Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Horst aan de Maas

Toewijzingsverordening woonwagenstandplaatsen gemeente Horst aan de Maas

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHorst aan de Maas
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingToewijzingsverordening woonwagenstandplaatsen gemeente Horst aan de Maas
CiteertitelToewijzingsverordening woonwagenstandplaatsen gemeente Horst aan de Maas
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Beleidsregel toewijzing woonwagenstandplaatsen gemeente Horst aan de Maas 2021.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-05-2023nieuwe regeling

07-03-2023

gmb-2023-200211

2023.022

Tekst van de regeling

Intitulé

Toewijzingsverordening woonwagenstandplaatsen gemeente Horst aan de Maas

De raad van de gemeente Horst aan de Maas;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 januari 2023,

gemeentebladnummer 2023.022;

 

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet;

 

b e s l u i t :

 

  • 1.

    Het woonwagenbeleid vast te stellen.

  • 2.

    De toewijzingsverordening vast te stellen.

  • 3.

    Een aanvullend krediet van € 442.000 beschikbaar te stellen voor de uitvoering van het beleid.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Standplaats: een kavel die is bestemd voor het plaatsen van een woonwagen waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, van andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten, zoals omschreven in artikel 1, laatste gedachtestreep, sub C van de Woningwet.

  • b.

    Woonwagen: zijnde een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst, zoals omschreven in artikel 1, laatste gedachtestreep, sub B van de Woningwet. Een prefab woning, chalet of houtskeletbouwwoning wordt in deze verordening ook gezien als woonwagen.

  • c.

    Huurovereenkomst: de overeenkomst tussen de huurder en de verhuurder van de standplaats (en eventuele huurwoonwagen), waarin afspraken over het gebruik van de standplaats zijn vastgelegd.

  • d.

    Hoofdbewoner: het hoofd van de standplaatszoekende dan wel standplaatsinnemende huishouding.

  • e.

    Huishouden/huishouding: een alleenstaande, dan wel twee of meer personen die een (duurzame) gemeenschappelijke huishouding voeren of willen gaan voeren.

  • f.

    Inkomensgrens: het jaarlijks door het ministerie van Binnenlandse Zaken vastgestelde inkomens- en huurprijsgrenzen voor sociale huurwoningen (waaronder standplaatsen en woonwagens).

  • g.

    Standplaatszoekende: huishouden dat in het toewijzingssyteem (wachtlijst) is ingeschreven en in aanmerking wenst te komen voor inneming van een standplaats (en eventuele woonwagen) op een woonwagenlocatie.

  • h.

    Standplaatshouder: de standplaatszoekende aan wie door burgemeester en wethouders een standplaatsvergunning is verleend.

  • i.

    Wachtlijst: een lijst met standplaatszoekenden, waarin per standplaatszoekende de op enig moment opgebouwde punten worden bijgehouden. De toewijzing van een vrijgekomen woonwagenstandplaats (en woonwagen) geschiedt aan de hand van de wachtlijst.

  • j.

    Spijtoptant: een standplaatszoekende die in het verleden vanuit een woonwagenstandstandplaats in Horst aan de Maas is verhuisd naar een reguliere woning, maar graag opnieuw een woonwagen op een standplaats wenst te betrekken.

  • k.

    Afstammingsbeginsel: het beginsel dat inhoudt dat de standplaatszoekende, diens ouders dan wel grootouders in een woonwagen wonen dan wel moeten hebben gewoond, waarbij sprake moet zijn van een generatie op generatie doorlopende en intensieve beleving van de woonwagencultuur, wat kan worden vastgesteld doordat de inschrijver de adresgegevens van hemzelf, diens ouders of grootouders op het inschrijfformulier vermeldt, waarna burgemeester en wethouders met behulp van de BRP toetsen of het genoemde adres van standplaatszoekende, ouders of grootouders een woonwagenlocatie betrof.

  • l.

    Mantelzorg: Intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond.

  • m.

    Gereserveerde mantelzorg: Mantelzorg, anders dan mantelzorg als onder onderdeel L bedoeld, geboden door de ouder of het (klein)kind van de direct of in de toekomst hulpbehoevende bewoner, ten behoeve van de zelfredzaamheid, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten overstijgt. De huurder van een standplaats waarop een eigen woonwagen is geplaatst kan een (klein)kind of ouder aanwijzen die als mantelzorger fungeert.

  • n.

    Sociale binding: De standplaatszoekende heeft een aantoonbare band met de gemeente Horst aan de Maas. Dit betekent dat de inschrijver minimaal 2 jaar inkomen heeft uit Horst aan de Maas of dat hij of zij zelf, zijn of haar kinderen, ouders of grootouders minimaal 2 jaar in Horst aan de Maas wonen.

Artikel 2 Standplaatsverbod behoudens standplaatsvergunning

  • 1.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een standplaatsvergunning een standplaats in gebruik te nemen of te hebben.

  • 2.

    Een standplaatsvergunning voor een standplaats kan alleen worden verleend voor een standplaats op een aangewezen locatie waar standplaatsen voor woonwagens zijn of kunnen worden ingericht.

  • 3.

    Een standplaatsvergunning voor een standplaats kan alleen worden verleend aan een persoon die is ingeschreven in het inschrijfsysteem voor standplaatsen.

Artikel 3 Inschrijfsysteem

  • 1.

    Degene die op een aangewezen locatie een standplaats wil innemen met een woonwagen (de standplaatszoekende), dient een aanvraag tot verlening van een standplaatsvergunning in bij burgemeester en wethouders (de inschrijving).

  • 2.

    Burgemeester en Wethouders stellen een wachtlijst vast van standplaatszoekenden. Burgemeester en Wethouders houden de wachtlijst actueel op basis van toewijzingen, nieuwe inschrijvingen en uitschrijvingen.

  • 3.

    Standplaatszoekenden die een inschrijving bij burgemeester en wethouders indienen worden geplaatst op de in het vorige lid bedoelde wachtlijst indien zij:

    • voldoen aan het afstammingsbeginsel, en;

    • de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt, en;

    • de Nederlandse nationaliteit bezitten of anderszins rechtmatig in Nederland verblijven en;

    • een sociale binding hebben met de gemeente Horst aan de Maas, en;

    • eerste, tweede of derdegraads familie hebben die op een woonwagenlocatie in Horst aan de Maas wonen.

  • 4.

    Voor inschrijving wordt gebruikgemaakt van een vastgesteld inschrijfformulier. Op het formulier is aangegeven welke stukken de standplaatszoekende bij indiening van het formulier dient mee te sturen. De standplaatszoekende ontvangt een bevestiging van de inschrijving.

  • 5.

    De bevestiging van de inschrijving bevat het volgende:

    • a.

      het feit dat de inschrijving volledig is en de standplaatszoekende op de wachtlijst wordt geplaatst. Indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders gegevens ontbreken, stelt zij de standplaatszoekende daarvan op de hoogte met het verzoek die gegevens alsnog binnen uiterlijk twee weken aan te leveren.

    • b.

      de door burgemeester en wethouders aan de standplaatszoekende toegekende eenmalige aanvangspunten;

    • c.

      de factuur voor de kosten van inschrijving.

  • 6.

    De inschrijving van de standplaatszoekende is strikt persoonlijk en niet overdraagbaar, behoudens in het geval de ingeschreven standplaatszoekende overlijdt en hij/zij een partner heeft die voldoet aan het afstammingsbeginsel, zelf niet op de wachtlijst ingeschreven staat en minimaal 3 jaar ingeschreven staat op hetzelfde woonadres als de standplaatszoekende, in welk geval de opgebouwde punten overgedragen worden aan de desbetreffende partner.

  • 7.

    Standplaatszoekenden die al een standplaats huren of in eigendom hebben, kunnen zich ook inschrijven voor plaatsing op de wachtlijst.

  • 8.

    Een briefadres geldt in deze verordening niet als woonadres.

Artikel 4 Kosten inschrijving en verlenging

  • 1.

    De standplaatszoekende betaalt eenmalig € 35,00 inschrijfkosten. De inschrijving wordt jaarlijks verlengd, tenzij de standplaatszoekende tijdig een schriftelijk verzoek bij burgemeester en wethouders indient tot uitschrijving. De jaarlijkse verlengingskosten bedragen € 17,50. Zowel het inschrijftarief als het tarief voor jaarlijkse verlenging kan door burgemeester en wethouders worden aangepast.

  • 2.

    Het door de standplaatszoekende medegedeelde correspondentieadres wordt door burgemeester en wethouders gebruikt voor de jaarlijkse facturering van de verlengingskosten. De standplaatszoekende is zelf verantwoordelijk voor zijn of haar actuele correspondentieadres en dient burgemeester en wethouders schriftelijk te informeren bij een wijziging van het correspondentieadres.

Artikel 5 Vervallen van de inschrijving

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen de inschrijving laten vervallen:

    • a.

      op eigen verzoek van de standplaatszoekende;

    • b.

      als de standplaatszoekende een aangeboden woonwagenstandplaats accepteert en een (huur dan wel koop)overeenkomst met de eigenaar van de standplaats aangaat;

    • c.

      in geval de standplaatszoekende onjuiste gegevens voor plaatsing op de wachtlijst heeft verstrekt;

    • d.

      als de standplaatszoekende de inschrijf- of verlengingskosten niet tijdig voldoet (na eenmalige herinnering);

    • e.

      als de standplaatszoekende is overleden.

  • 2.

    Een standplaatszoekende die is uitgeschreven, verliest daarmee de tot dan toe opgebouwde inschrijftijd en puntenaantal.

Artikel 6 Puntenopbouwsysteem

  • 1.

    Het puntenopbouwsysteem gaat uit van een eenmalige puntentoekenning bij inschrijving én een jaarlijks op te bouwen puntenaantal. Het totaal opgebouwde puntenaantal (eenmalig toegekende en periodiek opgebouwde) is beslissend voor de rang op de wachtlijst op het moment dat een standplaats vrijkomt.

  • 2.

    De in lid 3 van dit artikel omschreven situaties worden bovendien onderverdeeld in vier categorieën, de toewijzing geschiedt steeds per opvolgende categorie. Als er in de eerste categorie geen toewijzing of acceptatie plaatsvindt, wordt de volgende categorie geraadpleegd, vervolgens weer in de daaropvolgende categorie. De toewijzing volgens de vier categorieën wordt in artikel 7 nader geregeld.

  • 3.

    Eenmalige toekenning van punten bij inschrijving

    • a.

      Een inwonend kind dat geboren en getogen is op een woonwagenlocatie in de gemeente Horst aan de Maas en sindsdien onafgebroken bij diens ouders of grootouders op een woonwagenlocatie in de gemeente Horst aan de Maas woont, ontvangt eenmalig 100 punten bij inschrijving. Deze woningzoekenden vallen onder categorie 1.

    • b.

      Een inwonend kind dat minimaal de laatste 3 jaar voor inschrijving onafgebroken bij diens ouders of grootouders op een woonwagenlocatie in de gemeente Horst aan de Maas woont ontvangt eenmalig 90 punten bij inschrijving. Deze woningzoekenden vallen ook onder categorie 1.

    • c.

      Een kind van woonwagenbewoners, waarvan de ouders op een woonwagenlocatie in de gemeente Horst aan de Maas wonen, en welk kind wegens studie dan wel wegens dringende noodzakelijkheid (zijnde het ontbreken van een beschikbare standplaats), tijdelijk doch niet langer dan 5 jaar elders woonachtig is, ontvangt eenmalig 90 punten bij inschrijving. Deze woningzoekenden vallen ook onder categorie 1.

    • d.

      Een kind van woonwagenbewoners uit Horst aan de Maas, waarvan het kind in een reguliere woning in de gemeente Horst aan de Maas woont, maar geboren en getogen is op een woonwagenlocatie in Horst aan de Maas en die binnen 5 tot 10 jaar geleden op een woonwagenlocatie in Horst aan de Maas heeft gewoond, ontvangt eenmalig 80 punten bij inschrijving. Deze woningzoekenden vallen onder categorie 2.

    • e.

      Een kind van woonwagenbewoners uit Horst aan de Maas, waarvan het kind in een reguliere woning in de gemeente Horst aan de Maas woont, maar geboren en getogen is op een woonwagenlocatie in Horst aan de Maas en die 10 tot 20 jaar geleden op een woonwagenlocatie in Horst aan de Maas heeft gewoond, ontvangt eenmalig 70 punten bij inschrijving. Deze woningzoekenden vallen ook onder categorie 2.

    • f.

      Een kind van woonwagenbewoners uit Horst aan de Maas, waarvan het kind in een reguliere woning in de gemeente Horst aan de Maas woont, maar geboren en getogen is op een woonwagenlocatie in Horst aan de Maas en die binnen 20 tot 30 jaar geleden op een woonwagenlocatie in Horst aan de Maas heeft gewoond, ontvangt eenmalig 60 punten bij inschrijving. Deze woningzoekenden vallen ook onder categorie 2.

    • g.

      Een kind van spijtoptanten die op een woonwagenlocatie in de gemeente Horst aan de Maas hebben gewoond, waarbij het kind zelf nooit op een woonwagenlocatie in Horst aan de Maas heeft gewoond, maar aantoonbaar sterke familiebanden heeft met bewoners van een woonwagenlocatie in Horst aan de Maas, ontvangt eenmalig 50 punten bij inschrijving. Deze woningzoekenden vallen ook onder categorie 2.

    • h.

      Een spijtoptant die op een woonwagenlocatie in de gemeente Horst aan de Maas woonde, maar 10 tot 20 jaar geleden verhuisd is naar een woning in de gemeente Horst aan de Maas, ontvangt eenmalig 40 punten bij inschrijving. Deze woningzoekenden vallen onder categorie 3.

    • i.

      Een spijtoptant die op een woonwagenlocatie in de gemeente Horst aan de Maas woonde, maar meer dan 20 jaar geleden verhuisd is naar een woning in de gemeente Horst aan de Maas, ontvangt eenmalig 30 punten bij inschrijving. Deze woningzoekenden vallen ook onder categorie 3.

    • j.

      Een spijtoptant die woonde op een woonwagenlocatie in de gemeente Horst aan de Maas, maar thans buiten de gemeente Horst aan de Maas woont, doch in de regio Noord-Limburg, ontvangt eenmalig 20 punten bij inschrijving. Deze woningzoekenden vallen ook onder categorie 3.

    • k.

      Een standplaatszoekende die als hoofdbewoner, hoofdhuurder, medehuurder of medebewoner al op een woonwagenlocatie in de gemeente Horst aan de Maas woont, maar een zelfstandige standplaats zoekt (zijnde een sociale huurstandplaats met huurwoonwagen, een inwonende broer/zus betreft of een scheidende partner is die een eigen standplaats zoekt), ontvangt eenmalig 5 punten bij inschrijving. Deze woningzoekenden vallen onder categorie 4.

    • l.

      Een standplaatszoekende die volgens het afstammingsbeginsel een woonwagenbewoner is, binnen de regio Noord-Limburg woonachtig is, in Horst aan de Maas een standplaats zoekt, met Horst aan de Maas een sociale binding heeft, eerste- tweede- of derdegraads familie op een woonwagenlocatie in Horst aan de Maas heeft, ontvangt eenmalig 5 punten bij inschrijving. Deze standplaatszoekenden vallen ook onder categorie 4.

    • m.

      Een standplaatszoekende die volgens het afstammingsbeginsel een woonwagenbewoner is, buiten de regio Noord-Limburg woonachtig is, in Horst aan de Maas een standplaats zoekt, met Horst aan de Maas een sociale binding heeft, eerste- tweede- of derdegraads familie op een woonwagenlocatie in Horst aan de Maas heeft, ontvangt eenmalig 1 punt bij inschrijving. Deze woningzoekenden vallen ook onder categorie 4.

  • 4.

    De standplaatszoekende die ingevolge lid 3 een eenmalig puntenaantal toegekend heeft, ontvangt gedurende elk jaar dat hij of zij ingeschreven staat, 12 punten boven op de opgebouwde punten.

  • 5.

    Met in achtneming van het in het eerste tot en met vierde lid bepaalde wordt bij gelijke puntentotaal in een gelijke categorie eerst voorrang verleend aan degene met de langste inschrijfduur en, indien beide een gelijke inschrijfduur hebben, vindt toewijzing plaats aan degene met de hoogste leeftijd, en indien beide een gelijke leeftijd hebben, vindt toewijzing plaats door middel van loting.

Artikel 7 Toewijzing

  • 1.

    Burgemeester en wethouders wijzen de standplaatszoekende een vrijgekomen standplaats toe volgens het puntensysteem en de voorrangsregels van artikel 6 en 7 en eventueel met inachtneming van de hardheidsclausule van artikel 12. De rangorde van de standplaatszoekende op de wachtlijst wordt gebaseerd op het aantal eenmalig toegekende en op enig moment totaal opgebouwde punten.

  • 2.

    Standplaatszoekenden uit categorie 1

    Indien een standplaats beschikbaar komt, worden eerst de standplaatszoekenden van artikel 6 lid 3 sub a, b en c aangeschreven (categorie 1). Degene uit deze groep met het op dat moment hoogst aantal punten wordt als eerste benaderd om zijn of haar belangstelling kenbaar te maken. De standplaatszoekende heeft het recht te weigeren zonder verlies van het aantal punten. Bij weigering wordt de eerstvolgende van deze groep op de wachtlijst benaderd voor toewijzing van de vrijgekomen standplaats.

  • 3.

    Standplaatszoekenden uit categorie 2

    Indien de toewijzing ingevolge lid 2 van dit artikel niet leidt tot een acceptatie, wordt de vrijgekomen standplaats vervolgens aangeboden aan de groep standplaatszoekenden van artikel 6 lid 3 sub d, e, f en g (categorie 2). Degene uit deze groep met het op dat moment hoogst aantal punten wordt vervolgens als eerste benaderd om zijn of haar belangstelling kenbaar te maken. De standplaatszoekende heeft het recht te weigeren zonder verlies van het aantal punten. Bij weigering wordt de eerstvolgende van deze groep op de wachtlijst benaderd voor toewijzing van de vrijgekomen standplaats.

  • 4.

    Standplaatszoekenden uit categorie 3

    Indien de toewijzing ingevolge lid 3 van dit artikel niet leidt tot een acceptatie, wordt de vrijgekomen standplaats vervolgens aangeboden aan de groep standplaatszoekenden van artikel 6 lid 3 sub h, i en j (categorie 3). Degene uit deze groep met het op dat moment hoogst aantal punten wordt vervolgens als eerste benaderd om zijn of haar belangstelling kenbaar te maken. De standplaatszoekende heeft het recht te weigeren zonder verlies van het aantal punten. Bij weigering wordt de eerstvolgende van deze groep op de wachtlijst benaderd voor toewijzing van de vrijgekomen standplaats.

  • 5.

    Standplaatszoekenden uit categorie 4

    Indien de toewijzing ingevolge lid 4 van dit artikel niet leidt tot een acceptatie, wordt de vrijgekomen standplaats vervolgens aangeboden aan de groep standplaatszoekenden van artikel 6 lid 3 sub k, l en m aangeboden (categorie 4). Degene uit deze groep met het op dat moment hoogst aantal punten wordt vervolgens als eerste benaderd om zijn of haar belangstelling kenbaar te maken. De standplaatszoekende heeft het recht te weigeren zonder verlies van het aantal punten. Bij weigering wordt de eerstvolgende van deze groep op de wachtlijst benaderd voor toewijzing van de vrijgekomen standplaats.

Artikel 8 Standplaatsvergunning

  • 1.

    Burgemeester en wethouders verlenen aan de standplaatszoekende aan wie een standplaats wordt toegewezen een standplaatsvergunning.

  • 2.

    De standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:

    • a.

      Een aanduiding van de standplaats en de aangewezen locatie waarop deze kan worden ingenomen.

    • b.

      De naam van de hoofdbewoner aan wie de standplaatsvergunning is verleend.

    • c.

      Het aantal personen dat de standplaats in gebruik neemt.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen voorschriften verbinden aan de standplaatsvergunning.

  • 4.

    De standplaatsvergunning vervalt:

    • a.

      Een maand nadat de standplaatshouder schriftelijk aan burgemeester en wethouders heeft medegedeeld geen gebruik meer te willen maken van de standplaats.

    • b.

      Onmiddellijk na beëindiging van de voor de standplaats aangegane huurovereenkomst of koopovereenkomst.

  • 5.

    Bij overlijden van de standplaatshouder kunnen burgemeester en wethouders de standplaatsvergunning op naam stellen van een achterblijvend persoon, mits deze persoon op de datum van overlijden van de standplaatshouder op hetzelfde adres als de overledene in de gemeentelijke basisregistratie personen stond geregistreerd.

  • 6.

    Burgemeester en wethouders kunnen de standplaatsvergunning intrekken indien:

    • a.

      de standplaatshouder niet binnen de in de standplaatsvergunning vermelde termijn de standplaats heeft ingenomen.

    • b.

      een ander dan de standplaatshouder de standplaats inneemt.

    • c.

      de standplaatsvergunning is verleend op grond van door de standplaatshouder verstrekte gegevens waarvan deze wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat zij onjuist of onvolledig waren.

    • d.

      de standplaatshouder in strijd handelt met de bepalingen van deze verordening en/of de aan de standplaatsvergunning verbonden voorschriften.

Artikel 9 Koop of huur

  • 7.

    Indien de vrijgekomen standplaats een huurstandplaats met huurwoonwagen betreft, wordt deze aan de betreffende standplaatszoekende in huur aangeboden. Alle huurstandplaatsen met huurwoonwagens zijn eigendom van de woningcorporatie en behoren tot de zogeheten ‘sociale kernvoorraad’.

  • 8.

    Indien de vrijgekomen standplaats een huurstandplaats betreft voor de plaatsing van een eigendomswoonwagen, wordt deze standplaats verhuurd door de corporatie.

  • 9.

    Alle bepalingen van deze verordening zijn van overeenkomstige toepassing indien door de gemeente of de woningcorporatie standplaatsen aan een standplaatszoekende te koop worden aangeboden.

  • 10.

    Alleen standplaatszoekenden van 23 jaar en ouder komen in aanmerking voor een huurstandplaats met huurwoonwagen.

Artikel 10 Gereserveerde mantelzorg

  • 1.

    Indien de huurder van de standplaats met eigendomswoonwagen aan wie gereserveerde mantelzorg werd verleend, komt te overlijden of vertrekt, zal de standplaats eenmalig met voorrang worden toegewezen aan de bij de verhuurder geregistreerde mantelzorger, ongeacht zijn rangorde op de wachtlijst.

  • 2.

    De voorwaarden voor het bepaalde in het vorige lid zijn als volgt:

    • a.

      de standplaatszoekende moet opgenomen zijn op wachtlijst;

    • b.

      de standplaatszoekende moet met het formulier 'Gereserveerde mantelzorg' zijn aangemeld en geregistreerd worden door de gemeente voor de desbetreffende standplaats;

    • c.

      het inkomen van de standplaatszoekende dient in redelijke verhouding te staan tot de woonlast van de standplaats en de woonwagen tezamen;

    • d.

      indien op de standplaats reeds een ouder recht kracht gereserveerde mantelzorg van toepassing is, kan geen aanspraak meer worden gemaakt op gereserveerde mantelzorg.

Artikel 11 Overgangsregeling bestaande inschrijvingen

  • 1.

    De standplaatszoekenden die reeds bij de plaatselijke corporatie ingeschreven staan op de wachtlijst voor een huurstandplaats (met huurwoonwagen) in de gemeente Horst aan de Maas, voldoen aan de voorwaarden van artikel 3 lid 3 én zich na de inwerkingtreding van deze verordening willen inschrijven, worden ingedeeld in de van toepassing zijnde categorie inclusief startpunten als genoemd in artikel 6. Deze groep standplaatszoekenden krijgt naast de categorie-indeling en de toegewezen startpunten, eenmalig extra punten toegekend, gelijk aan de optelsom van het aantal maanden dat zij ingeschreven staan bij de plaatselijke corporatie voor een huurstandplaats (met huurwoonwagen) in de gemeente Horst aan de Maas.

  • 2.

    De in lid 1 genoemde standplaatszoekenden hoeven geen inschrijfkosten te betalen. De jaarlijkse verlengingskosten dienen wel betaald te worden.

Artikel 12 Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

  • 1.

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd naar eigen inzicht in de geest van deze verordening te beslissen in de gevallen waarin deze verordening niet voorziet.

  • 2.

    Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd om in situaties waarin toepassing van deze verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leiden, af te wijken van deze verordening.

Artikel 13 Bestuurlijke boete

  • 1.

    Bij overtreding van het verbod bedoeld in artikel 2, lid 1, is burgemeester en wethouders bevoegd een bestuurlijke boete op te leggen.

  • 2.

    De hoogte van de boete voor de eerste overtreding en herhaalde overtreding na 24 maanden bedraagt € 450,-.

  • 3.

    De hoogte van de boete voor een herhaalde overtreding binnen 24 maanden bedraagt het bedrag dat is vastgesteld voor de eerste categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht.

Artikel 14 Intrekking

De door de raad op 21 september 2021 vastgestelde “Beleidsregel toewijzing woonwagenstandplaatsen gemeente Horst aan de Maas 2021” wordt ingetrokken.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van bekendmaking.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Toewijzingsverordening woonwagenstandplaatsen gemeente Horst aan de Maas”.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 7 maart 2023.

De raad voornoemd,

De voorzitter,

drs. R.F.I. Palmen

De griffier,

mr. R.J.M. Poels