Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid

Bijdrageverordening Jeugdhulp Zuid-Holland Zuid

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingBijdrageverordening Jeugdhulp Zuid-Holland Zuid
CiteertitelBijdrageverordening Jeugdhulp Zuid-Holland Zuid
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 33 van de Wet gemeenschappelijke regelingen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-05-2023Nieuwe regeling

06-04-2023

bgr-2023-503

Tekst van de regeling

Intitulé

Bijdrageverordening Jeugdhulp Zuid-Holland Zuid

 

Besluit houdende de vaststelling van bijdragen en vergoedingen van de deelnemers in verband met uitvoering van de Jeugdhulp zoals op- en overgedragen aan het samenwerkingsverband.

 

Het algemeen bestuur van de Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid;

 

  • gelet op artikel 36, derde lid, van de gemeenschappelijke regeling;

 

Besluit vast te stellen de Bijdrageverordening Jeugdhulp Zuid-Holland Zuid:

 

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    bijdrage: de bijdrage die elke deelnemende gemeente verschuldigd is aan het samenwerkingsverband in verband met de aan het samenwerkingsverband opgedragen (gedelegeerde en gemandateerde) taken en bevoegdheden als bedoeld in artikel 5, onderdeel IV van de regeling;

  • b.

    vergoeding: de vergoeding die elk van de deelnemers verschuldigd is aan het samenwerkingsverband in verband met de uitvoering van de aan de regeling opgedragen (gemandateerde) taken en bevoegdheden als bedoeld in artikel 5, onderdeel IV van de regeling;

  • c.

    deelnemersbijdrage: het totaal van de onder a en b bedoelde bijdragen en vergoedingen die deelnemers verschuldigd zijn in verband met uitvoering van aan de regeling (krachtens mandaat) opgedragen taken en bevoegdheden, respectievelijk de overgedragen (gedelegeerde) taken en bevoegdheden;

  • d.

    samenwerkingsverband: het rechtspersoonlijkheid bezittend openbaar lichaam als bedoeld in artikel 2 van de regeling;

  • e.

    algemeen bestuur: het algemeen bestuur van het samenwerkingsverband;

  • f.

    dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van het samenwerkingsverband;

  • g.

    deelnemers: de colleges van de deelnemende gemeenten als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder c van de regeling;

  • h.

    regeling: de gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid;

  • i.

    begroting: het programma Jeugdhulp, uit de begroting van het samenwerkingsverband, bestaande uit de stukken die voor enig begrotingsjaar inzicht geven in de prijs, inhoud en omvang van elke afzonderlijk taak en bevoegdheidsuitoefening ter zake de Jeugdhulptaken;

  • j.

    rekening: het stuk waarin het dagelijks bestuur over het afgelopen begrotingsjaar verantwoording aflegt over en verslag doet van de realisatie van de uitgeoefende taken en bevoegdheden ter zake van de Jeugdhulp;

  • k.

    begrotingsjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • l.

    jeugdhulptaken: taken in verband met de Jeugdhulp, zoals bedoeld in de Jeugdwet.

 

Artikel 2 Begroting van bijdragen en vergoedingen

  • 1.

    Het dagelijks bestuur zendt voor 15 april van het jaar voorafgaand aan het betreffende kalenderjaar de ontwerpbegroting naar de deelnemende gemeenten waarin (beleidsarm) wordt aangegeven welke bijdrage van ieder van de gemeenten wordt verwacht. Dit betreft een prognose. De wijze van afrekening van de kosten is opgenomen in artikel 5.

  • 2.

    Het algemeen bestuur stelt voor 15 juli de begroting voor het volgend begrotingsjaar en de meerjarenbegroting vast.

  • 3.

    De begroting geeft aan welke bijdrage en vergoeding elke deelnemende gemeente verschuldigd is aan het samenwerkingsverband in verband met de uitvoering van de Jeugdhulptaken door het samenwerkingsverband. Dit betreft een prognose. De wijze van afrekening van de kosten is opgenomen in artikel 5.

  • 4.

    De begroting geeft inzicht in de geraamde kosten - die betaald worden uit de bijdragen van de deelnemende gemeenten – van onder andere:

    • a.

      de exploitatie van de serviceorganisatie;

    • b.

      landelijk transitie arrangement

    • c.

      persoonsgebonden budget

    • d.

      de regionale zorgmarkt (contractering van aanbieders);

    • e.

      jeugdbescherming en jeugdreclassering (gecertificeerde instellingen);

    • f.

      Alle overige categorieën die wettelijk worden voorgeschreven voor de begroting en verantwoording.

  • 5.

    De begroting geeft inzicht in de geraamde kosten – die betaald worden uit de vergoedingen van de deelnemende gemeenten – van de uitvoering van de jeugdhulptaken. Daarbij maakt de begroting inzichtelijk hoe de geraamde kosten zijn verdeeld over de gemeenten.

 

Artikel 3 Tussentijdse rapportages en jaarverslag

Het dagelijks bestuur informeert tussentijds tweemaal per jaar het algemeen bestuur over de begrotingsuitvoering middels de eerste en tweede Bestuursrapportage en na afloop van het jaar middels de jaarrekening met jaarverslag.

 

Artikel 4 Bevoorschotting en tussentijdse informatievoorziening

  • 1.

    De deelnemende gemeenten betalen bij wijze van voorschot maandelijks, medio tweede week van de maand van elk boekjaar, een voorschot van een twaalfde deel van de in artikel 2, derde lid, bedoelde deelnemersbijdrage.

  • 2.

    De deelnemers dragen er, naar rato van het aandeel in de totale deelnemersbijdrage van alle deelnemende gemeenten gezamenlijk, zorg voor dat het samenwerkingsverband te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan al haar in de begroting opgenomen verplichtingen, die zijn aangegaan in verband met uitvoering van de Jeugdwet, jegens derden te kunnen voldoen.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur geeft de deelnemende gemeenten maandelijks inzicht in de ontwikkeling van kosten en aantallen jeugdigen met tweedelijns jeugdhulp. De rapportage bevat sturingsinformatie, zoals: aantallen cliënten; inzet van type zorg; mate van budgetuitputting en prognoses van de te verwachten kosten.

 

Artikel 5 Vaststelling van de rekening en deelnemersbijdrage; Over- en onderschrijding van het beschikbare budget

  • 1.

    In elk begrotingsjaar wordt voor 15 juli volgend op het jaar waarop deze betrekking heeft door het algemeen bestuur de rekening vastgesteld voor de krachtens delegatie en mandaat door het samenwerkingsverband uitgevoerde Jeugdhulptaken in het voorafgaande begrotingsjaar. Het dagelijks bestuur zendt vóór 15 april volgend op het jaar waarop deze betrekking heeft de voorlopige jaarrekening aan de raden van de deelnemende gemeenten.

  • 2.

    Het vaststellen van de verschuldigde bijdrage en vergoeding geschiedt overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 41 en 42, lid 1 en 3 van de regeling en met inachtneming van het hierna bepaalde.

  • 3.

    Bij overbesteding en onderbesteding van de aan de jeugdteams opgedragen taken en de apparaatskosten van het samenwerkingsverband inzake Jeugdhulp in enig boekjaar ten opzichte van het vastgestelde volume, wordt bij de vaststelling van de door ieder van de deelnemende gemeenten definitief verschuldigde bijdrage, respectievelijk definitief verschuldigde vergoeding, als volgt te werk gegaan:

    • a.

      Over- en onderbesteding bij de aan de jeugdteams opgedragen taken

      • i.

        bij overbesteding ter zake van de door een deelnemende gemeente opgedragen taken die door de jeugdteams in de betreffende gemeente worden uitgevoerd, wordt de daarmee verband houdende (extra) vergoeding in zijn geheel doorberekend aan de desbetreffende deelnemende gemeente.

      • ii.

        bij onderbesteding ter zake van de door een deelnemende gemeente opgedragen taken die door de jeugdteams in de betreffende gemeente worden uitgevoerd, wordt de daarmee verband houdende vergoeding die de gemeente verschuldigd is, dienovereenkomstig lager vastgesteld. De vastgestelde vergoeding wordt verrekend met door de gemeente betaalde voorschotten.

    • b.

      Over- en onderbesteding op de apparaatskosten van het samenwerkingsverband inzake Jeugdhulp

      • iii.

        bij overbesteding brengt het samenwerkingsverband de daardoor ontstane (extra) kosten rechtstreeks bij de deelnemende gemeenten in rekening, naar rato van het aandeel van de respectieve deelnemende gemeenten in de totale deelnemersbijdrage;

      • iv.

        bij onderbesteding wordt het resterend budget terugbetaald aan alle deelnemende gemeenten, naar rato van het aandeel van de respectieve deelnemende gemeenten in de totale deelnemersbijdrage;

  • 4.

    Voor de overige taken, onverminderd het hiervoor in het derde lid bepaalde, wordt de deelnemersbijdrage vastgesteld op basis van het profijtbeginsel (= werkelijk verbruik per gemeente).

  • 5.

    Indien zich onvoorziene omstandigheden voordoen, waaronder, maar niet uitsluitend, ontwikkelingen in de wet- en regelgeving, die ertoe kunnen leiden dat het voor het begrotingsjaar beschikbare budget wordt of is overschreden, treden de deelnemende gemeenten en het samenwerkingsverband in overleg over aanvullende financiering of andere te treffen, maatregelen, die onder de gegeven omstandigheden passend en verantwoord zijn (zoals het beperken van de toegang tot jeugdhulp).

 

Artikel 6 Verkleining van de opdracht en stopzetting betrokkenheid bij de regionale uitvoering van de Jeugdhulp

  • 1.

    Indien een deelnemende gemeente (de omvang van) het voor uitvoering van de jeugdhulptaken verleende mandaat volume structureel wil verlagen bericht het college van de deelnemende gemeente dit besluit voor 1 januari van het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de structurele verlaging in gaat aan het dagelijks bestuur. De deelnemer is de daaruit voorvloeiende directe kosten verschuldigd. Deze kosten worden vastgesteld door een door de betreffende gemeente en het dagelijks bestuur gezamenlijk aan te wijzen onafhankelijke deskundige.

  • 2.

    Indien een deelnemende gemeente de overgedragen taken terugneemt en daarmee haar betrokkenheid bij instandhouding aan het Programma Jeugdhulp in de begroting van het samenwerkingsverband geheel beëindigt, is het bepaalde in artikel 47, leden 1 en 2 van de regeling van overeenkomstige toepassing. De gemeente die haar betrokkenheid bij het Programma Jeugdhulp wil beëindigen is een vergoeding verschuldigd ter hoogte van de kosten die direct of rechtstreeks verband houden met beëindiging van de betrokkenheid bij het Programma Jeugdhulp. De omvang van de te betalen vergoeding wordt vastgesteld door een door de betreffende gemeente en het algemeen bestuur gezamenlijk te benoemen onafhankelijke deskundige.

 

Artikel 7 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Bijdrageverordening Jeugdhulp Zuid-Holland Zuid.

 

Artikel 8 Slotbepalingen

  • 1.

    De Bijdrageverordening Jeugdhulp Zuid-Holland Zuid van 4 juni 2020 wordt ingetrokken.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

 

 

 

Dordrecht, 6 april 2023

Het algemeen bestuur van de Dienst Gezondheid & Jeugd,

de secretaris, de voorzitter,

C. Vermeer H. van der Linden