regels treden in werking de dag na die van bekendmaking.

 

Vanaf het moment van inwerkingtreding van deze nadere regels worden aanvragen aan deze regels getoetst.

 

Alle ontheffingen die vóór de inwerkingtredingsdatum van deze nadere regels zijn verleend, vervallen per 1 april 2024. Alle exploitatievergunningen waarbij ook vergunning voor een terras op eigen grond is verleend, blijven geldig.

13. Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als : ‘Nadere regels terrassen gemeente Westerwolde 2023