Organisatie | Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Bijdrageverordening Jeugdhulp Zuid-Holland Zuid |
Citeertitel | Bijdrageverordening Jeugdhulp Zuid-Holland Zuid |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 33 van de Wet gemeenschappelijke regelingen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-05-2023 | Nieuwe regeling | 06-04-2023 |
Besluit houdende de vaststelling van bijdragen en vergoedingen van de deelnemers in verband met uitvoering van de Jeugdhulp zoals op- en overgedragen aan het samenwerkingsverband.
Het algemeen bestuur van de Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid;
Besluit vast te stellen de Bijdrageverordening Jeugdhulp Zuid-Holland Zuid:
Artikel 2 Begroting van bijdragen en vergoedingen
Het dagelijks bestuur zendt voor 15 april van het jaar voorafgaand aan het betreffende kalenderjaar de ontwerpbegroting naar de deelnemende gemeenten waarin (beleidsarm) wordt aangegeven welke bijdrage van ieder van de gemeenten wordt verwacht. Dit betreft een prognose. De wijze van afrekening van de kosten is opgenomen in artikel 5.
Artikel 3 Tussentijdse rapportages en jaarverslag
Het dagelijks bestuur informeert tussentijds tweemaal per jaar het algemeen bestuur over de begrotingsuitvoering middels de eerste en tweede Bestuursrapportage en na afloop van het jaar middels de jaarrekening met jaarverslag.
Artikel 4 Bevoorschotting en tussentijdse informatievoorziening
De deelnemers dragen er, naar rato van het aandeel in de totale deelnemersbijdrage van alle deelnemende gemeenten gezamenlijk, zorg voor dat het samenwerkingsverband te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan al haar in de begroting opgenomen verplichtingen, die zijn aangegaan in verband met uitvoering van de Jeugdwet, jegens derden te kunnen voldoen.
Het dagelijks bestuur geeft de deelnemende gemeenten maandelijks inzicht in de ontwikkeling van kosten en aantallen jeugdigen met tweedelijns jeugdhulp. De rapportage bevat sturingsinformatie, zoals: aantallen cliënten; inzet van type zorg; mate van budgetuitputting en prognoses van de te verwachten kosten.
Artikel 5 Vaststelling van de rekening en deelnemersbijdrage; Over- en onderschrijding van het beschikbare budget
In elk begrotingsjaar wordt voor 15 juli volgend op het jaar waarop deze betrekking heeft door het algemeen bestuur de rekening vastgesteld voor de krachtens delegatie en mandaat door het samenwerkingsverband uitgevoerde Jeugdhulptaken in het voorafgaande begrotingsjaar. Het dagelijks bestuur zendt vóór 15 april volgend op het jaar waarop deze betrekking heeft de voorlopige jaarrekening aan de raden van de deelnemende gemeenten.
Bij overbesteding en onderbesteding van de aan de jeugdteams opgedragen taken en de apparaatskosten van het samenwerkingsverband inzake Jeugdhulp in enig boekjaar ten opzichte van het vastgestelde volume, wordt bij de vaststelling van de door ieder van de deelnemende gemeenten definitief verschuldigde bijdrage, respectievelijk definitief verschuldigde vergoeding, als volgt te werk gegaan:
Over- en onderbesteding bij de aan de jeugdteams opgedragen taken
bij onderbesteding ter zake van de door een deelnemende gemeente opgedragen taken die door de jeugdteams in de betreffende gemeente worden uitgevoerd, wordt de daarmee verband houdende vergoeding die de gemeente verschuldigd is, dienovereenkomstig lager vastgesteld. De vastgestelde vergoeding wordt verrekend met door de gemeente betaalde voorschotten.
Indien zich onvoorziene omstandigheden voordoen, waaronder, maar niet uitsluitend, ontwikkelingen in de wet- en regelgeving, die ertoe kunnen leiden dat het voor het begrotingsjaar beschikbare budget wordt of is overschreden, treden de deelnemende gemeenten en het samenwerkingsverband in overleg over aanvullende financiering of andere te treffen, maatregelen, die onder de gegeven omstandigheden passend en verantwoord zijn (zoals het beperken van de toegang tot jeugdhulp).
Artikel 6 Verkleining van de opdracht en stopzetting betrokkenheid bij de regionale uitvoering van de Jeugdhulp
Indien een deelnemende gemeente (de omvang van) het voor uitvoering van de jeugdhulptaken verleende mandaat volume structureel wil verlagen bericht het college van de deelnemende gemeente dit besluit voor 1 januari van het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de structurele verlaging in gaat aan het dagelijks bestuur. De deelnemer is de daaruit voorvloeiende directe kosten verschuldigd. Deze kosten worden vastgesteld door een door de betreffende gemeente en het dagelijks bestuur gezamenlijk aan te wijzen onafhankelijke deskundige.
Indien een deelnemende gemeente de overgedragen taken terugneemt en daarmee haar betrokkenheid bij instandhouding aan het Programma Jeugdhulp in de begroting van het samenwerkingsverband geheel beëindigt, is het bepaalde in artikel 47, leden 1 en 2 van de regeling van overeenkomstige toepassing. De gemeente die haar betrokkenheid bij het Programma Jeugdhulp wil beëindigen is een vergoeding verschuldigd ter hoogte van de kosten die direct of rechtstreeks verband houden met beëindiging van de betrokkenheid bij het Programma Jeugdhulp. De omvang van de te betalen vergoeding wordt vastgesteld door een door de betreffende gemeente en het algemeen bestuur gezamenlijk te benoemen onafhankelijke deskundige.